Datum: 24 april 2022
Download PDF
/
1. Zalving van een zieke
Het was in 1999. We waren net een paar maanden in Chili, toen we een ziekenzalving meemaakte. Op zondag na de dienst, kwam een moeder met haar kleine baby, naar voren en vroeg gebed voor haar kind. Het was nogal verkouden en kon niet goed ademen. De moeder was erg bezorgd. De predikant die deze zondag voorging, had ervaring met ziekenzalving. Hij liet een schaaltje met olie komen, en vroeg mij naast hem te komen staan. We gaan de baby zalven, zei hij, en vragen of de Heere haar wil genezen. Ik zal de baby zalven, wil jij met mij meebidden. We baden voor de baby, en de predikant zalfde haar met olie. Het was mijn eerste kennismaking met ziekenzalving. Later zou ik er veel meer mee te maken krijgen. De meeste dominees in Chili hebben een flaconnetje met olie op zak. Wanneer mensen om gebed vragen, worden ze ook regelmatig met olie gezalfd. Zelf heb ik ook meegemaakt dat mensen voor mij baden en mijn zalfden met olie. Ik kijk daar dankbaar op terug.
We vinden het als gemeente belangrijk dat het Woord van God centraal staat. Een goede reden om vanmorgen bij Jakobus 5 stil te staan, in de deze dienst van dank en voorbede.
Ziekenzalving en de kracht van het gebed!
2. Het gewone leven
In de HSV staat boven dit gedeelte: ‘de kracht van het gebed.’ En dat is precies waar het in dit gedeelte over gaat. In de verzen 13-20 komen wij zeven keer het woord ‘bidden’ of ‘gebed’ tegen. In deze laatste verzen van dit bijbelboek legt Jakobus de vinger bij het gebed. In het bijzonder bij de kracht van het gebed. Maar Jakobus plaatst dit gebed midden in het gewone leven.
Hij begint met twee situaties die we allemaal herkennen: zorgen en blijdschap. Vers 13: Is er iemand onder u in lijden, laat hij dan bidden. Met lijden bedoelt Jacobus leed in de zin van moeiten, verdriet, verdrukking. Wanneer dat je overkomt, laat hij of zij dan bidden. Jacobus wijst de weg omhoog. Ga met je moeiten en zorgen naar God toe. Hij is de machtige God. Hij hoeft slechts één woord te spreken en alles kan in je leven veranderen. Je mag om hulp en bijstand bidden, in het vertrouwen dat er een God is die hoort. Dat is belangrijk. De eerste gang in het lijden is dus het aangezicht van God zoeken. Moet je naar de dokter, heb je medicijnen nodig, word je in het ziekenhuis verwacht, laat dat dan ingebed zijn in gebed.
Het kan ook gebeuren dat iemand blij is. Ook dan moet het gebed niet vergeten worden. Het gebed neemt dan de vorm aan van lofprijzing. Laat hij lofzingen. God is het immers waard dat Hij gedankt en geprezen wordt. Hoe vaak wordt dat niet vergeten. Dat we wel bidden in de nood, maar vergeten de Heere te danken. Twee voorbeelden uit het leven gegrepen.
3. De kracht van het gebed
En dan gaat Jacobus van het algemene naar het bijzondere. Nu gaat het over iemand die ziek is in de gemeente. Zo’niemand mag de oudsten van de gemeente (ouderlingen en diakenen) bij zich roepen en voor zich laten bidden. De oudstenzijn hier de vertegenwoordigers van de gemeente. Zij zijn door de Heere tot het ambt geroepen en staan in Zijn dienst. Als zodanig mogen ze door een zieke geroepen worden: wilt u voor mij komen bidden?
Gemeente, daar mag u de ouderlingen dus om vragen. Je hoeft daar niet perse voor in het ziekenhuis te liggen. Ook niet terminaal te zijn. Als u het nodig hebt, mag u dat vragen. ‘Laat hij dan de ouderlingen bij zich roepen!’ Als ze komen, dan komen ze voor een gesprek, dan informeren ze naar uw welstand, ze lezen uit de Bijbel, maar het voornaamste van het bezoek is het gebed. Roep de ouderlingen en laat die voor u bidden!
Ouderlingen zijn geroepen om in de naam van de Heere Jezus voor u te bidden. Maakt u daar ook gebruik van? Vaak is er bij ons schroom. Soms willen we niet dat onze naam bij de voorbede genoemd wordt. We houden onze zorgen en ziekten vaak liever voor ons. We willen niet dat anderen het weten. Maar misschien is dat nu juist wel wat we moeten leren. Dat we leren kwetsbaar te zijn en dat we erkennen dat we het gebed van een ander soms zo hard nodig hebben.
Jongelui misschien voor jullie ook iets om te overwegen. Als je opziet tegen een tentamen, je onzeker bent over je relatie of je wijsheid voor je werk nodig hebt, om daar na de dienst bij het gebedsteam langs te gaan voor gebed. Zo vaak hebben we gehoord dat God dit gebed gebruikte om antwoorden en richting te geven!
Misschien denkt u bij uzelf: nou ja, daar moet je wel echt ziek voor zijn. Zegt Jacobus dat immers niet: is er iemand onder u ziek? Nou, daar zit precies het punt. Jacobus gebruikt hier een werkwoord asteneo, dat letterlijk zwakzijn betekent. Het wordt in het NT 34 keer gebruikt voor allerlei vormen van zwakte. Iemand kan lichamelijk zwak zijn, zonder kracht door dat hij door een ziekte gekweld wordt. Iemand kan ook psychisch zwak zijn omdat hij in de put zit en het niet meer ziet zitten. Iemand kan ook geestelijk zwak zijn, zwak in het geloof en misschien wel ernstige twijfels hebben. Dat ziek-zijn waar Jacobus het over heeft is een breed begrip. Dat gaat niet alleen over mensen die stervende zijn. Maar over allerlei vormen van ziekte, die het leven van ons als gelovigen kwetsbaar en moeilijk maken.
In zo’n situatie mag je een beroep doen op de ouderlingen van de gemeente, om heel concreet voor je nood te laten bidden. En dat gebed mag gebeuren, met handoplegging. Biddend om de zegen van de Heere. Maar hier noemt Jacobus niet de handoplegging, maar de zalving met olie. Ouderlingen hebben volgens Jacobus de bevoegdheid tot het zalven van de zieke, de mens die zwak is en voor zich wil laten bidden.
In de grondtekst staat het iets anders dan in de HSV. Een verschil dat toch niet onbelangrijk is. We lezen in vers 14: ‘laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden en hem zalven met olie’. In de grondtekst staat: ‘laten die voor hem bidden, hem zalvende met olie.’ Dat zalven is niet een aparte handeling in de zin van: bidden en zalven. Maar het is bedoeld als begeleiding en ondersteuning van het gebed. Als handeling is het ondergeschikt aan het gebed. De samenkomst rond de zieke is een samenkomst van gebed, waarbij olie gebruikt wordt als een symbool, ter ondersteuning van het gebed.
Zoals wij water bij de doop gebruiken, en brood en wijn bij het avondmaal, zo mag er bij dit gebed olie gebruikt worden. Waarom zalfolie? Niet omdat het een geneesmiddel is. Olie heeft een godsdienstige betekenis. In de Bijbel is olie een symbool van de Heilige Geest. De olie is een zichtbare verwijzing naar het werk van de Geest van God. Als de ouderlingen op bezoek komen, zullen ze moeten beseffen dat zijzelf geen genezing kunnen schenken. Het is de Geest van God die geneest, reinigt, vernieuwt en verandert. Het is de Heilige Geest die genezing kan schenken naar lichaam, ziel en geest. De olie verwijst dus naar het werk van God door de Geest.
De olie is geen magisch middel, geen tovermiddel, maar een symbool, een teken dat naar de Heilige Geest verwijst. De Geest die wij niet zien, maar die er naar Gods belofte toch bij wil zijn met Zijn zegen.
4 En als er zonden zijn
Naast het gebed noemt Jacobus ook nog iets anders. Hij spreekt over zonden. Als de zieke zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. Het kan zijn dat er in de ontmoeting met de zieke of met degene die gebed vraagt, dingen aan de orde komen, die de relatie met de Heere in de weg staan. Het kan zijn dat het gebed van de ouderlingen bij iemand een gevoelige snaar heeft geraakt, en dat de aanwezigheid van de Heilige Geest ertoe leidt dat iemand de behoefte heeft, zonden te belijden. Soms helpt ziekte iemand aan z’n zonde te ontdekken. Als je gezond bent, heb je het gevoel dat je alles onder controle hebt. Maar als je ziek wordt, besef je hoe breekbaar en kwetsbaar je bent. Als je je bed niet uit kunt komen, besef je je afhankelijkheid van God. Ziek worden maakt een mens vaak nederig. Je ontdekt zonden en gebreken die je eerder niet opvielen. Dingen uit het verleden die zijn misgegaan. Of bepaalde zonden waar je op dat moment aan herinnerd wordt. Dat moeten we niet vreemd van opkijken. De Heilige Geest is immers degene die overtuigt van zonde. Waar de Heilige Geest aanwezig is, kunnen zonden openbaar worden. Dat geeft niet. Dat mogen we laten gebeuren. De Heere wil dat opruimen en vergeven. Niets is zo bevrijdend, als je je zonden aan iemand belijden. Want dan kan de Heere dat wegnemen en mag je Zijn vergeving ontvangen.
5. Als je ouderling bent
Ouderlingen dienen daar open voor te staan. Goed te luisteren. Dat vraagt natuurlijk wel heel wat van de ouderlingen. Ik kan me voorstellen dat u denkt: dat is nogal wat. Inderdaad. Maar het is wel belangrijk. Goed pastoraat kan niet zonder afhankelijkheid van de Heere en een open oor voor de nood van de ander. Ik kan me voorstellen dat u als ouderling dit helemaal niet gewend bent. Dat uitgenodigd wordt door een broeder of zuster uit de gemeente om voor zijn of haar ziekte of kwaal te bidden. En als je dit zo hoort, dat je bij jezelf denkt, maar kan ik dit wel? Er dan wordt er in Jakobus 5 ook nog eens gesproken over het gelovig gebed (15), een krachtig gebed (16) en een vurig gebed (17). En dan denk je bij jezelf: zo vol geloof en vertrouwen ben ik niet of niet altijd. Wie is tot deze dingen bekwaam? Dat kan sterk op je afkomen.
Broeders wat ons dan kan helpen zijn twee dingen. In de eerste plaats: gehoorzaamheid. Hoe onbekwaam je je ook voelt, je bent door de Heere geroepen. Je staat in Zijn dienst. Je mag weten: de Heere vraagt het van mij. Ik ga in Zijn naam. Gehoorzaamheid aan het Woord van God zal altijd tot zegen zijn. Want Hij is het die werkt en handelt. Het gaat in het gebed om afhankelijkheid. De situatie waarvoor je komt, draag je als het ware over aan God zelf. U heeft Mij geroepen, u zult kracht verlenen aan dit gebed.
En het tweede is dit. De catechismus wijst ons erop dat degenen die in de Heere Jezus geloven, deelhebben aan de zalving van Christus. Die zalving dat is de Heilige Geest. Die rust op ons als gelovigen. Je mag dus ingaan op de vraag om gebed, in vertrouwen op de leiding van de Heilige Geest. De Heilige Geest die in ons woont en ons de woorden in de mond zal leggen. Vertrouwen, dat als we de nood van iemand, bij de Heere brengen, dat dat nooit tevergeefs is. De Heere laat geen bidder in de kou staan. Hij draagt zorgt voor zijn dienaren en zegent het afhankelijk gebed.
6. Wat wij verwachten mogen
Wat mogen wij van het gebed verwachten? Heel veel, zegt Jakobus. De apostel heeft grote verwachtingen van het gebed. Het is immers het door God gegeven middel. Kijk maar naar Elia: die man bad een gebed en het regende 3,5 jaar niet. Hij bad opnieuw en het regende! Met andere woorden: heb veel verwachting van de Heere! In vers 15 lezen we: het gelovige gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. Laten we nou eens om te beginnen hier vanuit gaan. Dat we veel van de Heere mogen verwachten. Dat wie nadert tot de troon van de genade nooit met lege handen wordt teruggezonden. De Heere heeft zoveel schatten en zegeningen voor ons klaar liggen.
Wij mogen doen wat de vier vrienden deden: hun verlamde vriend leggen aan de voeten van Jezus. Als wij de nood van iemand brengen voor de troon van God, dan zal dit nooit tevergeefs zijn. De gehoorzaamheid aan het Woord zal door de Heere worden gezegend. De Heere schenkt zegen naar geest, ziel en lichaam. Altijd weer. Omdat Hij genadig is!
Betekent dit dat de zieke genezen wordt? Dat kan inderdaad gebeuren. De Heere heeft alle macht in hemel en op aarde. Soms schenkt Hij lichamelijke genezing en zien wij iets van Zijn Koninkrijk oplichten. Het kan ook zijn dat de weg anders gaat en de ziekte blijft. Paulus heeft veel zieken mogen genezen in de naam van de Heere Jezus. Maar de doorn in zijn eigen vlees ging niet weg. En in Milete moest hij zijn helper Trofimus achterlaten omdat hij ziek was. De Heere schenkt zijn zegen soms op een andere manier.
Jacobus heeft daar ook weet van. In vers 15 zegt hij eerst dat de zieke behouden wordt. Het werkwoord ‘soizoo’ dat hier gebruikt wordt betekent twee dingen: redding (eeuwig leven krijgen) of helen (herstellen). De Heere kan het gebed gebruiken om iemand zekerheid te geven over zijn eeuwig heil, om iemand te behouden. Hij kan op het gebed genezing schenken. Met andere woorden: de Heere handelt altijd. Dat is ook bedoeld met de woorden: ‘de Heere zal Hem weer oprichten.’ De zieke broeder of zuster zal van God kracht ontvangen, perspectief en hoop. Misschien mag hij opstaan van Zijn ziekbed of uit zijn rolstoel. Misschien kan een chronisch zieke of iemand die depressief is, door de Heere opgericht worden. De Heere doet wonderen op het gebed.
Maar soms loopt de weg anders dan wij bidden. En dat is lang niet altijd gemakkelijk. Heel moeilijk soms. Dat kost tijd om het te kunnen aanvaarden.
Dat Gods weg anders gaat, zien we ook in het leven van de Heere Jezus. Hij bad tot Zijn Vader of de drinkbeker aan Hem voorbij mocht gaan. Indien mogelijk. Dat is: of er een andere weg voor verlossing is. Maar er was geen andere weg. Jezus’ gebed werd niet verhoord. Zijn sterven was de enige weg tot de verzoening van onze zonden. Ook Paulus bad of de Heere de doorn wilde wegnemen. Maar de doorn werd niet van Hem weggenomen. Maar beiden hebben van God wel antwoord op hun gebed gekregen. De Heere Jezus kreeg in Getsemane bezoek van een engel uit de hemel. Hij werd in Zijn lijden bemoedigd en gesterkt door Zijn Vader in de hemel. En ook Paulus kon het gebed om genezing loslaten, toen er een antwoord was van de Heere. Ik tot de Heere gesmeekt of hij de doorn wilde wegnemen, maar Hij heeft tegen mij gezegd: mijn genade is voor u genoeg. Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.
Dat vertrouwen mogen wij hebben. Dat de Heere erbij is. Dat Hij Zijn hand op ons leven legt. Dat Hij ons kracht geeft: veerkracht, draagkracht, zodat je toch weer verder kunt.
7 Met vrijmoedigheid bidden
God gaat soms heel andere weg. Tegelijkertijd hoeft dit ons er niet van weerhouden om voor de zieken met vertrouwen en verwachting te bidden.
Want de Heere is in staat oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen.
Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand. Wie van ons is rechtvaardig? Jezus Christus is volmaakt rechtvaardig. Hij zit aan de rechterhand van de Vader. En Hij bidt voor ons. Zijn gebeden worden altijd verhoord. Dat geeft verwachting, want we mogen al onze gebeden besluiten in Jezus naam. Amen.