Datum: 2 april 2015
Download PDF
1. Johannespassion
Het is een bijzondere avond vanavond. Een paar miljoen Nederlanders kijken deze avond naar de Passion in Enschede. Ze zien voor hun ogen fragmenten van het lijdensverhaal. Wij staan vanavond stil bij de Johannespassion. Bij lijdensverhaal zoals dat door Johannes verteld is. We kijken door de ogen van Johannes naar wat er met Jezus gebeurt. Het is een verhaal dat vol is van lijden en tragiek. Maar de grootste tragiek is niet het lijden van Jezus; de grootste tragiek is dat mensen zo blind zijn dat zij de Koning die God gezonden heeft niet herkennen en niet erkennen. De Koning. Meer dan 12 keer komen we deze in dit evangelie tegen. Maar vooral hier, in de hoofdstukken die gaan over het bittere lijden van Jezus. Hier waar je het helemaal niet zou verwachten. Dat is nou typisch Johannes.
Want als we door de bril van Johannes kijken, zien we dingen die wij nooit gezien of opgemerkt zouden hebben. Het is Johannes die spreekt over het lijden van Jezus in termen van verheerlijking. De andere evangelisten vertellen dat Jezus zijn discipelen onderwijst en tegen hen zegt, dat Hij overgeleverd wordt in de handen van mensen en dat zij Hem ter dood zullen brengen. Johannes volstaat met te zeggen, dat het uur zal komen dat Jezus verheerlijkt zal worden. Jezus dood aan het kruis noemt Johannes zijn verheerlijking. En ook hier in Johannes 19 zien we – als we door de ogen van Johannes kijken – dat God ondanks alle kwade bedoelingen en machten, ondanks dat met Jezus gesold wordt, Hij de touwtjes niet uit handen laat vallen. Dwars door het lijden heen schittert de glorie van koning Jezus.
2. Gods Zoon
Ja, je moet er wel de bril van het geloof voor opzetten, anders zie je het niet. Want ook hier buitelen de gebeurtenissen over elkaar heen. De Joodse leiders proberen Jezus uit de weg te ruimen. Zijn aanwezigheid en onderwijs is hen een doorn in het oog. Hij verstoort de orde. Is veel te kritisch op de tempel en op de traditie. En wat misschien nog wel het meest erge is, is dat Hij Gods Zoon claimt te zijn. Vers 7: Hij heeft zichzelf Gods Zoon gemaakt. Hij handelde als God. Vergaf mensen hun zonden. Dat mag God alleen. Dus Jezus is fout. Hij overtreedt de wet. Hij moet sterven. Dat is de Joodse aanklacht. Pilatus schrikt ervan – lezen we in vers 8 – hij wordt bevreesd als hij deze aanklacht hoort.
Als Romein was Pilatus bijzonder bijgelovig. Er waren allerlei verhalen in de omloop over goden die in menselijke gedaan de aarde bezochten en over bijzondere macht beschikten. Daar moest je je handen niet aan branden. En als Pilatus iets hoort over een godenzoon, stormt hij naar binnen. Vers 9: Jezus, waar kom je vandaan? Ben je misschien …? Jezus zwijgt en de angst bij Pilatus blijft. Ik heb macht je te laten kruisigen. Komop geef antwoord. De macht die je hebt, heb je van Boven ontvangen, zegt Jezus. Ook hier weer zo’n fijne hint, dat God de regie in dit alles heeft. Pilatus wil zijn handen er niet aan branden. Hij keert terug tot de Joodse leiders. Deze zijn slim en formuleren hun aanklacht anders.
3. De koning!
Hij heeft zichzelf koning gemaakt, zeggen ze nu. Ze formuleren hun aanklacht niet langer in godsdienstige termen maar in in politieke. Daar zal Pilatus toch wel voor zwichten. Je wilt toch wel een vriend van de keizer zijn. Een amicus caesaris. Dat was een erenaam voor romeinse burgers. Een titel voor hooggeplaatsten. Die zal Pilatus toch zeker niet willen verliezen. Wie in een goed blaadje stond bij de keizer, kon op een glanzende carrière rekenen. Ze zetten voor Pilatus de zaak op scherp. Ze dwingen Pilatus om kleur te bekennen. Waar sta je Pilatus? Ben je een vriend van de keizer? Of wil je een vriend zijn van de zoon van God. Kies dan heden wie je dienen zult.
Dat is elke keer weer de beslissende keus. Ook voor ons trouwens. Op wie zetten wij onze kaarten? Het evangelie laat het niet in het midden: het is zwart of wit. Je bent voor Jezus of er tegen? Zeg je ja tegen Jezus, dan zul je leven. Kies je tegen Hem, dan rest je de dood. Dood of leven houd het evangelie ons voor. Kies dan het leven! Kies voor Jezus!
4. Proclamatie
Pilatus gaat op zijn rechterstoel zitten. Aan de ene kant staat Jezus. Aan de andere kant staan de woedende leiders van het volk. Dan spreekt Pilatus deze woorden – vers 14 – zie uw Koning! Pilatus zegt het spottend. Hij wil de Joden treiteren. Ze wachten op een koning, de Messias, die hen zou bevrijden van de Romeinen, die vrede zou brengen. Nou hier staat Hij. Een bloedende gestalte. Niets is zichtbaar van zijn koninklijke heerlijkheid. Pilatus is zich er niet eens van bewust, maar met de woorden ‘Zie uw Koning’, proclameert hij officieel Jezus als Koning. Wat een officiële veroordeling had moeten worden – en het feitelijk in de ogen van de Joodse leiders ook is – is een officiële proclamatie van Jezus als Koning. Zie je – zegt Johannes – wat er gebeurt? Is het niet bijzonder, om dit uit de moment van een heidense leider te horen? Het is zo bijzonder deze proclamatie, dat Johannes er de plaats, de dag en het tijdstip erbij aantekent. In vers 13: Lithostrotos (Gabbatha), de marmervloer waar de rechterstoel van Pilatus staat. Dat was de plaats waar het allemaal gebeurde. De dag: voorbereiding van het Paasfeest. De 14e Nissan, de dag dat de huizen van al het zuurdeeg gereinigd moesten worden. En de tijd: het zesde uur. Rond die tijd werden in de tempel de paaslammeren geslacht voor het pesachmaal, later die avond. Op dat moment, op die plaats, op die dag, onthult Pilatus Jezus ware identiteit: de Koning der Joden.
5. En toch: Hij is het!
Een groter contrast is er niet denkbaar. Zoals Jezus daar staat. Zijn rug helemaal kapot geslagen. Zijn mantel onder het bloed. Zijn hoofd met doornenkroon. Scherpe doorns in zijn huid. Ook daar bloed. Blauwe plekken van de slagen. Gebutst en gedeukt. Zo staat Jezus daar. Hij had geen gedaante dat wij Hem begeerd zouden hebben, zegt Jesaja. Hij is het Lam dat de zonde van de wereld wegdraagt. Hij staat daar als geslacht. En toch, zegt Johannes, kijk goed: Hij is de Koning van Israël, de Messias, de redder van de wereld. Zie uw koning!
Maar zie je het ook? Dat Jezus koning is. Je moet wel goed kijken. Het ligt niet voor de hand. Juist daarom kan het ook een geweldige aanvechting zijn. Dat Jezus zo koning is. Dat Hij regeert vanaf het kruis. Dat Hij daar niet staat in zijn volle glorie, maar als de lijdende knecht van God. Hij had een legioen engelen ter hulp kunnen roepen. Hij had met een woord alle machten van het kwaad kunnen vernietigen, maar Hij deed dat niet. God had in een keer machtig kunnen ingrijpen, en alles naar zijn hand kunnen zetten, maar Hij doet het niet. Dat kan je soms in je eigen leven ook geweldig aangrijpen. Dat God de macht heeft om dingen te veranderen, in je levensgang een keer te brengen, maar Hij doet het niet. De teleurstelling, de pijn, de moeite en zorgen ze blijven. Wat een aanvechting kan dat zijn. Een hele worsteling soms. Soms ben je er helemaal klaar mee. Als het zo moeilijk gaat, dan hoeft het voor mij niet. Al deed je belijdenis, vierde je het HA, al was je dominee, en geloofde je het heilig, en toch, wat kan het knagen van binnen. Waarom deze weg. Als het anders kan, waarom laat Hij dit dan zo gebeuren. Als je niet oppast, kan het je zomaar beheersen.
Dan is het goed dat je hier in de kerk bent vanavond. Kijk nog eens goed zegt Johannes, tegen je. Zie je Jezus? Hij is het! Waarom gaat Jezus dan deze weg? Daar kun je veel over zeggen. Omdat Jezus het oordeel van God draagt over onze zonde. Over onze vruchteloosheid, eigengereidheid, ons gebrek aan geloof en vertrouwen. Jezus lijdt, zodat de machten van het kwaad kunnen uitwoeden, net als bij een hevige brand, na verloop van tijd verliest hij zijn kracht. Jezus lijdt, om ons in het lijden nabij te zijn. Hij gaat die weg uit liefde voor ons. Liefde tot het einde toe.
Want Jezus liet zich binden, om zo ons te ontbinden, te bevrijden. Hij werd verlaten, opdat wij nooit meer door God verlaten zouden worden. Hij is gestorven om ons in zijn leven te laten delen.
Misschien dat we het wel nooit met ons hoofd zullen begrijpen, maar het avondmaal wil het ons laten proeven vanavond, met brood en met wijn. Kijk goed. Proef aandachtig. Zie de Koning, Hij nodigt u aan zijn tafel. Kom zegt Hij. Alle dingen zijn gereed. Jezus staat voor u en zegt tegen u: Kijk eens wat ik voor u heb: verzoening en vergeving, en mijn belofte: Ik zal er voor je zijn. Elke dag van je leven. Wat een onvoorstelbare liefde. Dank u Here Jezus.
Amen.