Datum: 6 december 2020
Download PDF
/
1. Reacties op een nieuw vaccin
Als er een ding het nieuws de afgelopen week beheerste, dan was dat wel het vaccin tegen corona. De berichten van verschillende fabrikanten dat hun vaccin goede resultaten geeft, gaf ons hoop. Hoop, dat we eindelijk iets tegen het virus kunnen doen. Want daar zien we allemaal naar uit. Tegelijk waren er ook de vragen: is er voldoende voor iedereen, bij wie ga je beginnen, en vooral de vraag: wanneer starten we met inenten?
Naast al dat positieve, merk je bij veel mensen ook reserve en terughoudendheid. Misschien herken je dat wel. ‘Ik denk niet dat ik de eerste zal zijn die zich laat inenten’. ‘Is het vaccin niet veel te snel ontwikkeld. Is het wel veilig.’ Terwijl we ons voor heel wat andere zaken laten inenten, slaat nu bij een heel aantal mensen de twijfel toe. Hoe komt dat?
Ik denk hierom: omdat wij mensen zijn van de status quo. Status quo is de situatie zoals die is. Wij mensen hebben de onbewuste voorkeur om dingen te laten zoals ze zijn. Wat bekend is vertrouwd, wat nieuw is niet. ‘Onbekend maakt onbemind’ zeggen we dan. Het is een diepe menselijke reactie om terughoudend te zijn bij verandering of als iets nieuws zich aandient. Daarom moeten bedrijven vaak ook zo’n best doen om je als klant te winnen, omdat wij vaak de dingen laten zoals ze zijn.
Wij zijn mensen van de status quo. Niet iedereen misschien, maar we herkennen er denk ik allemaal wel iets van.
2. Reacties op het nieuwe van God
Gemeente, die houding van terughoudendheid, van afwachten, de kat uit de boom kijken, soms ook van verzet, speelt natuurlijk ook een rol als het gaat om het geloof. Hoe zouden wij reageren als God tot ons zou spreken, zoals Hij dat doet bij Zacharias, Elisabeth of Maria? Als God bij monde van een engel of een dienaar naar ons toe zou komen en tegen ons zou zeggen: ‘Je zonden zijn je vergeven’. Of: ‘Ik zal je gebruiken in mijn plan’. Of: ‘Ik laat je aan een nieuw hoofdstuk in je leven beginnen’. Of: ‘Ik haal je weg waar je nu ziet en zal je een andere baan of plek geven waar je Mij kunt dienen’. Of: ‘maak je geen zorgen om je zoon of dochter, maar Ik zal grote dingen door hem of haar doen’.
Hoe zouden we reageren als God zo tot ons zou spreken? Zou Hij gehoor vinden. Zouden zijn woorden ons tot overgave brengen? Of zal er dat ‘ja-maar’ stemmetje weer zijn. En deinzen we terug voor wat God tegen ons zegt. Zouden zijn woorden afketsen op ons hart en zouden we met ongeloof reageren, of zal er overgave zijn.
3. Bij Zacharias overheerst het ongeloof
Bij Zacharias overheerst het verzet en het ongeloof. Wat u zegt God, dat kan helemaal niet en dat zal ook niet gebeuren. Wij zijn oud. Mijn vrouw is onvruchtbaar. Onmogelijk. Zo hevig reageert hij op de woorden van God. De engel verwijst daar ook naar in vers 20: ‘omdat u mijn woorden niet geloofd hebt.’ De boodschap van God stuitte dus op innerlijk verzet bij Zacharias. Ook hij is als gelovige iemand die zich heeft neer gelegd bij de situatie zoals hij is. Wat God zegt en van plan is te doen, dat kan niet.
Gemeente, zo werkt ongeloof dus. Dat kijkt altijd naar wat bij ons mogelijk is. Ongeloof houdt geen rekening met God. Daarom is het maar beter dat Zacharias zal zwijgen, totdat ook hij met eigen ogen kan zien, dat de woorden van God waar zijn, dat het ongeloof een obstakel is voor het nieuwe dat God wil doen of wil schenken. Misschien hebben wij allemaal wel iets van Zacharias en herkennen we wel iets van zijn verzet. De dingen die God doet en zegt, zijn gewoon te groot voor ons. Als God zegt: ‘Zie Ik maak alle dingen nieuw’, dan gaat dat over iets wat we nu nog niet kunnen zien. Het oude en bekende dat voelt zo vertrouwd. Onbekend maakt onbemind.
Maar God wil niet alles bij het oude laten. Als er dingen niet op orde zijn in ons leven, dan mag dat geen minuut langer bestaan, hoe vertrouwd dat ook voelt. Dan zou er juist verzet bij ons moeten zijn. Verzet tegen alles wat afbreuk doet aan wat God belangrijk vindt. Aan zijn geboden en beloften. God wil ons ook wegroepen uit de macht van de zonde, hoe vertrouwd dat ook voelt. Dat we ons verzet tegen Hem opgeven.
Vanmorgen valt het licht op Maria. Ze is een voorbeeld, niet van verzet maar van overgave.
4. De overgave van Maria.
Ook zij krijgt een ongelofelijke boodschap te horen. Het is dezelfde Gabriël die haar opzoekt en haar huis binnengaat. Maar wat een woorden worden over haar uitgesproken. Ze is door God begenadigd. Uitgekozen om de zoon van de Allerhoogste God ter wereld te brengen. De Messias die zou komen. De Redder die God had beloofd. Hij die Koning zal zijn tot in eeuwigheid. En op haar vraag hoe dat dan zal gebeuren, vallen opnieuw duizelingwekkende woorden. De heilige Geest zal over je komen, de kracht van de Allerhoogste zal je overschaduwen. God zelf zal op tere en verborgen wijze dit nieuwe leven in je moederschoot tot stand brengen.
We kunnen de diepte van de woorden van de Engel nauwelijks bevatten. Het gaat hier over de menswording van de zoon van God. Jezus die gekomen is om de zonde te verzoenen en het Koninkrijk van God naar deze aarde te brengen. En Maria als jonge vrouw wordt ingeschakeld in dit grote plan. En hoe reageert zet? Zacharias reageerde met hevig verzet, maar Maria reageert met overgave: ‘Zie, de dienares van de Here, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord.’ Maria zegt: ‘Zie hier ben ik.’ Ze geeft zich over in vertrouwen aan het woord van God. En wat heeft die overgave eenconsequenties. Ze zal als jong meisje zwanger worden. Hoe oud is ze? Misschien nog maar 17 jaar. Met alles wat dat betekent. Jozef zal, wanneer Maria zwanger wordt, haar willen verlaten. De mensen zullen er schande van spreken. Heel haar leven wordt ondersteboven gekeerd. En toch is daar geen verzet maar overgave.
Wat is daar nu het geheim van gemeente, jongelui? Het geheim van die overgave.
Ik denk het laatste woord dat de engel sprak. In vers 37: ‘geen ding zal bij God onmogelijk zijn’. Als de engel dat heeft gesproken, geeft Maria zich gewonnen. Waarom? Maria kende dat woord. Het had eerder geklonken in de geschiedenis van Israël. Op allerlei kritieke momenten, als de situatie uitzichtloos leek, was daar dat woord van God. Zoals bij de kinderloze Abraham en Sara, geen ding is voor God onmogelijk. Als het volk in ballingschap is en denkt dat de toekomst over is, klinkt daar opnieuw dat woord dat voor God niets onmogelijk is. Of na de terugkeer uit de ballingschap, klonk daar het woord: zou voor de Heere iets onmogelijk zijn?
Dat woord van de engel richt Maria niet op haarzelf maar op God. Wat bij mensen onmogelijk, is mogelijk bij God. Dat woord geeft bij Maria de doorslag. Als het op al die momenten waar was geweest, zou God dat ook nu dan bij mij, in deze situatie, niet waar kunnen maken? Zo geeft Maria zich over aan de belofte en de woorden van God.
5. Dat vraagt God ook van ons
Gemeente, is dat ook niet de ervaring die wij soms ook hebben. Hier in de kerk of thuis, als we onder het Woord zijn of als we uit de Bijbel lezen. Dat je geraakt wordt. Momenten dat er woorden tot je klonken. Dat iets doordrong van God. En je dacht: tjonge. Als dat waar is. Dat dat waar is. Wat bijzonder.
Ik geloof dat dit nog steeds gebeurt. Dat God onder ons aan het werk is. Soms zo dat je stil werd gezet. Of bemoedigd. Dat je het jaren later nog weet en misschien heb je het wel eens met je kinderen of met iemand anders gedeeld, op de kring of bij een bezoek, hoe het woord van God binnenkwam en je leven veranderde. Misschien was het je belijdenistekst, je trouwtekst, een lied. Het Woord gaat met je mee. Ik zal raadgeven, mijn oog zal op je zijn. Vergezelt je lange tijd. Je houd je er aan vast. Volg mij. Waarom hou je er aan vast? Uit gehoorzaamheid, soms meer niet. Dat doet Maria ook: Heer, ik stel me in uw dienst. Laat met mij gebeuren.
Maria aanvaard wat over haar gezegd wordt. Ze stelt zich dienstbaar op. Haar plek in de heilsgeschiedenis is bijzonder. Maria is daarin helemaal uniek. Ze mag moeder zijn van de Zoon van God. Maar in haar houding van overgave is zij voorons een voorbeeld.
Geloven is dat je je laat meenemen door de woorden van God. Door wat er tegen je gezegd is. Waarom geloof je? Er is me iets gezegd. Daar vertrouw ik mij aan toe. Ik wil mee bewegen met wat God tegen mij zegt.
Soms kan het helpen om daar specifiek om te bidden. Dat je verwachtingsvol naar de kerk gaat of uit je Bijbel leest. Heer, laat er iets zijn voor Mij vanmorgen, deze keer. Maak mijn hart ontvankelijk voor de woorden van U. Maak me moedig als Maria om me over te geven aan wat u tegen mij zegt.
Ik bid dat het zo zal zijn vanmorgen, als wij avondmaal vieren, en wij de Heere Jezus horen zeggen: ‘dit is mijn lichaam voor u, voor jou’. Ik ben je Heiland. Het is volbracht. Ontvang mijn vergeving. Ik laat je delen in het nieuwe leven door mijn Geest. Dat wij dan antwoorden, niet met verzet, niet met ons ja-maar, maar met overgave: Heere, laat met mijgebeuren wat u hebt gezegd. Tot eer van God de Vader.
Amen.