Datum: 19 oktober 2014
Download PDF
/
1. Inleiding
Toen de engelse evangelist John Wesley na een avonddienst terugkeerde naar huis, werd hij beroofd. De dief echter kon niet veel meer meenemen dan wat geld en christelijke lectuur, die Wesley bij zich had. Toen de man er weer vandoor wilde gaan, riep Wesley hem achter na: He, stop, ik heb nog iets voor je. De dief keek verrast om. Vriend, zei Wesley, je zult een keer spijt krijgen van dit leven. En als dat zo is, vergeet dan één ding niet: het bloed van Jezus reinigt ons van alle zonden. De dief draaide zich om en rende weg. En Wesley bad dat zijn woorden vrucht mochten dragen. Jaren later, toen Wesley na afloop van een dienst afscheid nam van de mensen, kwam er een vreemdeling naar hem toe. Tot zijn grote verrassing bleek het de man te zijn die hem had beroofd. Hij was christen geworden en nu een succesvol zakenman. Dat heb ik allemaal aan jou te danken, zei de veranderde man. Nee, mijn vriend, antwoordde Wesley, dat heb je niet aan mij te danken maar aan het kostbare bloed van Jezus, dat reinigt van alle zonden.
2. Tekst
Ik moest aan deze geschiedenis denken bij het maken van de preek. Want in het hoofdstuk uit Exodus dat vanmorgen centraal staat, speelt het bloed ook een grote rol. Het verbond dat God sluit met zijn volk, wordt met bloed verzegeld. De Hebreeuwse term die gebruikt wordt als twee partijen een verbond sluiten ‘karat berith’, betekent letterlijk een verbond snijden, omdat bij het sluiten van een verbond in het oude Oosten altijd een offer werd gebracht. Er vloeide dus bloed als teken dat het een serieuze zaak was. Beide partijen lieten zo zien dat ze het verbond dat ze sloten en de afspraken die ze maakten bloedserieus namen. Voor ons is dat een vreemd ritueel. Wij kennen dat niet meer in onze cultuur, enkele uitzonderingen nagelaten, zoals ik net aan de kinderen vertelde. We vinden het maar primitief dat zo’n verbond met bloed verzegeld wordt. Maar in het oude Oosten lag dat anders.
Vanmorgen staan we stil bij de betekenis van dit verbond dat God met Israël sluit. U weet dat op de Bijbelkringen Exodus 24 aan de orde is en dat we er daarom vanmorgen ook bij stil staan. En het is voor ons westerlingen nog niet zo eenvoudig om door te dringen in de betekenis van wat er op de berg Sinaï gebeurt. Niet alleen het bloed, maar de hele setting roept ook bevreemding op. Tenminste als je het gebeuren op je laat inwerken. Want de verbondssluiting op de berg is helemaal doortrokken van de grootheid en majesteit van God. Het neerdalen van God, het op en neer gaan van Mozes, het spreken van God en het sluiten van het verbond, is doortrokken van de heiligheid van God. Al in Exodus 19, een paar hoofdstukken terug, lazen we dat het volk zich moest reinigen, drie dagen lang, dat het niet naderen mocht tot God. Maar ook hier in Exodus 24 ademt alles ontzag voor de Here. Het roken en trillen van de berg. Het vuur, de donderslagen en bliksem, alles symboliseerde de geweldige majesteit van God. En dat moet op het volk wel diepe indruk hebben gemaakt hebben. Het is niet zomaar iets wat er gebeurt. Het geheim en wonder van Exodus 24 is dat de grote en heilige God gemeenschap zoekt met zondige mensen! De Here wil een relatie hebben met Zijn volk, zoals we eerder zagen. Hij wil de periode van kennismaking omzetten in een duurzame relatie. God stelt het volk de vraag: wil je met Mij trouwen? En het volk antwoordt: ‘ja, Here, wij willen met u trouwen. Alles wat u zegt zullen wij doen’. En als het volk zijn ja-woord gegeven heeft, is de verbondssluiting een feit. Als op het ja-woord van de Heere het ja-woord van Israël klinkt, is het verbond verzegeld.
De grote vraag die vanmorgen centraal staat, is nog niet zo eenvoudig, gemeente. Want we lezen dit, maar de vraag is natuurlijk: wat kunnen wij hiervan leren? Wat nut ons dit? Wat heeft dit verbond van God met Israël ons te zeggen? Je kunt op die vraag in principe twee antwoorden geven. Het eerste is dat het ons niets te zeggen heeft. Exodus 24 gaat over het verbond van God met Israël, het zogenaamde Sinaï-verbond. Dat was toen. Wij leven in een andere tijd. Wij zijn Israël niet. En bovendien: wij geloven in de Here Jezus en sprak Hij niet bij het avondmaal over een nieuw verbond, over het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten zou worden? Dat nieuwe verbond was namelijk nodig vanwege de ongehoorzaamheid van Israël. God heeft daarna een nieuwe start gemaakt. Dit antwoord zou je kunnen geven, maar u voelt wel aan dat dit erg kort door de bocht is. Aan de andere kant kun je ook uitgaan van de blijvende betekenis van dit verbond. Want nergens lezen we dat God zijn verbond met Israël verbroken heeft. Israël heeft dat van zijn kant af wel vaak gedaan, maar de Here heeft zijn verbond met Israël niet afgeschaft. De Here komt niet op zijn afspraken terug! Hij blijft trouw aan wat Hij beloofd heeft. En daarbij komt ook dit: door het geloof in de Here Jezus, worden wij bij Gods verbond met Israël ingelijfd. God heeft wilde scheuten op de edele olijfboom geplant. Zo mogen ook wij heidenen door Zijn genade bij Zijn volk horen. Dat is de tweede mogelijkheid. Ik denk dat deze lijn meer Bijbels is. Maar: de Here Jezus spreekt wel over een nieuw verbond. Er is wel een verschil. Het verbond is nieuw, of beter gezegd: vernieuwd (het nieuwe verbond omvat het oude), omdat de Here het nu door Zijn Geest in de harten schrijft, en omdat het nu ook verbreed wordt naar alle volken, maar vooral omdat de Here Jezus als de Messias de centrale persoon is van het verbond. En er komt een dag dat ook Israël Hem als Messias zal erkennen. Dat mogen we met de apostel Paulus geloven.
Dus: hoewel de Here Jezus het oude verbond vernieuwt en verbreedt, is wat in Exodus 24 gebeurt voor ons wel degelijk van belang. God sluit een verbond met Israël en daaruit kunnen wij leren hoe God met mensen omgaat. Want ook in het nieuwe verbond blijft het gaan een verbond, om een verbondsrelatie van God met de mens. Van de heilige God met zondige mensen.
3. Verdieping
Daarom de vraag: wat kunnen wij van Exodus 24, van deze verbondssluiting. Leren? Ik noem drie dingen.
3a. Onvoorstelbaar wonder
Het eerste is toch wel dit: het onvoorstelbare wonder dat die grote en machtige God een relatie met mensen aangaat. Want als je er eens even op let, wat er over God gezegd wordt en hoe de mensen daar met Hem omgaan, dan valt in de eerste plaats zijn majesteit op. Al in vers 1 zien we dat. God roept Mozes en de leiders wel dichter bij, maar ze moeten op een afstand blijven staan. Alleen Mozes mag echt dichterbij komen. In vers 11 lezen we dat God Zijn hand niet uitstrekte naar de aanzienlijken, naar de leiders van Israël. Daar zit ook een besef van ontzag in. God zou in zijn majesteit maar een hand hoeven uit te steken en de mensen zijn er niet meer. Of in vers 17. Daar lezen we over de heerlijkheid van de Heere als een verterend vuur. En vuur moet je respecteren, daar moet je niet te dicht bij komen, want dan kun je je branden. In één woord: God is heilig. Daar is heel het OT van doordrongen en doortrokken. Hier zien we dat ook. Er loopt een grens tussen God en mens. En die grens moet je respecteren. Geloven is dat je je plaats weet en de grens respecteert.
Daar ging het telkens ook weer mis. Bij Israël en bij de andere volken. Altijd weer was er de verzoeking in de godsdiensten en religies om uit te stijgen boven jezelf en door te dringen in God, in Hem op te gaan. Er zijn religies die de mens zien als een deel van het goddelijke vuur en daar keer je ook uiteindelijk weer in terug. Anderen zien God overal in terug, in alles wat leeft. Maar het OT zegt: je bent en blijft schepsel en God is God. Hij is van een andere orde. Hij is heilig en wij zijn dat niet.
Het kan vanmorgen misschien een beetje vreemd op je overkomen. God doet het volk een aanzoek voor een duurzame relatie. Daaruit mag je toch opmaken dat Hij bij de mensen van Israël wil horen. Maar voordat het verbond gesloten wordt, gaat Hij eerst duidelijk maken dat ze niet bij elkaar passen. Niet zomaar vanzelfsprekend in elk geval. Want Hij is heilig en de mensen niet. Ze moeten op afstand blijven, anders gaat het niet goed. Niemand kan zomaar in contact raken met God. Ik kan me voorstellen dat je denkt: daar heb je het OT weer, met die strenge God. Daar ging het vroeger altijd over in de kerk. Geef mij maar het NT. Daar komt God in de de Here Jezus naar je toe. Jezus kun je aanraken Met Hem mag je omgaan. Ja, dat is waar, maar vergis je niet. De God die in Jezus naar ons toekomt, is geen andere God dan die je in het OT tegenkomt. Het is dezelfde heilige God. Hij is zo heilig dat wij niet zomaar bij elkaar passen. Iemand schreef: heilig is het knipper-licht dat ons waarschuwt dat God en wij niet zomaar bij elkaar passen. Waarom niet?
Nou, heilig wil zeggen, dat God van een andere orde is. Heilig wil zeggen, dat Hij zonder zonde is, betrouwbaar in alles wat Hij doet, volmaakt goed en zuiver in zijn bedoelingen. Hij laat zich niet inpassen in onze menselijke werkelijkheid en denkkaders. Hij gaat daar ver bovenuit. Hij spreekt en het is er. Hij gebiedt en de dingen gebeuren. Niemand is met Hem te vergelijken. De hoogleraar OT Vriezen stelt dat de heiligheid van God in het OT zijn meest kenmerkende eigenschap is. Dat God heilig is, betekent dat je Hem niet in je macht kunt krijgen of voor je karretje kunt spannen. Dat vind ik telkens weer zo schokkend bij IS. Elke keer weer als ze mensen doden of als ze vechten dan is het ‘Insha Allah’, het is de wil van Allah. Zo gemakkelijk kun je god aan jou kant laten staan en claimen dat je wat je doet zijn wil is. Maar zo werkt het met de Here niet.
In onze tijd zien veel mensen God als een lieve en begripvolle God, die rekening houdt met onze ambities en plannen. God die wel begrijpt als we even geen tijd voor Hem hebben. God als een verlengstuk van onze eigen idealen. Wat ik belangrijk of fijn vind, dat vindt God vast ook belangrijk. Zo kun je God inpassen in je denkbeelden. Hij past in je leven, zoals een schilderij in je woonkamer hangt. Maar knettert het nog wel eens. Schrikt Hij je soms nog op. Brengt Hij ook onrust in je leven? De God van de Bijbel past niet zomaar in ons denken en onze plannen. We kunnen niet over Hem beschikken, want Hij is heilig.
Daarom zie je in de Bijbel ook altijd dat mensen ontzag en respect voor God hebben. De heiligheid van God roept aan de kant van de mens ontzag op. Het Bijbelse woord hiervoor is ‘vrezen’, de Here vrezen. Doe jij of u dat ook? Je hoeft niet bang te zijn voor de Here, gelukkig niet, maar heb je ook ontzag en respect voor Hem? Erken je Hem als je Meerdere? Hij is niet zoals wij. Hij is onze buurman niet. Hij is gaat ons ver te boven. Hij is heilig!
3b. Troost en vreugde
Tegelijk is de heiligheid van God ook een grote bron van troost en vreugde. Dat is het tweede. Weet u waarom? Omdat deze heilige God bij mensen wil wonen en met hen gemeenschap zoekt. God wil met hen omgaan, als een Vader met zijn kinderen. Daarom nodigt Hij mensen uit om in zijn nabijheid te komen. Dat lezen we hier ook in vers 11: nadat zij God gezien hadden, aten en dronken zij. Dat lijkt een overschrijding van de grens. Dat is het ook. Het komt niet zo vaak voor. Wat zagen ze? In ieder geval niet zijn heerlijkheid. Mozes wilde Gods heerlijkheid zien, maar hij kreeg de achterkant van God te zien. Hier zien ze enkel Zijn voeten. En dan vooral dat waarop zijn voeten rusten, de voetenbank was lazuurblauw als de hemel zelf. De leiders hebben iets gezien wat het volk niet zag. De mensen beneden zagen de wolk, maar zij zagen de onderkant van de troon van God. Ze zagen God en aten en dronken. Dat is wonderlijk. Als je God werkelijk ziet, zou je geen hap door je keel krijgen, denk ik. Maar hier wordt gegeten en gedronken. In alle rust en vrede. Een maaltijd voor het oog van de Here, in zijn nabijheid.
In de Bijbel is een maaltijd bij uitstek een teken van het koninkrijk dat komt. Ga maar zitten, zegt de Here, eet en drink, ontvang mijn vrede. Later zal de profeet Jesaja een visioen krijgen van het feestmaal dat God op de berg voor alle volken zal aanrichten. Hier zien we een voorproefje van wat er later zal komen. Wonderlijk hoe mensen mogen verkeren in de nabijheid van God.
Gemeente, in het NT zien we dat in twee dingen terug. Het eerste is het heilig avondmaal. Als de Here Jezus ons aan Zijn tafel uitnodigt? Dan nodigt Hij ons uit – niet alleen de leiders, maar iedereen die gelooft – om in Zijn nabijheid te eten en te drinken. Kom want alle dingen zijn gereed. Ik heb vurig begeerd dit Pascha met u te eten (Luc. 22:15). De Here is een God die gemeenschap zoekt, intieme omgang met mensen wil hebben. We zien het ook terug als het over het gebed gaat. Zoals de schrijver in de HB het zo mooi zegt, in 4:14-16. Dat we dankzij de Here Jezus met vrijmoedigheid mogen naderen tot de troon van Gods genade. Dat gaat over het gebed. In het consistorie van wijk B stonden we stil afgelopen donderdag bij het gebed. Bidden is naderen tot de troon van God, met dank en vreugde. Vanmiddag mogen we dat als gemeente ook doen. Want God verlangt ernaar dat we komen en tot Hem naderen. Iedereen is bij Hem welkom! Ja zegt u, kan dat dan? De heilige God en de zondige mens, die passen toch niet bij elkaar? Dat matcht toch niet? Nee, dat matcht ook niet. Het kan alleen als er een offer is. Dat is het derde en laatste punt.
3c. Offer
Er worden namelijk offers gebracht op de berg. Het verbond met de Here wordt bezegeld. Er worden dieren geslacht. Het bloed wordt opgevangen. De ene helft gaat over het altaar (dat is voor de Here) en de andere helft over het volk. De Israëlieten worden met bloed besprenkelt. Zo dichtbij komt het. Ze ontvangen een bijzondere aanraking. Intenser kan het niet. Via het bloed worden God en Israël op elkaar betrokken. Voor ons besef is dit primitief, we moeten weerstand overwinnen. Bloedvlekken vinden we negatief. Maar voor de mensen van toen had het diepe betekenis. In bloed zit leven. Bloed is geen materiaal, maar de ziel, het leven van de mens zit erin. Als het uitgegoten wordt, stroomt het weg. Wie zijn bloed geeft, geeft iets van zichzelf. Hier verzegelt het bloed het verbond dat God met zijn volk gesloten heeft. Het volk zegt: alles wat de Here gesproken heeft zullen wij doen. De Here zegt: Ik ben jullie God. De verklaringen worden met bloed bevestigd. Kostbaar leven dat wordt uitgegoten. Dat is een teken hoe ernstig ze het menen. De Here God giet zichzelf uit: hier ben Ik, voor jullie. En Israël giet zich uit: hier zijn wij voor u. Zo wordt het verbond gesloten.
Wij mensen leven in verbintenissen. Je hebt wel eens iets beloofd: ik zal je nooit verlaten, ik zal altijd voor je zorgen, ik zal u dienen, Here. Je stond daar en je meende het. Maar soms wil je ervan af, je bent het zat, je wilt weleens wat anders (of iemand) anders. Vandaag kan alles geregeld worden. Er zijn zelfs rituelen bedacht om je doop ongedaan te maken: ‘ontdopen’ heet dat dan. We kunnen overal vanaf, van elkaar en van God. Zonder veel moeite. Maar als het bezegeld is met bloed, dan toch zeker niet? Gemeente, is er ook iets in uw leven verzegeld met bloed? Zodat u er niet vanaf komt, ook al kost u dat alles?
De Here legt een band die met niets te vergelijken is. Het altaar wordt met bloed besprenkeld. Wat betekent dat? God komt niet meer van ons af. De Here is dichtbij geweest om er een einde aan te maken. Maar dat is nooit gebeurt. Dat wij los van Hem zijn – daar is ons leven vol van. Maar dat God niet los is van ons en van zijn volk, dat is iets om je over te verwonderen. Er zijn mensen die openlijk zeggen: ik zie niets in God. Dat zeggen wij misschien niet. Maar we kunnen o zo los van Hem leven. Hem opzij zetten en aan de kant schuiven. Ik ben christen maar nu even niet.
En toch het evangelie is dat God niet los van ons is. Kijk maar naar de Here Jezus. Zijn bloed is het bloed van het nieuwe verbond. Het is vergoten tot volkomen verzoening van onze zonden. God heeft het nog een keer laten zien: er is een verbond. Zie je het? Ik laat je niet los. Ik wil ook jouw God zijn. Hoor je het? Die toezegging, de belofte, ligt vast in wat Christus deed. Het is Zijn bloed dat vergoten werd. Daarom is er hoop dat mensen waar ook in de wereld en ook hier in Gouda bij deze God mogen horen.
4. Slot
Maar gemeente, één ding: het verbond is geen laatje dat je naar believen opentrekt. Besef hoeveel God voor je overhad en hoe diep Hij voor je is gegaan, tot bloedens toe. Beantwoord dan Zijn liefde. Hoe? Door Zijn Woord te horen en door elke dag met Hem te leven. Dan ga je niet verloren, maar is je leven met Christus geborgen in God.
Amen.