Datum: 11 oktober 2020
Download PDF
/
Ervaring
Afgelopen vrijdag fietste ik door de polder bij Reeuwijk. Ik zag enorme donkere wolken boven Gouda hangen. De afgelopen dagen hadden we veel sombere wolken boven ons er is veel regen gevallen. Maar deze wolken waren bijzonder: er zaten grote gaten in, en door die gaten zag je zonnestralen recht naar beneden gaan. Een bundel van licht. Zo bijzonder. Een prachtig gezicht. Heldere stralen, vanuit de hemel, in een donkere lucht, recht boven Gouda.
En ik dacht: dat is precies mijn verlangen, dat God de hemel voor ons opent, voor jou persoonlijk en voor mij, nu vandaag, op dit moment, en al die keren dat we samenkomen of verbonden zijn als gemeente. Dat het licht van Gods goedheid en liefde over ons leven valt. Recht boven ons: een open hemel.
Lastige tijd
Het is voor ons allemaal een lastige tijd. De tweede golf van corona neemt toe. Steeds strengere maatregelen. We worden in veel dingen beperkt. Vrienden. Afspraken. Samen uit. Op bezoek bij je opa en oma. Je studie. Alles online. Thuiswerken. We merken dat veel mensen boos worden. Zoveel negativiteit op twitter en Facebook. Ik merk ook iets van somberheid. Ook bij mezelf. Misschien herken je dat wel. Hoe lang gaat dit nog duren. Hoe houden we het vol. We staan nog maar net aan het begin van een seizoen.
Ik moest denken aan dat verhaal over de discipelen die in de boot op het meer zijn en dat de storm toen losbrak. De boot gaat heftig op en neer. Langzaam loopt hij vol. Ze proberen met alle macht ervoor te zorgen dat hij niet zinkt. Totdat het niet meer gaat. Dan maken ze Jezus wakker. Veel te laat natuurlijk. Ze hadden Hem veel eerder wakker om hulp moeten vragen. Je kent het verhaal. Maar ik vind het zo herkenbaar. We proberen eerst alles zelf te doen, totdat het niet meer gaat. En dan roepen we Jezus pas te hulp. Natuurlijk, zijn we verantwoordelijk voor wat we doen. We moeten ook ons best doen. Maar Jezus wil niet pas aan het einde, maar vanaf het begin erbij betrokken zijn. Hij staat klaar om ons te helpen, maar vragen wij ook om hulp?
Weet je, toen ik over dit alles nadacht, en bezig was met deze dienst, werd ik sterk bepaald bij Psalm 27 en met name bij het vierde vers.
Psalm 27:4 en 8 HSV: Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dát zal ik zoeken: dat ik wonen mag in het huis van de HEERE, al de dagen van mijn leven, om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel.
Psalm 27:4 en 8 NBV: Ik vraag aan de HEER één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de HEER alle dagen van mijn leven, om de liefde van de HEER te aanschouwen, hem te ontmoeten in zijn tempel.
Een tekst die raakt
Weet je, ik weet hoe het jou of u vergaat, maar deze tekst raakt mij zo. Je proeft een heel sterk verlangen naar de aanwezigheid van God. Geef toch, dat ik elke dag in uw huis mag wonen. Geef toch dat ik elke dag in uw tegenwoordigheid kan zijn. David moest daarvoor naar de tabernakel gaan of naar de tempel. Maar dat verlangen komt, omdat hij daar iets van God heeft ervaren. Er waren momenten geweest dat hij zo door de liefde van God overweldigd was. Momenten dat Hij zich zo diep door God gekend wist. Momenten dat hij wist: dit is het, hier kom ik tot rust, hiervoor ben ik gemaakt. Dit is waar mijn hart al jaren naar verlangd heeft.
Ik weet niet of je dat herkent. Soms kan het zomaar gebeuren dat het raak is. Dat een woord van God bij je binnenkomt. Of dat je staat te zingen, en de muziek en het lied, je zo meenemen naar God toe. Dat het resoneert in je hart. Dat kan zomaar gebeuren als je in de kerk bent. In een Jan-Meeting. Of ook thuis of buiten als je wandelt. Ineens is daar die gedachte, dat gevoel dat je overweldigt, dat je door God gezien en gekend bent.
Ik heb die moment in mijn stille tijd of als ik wandel. Dat iets je zo raken kan. Een woord, een lied, dat zo bij je binnenkomt. En je denkt, ja dat is het. Een antwoord. Iets dat richting geeft. Of gewoon iets van Gods vrede.
David heeft dat ervaren. Hij denkt eraan terug. Hij verlangt ernaar. Eén ding verlang ik van de Heere, dat ik Hem mag ontmoeten, dat ik Hem mag ervaren. Spreek slechts één woord. Dat is genoeg. Dan kan ik weer verder.
Eén ding is radicaal
Nu kan ik me voorstellen, dat je zegt: één ding is nodig … dat is wel heel radicaal. Er zijn in mijn leven wel meer verlangens. Als er een ding is dat ik hoop, is dat dit rotvirus gauw voorbij gaat. Dat ik mijn opleiding kan afmaken. Dat het huwelijk door kan gaan. Dat ik genezen zal van mijn ziekte. Dat mijn kind zonder problemen geboren kan worden. Dat ik weer gewoon met mijn vrienden kan meeten. Dat in de kerk alles weer wat normaler wordt. Ja, natuurlijk, er zijn veel verlangens, soms ook heel goede verlangens die leven in ons hart.
Waarom is David zo radicaal en zo stellig: slechts één ding, dit is het enige dat ik verlang. Weet je waarom? Omdat hij in zijn leven heeft ervaren, dat God de enige is die hem kon helpen. Zo is het. God os de Enige die niet wankelt. Als Hij bij je is in de storm, in je levensboot, dan hoef je niet bang te zijn, dan kun je verder.
Het was voor David een grenservaring. Ik bedoel: dit verlangen is in een crisis geboren. Als je Psalm 27 verder leest kom je van alles tegen. Hij voelde zich niet veilig. Er waren vijanden. Mensen die hem graag lieten struikelen. Met hun opmerkingen en commentaren. Valse getuigen noemt hij ze. Ze dreigen met geweld. Nou ja, zo is er veel in zijn leven waar hij mee worstelt.
Misschien bij jou ook wel. De schoolperiode die zo moeilijk was omdat je gepest werd. De tijd dat je geen echte vrienden had. Of dat wat je in vertrouwen deelden, zomaar op straat was. De commentaren waardoor je je niet veilig voelt. In je klas, op je werk of thuis. In vers 10 zegt David: ‘ook al verlaten mij mijn vader en moeder’. Dat gaat over zijn gezin. Hij telde niet echt mee. Hij was de kleinste van allemaal. Ga jij maar naar de schapen toe. Dat begrijp jij nog niet. Er was niet veel ruimte voor zijn verhaal. Als hij thuis kwam om iets te vertellen, was iedereen druk, er was geen echte aandacht. Hij voelde zich te veel. Misschien herken je daar iets van. Hoeft niet, maar het kan.
In die moeilijke omstandigheden heeft David ontdekt: maar de Heere is er wel voor mij. Hij ziet mij. Hij weet wat er leeft in mijn hart. Hij doet mij geen pijn. Bij Hem ben ik veilig.
Daarom die vraag, dat ene verlangen, dat ik bij U kan zijn, alle dagen van mijn leven. Laat mij elke dag meer van uw liefde ervaren. Geef mij een diepe relatie met U.
Chili: geef mij een diepe relatie met U
Waarom mij dit zo raakt? Toen we nog in Chili woonden, heb ik een tijd erg getobd met mijn gezondheid. Last van een infectie in mijn buik. Ik hoefde maar iets te eten of het kwam er heel snel weer uit. Naar het ziekenhuis. Onderzoeken. Naar een specialist. Maar ze konden helemaal niets vinden. Maar ik had er last van. Zo moeilijk vond ik dat. Ik was er helemaal moedeloos van. En ik herinner me nog, dat ik op een dag naar mijn kamer ging, en knielde en het uitschreeuwde tegen God. Heer, ik begrijp er helemaal niets van, maar één ding vraag ik u: geef Mij een diepe relatie met u.
Dat is wat David hier vraagt: Ik vraag aan de HEER één ding, het enige wat ik verlang: dat ik uw liefde mag ervaren. Uw nabijheid. Heer, laat mij schuilen onder uw dak. Verberg mij veilig in uw tent.
Ik denk dat het zo werkt, dat je in een moeilijke periode ontdekt waar het echt op aankomt. Zoals nu bij corona. Of op andere momenten. Die tijd dat je het zo moeilijk had, bij wie kon je je verhaal kwijt. Wie was er voor je? Ik hoop dat er mensen en vrienden waren. Ik hoop ook dat je mocht ervaren dat God er voor je was. En als dat laatste moeilijk voor je was, misschien mag deze dienst een uitnodiging zijn. Om het opnieuw te wagen met Hem.
Het is het verlangen van God Zelf
Ik ga afronden, maar er is nog één ding dat ik met je wil delen. Weet je, wat ik heel bijzonder vind, dat dit verlangen van David, het enige dat ik verlang, bij God Zelf vandaan komt. Wist je dat? We lezen dat namelijk in vers 8.
Psalm 27:8 HSV: Mijn hart zegt tegen U wat U Zelf zegt: ‘Zoek Mijn aangezicht.’ Ik zóek Uw aangezicht, HEERE, verberg Uw aangezicht niet voor mij.
Psalm 27:8 NBV: Mijn hart zegt u na: ‘Zoek mijn nabijheid!’ Uw nabijheid, HEER, wil ik zoeken, verberg uw gelaat niet voor mij
Het is God zelf, die door Zijn Geest, het verlangen in Davids hart heeft gelegd. Zoek Mijn aangezicht. Laat mij niet buiten je leven en niet buiten je probleem staan. Je mag Mijn aangezicht zoeken, Ik zal er voor je zijn.
Wat David nog niet kon weten, weten wij wel. Dat verlangen van God om een diepe relatie met ons te hebben, is zo sterk, dat Hij zijn eigen Zoon Jezus hiervoor naar deze aarde liet komen. De Heere Jezus is mens geworden. Hij was Immanuël. God met ons. Om ons weer op God te richten. Door de zonde waren we van God vervreemd. Gingen we onze eigen weg. Maar Jezus kwam om voor onze zonden te sterven aan het kruis. Voor jou en voor mij. Dankzij de Heere Jezus weten wij nog veel meer dan David van de liefde van God. Jezus liet zich voor ons breken aan het kruis. Daarom is die vraag van God aan ons niet veranderd: wie je ook bent en wat je ook hebt gedaan, Hij zegt vanavond tegen ons: ‘Zoek Mijn aangezicht’, in de hoop dat je zegt, met David en vele anderen mee: ‘ja Heer, het enige dat ik verlang, is u elke dag te ontmoeten. Geef mij een diepe relatie met U’. Seeking His Presence. Wanneer je Hem zoekt, steeds weer, krijgt je leven een vast fundament. En kun je elke storm trotseren. Amen.