Datum: 10 februari 2019
Download PDF
1. Een vrouw uit Sichar (page 1)
(De Samaritaanse vrouw leeft zonder hoop)
Het is 12 uur in de middag. De zon staat hoog te schijnen aan de hemel. Het is bloedheet. Iedereen zoekt de schaduw op. Het is stoffig en stil in de straten van Sichar. De meeste mensen hebben de schaduw van een boom of overkapping opgezocht. Het is te warm om in de felle zon te zitten of te eten. Na het eten volgt er een siësta. En als de zon wat minder heet is, gaat iedereen weer aan het werk. Niet iedereen zit trouwens in de schaduw. Door de straten loopt een eenzame vrouw. Ze heeft een lege kruik in haar arm. Haar hoofd is bedekt tegen de zon en vanwege de mensen. Ze heeft liever niet dat men haar ziet. Dan gaan ze haar weer toeroepen. Dan zijn er weer de opmerkingen en commentaren en. Nee, die kunnen haar gestolen worden.
Ze is onderweg naar de bron van Jakob om water te halen. De bron ligt aan de voet van de berg Gerizim, ongeveer een kwartier lopen van de plaats Sichar. Jakob had de bron indertijd gegraven om niet afhankelijk te zijn van de Kanaänieten, voor het drenken van zijn kudden. De vrouw is naar de bron van Jakob onderweg. Als ze daar aankomt, zit er een man bij de put. Een vreemdeling, die ze niet kent.
Zo moeten we het ons een beetje voorstellen, als Johannes schrijft: ‘Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten’. Meer wordt er over haar niet verteld. De vrouw is naar de bron van Jakob gekomen met een lege waterkruik. Die kruik staat in zekere zin symbool voor haar leven: het water is op, de kruik is leeg.
Ondanks de relaties die ze heeft met mannen, is ze een eenzame figuur. Ze is in haar eentje naar de bron gekomen om water te putten. Er is niemand die haar helpt. Johannes vertelt dat ze omstreeks het zesde uur bij de bron is. Dat is 12.00 uur in de middag; wanneer de zon op het hoogst staat en het buiten bloedheet is. Daarom houden de mensen in het midden Oosten vaak siësta. Midden op de dag is het gewoon te warm om iets te doen. Je ging zeker geen water putten uit de bron. Daar is het veel te warm voor. Iedereen weet dat.
Vorig jaar waren we met ons gezin in Israël. We wilden graag een kamelentocht in de woestijn doen. Dat was op die dag alleen mogelijk om 12.00 uur. De thermometer in de auto gaf 41 graden aan. Het was zo verschrikkelijk warm; en dan ook nog eens zitten op zo’n schommelend en warm dier.
Dat de vrouw hier is op het heetst van de dag is geen goed teken. Vermoedelijk mijden de mensen van het dorp het contact met haar. Als ze later weer in het dorp is, dan zegt ze tegen haar buren en bekenden: ‘ik heb iemand ontmoet die mij alles gezegd heeft wat ik gedaan heb’ (vs. 39). Feiten die iedereen allang van haar wist. Haar manier van leven kon niet op goedkeuring rekenen. Ook Samaritanen hadden hun waarden en normen. Net als de Joden stonden ze het niet toe dat iemand meer dan drie keer getrouwd was. Die regels had ze gebroken. De mensen laten haar links liggen en mijden het contact. Daarom is ze midden op de dag alleen bij de waterput, met haar lege kruik.
Uit het gesprek met Jezus blijkt dat ze dorst heeft. Maar welke dorst moet er in haar leven gelest worden? Ze heeft geen dorst naar water. Ze heeft dorst naar liefde. Ze heeft vijf mannen gehad, en woont nu samen met een man, die niet haar echtgenoot is. Is ze een prostituee? Dat vertelt de Bijbel niet. Dus dat laat ik maar liggen.
Wat zou de reden zijn, dat zij zoveel mannen heeft gehad? Er is in haar leven een sterk verlangen is naar liefde en geborgenheid. Elke keer heeft ze de hoop dat een nieuwe relatie haar dat kan geven. Misschien geeft deze man mij wat ik zoek? Maar hoe vaak was het niet op een teleurstelling uitgelopen. Het zou zomaar kunnen dat de mannen haar vooral als een aantrekkelijk object zagen. En dat ze na verloop van tijd moe geworden waren van haar onzekerheid. Van haar voortdurende verlangen naar bevestiging. Wat zou er in haar leven allemaal gebeurd zijn?
Misschien kwam ze zelf uit een gebroken gezin. Was door de scheiding de loyaliteit aan haar ouders onder druk gezet. Misschien hadden haar ouders nooit gezegd dat ze van haar hielden. Ze waren niet trots op haar geweest, als weer eens met een werkstukje uit school kwam. In het gezin was ze te veel. Ze voelde zich onbegrepen. En daardoor had niet geleerd van zichzelf te houden. Iets moet er gebeurd zijn in het leven van deze vrouw uit Sichar, waardoor ze zoveel relaties heeft gehad. Zou het kunnen dat in haar jonge jaren de fysieke integriteit van haar lichaam geschonden was. Dat mannen over de grens waren gegaan en dat ze misbruikt was. Johannes vertelt dat niet. Maar het feit dat deze vrouw voor de zesde keer in een relatie is gestapt, doet het ergste vermoeden. Dat doe je niet zomaar. Ze is vermoedelijk beschadigd en wanhopig op zoek naar waardering, naar echte liefde. De mensen uit haar omgeving zullen haar ongetwijfeld gewaarschuwd hebben. Doe het niet! Stap niet opnieuw in een relatie. Maar het verlangen naar liefde en erkenning was zo sterk, dat ze alle adviezen in de wind sloeg.
En waar is God in haar leven? Dat weten we eigenlijk niet. Maar het zou goed kunnen dat het geloof geen grote rol in haar leven speelt. Want geloof in God was voor haar vooral een zaak van twist. Joden hebben geen omgang met Samaritanen. Tussen beide volken gaapt een diepe kloof. Hun oorsprong gaat terug naar de tijd van de Assyriërs. Die hadden veel mensen in ballingschap gevoerd. En in ruil daarvoor andere volken in Israël laten wonen. Heidenen. En die hadden zich met de Joodse bevolking gemengd. Samaritanen waren half heidens, half joods. Ze hadden een eigen heiligdom op de berg Gerizim, vlak bij deze Jakobsbron. Ze hadden een eigen versie van de Tora. Daarom moeten de Joden niet van de Samaritanen hebben.
Heel het leven van deze vrouw staat in het teken van strijd: is deze Jakobs bron van ons of van de Joden? Accepteren we alleen de Tora of ook de profeten? Is de Gerizim de plaats van aanbidding van God of Jeruzalem? Zo was er twist en strijd. Maar ruzie en twist over regels, plaatsen en gebouwen veranderen geen harten. Die brengen alleen verwijdering en verbittering. Die geven geen troost en nieuwe hoop. Dat laatste heeft deze vrouw uit Sichar nodig. Is er iemand die mijn dorst kan lessen? Is er iemand die raad weet met wat mij is overkomen?
2. De nood vandaag (page 2)
(Veel mensen leven vandaag zonder hoop)
Zo kan het in je leven dus gaan. Dat de kruik leeg raakt. Dat de vreugde weg ebt. Dat je de hoop aan het verliezen bent. In je relatie, omdat het samen niet gaat, omdat het niet brengt wat je gehoopt had. In je gezin als je denkt aan een van je kinderen, die een andere weg gaat. Of vanwege de bittere strijd die je hebt te voeren, met je identiteit, met je seksualiteit, met je karakter, met een bepaalde zonde in je leven. Je wordt er zo moe van, dat je de hoop aan het verliezen bent. Misschien denkt u wel aan de gang van uw leven, de keuzes die u hebt gemaakt, die lang niet altijd goed waren, en dat drukt als een zware last op uw schouders. Is er hoop?
Is er hoop voor mij? Die vraag stelde de moeder van een van de klasgenoten van onze kinderen. Uit eigen beweging had ze naar ons huis gebeld. Mijn vrouw had haar aan de lijn. Door de telefoon stortte ze haar hart uit. Ze was ten einde raad. Haar leven was een puinhoop. Haar relatie dreigde opnieuw stuk te lopen. De kinderen waren thuis onhandelbaar. Ze zag het niet meer zitten. Ze was onder behandeling van een psychiater, maar had haar heil ook gezocht bij alternatieve genezers. Maar het had haar niets opgeleverd. De onrust was alleen nog maar toegenomen.
Het contact was op een wonderlijk manier tot stand gekomen. We waren in Chili net naar de hoofdstad Santiago verhuisd. Onze kinderen voor het eerst naar hun nieuwe school. Er waren meer nieuwe kinderen. In een flits had ik ons telefoonnummer op een briefje gekrabbeld en aan een van de nieuwe kinderen gegeven. Misschien leuk om een afspraak te maken, dacht ik. Vraag maar aan je moeder of ze ons een keer belt, had ik tegen hem gezegd. Na een paar dagen belde ze. In een keer kwam haar hele levensverhaal op tafel. Haar leven was door haar opvoeding getekend. Ze had geen waardering ontvangen. Er was niet veel aandacht voor haar als ze uit school kwam. Geen waardering voor wat ze gemaakt had. Geen knuffel. Geen arm om haar schouder. In het gezin voelde ze zich vaak te veel. Het had haar onzeker gemaakt. Haar kruik was leeg.
Misschien was het bij u thuis heel anders. De kruik was vaker vol dan leeg. U denkt dankbaar terug aan uw ouders. Hoe ze u gevormd hebben en voorgeleefd. Ze maakten u al vroeg vertrouwd met de Here. U had of heeft een biddende vader, een gelovige moeder. Dat is kostbaar.
Maar het kan ook dat u geen goed voorbeeld heeft gehad. Misschien voelde je je wel teveel in huis. En was er niet veel aandacht voor je. Of er was ruzie thuis. Of juist heel stil. Geen Geen waarderende woorden. Nu je ouder bent, merk je hoezeer dat je leven heeft gestempeld. Hoezeer je soms nog verlangt naar een arm om je heen, naar oprechte aandacht. Je leven ging verder. Je hebt je best gedaan om vooruit te komen. Maar die onzekerheid, dat verlangen naar bevestiging is nooit helemaal weggegaan. Veel steun aan het geloof had u toen niet. Daar werd niet echt over gesproken. Eerder een twistpunt. Er waren regels. Dat was het dan. De kruik van mijn leven, zit niet zo vol, denkt u misschien. Of vol met troebel water. Zou Jezus daarmee raad weten? Met mijn zonden en wonden? Ik weet dat er dingen in mijn leven zijn, die niet naar Gods wil zijn. Het moet anders, maar hoe? Wie kan mij helpen?
3. De genade van Jezus (page 3)
(Jezus schenkt de vrouw nieuwe hoop)
Gemeente, het goede nieuws is dat Jezus raad weet met kruiken die leeg of troebel zijn. Hij is juist gekomen om mensen nieuwe hoop te geven. Dat gebeurt hier bij de bron met deze vrouw. Wat lezen we namelijk in vers 4: ‘Hij moest door Samaria gaan’? De Here Jezus had een omweg kunnen kiezen, zoals veel Joden deden. Maar dat deed Hij niet. Jezus laat zich niet door de verwachtingen van mensen leiden, maar door wat Zijn hemelse Vader wil. ‘Mijn voedsel is de wil te doen van Hem die mij gezonden heeft.’ Jezus weet dat daar in Sichar mensen zijn, die levend water nodig hebben. Mensen die net als deze vrouw denken dat de feiten in hun leven het laatste woord hebben. Nee, Jezus heeft het laatste woord! Hij kan de diepe dorst van hun leven te lessen.
‘Geef mij te drinken’ had Jezus aan haar gevraagd. Maar ze heeft Hem niets te bieden dan haar lege kruik. Dan neemt Jezus het van haar over. Je mag Mij om levend water vragen. Dat water dat Ik geef zal je dorst lessen. Dat water zal in je leven tot een bron worden. Waar heeft Jezus het over? De vrouw begrijpt het niet. Maar dat water, gemeente, dat Jezus geeft, is de heilige Geest. Niemand anders!
Weet u, daar ging het in het begin van het evangelie al over. Daar hoorden we dat Jezus met de heilige Geest doopt. En ook in het gesprek met Nicodemus in de nacht kwam de heilige Geest ter sprake. Het levende water waar Jezus over spreekt gaat over het geschenk van de heilige Geest! Jezus schenkt iets dat je leven van binnen uit gaat veranderen. Johannes noemt de Geest hier niet. Maar een paar hoofdstukken later gaat het weer over water. Bij het loofhuttenfeest. Jezus is op het tempelplein. Midden op het plein roept Hij met luide stem: ‘als iemand dorst heeft, laat Hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.’ En dan voegt Johannes toe: ‘dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden’.
Jezus zegt tegen de vrouw: Ik schenk je dat levende water en je zult nooit meer dorst hebben. Hoe kan dat? Nou, als ze van dat water gaat drinken, als de heilige Geest haar leven binnenkomt, het eerste wat Hij doet, is haar verbinden aan de Here Jezus. Ze hoeft niet langer haar identiteit te ontlenen aan wat ze geven kan of aan wat mensen over haar of tegen haar zeggen. Hier staat iemand die alles van haar weet, en haar toch liefheeft. Hoe kan dat? Dat is de genade van God. Hij heeft haar niet over voor de dood, maar wil dat ze leeft. Dat haar leven een bron wordt. Met fris water. Hij wil de lege kruik vullen, zodat het gaat stromen in haar leven. Geef mij dat levende water, zegt ze. Je mag er de Here Jezus gewoon om vragen. Hij geeft mild en overvloedig.
Maar niet gelijk. Er is in haar leven iets wat eerst aan het licht moet komen. Wat de wortel van al haar problemen is. Ga heen en roep je man. Ik heb geen man zegt ze. Inderdaad zegt Jezus, dat is juist. Je hebt vijf mannen gehad en deze is je man niet. Een vraag van Jezus die heel haar leven open legt. Let op. Jezus doet dat niet veroordelend, niet verwijtend, maar zijn vraag is wel ontdekkend. De zonden in haar leven moeten aan het licht komen. Het verleden is een ding. Wat ze er mee doet is een tweede. Zo breekt bij deze vrouw het licht door. Ze beseft dat er maar Een is die haar leven echt kan veranderen. De Man bij de bron. Hij heeft mij alles gezegd wat ik gedaan heb, zegt ze later. Je proeft in haar woorden de verwondering. Jezus heeft haar verleden voor Zijn rekening genomen. Hij is de Zaligmaker van de wereld. Gekomen om mensen te redden. Het lam dat de zonde van de wereld wegdraagt. Hij legt de vinger op de troebele plek in haar leven. De reden dat haar kruik steeds weer leeg was. Hij heeft haar bij de bron vergeving geschonken. Ze mag aan een nieuw hoofdstuk in haar leven beginnen. Geef mij dat water heeft ze tegen Jezus gezegd. Jezus antwoordt haar: geef Mij dan je zondige verleden, dan geef Ik je het water van mijn Geest. Zo is het gebeurd. Ze laat haar lege kruik staan en rent weg. Iedereen moet weten wat haar is overkomen. Ze nodigt de mensen uit om bij Jezus te komen. Ze vinden in Hem de Redder van hun leven. De lege kruik van haar leven is door de Geest tot een bron geworden, die stroomt tot in het eeuwige leven. Want mensen komen door haar getuigenis tot geloof in de Here Jezus. Wat een wonder. En dat door een vrouw met zo’n verleden. Voor God is echt niets onmogelijk!
4. Genade vandaag (page 4)
(Jezus schenkt ons nieuwe hoop)
Gemeente, daarom mogen wij dus moed hebben en hoop. Ons verleden heeft niet het laatste woord. God weet raad met de kruik van ons leven. Of hij nu leeg, halfvol of troebel is. Hij maakt ons tot een bron van hoop.
Ja, dat gaat vaak wel door de crisis heen. Ons verleden, dat wat niet goed is, zal boven tafel moeten komen. De Geest brengt het aan het licht. Misschien zegt Hij wel tegen u of jou: haal je man. Dat is: kom met je probleem voor de dag. De zonde die je steeds maar hindert. Dat wat je verborgen houdt. Die moeilijke periode in je leven, waar je dacht er alleen voor te staan. Je wonden. Je zonde. Kom er mee voor de dag. Jezus zegt tegen u en jou vanmorgen: breng het bij Mij. Belijdt het maar aan Mij. Geef het aan Mij, en Ik zal je levend water geven. Water dat fris en rein is, heilig als Mijn Geest. Het zal je van binnen reinigen en je leven zal nooit meer dezelfde zijn. Voor het eerst of opnieuw.
Ja, denkt u, zou Hij met Mij raad weten? Ja gemeente, dat leren we van deze vrouw. Haar leven was gebroken en verknipt, maar Jezus voegt de gebroken delen aan elkaar. Jezus heel gebrokenen van hart en verbindt ze in hun smart. De kruik van je leven laat misschien scheuren zien. Zo mooi en nieuw als hij was, zal hij misschien niet meer zijn. Maar weet u, ook met de scheuren weet God raad. We hebben de schat in aarden vaten, opdat door de breuklijnen van ons leven heen, de genade van God zal schitteren. Zoals bij deze vrouw.
De lege kruik wordt tot een bron. Anderen kunnen zich eraan laven. Wie had ooit gedacht dat God dat met mensen als wij kan en wil doen. Alle eer aan Hem! Als wij ons leven in Zijn hand leggen, dan maakt Hij ons tot een bron van zegen. Halleluja. Amen.
Naar ‘preekmethode’ van Paul Scott Wilson:
Tekst: Johannes 4:4-42
Thema: Jezus schenkt levend water (heilige Geest)
Doctrine: Vernieuwing, levensheiliging (wedergeboorte)
Need: Hoe kan ik hoop hebben?
Image: Lege kruik, bron die troebel is
Mission: Hoe ons verleden ook is, Jezus kan door zijn Geest ons nieuwe hoop geven
Page 1: De Samaritaanse vrouw leeft zonder hoop
Page 2: Veel mensen leven vandaag zonder hoop
Page 3: Jezus schenkt de vrouw nieuwe hoop
Page 4: Jezus schenkt ons nieuwe hoop