Vrienden maken met de mammon?!

Schriftlezing: Lucas 16:1-13
Datum: 13 maart 2016
Download PDF


1. Liefde is niet te koop!

Hoe waar is het spreekwoord: ‘geld maakt niet gelukkig’! Als er een ding in onze tijd wel duidelijk geworden is, dan is dat dit. De koppeling van geld en vriendschap, van geld en liefde, is een hoogst ongelukkige. Je hoeft op nu.nl maar naar het kopje entertainment te scrollen of de roddelbladeren bij de tandarts of dokter er maar op na te zien, of je leest over ruzie en onenigheid, overspel en vreemd gaan, second love, scheidingen en nieuwe liefdes. Het is aan de orde van de dag. Mensen die voor het oog alles hebben, hebben vaak al zoveel achter de rug op gebied van relaties. Geld maakt niet gelukkig.

Ik las van een vrouw, laten we haar Nathalia noemen, ze schrijft: ‘door schade en schande ben ik wijs geworden. Mensen van wie ik dacht dat ze van me hielden, probeerden mijn vriendschap en aandacht af te kunnen dwingen door de mooiste en duurste geschenken. Maar hun liefde was slechts een holle klank. Er was geen ruimte voor mij als persoon. Echte vrienden krijg je door zelf een ware vriend te zijn. Ware vriendschap is de liefde voor de ander, omwille van de ander, zei de Griekse filosoof Aristoteles al.’

De combinatie van geld en vriendschap is een lastige. Verhalen van rijke mensen, die zich met geld alles denken te kunnen veroorloven, die liefde kopen, halen soms de krant.

Toen ik 15 jaar was, kwam de band Het Goede Doel uit met het nummer ‘vriendschap’. Jullie kennen het vast nog wel. In ieder geval het refrein: ‘Een keer trek je de conclusie: Vriendschap is een illusie. Vriendschap is een droom. Een pakketje schroot, met een dun laagje chroom.’ Het gaat over de teleurstelling in vriendschappen: een jongen die verhuist en waarmee het contact ineens over is; een meisje dat je inwisselt voor een ander.

Hoe moeilijk is echte vriendschap. Mensen waar je op terug denkt te kunnen vallen, als je ze nodig hebt, blijken ze er ineens niet te zijn. Families die uit elkaar vallen, zodra één van de ouders overlijdt en de erfenis verdeeld moet worden. Geld maakt meer kapot dat je lief is. Vertel mij, zei iemand eens, waar echte vriendschap te koop is, want ik zou het dolgraag weer willen hebben.

2. Een actueel maar fout verhaal

Je voelt wel aan, dat het thema van vanavond ‘maak vrienden met de mammon’ actueel is, maar ook lastig. Want wat hebben geld en vrienden met elkaar te maken? Vriendschap is niet te koop, en echte vrienden krijg je niet door ze maar geld te geven. En de moeilijkheid wordt nog versterkt door de gelijkenis die Jezus vertelt. Het is een van de moeilijkste gelijkenissen die Jezus ooit verteld heeft. Uitleggers hebben hun tanden erop stuk gebroken. Waarom is het zo moeilijk? Omdat het een fout verhaal is. Iemand die totaal verkeerd bezig is, wordt door Jezus als voorbeeld gebruikt. Zo vaak gebeurt dat als de Here Jezus een verhaal vertelt. Voor je het weet zijn aan het einde de rollen omgedraaid. In het vorige hoofdstuk wordt de verloren zoon gered en dreigt de oudste broer verloren te raken. Of worden de laatsten de eersten en ontvangen de werkers van het laatste uur evenveel als die van het eerste uur en zit de feestzaal vol met zwervers in plaats van genodigden. En ook nu lijkt Jezus ons op het verkeerde been te zetten.

Want het verhaal gaat over een rentmeester – in het Grieks staat daar het woord ‘econoom’, die totaal verkeerd bezig is. Deze man heeft het beheer over het vermogen van zijn heer. Dat was een bekend verschijnsel in die dagen. Rijke mensen vertrouwden hun bezit en geld toe aan rentmeesters. En zo’n rentmeester had uitgebreide volmachten. Veel eigenaars woonden soms in het buitenland en lieten alles aan hun zaakwaarnemers over. Men kon zelfs de indruk krijgen dat de zaakwaarnemers eigenaars waren. Zo deden ze zich soms voor. Wat deze man doet, is dat hij het bezit van zijn heer verkwist. Jezus gebruikt hier hetzelfde woord als wat de jongste zoon in de vorige gelijkenis doet. Hij leeft royaal van het geld van zijn meester. Hij smijt het over de balk. Als dan de geruchten zijn heer ter ore komen, roept deze hem ter verantwoording. Hij moet inzage geven in de boekhouding en dan blijkt dat hij heeft lopen sjoemelen. De geruchten zijn waar. De man krijgt ontslag aangezegd en wordt teruggestuurd om de boeken af te sluiten en klaar te maken voor zijn opvolger. En op terugweg zit hij na te denken. Wat moet ik doen om mijn hachje te redden? Ik wordt ontslagen, maar heb geen alternatief. Handwerk kan ik niet, bedelen lijkt me niets, afhankelijk zijn van de sociale dienst, nee laat maar. Maar dan krijgt hij een lumineus idee. Hij laat iedereen die schulden heeft bij zijn opdrachtgever bij zich komen. Een voor een. En geeft ze allemaal schuldvermindering, allemaal hetzelfde bedrag korting (de waarde van de 50 vaten olie en de 20 zakken tarwe was ongeveer gelijk). De man die 100 vaten schuldig is, hoeft er maar 50 te geven. Zijn schuld wordt gehalveerd. Zo ook bij de anderen. Allemaal verlaten ze blij het kantoor van de rentmeester. De rentmeester werkt zich natuurlijk verder in de nesten. Zijn schuld neemt alleen nog maar toe. Hij zal nu voor het hele kastekort moeten opdraaien. Dat wel. Maar een ding weet hij nu zeker: hij zal straks op de goodwill van al deze mensen kunnen rekenen. De mensen zullen hem dankbaar zijn en ongetwijfeld iets voor hem terug willen doen. Voor wat, hoort wat. En als de opdrachtgever, zijn heer, komt om de boeken over te nemen en de stand van zaken in ogenschouw te nemen, dan prijst hij die oneerlijke rentmeester, omdat hij het handig heeft aangepakt. Een verstandige malversatie. Gegeven het misbruik en de verkwisting, was dit een hele slimme zet.

Kijk, zegt Jezus dan, de mensen van deze wereld gaan verstandiger met elkaar om dan de kinderen van het licht. Hoe is het mogelijk dat Jezus dit kan zeggen! Alles wat er in dit verhaal gebeurt is fout. De rentmeester handelt immoreel. Daarom heeft hij onrechtvaardig. En hij trekt de mensen die schulden hadden bij zijn meester in zijn bedrog mee. Want hij maakt schuldbekentenissen en laat ze die ondertekenen. Ze doen dus mee aan de fraude. En wat denken we van de heer, hij prijst zijn eigen rentmeester. Zou hij misschien met een dergelijke handelswijze bekend zijn. Is hij ook op slinkse wijze aan zijn geld gekomen? Het zou zomaar kunnen.

Het verhaal dat Jezus vertelt, is dus aan alle kanten een fout verhaal. Maar het is wel realistisch. Voor de wereld van toen. Er waren veel mensen die zich ten koste van anderen verrijkten. We kennen allemaal de tollenaar Zacheüs. En onder de Sadduceeën waren er ook velen die op oneerlijke wijze rijk geworden waren, door lucratieve handel met de Romeinen. Trouwens een dergelijk verhaal kunnen wij ook vandaag gemakkelijk plaatsen. Een tijdje terug publiceerde Joris Luyendijk zijn boek Dit Kan Niet Waar Zijn, over de graaicultuur onder bankiers, die het vermogen van anderen beheren. Deze week was er bij Zembla een reportage over de prijs van geneesmiddelen. Schokkend om te horen hoe de prijs van sommige medicijnen kunstmatig hoog gehouden wordt, extreem hoog zelfs, om er maar zoveel mogelijk aan te verdienen. We lezen over bonussen en topsalarissen waar je oren van duizelen. Staat dat nog in de juiste verhouding met het werk dat ze doen. Is die rijkdom allemaal wel kosher? Dat roept veel vragen op.

Wat doet Jezus? Hij neemt een verhaal uit het dagelijkse leven en neemt deze man als voorbeeld. Jezus ziet kans om zelfs uit het gedrag van deze man enkele lessen te trekken voor zijn discipelen. Welke dan? Ik noem er 3.

3. Wijze lessen uit een fout verhaal

Dat Jezus dat doet is dus wel bijzonder. Christenen kunnen dus ook van anderen leren; van de mensen om hen heen en van hoe de dingen in de wereld gaan. Ook als de mensen geen christen zijn, kun je soms toch van ze leren. Dat is trouwens een belangrijke les. Je kunt van je ouders leren, ook als ze geen christen zijn. Je kunt van je leidinggevende leren ook als hij of zij geen gelovige is. Van je docent, van je medestudenten, van je vrienden zelfs. In al die dingen kan iets zitten van de goedheid van God. Daar mogen we open voor staan.

Wat kunnen we deze man leren. Natuurlijk is het onrecht wat hij deed, het wanbeheer, het immorele gedrag geen voorbeeld om na te volgen. Dat was gewoon fout. Jezus praat zijn gedrag niet goed. Hij doet geen water bij de wijn. Maar toch had deze man een bepaald inzicht, een bepaalde wijsheid over zich. Het eerste principe is dit:

3a. Mensen zijn belangrijker dan geld!

De rentmeester beseft, dat als hij straks ontslagen is en geen geld meer heeft, dat het dan op vriendschap aankomt. Als hij hulp nodig heeft, zullen er dan mensen zijn die hem helpen, die naar hem omzien, die voor hem instaan? Jezus zegt: daar kun je dus wat van leren. Vrienden zijn belangrijker dan geld.

Gemeente, dat is sowieso het thema in deze hoofdstukken. De gelijkenis van de verloren zoon in het hoofdstuk ervoor, gaat over twee zonen die allebei geen vrienden hebben. De jongste zoon is ze kwijt geraakt, toen zijn geld opraakte. Ze waren alleen bevriend met hem voor het geld, niet voor wie hij was. En ook de oudste zoon is iemand, die eenzaam en alleen in het huis van zijn vader woont. En ook verder in dit hoofdstuk staat de gelijkenis van de rijke man en de arme lazarus. De rijke man heeft in zin leven alles gehad, maar na zijn dood is er niemand meer die hem helpt en helpen kan. Ook hij is eenzamer dan ooit.

Daarom is het zo belangrijk, zegt Jezus, dat je investeert in vriendschappen, in relatie met anderen om je geen. Gebruik dus je geld, de spullen die je hebt, investeer dat in mensen, in vrienden. Laat anderen delen in je spullen. Leef niet voor jezelf. Natuurlijk kun je vriendschap niet kopen. Geld en vriendschap horen niet echt bij elkaar. Maar het geld dat je verdient, de contacten die je hebt met anderen, zijn waardevol. Benut het, nodig mensen uit, neem anderen mee uit eten, help mensen die het moeilijk hebben, want daar bouw je vriendschappen mee op. Je investeert in iets dat blijft. Mensen zijn veel belangrijker dan geld. Er is nog iets. Het tweede principe.

3b. De toekomst is belangrijker dan het heden

De man had natuurlijk kunnen kiezen voor de korte termijn. Hij had er vandoor kunnen gaan met het geld van zijn heer. Daar had hij de eerste tijd mee door kunnen komen. Maar als het op zou zijn, dan had hij uiteindelijk nog niets. Dan zou hij als de jongste zoon kunnen eindigen. Berooid en helemaal alleen. De man dacht na over zijn toekomst.

Dat is ook iets wat wij als christenen moeten doen, zegt Jezus. We moeten niet bij de dag leven, maar bewust nadenken over onze toekomst. De tijd dat wij op aarde zijn is kort. Loop niet voorbij aan de grote vragen van het leven: waar kom ik vandaan? Waarom ben ik hier op aarde? Waar zal ik aan het einde van mijn leven naar toe te gaan? Hoe vul ik mijn leven in? Als ik er straks niet meer ben en op mijn begrafenis wordt over mij gesproken, wat zal er dan van mij gezegd worden? Wie ben ik dan voor de mensen om mij heen geweest? En: wie zullen er dan rond mijn graf staan? Wie zullen er verdrietig zijn en het betreuren dat ik er niet meer ben? Zullen er dan mensen zijn met wie ik een band heb opgebouwd; die mijn hart kennen en met wie ik dingen heb gedeeld. Mensen die mijn vriendschap hebben leren waarderen en nu zo missen?!

Ja maar. Twee principes die Jezus naar voren haalt. Die ons allemaal wat te zeggen hebben. Maar is dit niet veel te aards, veel te werelds. Gebruik je geld en je spullen, maak er vrienden mee, dan ben je verstandig bezig. Dat is toch een werelds principe. Er zijn vandaag heel wat coaches die ons daarin willen helpen. Boeken die ons adviezen geven om met aandacht te leven (mindfullness), om zinvol bezig te zijn en je dromen na te volgen. Ja, maar Jezus voegt er nog iets aan toe, dat heel dit onderwijs op een dieper niveau brengt.

3c. Vriendschap met de Eeuwige is eeuwige vriendschap

Jezus brengt vervolgens de dimensie van de eeuwigheid in, in vers 9: ‘maak uzelf vrienden met behulp van de onrechtvaardige mammon, opdat zij u, als u gebrek lijdt, ontvangen in de eeuwige tenten.’

En mammon staat hier voor geld en bezit. Een Aramees woord dat betekent: ‘dat waarop je je vertrouwen stelt’ (het is afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord hē’ùemīn, ‘geloven, vertrouwen’, waar ons woord ‘Amen’ van afgeleid is). Dat waar je amen tegen zegt. Dat waar je je helemaal op vertrouwt. En zo werd het een aanduiding voor: rijkdom, bezit en geld. Vaak in de Bijbel met een negatieve klank. Want geld geeft vaak aanleiding tot onrechtvaardig gedrag; geld kan een mensen helemaal in bezit nemen en tot een afgod worden. Maar Jezus zegt hier: laat je niet beheersen door het geld, maar doe er iets goeds mee. Investeer in wat blijft. Voor jezelf en voor anderen! Gebruik het geld als christen en maak er vrienden mee, die er later voor je zullen zijn. En later heeft hier te maken met na je dood. In de tekst staat: ‘wanneer je gebrek lijdt’, maar letterlijk staat er: ‘wanneer u ontvalt’, dat wil zeggen: wanneer je sterft. Een uitdrukking dus voor je dood. Als je sterft moet je hier op aarde alles achter laten: je geld, je bezit, je huis, je auto, je verzameling, je boeken, je muziek, alles. Maar je doet er wijs aan om zo te investeren in vriendschappen, dat ze je in de eeuwige tenten, dat is: in de hemel, dat ze je daar opwachten en je verwelkomen.

Wat betekent dat? Dat als jij als gelovige sterft, er dus mensen zijn, die in de hemel komen, die hier op aarde tot geloof gekomen zijn, doordat jij in hun leven hebt geïnvesteerd. Wat jij met je geld en je bezit gedaan hebt heeft hen dichter bij Jezus gebracht! (je hebt mensen financieel ondersteund, vrienden waren bij jouw thuis welkom, je hebt mensen geholpen om de weg van Jezus te gaan, een luisterend oor, een liefdevolle gift, een concreet gebaar, je was er voor de mensen toen ze je nodig hadden). Dat alles heeft ze geholpen, ze hebben in jouw leven en in wat je deed, iets van Jezus terug kunnen zien, ze konden merken dat je niet voor jezelf leefde, maar voor Jezus. En ze zullen eeuwig dankbaar zijn.

Wat is dus de les van Jezus? Als christen leef je niet voor jezelf. Je bent hier op aarde met een missie. Christenen hebben hun bezit, hun mogelijkheden, hun talenten, niet gekregen om die krampachtig voor zichzelf te houden, maar om er iets goeds mee te doen, om anderen te helpen, om te investeren in vriendschap die blijft. Dat is het appel van Jezus: gebruik je geld en investeer dat in vriendschap met Jezus. Nodig Jezus uit in je leven, in je huis, in je relaties en vriendschappen, schaam je niet voor Hem, want dat is je roeping als christen. Vriendschap met Jezus die blijft, want het is eeuwige vriendschap.

4. Slot: een ernstig appel

De bekende dominee John Piper, gaf eens een toespraak voor duizenden studenten over de vraag: waar leef je voor? Hij vertelde toen het volgende verhaal: In april 2000 stierven Ruby Eliason en Laura Edwards in Kameroen. Ruby was in de tachtig. Als vrijgezel wijdde zij haar hele leven aan één groot doel: Jezus Christus bekend maken aan hen die niet bereikt waren, aan armen en zieken. Laura was arts, een weduwe van tegen de tachtig, die naast Ruby de Heer diende in Kameroen. Toen de remmen van hun auto weigerde, stortte hun auto over de rand van het ravijn en stierven ze. Een tragisch leven, of toch niet? Twee mensen, die de Heer dienden, op een leeftijd waarop de meesten al 20 jaar van hun pensioen genieten. Wat pas echt tragisch is… Een verhaal dat in het tijdschrift Het Beste stond. Een echtpaar uit Amerika, dat met vervroegd pensioen ging. Ze woonden op een prachtige plek in Florida. Maakten elke dag tochten met hun motorjacht, en ze hadden een grote hobby: schelpen verzamelen. Dat was hun droom. Maar stel je voor, dat aan het einde van je leven, je enige en kostbare, door God gegeven leven, dit je wapenfeit is, als je staat voor de troon van God: kijk Heer, dit zijn mijn schelpen. Dat is pas tragisch.
Jezus vertelt een confronterend verhaal, over vriendschap en dat wat blijft. In vesteer in vriendschap die blijft. Maar vergeet een ding niet: Jezus zelf is de beste en betrouwbaarste vriend die een mens maar kan vinden.

Amen.