Datum: 25 december 2021
Download PDF
/
1. Op hoge toon, en toch …
Als er iets is waar ik in deze tijd naar verlang, in deze donkere dagen, dan is dat een woord van hoop. Dat er iemand is die zegt dat het goed komt. Dat corona niet blijvend is. Dat de samenleving weer van het slot kan. Dat we samen de verschillen kunnen overbruggen. Dat er een einde komt aan de polarisatie en verdeeldheid.
Dat iemand met gezag opstaat en zegt: wees niet bang, het komt goed! Ik proef dat ik niet de enige ben die daar naar verlangt. Dat je gewoon mensen weer kunt ontmoeten. Lekker verder met je studie, fysiek en niet online. Dat er oplossingen komen voor het milieu. Een stip op de horizon. Iets van perspectief en hoop.
Vandaag vieren wij de geboorte van Jezus. Hij is het licht dat schijnt in de donkere nacht. We zingen op hoge toon: ‘Komt allen tezamen, jubelend van vreugde.’ En: ‘Hoor, de engelen zingen de eer, van de nieuw geboren Heer.’ Dat moeten we zeker ook doen. Ook al vieren we kerst thuis, het is vandaag een echte feestdag. De geboorte van Jezus is het keerpunt in de geschiedenis. Tot in onze jaartelling toe: we spreken van de tijd voor Christus en na Christus. Daarom zingen we op hoge toon dat de Redder van deze wereld geboren is.
Maar het lijkt wel of het twee verschillende werelden zijn. De wereld waarin wij leven met al zijn zorgen en uitdagingen en de boodschap van het evangelie. Heeft de geboorte van Jezus in Bethlehem, daar en toen, nu echt zoveel veranderd? Is de geboorte van het Kerstkind echt goed nieuws voor deze wereld. Is het een woord van hoop voor een wereld gehuld in het donker?
Ja gemeente, dat geloof ik met heel mijn hart. De geboorte van Jezus betekent dat God naar ons omziet. We zijn door de hemel gezien. Hij komt naar ons. Ja, Hij wordt een van ons. Johannes zegt hierover: ‘Het Woord is vlees geworden’. Vlees is geen compliment. Vlees staat voor kwetsbaarheid, ellende, opstand, schuld en nood. Dat bestaan treedt God binnen, in Jezus, in het Kind dat in Bethlehem geboren wordt.
Dat God dat doet, is zo hoopvol. Hij gaat deze weg om ons te redden en deze wereld hoop te geven, en perspectief.
Hoe God dat doet, hoe Hij ons leven binnengaat en wat dat voor ons betekent, dat vertelt Lucas in zijn evangelie.
2. God treedt de nacht binnen
Hoe komt God ons bestaan binnen? Wat zijn de stappen die Hij zet?
a. Het begint bij de keizer
Augustus besluit een volkstelling te houden. En mensen moeten hiervoor naar de plek waar ze geboren zijn. Of ze het willen of niet. Ze hebben er zelf geen regie over. Ook Jozef en Maria niet. Ze moeten van Nazareth naar Bethlehem gaan. 140 km, een week reizen op een ezel. Mensen zijn onderweg, omdat een machthebber iets beslist.
Volkstellingen hebben geen goede naam in de Bijbel. David wilde eens het volk tellen, maar wordt door God hiervoor gestraft. Koningen tellen hun onderdanen voor het heffen van belastingen. Mannen boven de 20 worden geteld voor de dienstplicht.
Alles voor de statistieken. Maar dan begeven we ons op glad ijs. Herodes is bang dat de koning van de Joden geboren is. En laat elk jongetje in de omgeving van Bethlehem van twee jaar en jonger ombrengen. Als men een computer had gehad, zou een ambtenaar een vinkje zetten bij ‘locatie Bethlehem – straal 20 km’ en bij ‘geboortejaar: dit jaar, vorig jaar en het jaar daarvoor’, om vervolgens op de delete-knop te duwen. Onschuldige kinderen worden tot data, beslissingen zijn vinkjes achter een naam. Staat het vinkje er eenmaal (dubbele nationaliteit, lagere inkomens, etc.), dan heb je pech.
Statistieken. Zoveel besmettingen. Zoveel gevaccineerden. Zoveel ongevaccineerden. Heb je een code, dan kun je door. Is er een groen vinkje, dan mag je naar binnen.
Dat is de wereld waarin wij leven. Mensen zijn onderweg. Als vluchtelingen een speelbal van beslissingen. Maar zien we nog de mens erachter. Een mens is een tragedie, honderden mensen is een statistiek.
b. Jozef en Maria gaan gedwongen op pad
Alleen Jozef hoefde maar te gaan, hij was man, maar hij neemt Maria mee. Ze is zwanger. Waarom samen met haar? Omdat de mensen praten in het dorp. Ze krijgt geen steun van haar familie. Haar zwangerschap is verdacht. Dat is later steeds weer de klacht geweest. Dat Jezus uit overspel geboren zou zijn. Mensen twijfelen aan het begin. Jozef neemt zijn verloofde mee om haar te beschermen.
c. Ze komen aan in Bethlehem
Het is vol daar. Voornamelijk mannen. Er is geen plek. Er zijn geen familieleden waar ze terecht kunnen zijn. Vol is vol. Deuren gaan dicht. Is er daar nog ergens een plekje? Ja. Het is zomer, de dieren zijn buiten in het veld, binnen is er ruimte gekomen. Daar vindt de bevalling plaats van het meest bijzondere kind in de wereld. Maar er is niemand om Maria te helpen. Mannen zijn er genoeg, maar geen vroedvrouw of ervaren kraamverzorgster, geen familielid. Ze staat er alleen voor. Is dat nou de plek waar je je kind geboren wil zien worden? In doeken gewikkeld. Gebakerd. Eenvoudiger kan het niet.
d. En dan de herders
Wat doe je als je een kind hebt gekregen. Je wilt het aan iedereen vertellen. Ook al is het in de nacht, je zou bij al je buren wel willen aanbellen. Ik ben vader geworden. We hebben een dochter, een zoon. Maar dat doen we natuurlijk niet. Waarom eigenlijk niet? We sturen kaartjes een paar dagen later. Iedereen mag het weten. Zo ook hier. De Vader in de hemel is zo enthousiast over zijn Zoon die geboren is, dat Hij midden in de nacht een engel stuurt om het aan iedereen te vertellen. Heel de wereld moet het weten: de Redder is geboren! In de stad van David.
Ja maar, wacht even, God maakt dit blijde bericht aan herders bekend. Dus niet aan de religieuze leiders van het volk. En ook niet aan de priesters in Jeruzalem. Die passeert Hij. Waarom zou Hij dat doen? Hij kiest mensen uit van wie je het niet zou verwachten.
In Bethlehem waren ze wel vertrouwd met herders. Koning David was een herdersjongen uit die streek. God wordt ook een Herder genoemd. Maar door de Joodse rabbijnen werd met minachting neergekeken op herders. Ze waren niet betrouwbaar, ze hielden zich niet aan de sabbat en ze mochten niet getuigen voor de rechtbank. Maar God, Hij onthult het goede nieuws juist aan hen. Maria zegt in haar loflied: God heeft machtigen van de troon gestoten en nederigen verhoogd. Nederigen. Mensen niet in tel. Die zoekt God op.
En hoe verrassend is het om te zien, dat zij tegen alle verwachting in, in de benen komen. Ze gaan naar Bethlehem en maken het goede nieuws overal bekend. Niemand had dat verwacht. Dat geeft te denken. Schriftgeleerden uit Jeruzalem komen niet in beweging als de wijzen uit het Oosten komen. Ze lepelen het antwoord zo op uit de Bijbel, als men ze vraagt waar de geboren koning te vinden is: Bethlehem. Maar zelf doen ze niets. Ook dat is een lijn: hoeren en tollenaars gaan nog eerder het koninkrijk van God binnen, dan mensen die ervan weten. Hoe beschamend! Je weet veel, bent erbij opgevoed, maar je laat het liggen. Dat is zonde!
e. Als laatste, het is nacht
De herders houden de nachtwacht over hun kudden. God maakt het goede nieuws bekend in het donker. Als het nacht is, dan slaap je meestal. Het is ook een donkere tijd, vanwege Herodes, de Romeinen zijn oppermachtig, het volk is verdeeld, de toekomst onzeker. Jezus wordt in de nacht geboren, wanneer niemand het verwacht en niemand erop zit te wachten.
Dat is de weg die God gaat om ons een Redder te geven. De beslissing van de keizer, de verplichte reis, de volle herberg, de eenvoudige geboorte, de nacht en de herders. Wie kan zoiets verzinnen?
Maar dat is het feest dat wij vieren. God komt in het Kind Jezus ons menselijke bestaan binnen. Daar waar het donker is, waar mensen zonder hoop zijn, ontsteekt Hij een licht. Kerstfeest vieren is geloven dat de dag is aangebroken en dat de schaduw van de nacht begint te wijken. De wereld leeft nog in het duister, het duister in ons leven is nog niet verdwenen, maar het begin is. Gods genade is verschenen en wij verwachten het volle licht van Gods toekomst.
3. Het licht dat schijnt
Wat is het goede nieuws voor ons en deze wereld? Midden in de donkere nacht klinkt daar het woord van een engel: ‘heden is voor u de Heiland geboren’. De Zaligmaker. De Redder. Dat is het goede nieuws dat klinkt in de velden van Efrata. Dat is het woord van hoop waar deze wereld naar smacht.
Een heiland. Daar zit het woord ‘heil’ in. Heil komt van helen. Genezen. Een Heiland maakt heel wat wat kapot is gegaan. Een oud lied zegt: ‘Hij heelt gebrokenen van hart’. Dat wat stuk is gegaan, dat wat uit elkaar is gevallen, in je eigen leven of in dat van anderen. Daar weet deze Heiland raad mee. Hij brengt dingen weer samen. Hij verbindt mensen met elkaar. Zijn werk bestaat in verzoenen.
Hoe doet Hij dat? Dat zeggen de engelen in hun lied. De Heiland brengt vrede. Vrede op aarde. Dat betekent dat die vrede er dus nog niet is. Ja, men kende wel de pax romana, de vrede van Rome. Maar die vrede werd met harde hand door soldaten bewerkt. Jezus brengt een vrede die anders is. Dieper. Krachtiger. Want de vrede die deze Heiland brengt, komt bij God vandaan. Het is de vrede die er in de hemel is. De wortel van alle onvrede, haat, verdeeldheid, polarisatie, is dat wij mensen niet leven in harmonie met God. Vanaf het eerste begin van de Bijbel is dat duidelijk. Zodra Adam en Eva de omgang met God verbreken, komt er twijfel, haat en moord, verdeeldheid deze wereld binnen. Jezus komt om het probleem bij de wortel aan te pakken. Zijn geboorte is het begin, Zijn sterven aan het kruis en Zijn opstanding zijn het antwoord. Toen Jezus stierf aan het kruis deed Hij verzoening voor de zonde van ons mensen. Hij maakt dat wij weer verbonden kunnen zijn met God, die de bron van vrede is. Wie in Jezus gelooft, ontvangt vergeving en vrede met God. Geloven is dat je dit geschenk aanvaardt, en je door Jezus laat meenemen op de weg van de vrede. Doe je dat ook?
Het feest dat wij vandaag vieren, is het feest van de geboorte van de Heiland die vrede brengt. Een vrede die zo diep en rijk is.
Een vrede die de angst bestrijdt. Er is zoveel angst vandaag. Want waar zijn wij bang voor? Misschien is er wel angst om God te ontmoeten, omdat je leven onder de maat bleef. Angst voor de dood. Angst voor het leven. Angst voor anderen, voor vluchtelingen. Angst voor wat er leeft in je eigen hart. Angst voor de toekomst.
Maar het evangelie vertelt ons vanmorgen. Vrees niet. Wees niet bang. U is heden de Heiland geboren. De geboorte van Jezus betekent, dat God is afgedaald, tot in de diepten van ons bestaan, tot in onze ellende. De geboorte is het begin, Goede vrijdag het vervolg. Hij is afgedaald tot in de hel, zodat niemand kan zeggen: waar ik ben, kan God nooit komen. God is er ook geweest en er uit gekomen. Daarom is de geboorte van Jezus goed nieuws. Hij is de Heiland voor heel deze wereld.
Daarom gaat God deze bijzondere weg: via dat decreet van de keizer, een volkstelling, Jozef en Maria op pad, geen plaats in de herberg, een voederbak als wieg en herders als getuigen. Waarom? God kiest voor deze nederige weg. Hij wil de minste zijn, opdat niemand zou denken: het is niet voor mij. De kribbe en de doeken zijn niet ter vertedering, maar zijn de weg van Zijn vernedering. Zo diep daalt God naar ons af. Hij wordt een Kind, zo klein, om onze Heiland te zijn.
4. In het spoor van de herders
En wat moeten wij doen vanmorgen? Eigenlijk maar een ding: ons verwonderen! Geloof begint met verwondering. Er wordt je iets verteld wat eigenlijk niet kan. Voor u is de Heiland geboren. Grote blijdschap voor heel het volk. En we denken: zou het waar zijn? Maakt dat dan het verschil. Ja zeker! De vrede met God, maakt alles anders.
Laten we zijn als de herders: ze horen het woord, ze gaan op pad, ze vertellen wat ze hebben gehoord en mensen verwonderen zich. Er is hoop. Ik ben door de hemel gezien. Er is een Heiland die naar mij omziet, mij vrede geeft. Hij is het licht in de nacht. Nu kan ik verder. Mag het zo zijn. Amen.