Laat ons de rustdag wijden (aan Jezus onze Heer)!

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Laat ons de rustdag wijden (aan Jezus onze Heer)!
Aan het laden
/
Schriftlezing: Exodus 20:8-11 - Lucas 13:10-17 - Kolossenzen 2:16-17
Datum: 30 november 2014
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Laat ons de rustdag wijden (aan Jezus onze Heer)!



Aan het laden





/

1. rustdag?

Als er één gebod is waarover veel gediscussieerd wordt, is dat wel het vierde gebod. Wie kent de vragen niet: Mag je nu wel of niet een ijsje kopen op zondag? Wel of niet naar het strand of naar het zwembad? Mag je televisiekijken op zondag? Schaatsen als het straks weer winter is? ’s Avonds na twaalf uur thuiskomen op zaterdag? Hoe vaak gaat het gesprek niet over wat wel of niet mag rond de zondag. En niet alleen als je kinderen hebt, maar ook vanuit de samenleving dringen deze vragen steeds meer op. De zondag is immers sterk veranderd de afgelopen vijftig jaar. Steeds meer mensen werken. Dat wordt ook steeds normaler gevonden. Je had altijd al mensen die moesten werken: mensen in de zorg, boeren, politie, brandweer. Maar het breidt zich steeds meer uit. Fabrieken kunnen niet zomaar machines een dag stil leggen. Daarom spreken niet voor niets over de 24-uurseconomie. De smartphone en de tablet maken het ons gemakkelijk om ook in het weekend nog even zaken te doen en dingen voor het werk te regelen.

En ook is bij mensen de beleving van de zondag veranderd. Er zijn steeds meer koopzondagen. De binnenstad van Gouda heeft er al zeventien. Winkelen is voor velen steeds normaler geworden. Ontspannende activiteiten worden steeds meer op zondag gepland. Van maandag tot en met vrijdag zijn we heel erg druk met ons werk. Op zaterdag moet het huishouden gebeuren en de boodschappen gedaan. De zondag is dan de enige dag voor echte ontspanning, voor feestjes en verjaardagen en gezellige dingen. Zo is het voor veel mensen geworden. En misschien doen we er ook wel aan mee.

Wat betekent in deze tijd voor ons het vierde gebod? Dat is de vraag waar we vanmiddag bij stil staan. Heel vaak wordt dit gebod benaderd vanuit de vraag wat wel en wat niet mag. Dan gaat het dus over de grenzen. Heel vaak verzandt een gesprek over dit gebod in het negatieve. Je mag dit niet en dat niet. Tenminste in de beleving van velen. En dat terwijl het gebod juist een positieve toon heeft. Van de Tien Geboden (Tien Woorden), zijn het vierde en vijfde gebod, de enige die positief van toon zijn: Gedenk de sabbat. Eer je vader en moeder. Dat moeten we dus zeker meenemen vanmiddag. In dit gebod reikt God aan zijn volk iets aan dat positief is. Iets dat goed is voor hen. Dus daarom de vraag: wat betekent dit gebod? En ook: wat betekent dit gebod voor ons, die tot de christelijke gemeente behoren. Want als er een ding duidelijk is, is dat wij dit gebod met elkaar niet nakomen. Het is vandaag zondag, de eerste dag van de week. Wij komen niet op zaterdag samen, de zevende dag van de week. Dus het is maar dat u het weet: we zijn allemaal in overtreding van dit gebod. Of toch niet? Sabbat en zondag, hoe zit dat eigenlijk?

Heel veel mensen zeggen dat in het NT de zondag in de plaats van de sabbat gekomen is. Dat is de lijn die in de gereformeerde traditie het meest gevolgd wordt. Ik denk dat velen van ons zo zijn opgevoed. En dat u dit zo op catechisatie en in de kerk geleerd heeft. De zondag als de nieuwtestamentische sabbat. Misschien werd het er vroeger wel ingestampt bij je thuis. Een zondagse steek houdt geen week. Of in andere bewoordingen. Maar zo vinden we het in de Schrift niet terug. Dat de zondag de vervanging zou zijn van de sabbat. Laten we daarom eerst maar wat meer inzoomen op het vierde gebod.

2. Betekenis vierde gebod in OT

Het sabbatsgebod wordt door de Here aan Israël gegeven met het oog op het beloofde land. De Here heeft zijn volk gered uit de verstikkende macht van de slavernij, en nu geeft Hij hen één dag om niet te werken. Zes dagen hebben ze om te werken, maar elke zevende dag is een sabbat; een dag waarop ze het werk mogen laten rusten. De zevende dag is de sabbat van de Heere uw God. Je mag ook vertalen: is de sabbat voor de Heere. Want dat is de strekking van de dag. Het is een dag die aan God gewijd is. Een dag die geheiligd is, dat wil zeggen: een dag die apart gezet is voor de Here. Israël stopt met werken en wijdt zich op de zevende dag aan de Heere. De sabbat is een dag van toewijding.

Het volk wordt opgeroepen om niet te werken. Maar dat is niet het enige. Er werden op die dag ook bijzondere offers gebracht. Op de sabbat werden ook de toonbroden in de tabernakel gewisseld, vervangen door verse broden. En volgens Lev. 23 was er op die dag ook een heilige samenkomst. Het volk kwam samen om God te loven (Ps. 92: sabbatspsalm: het is goed de Here te loven), en om naar Zijn Woord te vragen (2 Kon. 4:23) en dat te overdenken.

We hebben in de preken over Exodus gezien dat de Here zijn volk een huwelijksaanzoek deed: wil je met mij trouwen. En dat Israël daarop ja heeft gezegd. Je zou kunnen zeggen, dat God in het vierde gebod met zijn volk afspreekt, dat ze elke zevende dag tijd voor elkaar zullen nemen. Om met elkaar om te gaan. Met elkaar te spreken. Van elkaar te genieten. De sabbat is veelmeer dan een verplichte rustdag, het is een dag dat elke Israëliet vrij had, om te genieten van de rust en de vrede die de Here hen had gegeven. Hij had hen immers bevrijd! Een dag om te genieten van de Here. Dat is de sabbat. In Ex. 31:16-17 wordt de sabbat zelfs een teken genoemd, een teken van het verbond. En als je iets een teken noemt, dan wijst dat ergens naar, dan betekent dat iets. Denk maar aan een relatie of aan een huwelijk. Als twee mensen tijd voor elkaar nemen, dat is dat een teken dat ze om elkaar geven, van elkaar houden, dat het een hechte vriendschap is. Maar ook omgekeerd: als ze geen tijd voor elkaar nemen, als ze elkaar niets te zeggen hebben, leven ze aan elkaar voorbij, en kun je je afvragen of ze wel van elkaar houden. Zo is voor de Here de sabbat een teken van liefde tussen Hem en het volk. Wanneer Israël de sabbat houdt, laten ze zien dat ze van de Here houden, dat ze echt bij Hem willen horen en alles van Hem verwachten. Doen ze dat niet, en als ze doorleven en doorwerken, is dat een teken dat God hen uiteindelijk niet echt interesseert.

De Here had geen beter teken kunnen kiezen. Want Israel leefde te midden van volken met hun eigen goden. Al deze goden waren natuur-goden. Ze waren verbonden met de kringloop van de natuur. De regelmaat van een jaar, van de seizoenen, de afwisseling van perioden van droogte en regen. Het ritme van zeven dagen staat daar haaks op: haaks op een maand van dertig dagen, haaks op de cyclus van de seizoenen, van een jaar. Te midden van al die volken en hun goden moest Israël elke zevende dag tijd nemen voor de Here. Elke zevende dag moest het tegen die volken zeggen: nee, wij vertrouwen niet op Baäl voor de regen en op Astarte voor de vruchtbaarheid. Wij vertrouwen helemaal op de Here. Hij zorgt voor ons. Bij Hem vinden we onze rust en onze vrede. De sabbat was als het ware de trouwring tussen God en zijn volk.

De trouwring tussen God en zijn volk Israël. Dat is iets wat we goed moeten vasthouden. Het sabbatsgebod is een gebod dat God uitsluitend aan zijn volk Israël oplegt. Nergens in de Bijbel vinden we een aanwijzing dat de sabbat voor alle mensen zou gelden. Heel veel mensen denken dat de sabbat een scheppingsinstelling is, iets dat God in de schepping al heeft ingesteld. Maar dat is een misverstand. God rust wel op de zevende dag, maar dit gebod wordt – volgens Ez. 20 en Neh. 9 – aan Israël gegeven in de woestijn. De sabbat wordt voor het eerst pas in Ex. 16 genoemd. Niet eerder. Dat hebben de Joden ook heel goed begrepen. Zij zien de sabbat alleen als bindend voor Israël, en niet voor heidenen.

En als op het apostelconvent, in Hand. 15, de eerste synode, de vraag aan de orde is welke geboden de gelovigen uit de heidenen moeten houden, worden er vier dingen belangrijk geacht (geen afgodenoffers, geen bloed eten, geen vlees van verstikte dieren en geen hoererij plegen), maar het sabbatsgebod wordt niet genoemd. Dat is een spannende conclusie. En nog meer als we kijken naar de houding van Jezus zelf en van de apostel Paulus.

3. De sabbat in het NT

We hebben gelezen in Lucas 13 dat het hoofd van de synagoge verontwaardigd was dat Jezus op sabbat een vrouw genezen had. Hij verwijt Jezus dat er zes dagen in de week zijn om te werken, maar dat Hij daarvoor de sabbat niet moet gebruiken. De sabbat is een heilige dag. Hoe vaan had onze Heiland die verwijt niet gekregen. Hoe vaak kwam de Here Jezus juist niet in conflict met farizeeën, wetgeleerden en schriftgeleerden juist op het punt van de sabbat. Juist zij waren erop gespitst om de sabbat te heiligen. Ze hadden nageteld dat er in de Torá – bij de bouw van de tabernakel en de instelling van de priesterdienst – 39 soorten werkzaamheden genoemd werden. Die mocht je dus op sabbat niet doen. Van elke categorie gaven ze 39 voorbeelden en zo kwamen ze tot 1521 geboden die je op de sabbat moest houden. Dat kon natuurlijk niemand. De sabbat werd een juk dat zo zwaar was dat mensen er aan ten onder gingen. De sabbat als geschenk van God aan mensen, werd een dienst van mensen aan God. Maar dat was niet de bedoeling. De mens is er niet voor de sabbat, maar de sabbat is er voor de mens. De Here Jezus heeft er alles aan gedaan om dat duidelijk te maken, om de oorspronkelijke bedoeling weer boven tafel te halen. De sabbat als dag van rust, om te rusten in wat God heeft gedaan en je te verheugen in wat Hij schenkt. Geen dag van menselijk prestatie, maar goddelijke gratie. Om je te verheugen in Hem!

Weet u, gemeente, en dat is de reden dat er in het NT de eerste dag, de dag dat de Here Jezus opstond uit de dood, steeds belangrijker wordt. Kijk, de eerste gelovigen waren allemaal Joden. Ze hebben de sabbat gehouden. Dat was de trouwring tussen Israël en God. Maar al gaande weg zijn deze gelovigen, die de Here Jezus hebben leren kennen als de Messias, op deze eerste dag gaan samenkomen. We lezen dat in Hand. 20 en 1 Kor. 16. De gelovigen komen samen om de opstanding van hun Heiland te gedenken. Dat is het nieuwe dat we in het NT zien gebeuren. Paulus brengt het scherp onder woorden. Hij zegt in Col. 2: al die spijswetten, feesten, en sabbatten, ze zijn slechts een schaduw van wat komen moest, maar nu is het lichaam gekomen. Met andere woorden: als deze inzettingen wezen vooruit naar de komst van Jezus. Nu Jezus is gekomen, gaat het niet langer om de schaduwen maar om de werkelijkheid zelf, om Jezus zelf. We hoeven het niet langer meer met de foto te doen, maar de persoon op de foto is zelf gekomen. Hij was het toch die iedereen toeriep: komt tot Mij die vermoeid en belast zijt, Ik zal je rust geven. Overal waar Jezus kwam zei Hij: vrede zij u. En dat was een vrede die elk verstand te boven ging.

Dat is wat er gebeurt. De ontmoeting met de Here Jezus zet het leven van al die gelovigen totaal op hun kop. Hij is de vervulling van al Gods beloften. Ze zijn in Hem ja en amen. Dus het is niet zo vreemd dat de eerste dag in het NT steeds belangrijker wordt en dat het gebod van de sabbat niet langer meer van heidenen gevraagd wordt. (ik kom zo terug op wat wel de betekenis is van het sabbatsgebod). Het is niet zo dat we het aan keizer Constantijn te danken hebben, dat sinds de vierde eeuw, we de sabbat voor de zondag ingewisseld hebben. Het zit veel dieper. Het is de Heilige Geest die de gelovigen doet beseffen, wat er op de eerste dag van de week gebeurd is. Weet u wat? Dat is de dag dat God definitief liet zien dat het offer van Zijn zoon aanvaard was. Het offer dat Hij bracht voor onze zonden. Het is de dag dat Hij de macht van de zonde, dood en duivel versloeg. Het is de dag dat alles anders is geworden. Want met Zijn opstanding uit de dood is nieuw leven mogelijk. Wij hoeven niet langer gebukt te gaan onder ons verleden en onder wat mis is gegaan. Jezus zegt: Sta op uit de doden. Hier is Mijn vrede. Die ik voor jouw verworven heb. Leef en sta op in het nieuwe leven dat ik voor je heb bereid. De eerste dag is een dag van een nieuw begin. God is niet langer toornig. Hij is een God van genade!

Dat staat op deze eerste dag centraal. De zondag is geen veredelde sabbat. Het is geen regeldag, maar een – met eerbied gezegd – een Jezusdag. En allen die in Hem geloven worden opgeroepen om samen te komen en God te eren. Om samen het nieuwe leven te vieren dat Hij uit genade schenkt aan een ieder die Hem daarom vraagt. Laten wij deze dag vieren. De eerste dag is de meest mooie dag van de week, want het is de dag van Jezus. En aan Hem hebben wij ons leven te danken. Halleluja.

4. Ja, maar de sabbat dan?

Ja zegt u: mooi gezegd dominee, maar wat moeten wij dan met het sabbatgebod. Is dat dan totaal overbodig? Nee, dat is het niet. Het vierde gebod is een woord ten leven. Maar wij ontvangen dit gebod uit handen van de opgestane Heer. Wij ontvangen dit sabbatsgebod uit handen van Hem die zegt: kom bij Mij allen die vermoeid en belast zijn, Ik zal je rust geven. Ik ben de Heiland die alles voor jou volbracht heeft. Je bent nu van Mij. Leef vanuit mijn volbrachte werk. Dat is actueler dan ooit. Ik noem twee dingen.

4a. Dag van ophouden

De sabbat was de dag van ophouden. Nou dat geldt nog steeds. Dat is actueler dan ooit in onze 24uurs economie, waar alles van werken afhangt, waar onze agenda steeds voller raakt, en we voortgedreven worden. Wie niet mee kan, komt aan de zijlijn te staan, is een loser, een mislukkeling. Heel de dynamiek van onze cultuur die ons voortzweept. En als we niet uitkijken doen we er in de kerk heel hard aan mee. En het misleidende is dat heel onze identiteit ervan gaat afhangen. Ik ben wat ik presteer. Mijn identiteit is wat ik doe. Wat voor werk doe je eigenlijk? Alsof daar alles mee gezegd is.

Nee, het allerbelangrijkste is – en ik hoop dat dit bij u of jou zo is – dat ik het eigendom ben van Christus. Dat bepaalt mijn identiteit. En op de eerste dag van de week mag ik dat opnieuw horen. Mag ik horen wat Hij voor mij gedaan heeft en wie ik door genade ben. ‘Het is volbracht’ heeft geklonken. Daarom is de eerste dag, die wij zondag noemen, de dag bij uitstek dat ik mijn werk laat liggen, dat ik niet mail of actief ben op sociale media. Waarom niet? Omdat het niet mag? Omdat de zondag een sabbat is met regels. Nee, alles is mij geoorloofd. Ik ben vrij in Christus. Maar niet alles is nuttig. Niet alles is goed voor mijn relatie met Christus. Alles is mij geoorloofd, zegt Paulus, maar ik zal mij door niets laten knechten. Niet door sport, niet door voetbal, niet door het nieuws, niet door die repetitie op maandag of dat project dat komende week op je werk begint. En ook niet door mijn zorgen. Want de eerste dag, dat is de dag van Mijn Heiland. Hij die alles volbracht heeft. Bij wie ik werkelijk tot rust kan komen. Daarom kom ik samen in de gemeente. Daarom lees ik het Woord, luister ik naar Zijn stem. Daarom zing ik tot eer van Hem. Daarom ontmoet ik mijn broeders en zusters. Daarom laat ik mijn werk liggen, ga ik niet shoppen op zondag of maak ik geen gebruik van de horeca. Om helemaal op Hem gericht te zijn.

En die vragen dan: wat je wel of niet op zondag mag? Hoe moet je hiermee omgaan? In het gesprek met je kinderen. Ik zou er dit over willen zeggen: (1) Alles wat de band met Jezus versterkt, dat is goed. (2) Alles wat de band met Jezus niet in de weg staat is niet per definitie fout. Daar moet je samen biddend over doorpraten. (3) Alles wat de band met Jezus niet versterkt, dat kun je maar beter laten.

4b. Dag van liefde

Want gemeente, dat is het tweede. Het sabbatsgebod gaat eigenlijk nog veel verder. De sabbat was een teken van liefde tussen God en zijn volk. Maar nu die liefde van in Christus zó is verdiept en verinnigd, nu de Here ons in Zijn Zoon – dat vieren we met Advent en Kerst – zo dichtbij is gekomen, zou het toch een magere liefde zijn als maar één dag aan Hem wijden. Het teken van liefde tussen Christus en ons, dat is iets van alle dagen. De liefde van Christus mag heel ons leven bepalen. Het sabbatsgebod wordt niet afgeschaft maar vervuld, verbreed en verdiept, en eindeloos meer omvattend dan slechts één dag. Wie elke dag leeft met Christus, mag genieten van zijn rust en vrede, van zijn kracht en nabijheid, elke dag. En die zal merken, dat na de dagen van ons leven, een eeuwigheid wacht van rust en vrede en genieten van Hem, die ons zó liefheeft. Amen.