Datum: 16 januari 2022
Download PDF
/
1. Geïnspireerd door Openbaring 13?
We leven in een tijd dat het laatste Bijbelboek weer volop in de belangstelling staat. In het bijzonder Openbaring 13. Het hoofdstuk dat gaat over het beest en over het merkteken dat mensen krijgen en nodig hebben om mee te kunnen doen in de samenleving. En niet te vergeten het getal 666.
Wat dat laatste betreft, is bekend dat Ronald Reagan, oud-president van de Verenigde Staten, in een villa ging wonen met huisnummer 666. Omdat hij behoorlijk bijgelovig was, liet hij het huisnummer veranderen naar 668. In Engeland zitten er drie cijfers na elkaar in de nummerborden, maar nooit de getallen 6-6-6. In de bundel Opwekking zit geen lied met het nummer 666.
Of neem nu het merkteken. Er zijn mensen vandaag die het coronatoegangsbewijs zien als het merkteken van het beest, omdat je zonder deze code in de samenleving heel weinig meer kunt doen. Wat te denken van 2G of 3G? Er doen verhalen de ronde over vaccinaties en het implanteren van een chip, zodat je te volgen bent. Is corona niet een groot complot van Bill Gates om in deze wereld macht te krijgen?
In de kerkApp verwees ik al naar het beeld dat korte tijd bij het hoofdkwartier van de VN in New York heeft gestaan. Het betrof een standbeeld dat de Mexicaanse regering cadeau gaf aan de Verenigde Naties. Het beeld is een veelkleurige kruising tussen een jaguar en een adelaar. Jaguars en adelaars zijn in de mythologie van de oorspronkelijke inwoners van Mexico belangrijke wezens. Nadat de VN foto’s van het beeld op Twitter plaatsten, met daarbij de titel ‘bewaker van vrede en veiligheid’, kwamen er veel protesten los. Conservatieve christenen vergeleken het standbeeld met het ‘beest’ uit het Openbaring 13. Daar wordt gesproken over ‘een beest dat leek op een panter, met poten als van een beer en een bek als de muil van een leeuw’.
Inmiddels is het beeld ‘volgens schema’ op 20 december weer verwijderd. De commotie en onrust waren niet de aanleiding, want het betrof een tijdelijke tentoonstelling, aldus de woordvoerder van de VN. Het was koren op de molen van hen die kritisch staan tegen een organisatie als de VN.
Goed, hoe het ook zij, er speelt veel vandaag om ons heen en in de wereld. Steeds weer zien we dat mensen dingen proberen te linken aan het woord van God. Dat is op zich een goede zaak. Maar we moeten het Woord wel goed onderzoeken en recht doen! Hoe moeilijk dat ook kan zijn. De meest belangrijk vraag om te beginnen, is natuurlijk deze: wat wilde Johannes met het beeld van het beest zeggen tegen de christenen in de eerste eeuw. Daar moeten we starten. En van daaruit kunnen we lijnen trekken naar vandaag.
2. Johannes en zijn lezers
In de vorige preek uit Openbaring 12 hoorden we over het gevecht van de aartsengel Michaël met de draak. De draak is niemand minder dan satan. De strijd werd gewonnen door Michaël en de draak werd de toegang tot de hemel ontzegd. Satan had toegang tot deze plek als aanklager, zoals in het boek Job. Maar nu is zijn spel over. Hij is verslagen en kan nog maar op een plek zijn kwade invloed uitoefenen. En dat is op de aarde. In 12:12 worden we gewaarschuwd. ‘Wee de aarde, en die daarop wonen, want de duivel is naar beneden gekomen in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft.’
Hoe oefent de de duivel zijn kwade invloed uit? Dat vertelt hoofdstuk 13. Door middel van de twee beesten. Een komt op uit de zee; de ander uit de aarde. Zee en aarde staan hier voor de hele toenmalig bewoonde wereld. Het is iets wereldwijds. En die twee beesten krijgen hun kracht van de draak. Het is de duivel zelf die deze beesten inspireert en achter de schermen aanstuurt.
Het eerste beest ziet er angstaanjagend uit. Het heeft zeven koppen, tien hoorns en op die hoorns 10 kronen. En op die koppen staan namen. Godslasterlijke namen! Het is een naar monster. Het heeft iets van een panter, van een beer, van een leeuw – een kruising dus van wrede roofdieren. Zeven koppen en tien hoorns, net als de draak zelf. En het beest heeft grote invloed, want de hele aarde heeft bewondering voor dit beest. Maar ondertussen lastert het God en bedreigt het de heiligen, de mensen die geloven.
Alsof het nog niet genoeg is, komt er ook nog een twee beest. Het lijkt op een lam, doet wonderen, maar het heeft maar een doel: zorgen dat iedereen het eerste beest aanbidden, en als er later een groot beeld wordt gemaakt, dan moet iedereen dit beeld aanbidden. Wie niet meedoet, ligt er buiten. Die kan niets meer kopen of verkopen.
Waar gaat dit over?
3. De twee beesten
Die twee beesten staan voor het toenmalige Romeinse rijk. Dat blijkt uit de beschrijving. Johannes en zijn lezers hadden daar dagelijks mee te maken.
Eerste beest. Het beest heeft zeven koppen. In hoofdstuk 17 lezen we ‘de zeven koppen zijn zeven heuvels’ – en de stad Rome, de hoofdstad, stond alom bekend als ‘gebouwd op zeven heuvels’. De vele kronen die het beest draagt zijn van alle landen die veroverd en ingelijfd zijn in het Romeinse rijk. De godslasterlijke namen op het beest zijn de titels van de keizers. Ze noemden zich ‘zoon van God’ of ‘Heer en verlosser’, of ‘de goddelijke keizer’. Kortom, het beest uit de zee is het Romeinse rijk, dat in de dagen van Johannes alomtegenwoordig was.
Het beest lijkt op een panter, beer en leeuw. Deze beeldspraak komt uit Daniël 7. Daar worden vier dieren genoemd. De leeuw staat voor het Babylonische rijk, de beer voor het Perzische rijk en de luipaard voor het Grieks-Macedonische rijk. Het vierde is een grote adelaar. Dat staat voor het Romeinse rijk. Dat noemt Johannes niet, maar de mensen konden zelf die stap wel maken. De adelaar stond immers op alle schilden en emblemen van Rome. Dat zou te duidelijk zijn. Johannes beschrijft het enigszins omhuld. Dit rijk doet hetzelfde als de eerdere rijken, maar overtreft ze allemaal, in grootte en kracht.
Johannes is dus heel negatief over die Romeinse rijk. Dat blijkt ook uit het getal van het beest: 666. Het is het getal van de mens, lezen we in vers 18. Dat is: het beste wat de mensen kan voorbrengen.
Over het getal is veel speculatie, maar eigenlijk is het eenvoudig. Als je de woorden ‘keizer Nero’ omzet in getallen, heb je 666. Je kunt Nero met ‘n’ of zonder ‘n’ schrijven in het Grieks. Zonder ‘n’ kom je op 616 uit. Dat is ook een variant in de Griekse handschriften. 666 wijst dus op de keizer Nero, de wrede tiran. Alsof Johannes wil zeggen: in hem toont dat rijk zijn ware gelaat!
Tweede beest. Dan is er nog dat tweede beest. Waar het eerste beest staat voor het machtige Romeinse rijk, staat het tweede beest voor de staatsgodsdienst van die tijd. Dit beest heeft twee horens als het Lam, een verwijzing naar Jezus. Dat wil zeggen: religie, maar dan een valse religie. Want het spreekt als de draak. Dat was precies het punt. De verering van de keizers van Rome ging samen op met staatsgodsdienst. Het rijk en de religie – het eerste en het tweede beest – zijn onlosmakelijk verbonden en ze ondersteunen elkaar.
Wat doet het tweede beest? Hij zorgt dat er een beeld wordt gemaakt. In elke stad van het Romeinse Rijk vond je beelden van de keizers. Dat beeld moest aanbeden worden, samen met de goden. Op elke hoek van de straat stond wel een tempel. Daar werd je geacht voor of na het werk offers te brengen. Aan de keizer die als god vereerd werd, en ook de godin ‘Roma’ – Rome. Juist in Klein-Azië, het gebied van de zeven gemeenten waar Johannes aan schrijft, was de keizerverering erg sterk. Het was als het ware de samenbindende factor in de maatschappij. En als je daar niet aan mee wilde doen, dan viel je buiten de boot, buiten de maatschappij. Buiten de politiek, buiten de handelsgildes, buiten de feestvreugde. Het was ook gevaarlijk om niet mee te doen. Zeker op hoogtijdagen, als de emoties hoog opliepen, en het stadsbestuur beval dat iedereen moest mee doen in offers en verering. Je stond dus voor de keuze: aan wie ben ik loyaal: het beest (Rome en zijn goden) of het Lam (Jezus). Hoe zou ú en jij zich voelen, als je in die tijd christen was geweest? Dan staat alles op scherp. Dan is een compromis niet meer mogelijk. Voor wie kies je dan?
4. Om waakzaam te blijven
Nou, waarom vertelt Johannes dit zijn lezers? Wisten ze dit dan niet? Ja, maar Johannes wil dat de christenen dieper kijken. Dat ze niet alleen afgaan op de buitenkant. Op het eerste gezicht zag alles er goed uit. Het Romeinse rijk bracht vrede en stabiliteit. De wegen waren verbeterd. De handel bloeide op. Er werd volop gebouwd. Er was voor mensen volop gelegenheid om te werken. Maar … er was wel dwang om mee te doen; er is de plicht om de keizer en de goden te vereren, de ruimte om je geloof in Christus te belijden, werd steeds kleiner. Dat is nou precies – zegt Johannes – de strategie van satan. Daar zit het beest achter. Het gaat geleidelijk, maar ondertussen breidt het zijn invloed uit. Zijn tentakels zitten overal. Geeft niet als je een keer meedoet. Je hoeft toch niet altijd met je geloof te koop te lopen. Je hebt er toch ook veel gemak van. Sluipend gaat dat. De secularisatie van het hart gaat langzaam, maar gestaag.
En twee: Johannes wijst er op dat er meer vervolgingen gaan komen. Zo moet je vers 10 lezen. In de NBV staat het beter: ‘Wie gevangenschap moet verduren, zal in gevangenschap gaan. En wie door het zwaard moet sterven, zal sterven door het zwaard. Hier komt het aan op de standvastigheid en trouw van de heiligen’. De tekenen van de tijd wijzen erop dat er vervolgingen zullen komen. Christenen en minderheden krijgen het moeilijk. In de wereld zullen ze meer en meer verdrukking hebben. Dan is volharding nodig. Johannes waarschuwt de gelovigen dus. Verkijk je niet op de rust en vrede. Er is een strijd gaande. Blijf gericht op Christus. Kies voor het Lam!
Kijk dat is steeds weer de boodschap. Het vorige hoofdstuk liet al zien dat de draak overwonnen is. Het Lam op de troon regeert. Op Hem moet de focus liggen. Hij staat aan het begin maar ook aan het einde. Wie nu trouw blijft, zal aan het einde blijken de juiste keuze gemaakt te hebben.
De apostel Paulus roept de gelovigen op om de overheid te respecteren en geen wraakacties op te zetten. Wreekt u zelf niet beminden. Petrus roept op om in het spoor van Jezus te gaan, niet te dreigen of te schelden, geen kwaad met kwaad te vergelden. Ook al gedraagt de staat zich als een monster, christenen staan bekend als mensen die lief hebben en het goede zoeken voor iedereen.
Met andere woorden: zet je in, zoek de vrede voor de stad en voor de staat, God zal je daarin zegenen. Zo probeert Johannes de gelovigen toe te rusten om zich in te zetten in het Romeinse rijk. Waakzaam en toegewijd aan Christus.
5. Actualiteit voor nu?
Maar wat moeten wij nu met deze boodschap? Ja, dat is een goede vraag. Veel van wat Johannes beschrijft over het beest, dus over de staat en haar godsdienst, is in veel landen al realiteit of is dat geweest. Voor het Romeinse rijk had je het Babylonische rijk van Nebukadnezar. Iedereen moest een beeld van hem aanbidden. Later na de Romeinen was daar het islamitische rijk. Met veel macht en geweld is dat rijk uitgebreid. Wie het beeld, of in dit geval Allah en zijn profeet, niet aanbidt, die ligt eruit, die zal het merken! Vaak met de dood als gevolg. En dat is nog steeds zo. De Engelse bijbelleraar David Pawson heeft een boek geschreven over ‘The Challenge of Islam to Christians’. Hij vreest voor de toekomst van Europa. De combinatie van macht en dwang om iets te geloven, heeft vaak geleid kettervervolgingen en brandstapels. [Wat te denken van de ideologie van het nazisme in het derde rijk, tijdens WOII, dat functioneerde met macht en dwang, geïnspireerd door oculte en demonische machten]
Vandaag zouden we kunnen denken aan China of Noord-Korea. Dit zijn landen met een sterke leider (dictatuur), maar het ergst is de staatsgodsdienst. Iedereen moet de leider als een god vereren. En wee degene die anders denkt. Volgelingen van Jezus moeten in het diepe geheim samenkomen, anders worden ze opgepakt of om het leven gebracht.
Steeds weer is de tactiek van de draak hetzelfde. Macht van de staat, gecombineerd met verering van de staat en van haar leiders en hun ideeën. Dat is de wijze waarop mensen door de duivel gebonden en misleid worden. En wie in Jezus gelooft en niet meegaat, wordt het slachtoffer, zoals vers 10 het zegt. In veel landen in de wereld is dit voor onze broeders en zusters in het geloof al realiteit.
De vraag die Openbaring 13 oproept, is of in de laatste dagen heel de wereld onder één regering wordt gebracht en iedereen gedwongen wordt een religie aan te hangen; of dat Johannes tekent dat op veel plaatsen gebeuren zal wat nu in China, Noord-Korea en op andere plekken gebeurt. En dat er een moment komt dat God zegt dat het genoeg is. Ik denk zelf dat laatste.
Wij in Europa ervaren niet hetzelfde als in landen als China of Noord-Korea. De scheiding van kerk en staat verhindert dat. Er is hier vrijheid van godsdienst en meningsuiting. Daar mogen we dankbaar voor zijn. In die zin is onze situatie anders.
Maar toch hebben we de boodschap van Johannes wel nodig om waakzaam te zijn. Dingen kunnen gaan veranderen.
Stel nu, dat er toch een wereldwijde regering komt, die een staatsgodsdienst gaat verplichten. Of een seculiere samenleving promoot, waarin alle verwijzingen naar religie, christelijk geloof onderdrukt en verwijderd worden.
Stel nu dat de problemen in ons content zo toenemen: gebrek aan gas, grote toestroom van mensen, toenemende werkeloosheid, nog meer polarisatie, milieuproblemen, strijd over de aanpak van pandemieën, financiële bakencrisis, etc. en dat ons continent afzakt naar naar onbestuurbaarheid. Dan wordt de roep steeds sterker om een leider, een sterke man of vrouw, die rust brengt, dingen herstelt, als dat gaat door dwang en inperken van vrijheiden, als we verplicht zouden worden te doen wat tegen de wet van Christus ingaat, ja dan komen we in de buurt van wat Johannes in Openbaring 13 beschrijft. Als je BSN-nummer op de verkeerde lijst staat, je met je bankpas geen geld meer kunt opnemen, je paspoort wordt geblokkeerd, dan sta je met de rug tegen de muur. Maar dat is nu niet het geval.
We moeten waakzaam zijn, maar ook nuchter. Ook niet nu rond vaccinatie etc. Het is een uitdaging hoe we hiermee omgaan, ook met degenen die niet gevaccineerd zijn. Dat is een testcase voor ons als samenleving. Maar testen heeft met gezondheid te maken, en de bescherming daarvan. Dat is wel van een andere orde dan waar het hier in Openbaring 13 over gaat. Ik zou op dat punt terughoudend zijn voor grote woorden.
Ja maar, wat moeten we dan met het merkteken van het beest op het voorhoofd en op de rechterarm? Ook hier moeten we dicht bij de Bijbel blijven. Het heeft geen zin om microchips te denken die worden ingeplant of zo. Johannes verwijst bijna in heel zijn boek steeds weer naar het OT. En dat is ook hier belangrijk. Ik neem u mee terug naar het boek Deuteronomium. Wat moesten de Joden doen aan als ze bidden? De woorden van God moesten ze als een teken om hun hand binden (de gebedsriemen) en als teken op hun voorhoofd (doosje met bijbeltekst). De Joden doen dat als ze bidden. Het is een teken van absolute toewijding aan God. Het hoofd is je denken. Je arm is wat je doet. Om God met hoofd en hart te dienen.
Nou, dat is hier bedoeld. Kies wie je dienen wilt: met je hoofd en je hart. Het beest, de cultuur met alles wat daarbij hoort, de gemakken en voorspoed, maar met het risico dat je Jezus kwijtraakt. Wat baat het je als je de hele wereld wint, maar schade leidt aan je ziel? Daar ligt de uitdaging nu. Dat we alles goed vinden, als we maar kunnen doen wat we zelf graag willen. Seculiere denken heeft agenda. Gevaar komt van binnenuit.
Of is je loyaliteit met Jezus. Met het Lam dat zijn leven voor je gaf. En ook al zie je het niet Hij regeert en aan het einde van de tijd is het oordeel in Zijn handen. Ken je Hem, ben je veilig. Ken je Hem niet, dan ga je verloren.
Daarom is dit hoofdstuk een bemoediging en een appel. Lieve mensen er is niemand in het hele universum die ons meer liefheeft dan Jezus. Laat Hem je hart toebehoren en zet je in om goed te doen. Dan ga je de smalle weg, de weg van het Lam, maar die weg komt uit in het vaderhuis. Amen.