Datum: 7 juni 2015
Download PDF
1. Imago: hoe kom je over?
In deze economisch onzekere tijd, zijn veel bedrijven bezig met hun imago. Hoe komen we over? Hoe kunnen we ons merk het beste positioneren op de markt. Op allerlei manieren proberen bedrijven zich van andere te onderscheiden. Marketingbureaus kijken naar de informatie die bedrijven verschaffen, de website krijgt een opknapbeurt (je kunt zelfs professionals van bedrijven als Bol.com inhuren om naar je website te laten kijken, hoe die het beste op de consument kan worden afgestemd). Grote bedrijven maken commercials voor de tv. Wanneer mensen deze deze commercial fantastisch vinden of vreselijk, is hij geslaagd. De informatie, het merk, het imago moet immers opvallen en onthouden worden. Als consumenten minder makkelijk hun geld uitgeven, moet een duidelijk imago bedrijven helpen om toch zoveel mogelijk klanten binnenhalen.
Het lijkt erop dat deze crisis ook de kerk niet ongemoeid laat. De Rooms Katholieke kerk, de PKN en tal van andere kerken. De terugloop van het aantal leden noopt tot bezinning. Doen we het goed? Zijn we met de juiste dingen bezig? En de enquete die de PKN onlangs hield, waar je je mening kon geven over de kerk en de toekomst van de kerk, moeten we ook tegen deze achtergrond zien. Er is verlegenheid over hoe het verder moet. De kerk bevindt zich in een kritieke fase bevindt, aldus de scriba Plaisier: ‘De kerk is voor veel mensen niet meer vanzelfsprekend. Het is voor ons tijd om de vraag te stellen: waar staan we voor en wat willen we?’ Zo staat de vragenlijst ook uitgebreid stil bij het imago van de PKN: hoe komen we als kerk over?
Ik zou vanmorgen deze vraag nog verder willen doortrekken en ook meer persoonlijk maken: hoe staan wij als christenen bekend? Wat is het getuigenis dat wij achterlaten, als iemand met ons gesproken heeft of als iemand ons ontmoet heeft?
Dat is vandaag de dag wel een vraag. Steeds meer eigenlijk. Voor mensen die op zoek zijn, religieuze zoekers, is dat de vraag: waarom zou het christelijk geloof voor mij aantrekkelijk zijn, een alternatief voor iets anders? Wat zou er gebeuren als zo’n zoeker iemand van ons ontmoet of spreekt? Zou hij of zij dan enthousiast worden, aan het denken gezet, op het spoor van Jezus gezet worden?
De presentator Thijs van den Brink, heeft onlangs een paar lessen getrokken, uit al die gesprekken die hij in Adieu God gehad heeft met mensen die God en geloof vaarwel zeiden. Een van de dingen die hem was opgevallen, was dat veel mensen afknapten, omdat ‘domme medegelovigen zoals dominees, ouderlingen, priesters, pastors, maar ook gewone leken zoals jij en ik, dingen zeggen en doen die mensen soms zeer kunnen kwetsen. Zaken die maken dat mensen zeggen: mij niet meer gezien. Als dit gelovigen zijn, als dit de kerk is…’ Goede woorden doen ertoe, was zijn eerste les.
2. In goed gezelschap
Met deze les bevinden we ons in goed gezelschap van Petrus. Want in de brief die hij schrijft en in het gedeelte dat we gelezen hebben, doet hij een appel, een oproep aan de lezers om na te denken over hun levenswandel. Ze leven als christenen te midden van een wereld en een cultuur die niet christelijk is. En juist daarom is het ontzettend belangrijk hoe ze zich gedragen, hoe ze op de niet-christenen overkomen. Want er wordt op ze gelet. Er wordt naar ze gekeken. In de korte verzen die we hebben gelezen, worden over de levenswandel van een christen drie dingen gezegd. Dingen waaraan ze te herkennen zijn.
Maar voordat ik deze drie dingen wat uitwerk, wil ik wel benadrukken, dat ze vruchten zijn van het geloof en niet het geloof zelf. Een paar verzen eerder heeft Petrus gesproken over het beeld van de hoeksteen. De steen die aan een gebouw zijn stevigheid geeft. Wij zouden zeggen het fundament. Jezus is dat fundament. Jezus is de rots die stevigheid geeft. Als je in Hem gelooft, dan raak je met Hem verbonden. Dan hecht je jezelf aan Hem. Denk nog even terug aan het beeld van vorige week zondag. Over die zeediertjes, die in de branding zich vastzuigen aan de rots en niet meegesleurd worden door het water. Zo zijn de gelovigen ook met Jezus verbonden. Ze hadden Hem lief gekregen. Hun hart ging naar Hem uit. En zo – door Hem te kennen – was er rust en stabiliteit in hun leven gekomen. En de heilige Geest was hun leven binnen gekomen. En was bezig om van binnenuit hun hart en leven te vernieuwen. Het nieuwe leven Jezus had verworven, ging de Geest uitwerken in hun leven. Zo wordt steeds meer zichtbaar dat ze bij Jezus hoorden. In Hand. 4 staat dat zo mooi omschreven. Daar wordt van de discipelen gezegd, dat de mensen hen herkenden als degenen die bij Jezus geweest waren. Dat wil zeggen: de omgang met de Here Jezus had hun leven veranderd, diepgaand gestempeld. Het was merkbaar dat ze wat met Hem hadden. In wat ze zeiden, deden; in hoe ze leefden.
3. Herkenbaar
Nou, dat is waar het hier over gaat in deze korte verzen van Petrus. Want Christenen zijn herkenbaar. Waaraan?
3a. Goede werken
Opdat zij door de goede werken die zij in u waarnemen God verheerlijken mogen op de dag dat er naar hen wordt omgezien (vs. 12b). Even voor alle duidelijkheid: dat laatste zinnetje is zo wat lastig te begrijpen, maar als je het letterlijk vertaalt, staat er: zij verheerlijken God op de dag van zijn bezoek. En dat is een verwijzing naar het eind van de tijd, als God als rechter komt naar deze aarde. De oordeelsdag. Als hij komt om de balans op te maken van ons leven hier op aarde. Op die dag zullen er mensen zijn, die God prijzen en intens dankbaar zijn, doordat hun leven beslissend is veranderd, door het contact dat zij met gelovigen, met ons hebben gehad. Want wat zagen zij dan toen zijn naar christenen keken? De goede werken die zij in u waarnemen. Zij merken verandering. Paulus zegt in ergens in de brief aan de Thessalonicenzen tegen de gelovigen: u bent navolgers geworden van de Here Jezus, en een voorbeeld geworden voor alle gelovigen in Macedonië; uw geloof in God heeft zich verspreid; u hebt ingang onder de mensen gekregen en zij hebben zich van de afgoden bekeerd tot de levende God. We hoeven de mensen niets te vertellen. Ze zien het verschil zelf wel. Hoe dan? Nou, hoe je in het leven staat. Hoe je met de mensen om je heen omgaat. De verandering is zichtbaar dat je meer betrokken bent op de mensen om je heen. Meer bewogen. Meer begripvol. Minder snel geïrriteerd. Minder ongeduldig. Minder opvliegend. Meer liefdevol. De omgang met de Here Jezus stempelt je leven. Dat is merkbaar. Dat is zichtbaar. Mensen zien het aan je. En ze zijn er door beïnvloed, door wat ze in jouw leven zien. Als God komt, zullen ze Hem daarvoor danken, dat ze jou hebben gekend. Dat is wat! Er is een zichtbaar effect in je leven als je opnieuw geboren bent.
3b. Dubbele reactie
Het tweede is, dat er altijd verschillend op je gereageerd wordt. Mensen voelen zicht tot je aangetrokken en willen er meer van weten of ze storen zich aan je en wijzen je af. Petrus wijst in vers 12 op die dubbele reactie: er zijn mensen die God verheerlijken doordat ze je kenden, er zijn ook mensen die van je kwaadspreken. Als je goed leest zie je dat Petrus de gelovigen niet waarschuwt voor het feit dat misschien mensen negatief op je reageren, maar hij gaat er van uit. Het is voor hem een vaststaand feit dat je negatief benaderd worden. En hoe meer van Jezus in je leven zichtbaar wordt, hoe sterker hun reactie. Dat mensen vooroordelen hebben als ze weten dat je christen bent. Daar moet je niet vreemd van opkijken, want dat hoort erbij. Dat was in de tijd van de Here Jezus ook zo. Jezus was voor veel mensen een raadsel. Hij had oog en oor voor mensen die anders waren: hoeren, tollenaars en zondaars. Hij deed nou net niet wat iedereen deed. Hij bracht de liefde van God, Hij was de liefde van God in eigen persoon, en net zoals water de laagste punten opzoekt, zocht Hij mensen die afgeschreven waren, die buiten de boot vielen. Waarom? Om duidelijk te maken dat Gods genade ook voor hen was. Het is de Here Jezus niet in dank afgenomen. Velen noemden hem een wijnzuiper en een veelvraat. Omdat Hij vaak bij mensen aan tafel zat, die niet zo’n goede reputatie hadden. Maar daar was Hij nou juist voor gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was. Wie daar oog voor kreeg, is Jezus daarin gevolgd; maar velen wezen Hem af. Rond Jezus viel de scheiding. En dat is nog steeds zo. Mensen denken dat jij je beter voelt dan hen, omdat je wel in God gelooft; ze vinden je misschien arrogant omdat je over bepaalde dingen een uitgesproken mening hebt, of omdat je niet meedoet met de heersende opinie. Dat kan onbegrip opleveren met je klasgenoten of vrienden als je aan bepaalde dingen niet meedoet; als ze zich weer eens gaan lam zuipen of zo. Het kan discussie opleveren met je medestudenten als je opkomt voor de beschermwaardigheid van het leven, aan het begin en aan het einde. Ze vinden je opvattingen maar ouderwets of achterhaald; en soms vinden ze je irritant en denken dat je het altijd beter weet en hen veroordeelt.
Maar ze weten niet dat het van binnen heel anders ligt. Dat je van Jezus houdt en met de Here verbonden wilt zijn, dat je vanuit jezelf zwak bent, en dat elke keer weer bekering nodig hebt; en dat het genade is dat je God mak kennen en dat je helemaal niet beter bent dan de ander; integendeel, je weet van je zwakheid en je zonden. Ze moesten eens weten hoe je met bepaalde dingen worstelt. Ze zien alleen de buitenkant. En als er dan een keer aanleiding is, een christen die zijn overtuiging ongelukkig formuleert, of misschien een afwijkende mening erop nahoudt, dan springen de media er als wolven boven op. Omdat mensen in het verleden zoveel negatieve ervaring met de kerk en kerkmensen hebben gehad. Dat zit ze dwars. En als het kan, dan halen ze hun gram; dan spuien ze hun ongenoegen. Dat is pijnlijk en vervelend. Maar, zegt Petrus, kijk er niet vanop. Ze zullen van je kwaadspreken. Dat hoort erbij. Waarom? Omdat het evangelie nu eenmaal een vreemde boodschap is. Denk er eens over na. Christenen geloven dat God deze wereld gemaakt heeft en dat Hij hier op aarde gekomen is en zelfs in ons leeft. Dat Hij leeft en tot ons spreekt. Dat de wereld vol is van bovennatuurlijke krachten en dat er een geestelijke strijd gaande is om de ziel van elk mensenkind. En dat Jezus Christus spoedig zal komen om te oordelen de levenden en de doden. Dat is toch ook een vreemde en bizarre boodschap, als je alleen leeft met wat je kunt zien?
Juist omdat christenen zulke grote claims hebben. Zulke grote dingen geloven, ligt hun leven onder het vergrootglas. Kijken mensen naar ons. Of ons leven in overeenstemming is met wat we geloven en belijden. In wat we zeggen en wat we doen.
Als mensen interesse tonen, dan zit dat niet in mooie woorden of praatjes, maar willen ze weten of het werkt. Helpt het geloof je als je moeilijkheden hebt? En hoe dan? Helpt het je om ziekte of dood onder ogen te zien? Heeft het je veranderd. Je zegt dat je christen bent. Mooi. Maakt dat je een betere persoon: vriendelijker? Behandel je mensen met een andere huidskleur met meer respect? Mensen zijn niet zo geïnteresseerd in woorden, maar in de veranderingen die in je leven zichtbaar zijn. Ze zijn geïnteresseerd in je leven, in hoe het werkt, wat je aan je geloof hebt. Daar kijken ze naar als je christen bent.
Dus: mensen kijken naar je. En als mensen naar ons kijken, wat zien ze dan? Volgens de apostel Paulus is ons leven te vergelijken met een brief. Een brief die de mensen om ons heen kunnen lezen. Hopelijk zijn wij een leesbare brief die naar Jezus verwijst.
3c. Strijd met begeerte
Als derde noemt Petrus nog iets dat een christen kenmerkt. Iets dat minder zichtbaar naar buiten is, maar niet minder belangrijk. Een christen onthoudt zich van de vleselijke begeerten die strijd voeren tegen zijn ziel (vers 11). Er is een strijd om het leven van een echte christen. Er zijn machten die je van het spoor van Jezus willen aftrekken, die willen dat je struikelt. Dan niet gelovigen aanleiding hebben om de draak met je te steken. Zie je nu wel. Mooie woorden, maar in de praktijk, zijn ze allemaal hetzelfde. Er klopt niets van. Vleselijke begeerten. Wat zijn dat? Vaak denken we bij dit aan zondige verlangens, seksuele onreinheid, dat je geen maat weet te houden, verkeerde films kijkt, dat je niet zuiver bent in je relaties, etc. Noem maar op. Ongetwijfeld speelt dat hier mee. Maar het ligt natuurlijk erg voor de hand. Het kan zomaar zijn dat dit niet de strijd waarin wij gewikkeld zijn. Het Griekse woord voor begeerte is epithumia. Oorspronkelijk betekende dat iets dat je heel erg leuk vindt en enthousiast over bent. Later heeft het woord steeds meer een negatieve betekenis gekregen. Maar de oude betekenis is niet onbelangrijk. Iets waar je enthousiast over bent, is iets waar je helemaal voor wilt gaan. Waar je alles voor opzij zet. Wat je lust en leven is. Iets wat op zich niet verkeerd is, maar wat verkeerd kan worden als alles er voor moet wijken. Als het je helemaal gaat beheersen. Dat kan iets persoonlijks zijn. Je hobby. Je werk. Datgene waar je offers voor brengt. Ten koste van wat eigenlijk? Je gezin. Je werk. Of misschien wel je relatie met God.
Een christen – zegt Petrus – is iemand die dat niet laat gebeuren. Iemand die zegt: niet mag er in de plaats komen van mijn relatie met Christus. Niets. Een christen beseft: er zijn heel veel dingen voor me belangrijk, maar mijn ziel wil ik niet verliezen, mijn relatie met God is me alles waard.
Ik las eens een interview met een advocaat, die christen was en in de zakenwereld veel bereikt had. Aan hem werd de vraag gesteld, wat hij als zijn grootste zonde zag. Toen antwoordde hij dit: dat ik God niet naar waarde schat en Hem als hoogste goed in mijn leven beschouw.
Ik ga afronden.
4. Een spiegel
Petrus houdt ons vanmorgen een spiegel voor. En die spiegel is niet aan leeftijd gebonden. Kijk eens zegt Petrus, een christen is (1) iemand in wie iets van het karakter van Jezus zichtbaar is; (2) iemand van wie het leven reactie oproept, omdat hij of zij een leesbare brief is; een brief hopelijk die naar Jezus verwijst; en (3) iemand die zijn relatie met Jezus het allerbelangrijkste vindt.
5. Ja maar
Best wel confronterend gemeente, vindt u niet, de spiegel die Petrus ons voorhoudt. Want als je naar je eigen leven kijkt, wat schort er dan nog veel aan. En ondanks dat veel zegeningen van God ontvangen, wat doen wij de Here dan toch vaak tekort.
6. Slot
Volgende week hopen wij heilig Avondmaal te vieren. En samen stil te staan bij wat de Here Jezus voor ons heeft gedaan. Neem dit woord van Petrus de week in. Lees of luister de preek nog een keer. Kijk nog eens in de spiegel hoe je leven er nu voorstaat. Wat niet goed is of beter kan, bespreek dat deze week met God. Belijd het Hem maar. Speel maar open kaart met Hem. Deze preek is niet bedoeld om de drempel om aan te gaan voor u of jou nog hoger te maken. Maar vooral als een stimulans om Niemand anders dan Jezus over te houden. Want hoe beter je jezelf kent, hoe meer je weet dat je Hem nodig hebt, hoe dieper je de vreugde van Zijn vergeving en genade zult ervaren. Want Hij gaf Zijn leven tot een volkomen verzoening van al onze zonden.
Ik hoop en bid dat wij zo bekend zullen staan, als de mensen die daarom zielsveel van Jezus houden.
Amen.