Datum: 9 december 2018
Download PDF
1. Doods en toch levend
Ik sta er elke keer weer van te kijken. Hoe uit zo’n doodse Amaryllisbol, waar je helemaal niets aan ziet, die je ook geen water hoeft te geven, opeens – als uit het niets – een nieuwe scheut te voorschijn komt. Een groen sprietje, dat uitgroeit tot een lange stengel, waaraan een prachtige bloem gaat groeien. Misschien heb je er wel een in de vensterbank staan; onlangs als kerstattentie gekregen. Wonderlijk toch, hoe dat kan?! De bol lijkt dood, maar komt toch tot leven.
2. Een twijgje uit een stronk
Eigenlijk is dat wat Jesaja ziet gebeuren. Een twijgje, een nieuw groen takje, dat uit zo’n afgehakte boomstronk omhoog groeit. Ineens valt zijn oog erop. Ik zie Jesaja ergens buiten Jeruzalem zitten, misschien wel op de Olijfberg. Hij is nog helemaal vol van de vorige profetie (slot van hoofdstuk 10). Met angstaanjagende woorden had hij de komst van het Assyrische leger geschilderd. Steeds dichterbij kwam het. Door dorpen heen, over de bergen, een spoor van vernieling laat het leger achter. Ajath, Migron, Michmas. Het ene dorp na het ander valt in handen van de vijand. Rama siddert, Gibea slaat op de vlucht. Daarknakken de eerste stammen al. Daar sneuvelen de ceders van de Libanon, ja zelfs de rijzigste bomen moeten er aan geloven. Tegen Assyriëis niets en niemand opgewassen. Ook Israel en zijn koningshuis zal onder de voet gelopen worden. De stam van Israël wordt omgehakt; ook Juda zal het onderspit delven. Alleen een stronk blijft er nog over.
En ze hebben het nog verdiend ook. Wat was er gebeurd? Het noordelijke rijk Israël had een verbond met Syrië gesloten. Men wilde een vuist maken tegen Assyrië en vroegen aan koning Achaz van Juda om mee te doen. Maar Achaz durft dat niet. Hij is in grote paniek. Wat moet hij doen. Dan komt de profeet Jesaja langs, met een woord van de Here. ‘Je hoeft niets te doen, vertrouw op de Here. Hij zal voor je zorgen.’ Maar Achaz slaat dat woord in de wind en achter de rug om van de koning van Israël en Syrië sluit hij een verbond met Assyrië. En dan gaat het mis. God trekt zijn beschermende handen af van de koning. Het leger van Assyrië valt binnen en verwoest niet allen Israël, maar trekt ook op naar de poorten van Jeruzalem. Wat zal er van Juda overblijven? Het zal net als het noordelijke 10 stammenrijk verwoest worden. De boom wordt afgehakt. Er blijft alleen een tronk over.
Dan valt ineens het oog van Jesaja op een afgehouwen boomstronk tegenover hem. Ja zo is het met Juda gesteld. Wat blijft er over? Maar met dat hij overmand wordt door een diep gevoel van moedeloosheid, vansomberheid, is daar ineens de Geest van God die begint te spreken. Zie je die tronk, Jesaja? Ja, die ziet hij wel. Uit die tronk, uit de stam van Isaï, zal Ik een nieuw begin maken, zegt God. Een jonge scheut zal eruit opgroeien. Uit dezelfde stronk als van Isaï. De stamboom waaruit ook koning David afkomstig is. Zo ontvangt Jesaja opnieuw een profetie. Op de bodem van ellende en hopeloosheid, dwars door het oordeel heen, zet God de deur van de hoop open. Dat is God ten voeten uit. Het verleden heeft niet het laatste woord. Hij weet raad met de brokstukken van ons leven.
Er zal Iemand komen. Een nazaat van David, door wie God een nieuw begin gaat maken. Zo ontvangen we Jesaja 11. Het is een bijzondere profetie. Over de Messias die komen zal en het vrederijk.
3. De Messias en Zijn missie
Wat valt op aan de profetie? Een paar dingen.
a. Vrederijk. Daar waar de messias is, wordt iets van Gods toekomst zichtbaar. Kijk naar de verzen 6-9. Dieren zullen elkaar niet meer naar het leven staan. De band van mens en dier wordt hersteld. Kinderen kunnen spelen met gevaarlijke dieren. Vers 9: nergens zal men kwaad doen of verderf aanrichten. Hier zien we een plaatje van Gods nieuwe wereld. Het ligt nog heel ver vooruit, maar Jesaja ziet het al, als de Geest hem inspireert.
b. Rechtspreken. De Messias zal ook het recht brengen op aarde. De verzen 3-5. De messias zal heel anders naar mensen kijken dan wij. Wij beoordelen mensen op basis van hoe iemand op ons overkomt en wat we over iemand hebben gehoord. Maar Hij kijkt naar het hart. Hij weet wie we werkelijk zijn. Hij oordeelt ons niet op basis van wat anderen zeggen. Hij doet recht. Elke beslissing die Hij neemt, zal juist zijn. Terwijl in Israël in die dagen de rechtbanken gevuld waren met omkoperij en corruptie. Mensen werden veroordeeld op basis van fakenews. Maar hier niet: gerechtigheid zal de gordel van zijn heupen zijn en waarheid de gordel om zijn middel. En dan het begin.
c. De geest van God. De messias zal vol zijn van de Geest van God. En dat is – volgens vers 2 – een Geest van wijsheid en inzicht (intellectuele toerusting), een Geest van raad en sterkte (praktische toerusting, moed om taak uit te voeren), en de Geest van kennis en vreze des Heeren (de intieme omgang met God). Bijzondere woorden. Wist u dat in de geschiedenis van Engeland Jesaja 11:2 altijd gelezen werd bij de installatie van rechters en magistraten? Zij hebben de Geest van God nodig om eerlijk en rechtvaardig te kunnen rechtspreken. Dezelfde woorden zijn de eeuwen door in Engeland ook altijd uitgesproken of gezongen bij de kroning van koningen en koninginnen.
Weet u wat deze profetie zo bijzonder maakt. Dat hij vervuld is in de Here Jezus! Het woordje ‘twijgje’, netzerin het Hebreeuws, dat komt van dezelfde stam als ‘Nazaret’. Het woord Nazarenerbetekent twijgje of tak. In het NT heeft men deze profetie gezien als een beschrijving van de Here Jezus. Zo zegt Mattheus: ‘Hij ging wonen in de stad Nazaret, en zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeten: Hij zal Nazarener genoemd worden’ (2:23). Dit alles geeft aan deze profetie een diepe betekenis. Want waar Jezus is en mensen Hem leren kennen zien we oplichten wat hier geprofeteerd wordt. Alle drie de aspecten.
4. Jezus en wat Hij geeft
a. Vrederijk. Veel van de profetie over het vrederijk staat nog uit. Israël wacht daarop. De wereld moet daar ook nog op wachten. Maar iets wordt alzichtbaar in de kring van de gemeente. In het bijzonder in het avondmaal. Als broeders en zusters elkaar vinden in de Here Jezus en aan een en dezelfde tafel zitten. Jezus verzoent ons met God en van daaruit ook met elkaar. Verschillen worden opgeheven als we samen van het ene brood eten en uit een beker drinken. Een voorsmaak van wat komt.
b. Jezus doet recht. Hij oordeelt niet naar wat hij hoort, Hij kijkt naar ons hart. Een ding interesseert Hem maar. En dat is: of wij Hem liefhebben. Heb je Mij lief? Werkelijk lief. Maar dieper dan Jesaja 11, is Jezus niet alleen degene die oordeelt, maar degene die het oordeel draagt. Al onze ongerechtigheden, ongeloof, ongehoorzaamheid, lauwheid, heeft Hij gedragen aan het kruis. De rechter is de redder, die zelf zijn leven gaf. Daar spreekt het avondmaal van. Dat wat ons niet lukt, heeft Hij voor ons gedaan. Verzoening met God. In brood en wij biedt Hij zichzelf aan ons aan.
c. Hij geeft de Geest. En dan Jesaja 11:2. Als je je toevlucht neemt tot Jezus, dan schenkt Hij je Zijn Geest. Om te kunnen leven zoals God dat bedoelt. De Geest geeft je wijsheid en inzicht; hij geeft je raad en sterkte. Dat wat je elke dag nodig hebt, geeft Hij mild en overvloedig, zonder verwijt. Maar vooral: als de Geest van kennis en vreze des Heeren, herstelt Hij de intieme omgang die in het paradijs verloren was gegaan. De Geest leert je wandelen, spreken met God. Hij herstelt en voedt met brood en wijn, met de woorden van God, de intieme omgang met de Vader.
5. Een tafel van vrede en overvloed
Lieve mensen, hoor in de profetie van Jesaja een hartelijke uitnodiging van God. Het zijn verlangen om wat in Zijn lieve Zoon zichtbaar is, ook in de wereld en in onze levens uit te werken. Kom, want alle dingen zijn gereed. Laat je aan de tafel verzadigen met het beste dat God je kan geven: dat is de Here Jezus zelf. Amen.