Een laatste Woord!

Schriftlezing: 2 Koningen 17:6-23 - Hosea 1:1-3a
Datum: 9 september 2018
Download PDF


1. Met stomheid geslagen

Stel u voor: een gemeente heeft een predikant nodig. De kerkenraad stelt een profiel op. Er komt een beroepingscommissie. Mensen gaan op pad om te horen. En uiteindelijk vinden ze een kandidaat, die goed lijkt te passen. Ze beroepen hem en hij neemt het aan. Iedereen is blij en dankbaar. De datum van de bevestiging wordt gepland. En de week voordat hij bevestigd wordt, hoort men dat hij verkering gekregen heeft. ‘En, is het een leuk meisje?’ vraagt iemand. ‘Nou,’ zegt een ander, het gerucht gaat dat zij een prostituee is geweest, of nog is’. Ze komt uit de roze buurt van Amsterdam. U begrijpt dat het laatste woord over deze verkering nog niet gezegd is. Want hoe komt hij aan haar? Is hij een bezoeker van de roze buurt dan? En wat is dat voor een meisje? Kan dat zomaar? Kan zij trouwen met een gereformeerde jongen? Kan zij vrouw van een dominee worden? Ik neem aan dat een kerkenraad nog wel even wil praten met de kandidaat voordat hij wordt bevestigd.

Het gesprek vindt plaats. En het wordt nog spannender. Want de kandidaat zeg dat hij dit van God moet doen. Ik denk dat een paar mensen zich achter de oren zullen krabben. Zou God dat echt willen? Ik kan het me haast niet voorstellen, denk iemand hardop. Het is misschien wel mooi om een prostituee een hoopvolle toekomst te geven… maar dat God dit wil? Een ander denkt stilletjes: wat een rare vent. Zou er niet een steekje los zijn bij hem. Ik ben benieuwd of dit gaat werken in de gemeente. Misschien heeft hij wel allerlei rare ideeën. Kunnen we de bevestiging niet beter afblazen.

2. Een schokkend boek

Zo heftig, gemeente, is het boek Hosea. Hij moet van God met een prostituee trouwen. Er zijn uitleggers die dit willen afzwakken. Ze vinden het te aanstootgevend dat zijn vrouw een prostituee zou zijn. ‘Gomer was een lichtzinnige vrouw, die niet veel nodig zou hebben om met andere mannen te heulen’ (CG Vreugdenhil). Of: ‘Gomer is een meisje in wie de aanleg schuilt om ontrouw te worden. Een vrolijke frans, een lichtzinnige vrouw, een uitgaanstype’ (J Westerink). Nee, dat is te gemakkelijk. Hosea moet een relatie aangaan met een van de prostituees en met haar trouwen. Een vrouw uit de roze buurt of iemand die als tempelprostituee werkt. In de tempels van de Kanaänitische afgoden, waren vrouwen waar mannen langs konden gaan om sex te hebben om zo de vruchtbaarheid van gezin en akkers voor het nieuwe seizoen zeker te stellen.

Maar het pijnlijke van dit boek Hosea is nog niet eens dat de profeet met een prostituee moet trouwen. Er zijn voorbeelden van vrouwen die uit de prostitutie komen en dat leven achter zich laten en later toch gelukkig getrouwd zijn. Door Gods genade kan het kwade ten goede gekeerd worden. Maar het schokkende is, dat Gomer na het huwelijk vreemd gaat. Van de drie kinderen die zij krijgen, is alleen de eerste van Hosea. Tenminste daar staat expliciet bij, dat zij hem een zoon baarde (1:3). Bij de overige kinderen staat dat niet. Dat vreemd gaan na het verbond van het huwelijk, dat is de eigenlijke pijn van het boek. Iedereen die dit heeft meegemaakt, weet als geen ander, wat een diepe wonden vreemdgaan met zich meebrengt. Of als er een ander in het spel is. Of als je partner met een pornoverslaving worstelt. Het vertrouwen wordt zo beschadigd. Ben ik dan niet goed genoeg? Waarom? Hoe nu verder?

Gemeente, de relatie van Hosea met Gomer is een beeld voor hoe God kijkt naar de relatie die Hij heeft met Israël. Het verbond dat ze samen hebben. De trouw die ze elkaar hebben beloofd. Het gaat niet goed met die relatie. Naast God zijn er andere partners in het spel. Israël gaat vreemd. Er is sprake van overspel. Dat is de tragiek van dit boek.

Hoe heeft het zover kunnen komen? Wat is er precies aan de hand?

3. De tijd van Hosea

Het boek start te vertellen dat God tot Hosea begint te spreken in de dagen van Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia, koningen van Juda en in de dagen van Jerobeam, koning van Israël. Hosea is een profeet die door God gestuurd wordt naar het noordelijke rijk. Het 10 stammenrijk van Israël. Het zijn de nadagen van dit rijk. Hosea treedt op van 750-725 voor Christusen een paar jaar later in 722 valt de hoofdstad Samaria door de inval van het Assyrische leger. Tien jaar nadat de profeet Amos, ook een profeet in het noordelijke rijk, had lopen prediken, komt er nog een profeet het toneel op. Hosea is de laatste profeet van God voor de tien stammen van Israël in het Noorden. Zijn boodschap is het laatste woord voordat het tienstammenrijk in ballingschap wordt gevoerd.

Hosea treedt op in de dagen van Jerobeam. Dat is een tijd van ongekende welvaart. De Israëlische economie profiteerde van de wereldhandelsroutes tussen Europa en Arabië, die over hun grondgebied liepen. Er waren handelaars en bankiers die er bijzonder rijk van werden. Maar ook al was de levenstandaard enorm gerezen, er ontstond een tweedeling in de maatschappij. Veel mensen genoten van luxe goederen die beschikbaar waren. Sommigen hadden een tweede huis in wat koelere heuvels van het bergland van Samaria. Er kwam een nieuw soort bovenlaag in de samenleving: aristocratie, die het goed had en de gewone mensen die nauwelijks rond konden komen.

Op moreel vlak waren de gevolgen van deze overvloedige rijkdom ook zichtbaar. Het land stond bol van financiële schandalen, omkoperij en corruptie. Als je de rechters in een rechtbank niet omkocht, kon je je recht wel vergeten. Al gaan de weg verviel het land in de zeven-dagen-economie; de sabbat werd steeds meer een werkdag. De toename van geld en rijkdom leidde ook tot gemakzucht. Seksuele losbandigheid was aan de orde van de dag en het alcoholgebruik nam met sprongen toe.

Het geestelijke levenbloeide sterk op, maar het was niet de godsdienst van Israël. Het volk had meer interesse gekregen voor de godsdiensten van de volken rondom hen. De godsdiensten en godsdienstige voorwerpen en rituelen uit het Oosten en Westen, die meekwamen met de handelsreizigers. Maar vooral de inheemse godsdienst van de Kanaänieten was populair; veel Israëlieten liepen hiernaar over. In deze godsdienst was een speciale plek ingeruimd voor ‘moeder natuur’, zij werd aanbeden. De vruchtbaarheid van de aarde was een belangrijk thema. Zozeer dat de vrome gelovigen in de tempels van Bethel en Samaria seks hadden met mannelijke en vrouwelijke prostituees. Men geloofde dat je op die manier God tot het geven van een grotere oogst kon bewegen. Ze richten zelfs in Bethel een gouden kalf op. Het mannelijke stierkalf was een verwijzing naar mannelijke kracht en vruchtbaarheid.

Israël, het heilige volk van God, dat een heilig priesterschap en een koninklijke natie had moeten zijn, was net zo’n volk geworden als alle andere.

Gemeente, het zou volledig terecht zijn geweest als God zijn handen van het Israël afgetrokken had en dat hij nieuwe start gemaakt zou hebben met een ander volk. Maar dat is het verrassende van dit boek, van wat de Bijbel laat zien, zo is God niet! De Heere was getrouwd met Israël en wil niet van Zijn volk scheiden. Omdat Hij een verbond gesloten heeft met hen, is Hij vastbesloten om te blijven. Dat is eigenlijk onvoorstelbaar, als je erover nadenkt. Want je zou zeggen, na alles wat er tussen God en Israël gebeurd is, is er eigenlijk maar één conclusie mogelijk: dit gaat niet werken. Moet je soms niet gewoon de conclusie trekken: het is maar beter dat ze uit elkaar gaan. Het zit er gewoon niet in. Met Israël gaat het niet lukken.

Maar – en dat is de hoofdlijn van dit boek – de Here verbreekt het verbond niet. Hij zet Israël niet aan de kant. De Here kan het niet over zijn hart verkrijgen. Ik Hosea 2:18 zegt God het zo: ‘Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen: ja, Ik zal u tot Mijn bruid nemen in gerechtigheid en in recht, in goedertierenheid en in barmhartigheid’.

Ik leg de vinger even bij het woordje goedertierenheid. Dat is altijd lastig om te begrijpen. Het is in de profetie en de omgang van God met zijn volk een sleutelwoord is. Goedertierenheid is de vertaling van het Hebreeuwse woord chesed. Moeilijk te vertalen in het Nederlands. Het woord is verbondstaal. Het geeft aan met wie je een verbondsrelatie hebt. Het wordt in de NBV met ‘liefde’ vertaald, maar het is meer. Het heeft ook met loyaliteit, met trouw te maken. Het betekent onvoorwaardelijke liefde, standvastige trouw. De houding die helemaal past bij het verbond. Het betekent dat je zo toegewijd bent aan iemand, dat je altijd van die ander zal blijven houden – wat er ook gebeurt. Het verbond tussen God en Israël wordt getekend door de verbondsliefde, door de chesed, de Ik-loop-nooit-weg-liefde.

God beloofde in zijn verbond voor het volk te zorgen, hen te beschermen en hen altijd van het nodige te voorzien. Zo had Hij het volk uit Egypte gered, hen door de woestijn naar het beloofde land gebracht. God zocht naar gehoorzaamheid, naar een bruid die wilde leven zoals Hij dat van haar mocht verwachten. Maar Israël was niet die bruid die God zocht. Ze liep achter andere minaars aan en liet God in de koud staan. Dat is de tragiek van dit boek. De pijn van de zonde.

4. Gods reactie op de ontrouw van Israël

Wat deed God van zijn kant om Israël tot inkeer te brengen? Twee dingen in het bijzonder. In de eerste plaats:

a. Hij trok zijn beschermende handen weg.

De Hereschudde aan de levensboom van zijn volk. Met als gevolg dat er allerlei problemen ontstonden. Het volk dat zijn vruchtbaarheid zocht bij Baäl, kreeg te maken met oogsten die mislukten. Het land werd geteisterd door periode van grote droogten; zodat er tekort aan water ontstond. Door meeldauw en sprinkhanen werd de oogst vernield en ontstond er een tekort aan voedsel voor de beesten. Er kwamen vijandelijk invallen in het land; het vee werd geroofd. Steden werden getroffen door de bliksem, hele stadswijken werden verwoest. Er kwam een geweldige aardbeving. Zo’n grote dat 250 jaar later er door de profeet Zacharia nog over gesproken werd. En als laatste was er de dreiging van de Assyriërs. In het jaar 722 zouden zij het land binnenvallen en het tienstammenrijk in ballingschap voeren. Op allerlei manieren – door natuurlijk omstandigheden heen – heeft God geprobeerd zijn volk wakker te schudden. En het tweede dat God deed: hij sprak niet alleen door zijn profeten, maar maakte de boodschap zichtbaar door

b. symbolische handelingen.

In het woord van de profeten klinkt Gods worsteling om het behoud van zijn volk. Niet alleen met de mond moesten zij Gods woorden doorgeven. Ze hebben ook met symbolische handelingen laten zien wat God tot zijn volk wilde zeggen. Zo moest de profeet Jesaja een paar jaar blootshoofds en op blote voeten door de straten van Jeruzalem lopen. Hij moest zijn kinderen profetische namen geven: ‘haastige roof-spoedige buit’ en ‘een rest keert terug’. Zo kreeg Jeremia de opdracht een kostbare gordel te kopen voor veel geld, en die te verbergen op een plaats, waar hij helemaal zou verteren door de inwerking van water, weer en wind. Zo moest Jeremia ongetrouwd blijven om daarmee te profeteren hoe God zich voelde zonder zijn Israël. Ezechiël’s vrouw sterft plotseling, maar de profeet mag er niet om treuren; hij moest op die manier laten zien dat God ook van Zijn vrouw beroofd was. En op dezelfde manier moest Hosea door met Gomer te trouwen en door de pijn van ontrouw en vreemdgaan laten zien hoe God tegen de relatie met Israël aankeek.

5. De ‘laatste kans’ profeten

Hosea is dus een aangrijpend boek. Een laatste woord van God. Een laatste kans op bekering. Samen met Amos was Hosea de laatste profeet die God naar het noordelijk rijk van Israël stuurde. Kwam Amos met stevige beschuldigingen en harte taal, Hosea kwam met een liefdevolle maar niet minder dringende oproep op terug te keren tot de Here. Concentreerde Amos zich op de rechtvaardigheid van God en het sociale onrecht, Hosea richt zich vooral op de verbondsrelatie met God. Op de exclusie aandacht en liefde die God van zijn volk verlangt. Het boek Hosea is een laatste woord van God, een liefdevolle en emotionele oproep aan Israël om terug te keren tot de God met wie ze vanaf het allereerste begin verbonden was.

6. Blijvende betekenis

Wat kunnen wij als christelijke gemeente van dit boek leren, als we eruit preken, als we op de bijbelkringen het boek bestuderen? De focus van dit boek ligt op de exclusieve relatie van God met Israël. Die relatie is de Here heilig. Hij wil van hart tot hart met Zijn volk verbonden zijn. Wij mogen dankzij het offer van de Here Jezus met de Here God verbonden zijn. Geloven in God is ten diepste een verbondsrelatie. Geloven is het hebben van een relatie met God. Er zijn net als in een huwelijk twee partners. Natuurlijk niet gelijkwaardig. God is niet als ons mensen. Hij is vol majesteit en verheven, heilig en zonder zonde, maar dat is het wonder, Hij wil een relatie aangaan met ons, mensen die gevallen zijn, op wie van alles aan te merken is. God is zo genadig dat zijn hart en zijn handen naar ons uitgaan. Ik ben niet alleen je Schepper, maar mag ik ook je Vader zijn. God nodigt elke mens uit om in die verbondsrelatie te stappen. Bij ons is dat geformaliseerd in belijdenis doen. Dat je publiekelijk ja zegt tegen de Here. Tegen de God die je schepper is, met wie je door je opvoeding, door de Bijbel en wat je in de kerk meekrijgt, steeds meer vertrouwd raakt. Dan komt er een moment dat je zijn liefde beantwoord door ja te zeggen. Dan is het verbond verzegeld. Dat is de relatie officieel. En iedereen die belijdt te geloven, mag zo in relatie staan met de Here.

En in die relatie staat aan de ene kant de belovende God, die in de Here Jezus onze Verlosser is. Hij zegent ons. Hij is ons genadig. Hij leidt ons door Zijn Geest. En wij van onze kant, zijn geroepen om Hem te vertrouwen, lief te hebben en te gehoorzamen (doopformulier). En de vraag die zo door Hosea naar ons toekomt, is: hoe staat het er voor met onze relatie met de Here? Leven we met Hem? Nemen we zijn woorden serieus? Hebben we Hem lief? Of is het net als bij Israël, dat ons hart uitgaan naar andere dingen, naar andere goden, naar afgoden?

HC 95 zegt: ‘Afgoderij is in plaats van of naast de enige ware God, die zich in zijn Woord geopenbaard heeft, iets anders bedenken of hebben waarop men zijn vertrouwen stelt’. Dat kunnen dus dingen zijn die je zo in beslag nemen, en je hart gaan beheersen, dat God steeds meer op de achtergrond raakt. Tim Keller heeft hierover een indringend boek geschreven: ‘Namaakgoden’. Hoe elke cultuur zijn eigen verzameling afgoden heeft: schoonheid, macht, seks, geld, prestatie, die zo belangrijk zijn geworden, dat omwille hiervan, mensen niet alleen hun leven ‘offeren’, en gezinnen, relaties en levens verwaarlozen en verwoesten, maar ook schade lijden aan hun ziel, doordat de Here God, en Zijn beloften en geboden, steeds meer naar de achtergrond verdwijnen. Wat grote gevolgen heeft voor het persoonlijk geloof en voor de toekomst van de kerk.

Het boek Hosea is bedoeld om ons te zuiveren in onze relatie met de Here. Bedoeld als een spiegel, om te zien welke dingen er tussen ons en God geschoven zijn, welke afgoden wij in ons leven hebben. Ik hoop en bid dat het boek Hosea ons brengt tot de verwondering van wie de Here is en dat het ons helpt de omgang met Hem op de eerste plaats in ons leven te zetten. Want wat baat het een mens, als hij de hele wereld wint, maar schade lijdt aan zijn ziel.

Amen.