Datum: 25 maart 2018
Download PDF
1. Eeuwig leven? Nee bedankt!
Afgelopen week rolde er een tijdschrift in de bus van Gouda Living. Een regionaal lifestyle magazine voor Gouda en omstreken. Mijn aandacht werd getrokken door een column met de titel ‘Eeuwig leven? Nee bedankt!’. De auteur benoemt het verlangen dat wij mensen hebben om gezond te zijn en lang te leven zodat we onze verlangens kunnen realiseren. Leef je eeuwig, dan heb je opeens tijd om je plannen te verwezenlijken. Geen haast meer. Geen stress. Maar al gaande weg het artikel komt de auteur een beetje op dat verlangen terug. Want als je niet meer doodgaat, is dat wel zo’n fijn vooruitzicht? Tot hoe lang blijf je dan werken? Waarom zou ik nu iets doen, als ik het eindeloos kan uitstellen? Mag je dan nog wel kinderen krijgen, als iedereen hier blijft rondlopen? Is er dan wel genoeg voedsel op aarde voor iedereen? En wat te denken van het klimaat dat verandert en het tekort aan water? En zo komt de auteur langzaam tot de conclusie: Oud worden is prima, maar onsterfelijk? Nee, daar zit ik niet echt op te wachten. Dat kun je geen leven meer noemen. ‘Eeuwig leven? Nee bedankt!’
Ik denk dat veel mensen ook zo’n idee hebben: eeuwig leven, dat is dit leven maar dan oneindig lang. En de hemel? Dat is een soort eeuwig durende kerkdienst.
Eeuwig leven, wat is dat eigenlijk? Hoe kan ik dat ontvangen? Wat moet ik daarvoor doen?Dat is de vraag die iemand aan Jezus stelt. Een jonge man volgens Mattheus, komt naar Jezus toe met de vraag: Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?
2. Leven in de komende wereld
Om de vraag van deze jongen te begrijpen, moeten we even terug in de tijd. Voor de Joden in de tijd van Jezus is het eeuwig leven niet dit leven dat oneindig wordt uitgerekt, maar leven in de eeuw die komt. De Joden maakten onderscheid tussen de huidige wereld en de komende wereld. De huidige wereld, hun eigen tijd, was vol met zonde en onrecht, leugens en onderdrukking. Goede mensen maken lijden mee, kwaadaardige mensen komen ermee weg. Maar in de komende wereld zou dat allemaal anders zijn. Dan zou God recht spreken en het kwaad definitief van deze aarde verwijderen.
De vraag van de jongen naar het ‘eeuwige leven’ gaat dus over de nieuwe wereld die God laat aanbreken. Een wereld waarin geen zonde en verdriet, geen oorlog en lijden meer zijn. Waar alles is zoals God het oorspronkelijk bedoeld had. Waar ieder mens zal floreren en in vrede leven. Tussen de huidige wereld en de komende wereld zit een diepe kloof. De oude wereld gaat niet geleidelijk over in de nieuwe wereld. Het vereist een krachtig ingrijpen van God, waarin Hij het kwaad van de aarde verwijderd. Zonder dat Hij ingrijpt, gaat de nieuwe wereld er niet komen.
En iedere Jood die dit geloofde, hield zich bezig met de vraag: ben ik iemand die de komende wereld zal kunnen binnengaan. En zo ja: Wat moet ik daarvoor doen, wat moet ik ervoor laten? Zo komt deze jongen naar Jezus toe met zijn vraag.
3. God houdt van zoekers
Weet u wat ik bijzonder vind? Dat Marcus vertelt dat Jezus deze jongen liefheeft. Jezus kijkt hem aan en heeft hem lief (vs. 21). Waarom? Ik denk omdat deze jongen Jezus opzoekt. Hij zit met zijn twijfels. Hij komt ergens niet uit. En met die vragen gaat hij naar Jezus toe. Uit zijn houding proef je zijn oprechte belangstelling. Je kunt je vragen en twijfels gebruiken als een excuus om niet in beweging te komen, om het appel van Jezus naast je neer te leggen. Maar hier is dat niet het geval. Hij snelt naar Jezus toe en valt voor Hem op de knieën. Goede Meester wat moet ik doen. Jezus kijkt hem aan en heeft hem lief.
Dat is iets om te onthouden. God verlangt niet van ons dat we geen twijfels hebben. Hij verwacht niet dat we alle antwoorden op zak hebben. Hij verheugt zich erin als we op zoek gaan naar antwoorden. Bij de Here Jezus zelf, door gebed. Bij iemand uit de kerk. Bij een ouderling of dominee. Neem dat mee, als het voor jou geldt. Blijf niet zitten met je vragen, maar stel ze maar. Jezus houdt van zoekers. Hij kijkt de jongen aan en heeft hem lief.
4. Wat is nodig?
De vraag van de jongen aan Jezus is een hele existentiële vraag. Wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? In de kerk hebben we deze vraag vaak verstaan, dat de jongen wilde weten of en hoe hij na zijn sterven in de hemel zou kunnen komen. Het is inderdaad de troost van het evangelie, dat iemand die in geloof sterft, na zijn dood, bij Christus zal zijn. Maar de vraag van deze jongen gaat niet over de hemel, maar over Gods nieuwe wereld. Hoe kom ik daar?
Wat voor antwoord geeft Jezus hem? Het antwoord is duidelijk: (slot van vers 21) neem je kruis op en volg Mij! Dat is de roep die steeds weer in het evangelie klinkt. Kom en volg Mij. Wat is nodig om Gods toekomstige wereld binnen te gaan, om het eeuwige leven te beërven? Één ding is nodig: dat je gehoor geeft aan Jezus onderricht en bereid bent als gevolg daarvan lijden te verdragen. Dat je dus luistert naar de stem van Jezus en dat je je leven op Hem oriënteert. Ook als dat ingaat tegen wat jezelf graag wilt. Ook als dat tegenstand oproept. Ook als je daardoor in je vriendenkring, je studie, op je werk alleen komt te staan. Ook als mensen het belachelijk vinden dat jij je door de Bijbel en de woorden van Jezus laat gezeggen. Neem dat kruis op en ga de weg die Jezus gaat. Met vallen en opstaan. Dat wel, maar toch. Laat die gezindheid in je zijn die ook in Jezus Christus was.
Kom en volg Mij. Dat is de uitnodiging die Jezus aan mensen doet. Ook vanmorgen. Tegen jou, die nog geen belijdenis gedaan hebt: zou je Mij willen volgen? Aan U, die jaren geleden belijdenis deed: kan Ik nog steeds op u rekenen? En die vraag van Jezus kwam ook naar jullie toe, die vanmorgen belijdenis doen. Wil je Mijn discipel zijn? We hebben een heel seizoen nagedacht over wat dat betekent. Wat geloven is. Wie de Here God is. Wat de Here Jezus voor ons heeft gedaan. We dachten na over het werk van de Heilige Geest en de kerk. Mooie en diepgaande gesprekken waren het. Daarin kwam ook de roepstem van Jezus naar jullie toe om in Hem te geloven en Hem te volgen, om Zijn getuige te zijn in deze wereld, waar je woont, op je werk, in je vriendenkring. Jullie zeggen straks ja, omdat je het point-of-no-return gepasseerd bent. Niet omdat je antwoord heb gekregen op al je vragen, maar omdat je de roep van Jezus niet naast je neer kon leggen. Wat dat een gemakkelijke keuze? Nee, dat niet. Je helemaal aan Iemand toevertrouwen, dat doe je niet zomaar. Er waren ook bij jullie obstakels en zonden die in de weg stonden. Op een avond hebben we die allemaal bij het kruis gebracht, en de brief die jullie als een belijdenis hadden geschreven de dag er naar verbrand. In het vertrouwen dat God het jullie vergaf, om Christus wil. Obstakels waren er.
Zo ook bij deze jongen. Één ding ontbreekt u, zegt Jezus tegen hem. Wat was het ene hem ontbrak? Dat ene wat hem ontbrak, dat was Jezus zelf. Ik ben dat Ene nodige. Je heb Mij nodig om het eeuwige leven te verkrijgen. Vandaar de oproep: kom en volg Mij.
5. Wat staat in de weg?
Toch is het opvallend dat Jezus niet met de oproep om Hem na te volgen begint. Jezus verwijst eerst naar de tien geboden. Je kent de geboden: U zult geen overspel plegen; u zult niet doden; u zult niet stelen; u zult geen vals getuigenis afleggen; u zult niemand benadelen; eer uw vader en uw moeder.
Dat is best bijzonder. Waarom doet Jezus dat? Nou dat wordt duidelijk als je even naar de geboden kijkt. Van de 10 geboden noemt Jezus alleen de geboden 5 t/m 9. Die gaan over liefde tot de naaste. Maar Jezus laat de geboden 1-4 en 10 weg. Dat zijn de geboden die gaan over de liefde tot God en over begeerte. En juist daar ligt bij hem het probleem. De jongen is rijk en heeft veel bezittingen. Jezus peilt zijn hart en brengt aan het licht dat zijn rijkdom de zwakke plek is in zijn leven. Het obstakel dat naar God toe in de weg staat. Al gaandeweg heeft zijn rijkdom en bezit een overheersende plek in zijn leven gekregen. Zodanig, dat God steeds meer naar de achtergrond raakte. God bungelde er maar een beetje bij. Dat kan niet. Dat is Zijn eer te na. Als dat zo is, is er maar één ding wat je kunt doen: weg ermee! Vandaar de opdracht van Jezus: verkoop alles wat je hebt en geef het aan de armen. Jezus dwingt hem om zijn afgoden weg te gooien en God de eerste plek in zijn leven te geven.
Er zijn mensen die dit woord van Jezus letterlijk hebben genomen. Ze kozen voor armoede en een zwervend bestaan. Zo kennen we de Waldenzen. De Minderbroeders. De Benedictijnen. Mensen deden afstand van hun spullen en zochten het klooster op. Ook vandaag zijn er (jonge) mensen die een welvarend leven in de Westerse wereld hebben losgelaten en de zending zijn ingegaan. In het voetspoor van Jezus leven ze sober en zien om naar minderbedeelden. Zo zijn ze voor velen tot zegen geweest. Net als de discipelen van Jezus dat hebben gedaan. In vers 28 zegt Petrus tegen Jezus: ‘Zie, wij hebben alles verlaten’ (ons vissersscheepje, ons gezin en familiekring) en we zijn u gevolgd.
God kan ons tot zo’n levensweg roepen. Maar de vraag van Jezus is breder en komt ook naar ons toe vanmorgen. Wat staat jou in de weg om Hem volgen? Wat belemmert je om je nog meer aan Hem toe te wijden?
Het kan een bepaalde zonde zijn of verslaving. Dat is het nu het moment om daar mee te breken. Het kan een relatie zijn die je geen goed doet maar je bij Jezus vandaan houdt. Dan sta je dus voor de keus voor wie je kiest. Het kan iets zijn dat je helemaal in beslag neemt. Als je naar je agenda kijkt: waar gaat al je tijd naar toe? Aan wie wijd je al die dingen die je moet doen voor je werk, voor je gezin? Zoek je in dat alles ook het Koninkrijk van God of ben je alleen bezig met de koninkrijken van andere goden? Kijk eens naar de afschriften van je bankrekening. Waar gaat je geld naar toe? Sponsor je alleen jezelf of ook anderen? Heeft de manier waarop je geld uitgeeft, ook iets te maken met toewijding aan God? Of is het een investering die je erop nahoudt naast God? Of kijk eens naar de verzameling van zorgen die je hebt. Er zullen dingen zijn waar je je (grote) zorgen over maakt, en terecht. Of nemen ze zulke grote proporties aan dat ze veel meer aandacht krijgen dan God? Met andere woorden: wat voor jou het meest belangrijk is, is dat wat de meeste tijd, aandacht en energie vraagt.
Zit daar iets tussen wat je verhindert Jezus echt te volgen. Één ding ontbreekt u. Wat zou Jezus in jouw of uw geval noemen? Is het je carrière of je hobby, je reislust of je sport, netflix of wat anders? Dan zul je het weg moeten doen of er anders mee om moeten gaan, wil Jezus echt in jouw leven op de eerste plaats staan.
6. Het kan en levert veel op
Je voelt wel aan dat dit nog niet zo eenvoudig is. Ook de discipelen hadden dat door. Want ze vragen Jezus gelijk: wie kan dan nog behouden worden? Als u de lat zo hoog legt, wie kan het eeuwige leven beërven? Maar Jezus beantwoordt die vraag gelijk: bij God zijn alle dingen mogelijk! Als Hij aan je begint te trekken, als je de stem van Jezus hoort, en er komt verlangen, wees dan niet bezorgd over wat je moet loslaten, God zelf zal je daarvoor de kracht geven. Want bij Hem is alles mogelijk! Hij trekt aan je. Elke keer als je weer de kerk binnenloopt, je uit de Bijbel leest, dan trekt Hij aan je met koorden van liefde. Hij zal je helpen om af te leggen wat hindert. Je hoeft het niet in eigen kracht te doen.
Bovendien, weet je, het levert ook zoveel op. Misschien zit je hier vanmorgen en ben je met meegekomen met een vriend of vriendin die belijdenis doet. Je hebt vroeger wel iets meegekregen over het christelijke geloof, van je ouders of op school, maar nu doe je er niet zoveel aan. Zou je het toch niet eens overwegen, om echt kennis te maken, door een alphacursus of zoiets te doen. Weet je, het evangelie is als een deur, als je er door binnengaat, val je van de ene verassing in de andere. Dat ik dit nooit had gezien. Heel je leven krijgt betekenis en samenhang. Je ontvangt antwoord op je levensvragen: waarom je hier bent en wat het doel van je leven is. En je leert hoe je straks Gods nieuwe wereld kunt binnengaan?
Of misschien is deze dienst voor jou wel het moment om te breken met dat ene, die zondige gewoonte, die relatie, of om een pas op de plaats te maken in de besteding van je geld, tijd of inzet voor je carrière. Het kan zomaar zijn dat als je aan God vraagt: Heer, wat wil u dat ik doe met mijn leven, tijd en geld? Dan kan het zijn dat je ontdekt dat geven je rijker maakt, dat je met je gaven en talenten juist anderen kunt helpen, dat je inzet voor de medemens of de politiek in de stad, gezegend wordt. Maar dan niet meer als je eigen project, maar als Gods roeping. Dan leer je kijken vanuit Gods ogen naar je leven en zo naar de mensen op je heen. Ik ga afronden.
7. Een open einde?
Voor de jongen die naar Jezus kwam, is de prijs te hoog. Hij gaat bedroefd weg. Maar niet alleen hij, ook Jezus is net zo bedroefd. Hij ziet hem met lede ogen gaan.
Want weet je, Jezus die hier in gesprek is met de mensen en met zijn leerlingen, is niet Iemand die hoog van de toren blaast, maar Iemand die zelf ook de weg van ontlediging is gegaan. Hij was rijk, maar gaf zijn rijkdom op, om hier op aarde de liefde van God te openbaren. Ook al liep de weg naar het kruis, Hij hield niet op ons lief te hebben en voor ons te bidden: Vader, vergeef het hun, zij weten niet wat ze doen.
Vrijdag overleed in Frankrijk een politieagent, omdat hij zich vrijwillig had laten gijzelen, zodat de anderen konden worden vrijgelaten. Een indrukwekkend gebaar van liefde. Dat is Jezus ten voeten uit. Hij nam de plaats van ons in, in het grote geding van God met deze wereld. Als Jezus sterft aan het kruis, dan sterft de vloek van het egoïsme. Als Jezus zijn leven geeft als losprijs, bewerkt Hij vrijspraak en eeuwige leven. Als Jezus gehoorzaam is tot in de dood, wordt aan de zonde, dood en duivel haar kracht ontnomen. Dat is het geheim van het evangelie: Wij hebben ons leven aan de dood van die Ene man te danken.
Wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? Één is nodig: Geef gehoor aan Jezus woorden: volg Mij en leg af wat je hindert om Hem te volgen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Wat is die schat? Eeuwig leven. Dat is een leven met de Eeuwige, die dankzij Jezus mijn God en Vader is. Amen.