Datum: 13 september 2015
Download PDF
1. Een bijzondere briefwisseling
‘Beste Greg, gisteren heb ik je brief ontvangen en die gaf me nogal te denken. Ik vind je idee om over het onderwerp ‘christendom’ een gesprek te houden heel interessant en ik vind het leuk om erop in te gaan. Ik heb tijd genoeg. Je hebt me gevraagd alle bezwaren die me te binnen schieten ter sprake te brengen, dus laat ik maar meteen met de deur in huis vallen… ‘
Zo begint een briefwisseling tussen Gregory Boyd, hoogleraar filosofie en theologie, en zijn bejaarde, agnostische (niet gelovige) vader. In meer dan 30 brieven probeert Gregory zo betrokken en helder mogelijk antwoord te geven op bezwaren en vragen die er bij zijn vader leven omtrent het geloof, God, de Bijbel en de kerk. Het bijzondere van deze briefwisseling is dat wij met Gregory en zijn vader mee kunnen lezen en kennis kunnen nemen van de vragen die er leven en de antwoorden die daarop gegeven worden.
2. Ook Theofilus had vragen
Hiermee zijn we gelijk aangeland bij het thema van vanmiddag: het evangelie van Lucas. Lucas schrijft dit evangelie als een soort lange brief aan Theofilus. Met deze brief gaat hij vermoedelijk in op vragen die er bij Theofilus leven. We lezen immers in vers 4: ‘opdat u de zekerheid kent van de dingen waarin u onderwezen bent’. De NBV vertaalt: ‘om u te overtuigen van de betrouwbaarheid van de zaken waarin u onderricht bent’. Zekerheid of betrouwbaarheid gaan over of dat wat je weet en gehoord hebt ook waar is. Vermoedelijk leven er op dat punt bij Theofilus vragen. Vragen die er ook leefden bij de vader van Gregory, waarmee ik de preek begon; en die vandaag de dag ook bij velen leven: als God bestaat, waarom is er dan zoveel ellende op deze wereld; zijn de verhalen van de Bijbel niet gewoon verzonnen door mensen; wie zegt dat Jezus uit het graf is opgestaan, zoiets hebben we nog nooit gezien; en vele andere vragen die er kunnen zijn. Vul zelf maar aan. Het christelijke geloof is het mooiste dat een mens kan overkomen, maar het is niet gemakkelijk om de waarheid ervan te aanvaarden. Dat je een zondaar bent die gered moet worden; dat God je vraagt je eigen wil op te geven, zodat Hij over je leven kan beschikken; dat als je Hem niet wil kennen, het risico loopt om verloren te gaan; dat Jezus de weg, de waarheid en het leven is; Hij alleen en niemand anders; dus Boeddha niet, Mohammed ook niet. Als die dingen en nog veel meer. Dat is niet gemakkelijk om te aanvaarden. Nu niet; maar toen blijkbaar ook al niet. Er leven vragen bij Theofilus; er is twijfel in zijn hart, en Lucas doet er alles aan om die twijfel weg te nemen.
Voordat we nader op de inhoud ingaan, is het misschien goed om even te kijken wie Lucas en Theofilus zijn. Eerst even de schrijver van deze lange brief, van dit evangelie.
3. De schrijver: Lucas
Hoewel in het oorspronkelijke handschrift de naam van de schrijver ontbreekt, neemt men aan dat Lucas de schrijver is van dit evangelie en van het boek Handelingen dat erop volgt. Oude bronnen maken melding dat Lucas de auteur is. In de Bijbel komen we zijn naam een paar keer tegen. In Philemon 1:24 schaart Paulus hem onder zijn naaste medewerkers. En uit 2 Tim. 4:11 kunnen we afleiden dat Lucas de apostel Paulus een tijdje heeft vergezeld op zijn zendingsreizen. Maar het is vooral in Kolossenzen 4 dat we wat meer over Lucas te weten komen. In de lijst van medewerkers noemt Paulus eerst een paar namen van Joodse medewerkers, en vervolgens noemt hij andere namen, van mensen uit de heidenen, waaronder Lucas. Lucas is dus niet van Joodse afkomst, maar hij is net als de anderen een heiden die volgeling van Jezus is geworden. Een volgeling met een diep verlangen om ook andere mensen in aanraking met Christus te brengen. Lucas had een hogere opleiding ontvangen. Hij was arts. Dat kun je in zijn evangelie ook wel merken, omdat hij bijzondere aandacht heeft voor de genezingen die Jezus doet. Lucas is dus arts, maar heeft zich nooit ergens definitief gevestigd om een artsenpraktijk te beginnen. God had andere plannen. Hij is zendingsarbeider geworden. Hij is met Paulus meegegaan op zijn zendingsreizen en heeft samen met de apostel aan anderen het Evangelie verkondigd. Mooi om te zien. Je kunt je gaven altijd en overal inzetten. Hier of elders. Maar hopelijk wel vanuit een verlangen daarmee God te dienen. Om Hem in je werk te dienen. Zo was het bij Lucas. Er was tussen Paulus en Lucas een speciale band ontstaan. Hij noemt in Kol. 4 Lucas ook de geliefde arts. Iets van de liefde van Christus karakteriseerde zijn leven. Zo had Paulus hem leren kennen. In het boek Handelingen komen we stukken tegen, die in de wij-vorm zin geschreven (vanaf Hand. 16:10), waar Paulus in Troas de Macedonische Man ziet, die roept: ‘Kom over en help ons’. Paulus begint dan aan zijn tweede zendingsreis. Lucas was erbij. Als Paulus later in Rome gevangen zit en spoedig zal sterven als martelaar, zegt hij dat Lucas bij hem is gebleven. Dat typeert hem.
En deze Lucas is vermoedelijk na dit zendingswerk zijn evangelie gaan schrijven. God had dit verlangen in zijn hart gelegd. Hij voelde er zich toe gedrongen om alles wat hij van Jezus had geleerd en gehoord op schrift te stellen. Gedrongen om antwoord te geven op vragen. Gedrongen van Godswege om anderen te helpen een stapje verder te komen in hun zoektocht wat geloof en Jezus betreft. Zo is Lucas aan het schrijven gegaan. Hij heeft eerst allerlei mensen opgezocht en gesproken. Mensen die vanaf het begin met Jezus waren opgetrokken. Ooggetuigen. Mensen van het eerste uur, die Jezus nog gekend hadden. Dat zijn natuurlijk de discipelen geweest. De eerste generatie. Die Jezus als de opgestane Heer en Heiland gekend hebben. Lucas heeft naar hem geluisterd. Hun getuigenis ingedronken. Aantekeningen gemaakt. Hij heeft alles nauwkeurig onderzocht. De getuigenissen. De verhalen die over Jezus op allerlei plekken in het land circuleerden. Hij is niet op de gerichten alleen afgegaan, hij heeft de feiten geverifieerd. Hij heeft alles geanalyseerd en het geordend. Hij heeft de feiten zoveel mogelijk geprobeerd recht te doen. Want de boodschap van Jezus beheerste ook zijn eigen hart. De liefde van Jezus had ook zijn hart aangeraakt. Het beste is er niet goed genoeg voor. De boodschap van Jezus is een kostbare schat. Tegelijk beseft Lucas ook, dat deze boodschap wel rust op feiten, op dingen die gebeurd zijn. Het zijn geen fabeltjes of mythen. Jezus heeft echt geleefd. Hij is daar en daar geweest. Hij heeft dat en dat gedaan. Mensen hebben Hem gezien. Ze hebben Hem ontmoet. Bewijzen zijn er. Zo heeft Hij met veel liefde een toewijding alles wat hij te weten kwam over Jezus op schrift gesteld, geordend, vanaf het begin tot het einde. Met zijn eigen stijl. Met de blik soms van een arts. Maar vooral met passie voor Jezus.
4. De ontvanger: Theofilus
En dan op een dag wordt bij Theofilus de brief, het evangelie gebracht. Een zeldzaam en kostbaar geschrift. Wanneer Theofilus de boekrol ontvouwt, ziet hij wat Lucas aan hem heeft geschreven. Dat moet een bijzonder moment geweest zijn, stel ik mij zo voor. Dat je als eerste dat evangelie in handen krijgt. Zoals soms nog wel gebeurt, dat het eerste exemplaar van een boek aan een belangrijke persoon wordt overhandigd.
Een bijzondere persoon, want dat was Theofilus wel. Lucas noemt hem in vers 3 ‘hooggeachte Theofilus’. Deze aanspreekvorm kratiste gebruikt Lucas nog twee keer, in het boek Handelingen, als hij later voor stadhouder Felix staat en zijn opvolger Festus staat, spreekt hij hen beiden aan met ‘hooggeachte’. Deze aanspreektitel werd in die tijd gebruikt voor een hoog geplaatste persoon; een vooraanstaand iemand wat betreft rang en vermogen. Vermoedelijk is deze Theofilus een hoge, rijke overheidspersoon behorend tot de kringen van de Romeinse overheid. Of hij christen is en gedoopt is, daarover verschillen de uitleggers van mening. Het zou kunnen dat Theofilus tot de kring van de godvrezenden behoorde; dat waren heidenen die belangstelling hadden gekregen voor het geloof in de God van Israël. Net zo iemand als Cornelius in Caesarea, waar Petrus later na toeging. In ieder geval is hij in aanraking gekomen met het geloof van de christelijke gemeente en heeft hij onderricht gehad aangaande Jezus. In het Grieks staat hier een woord waar ons woord ‘catechese’ van is afgeleid. Theofilus was dus een leerling, iemand die catechisatie had gevolgd en nu op zoek is naar verdieping, nader onderwijs. Dat onderwijs geeft Lucas hem dan in zijn evangelie. Theofilus lijkt dus iemand te zijn die op een tweesprong staat. Catechisatie gevolgd, maar de beslissende stap nog niet gezet om zich helemaal aan Jezus te geven. Of – en dat kan ook – wel de stap gezet, maar vol vragen over hoe het leven met Jezus eruit ziet en wat dit betekent voor het dagelijkse leven.
Misschien is dat ook wel herkenbaar voor u of voor jou. Misschien heb jij ook nog niet de beslissende stap gezet om Jezus te volgen en je helemaal aan Hem toe te wijden. Hopelijk zal het lezen van dit evangelie, of misschien de catechisatie die je gaat volgen, je helpen om die stap te zetten. Dat hoop en bid ik. Of heb je al lang geleden ja gezet, maar zoek je verdieping; verlang je te groeien; ben je toe aan vaste spijs. Ook dan kun je veel in dit evangelie vinden. De evangelist Lucas staat erg open voor het werk van de Heilige Geest en het Koninkrijk van God; dat is ook echt wat hij in zijn evangelie beoogt, dat je een toegewijde discipel van Jezus wordt, en dat je in je dagelijkse leven een verschil zal maken en een levende getuige van Hem bent.
Wat ook je situatie is, zie dit seizoen als een uitnodiging die je krijgt om Jezus beter te leren kennen, om nog meer te groeien in de kennis van Hem, om meer ruimte in je leven te gevan aan de heilige Geest. God geeft ons daar de gelegenheid voor. Laten we dat benutten en aangrijpen.
Nog even iets over de naam van Theofilus. Dat betekent ‘vriend van God’. Eigenlijk een prachtige naam. In die naam zie je al iets van het evangelie oplichten: dat God mensen liefheeft, mensen die van Hem zijn afgeweken, mensen die zijn liefde niet verdienen. Van huis uit vijanden van God. Door het evangelie van Jezus mogen vijanden vrienden van God worden. Dat is ook in feite wat God met het evangelie beoogd. Dat we door het lezen ervan, in aanraking komen met de Here Jezus en zo – door zijn genade – vrienden van God worden. Wat zou het mooi zijn, gemeente, als wij dit evangelie zo zouden lezen, als een brief die ook aan ons wordt gericht: Theofilus, Theofila, en vul je eigen naam maar in: lees dit evangelie, het is Gods goede nieuws voor jou persoonlijk. God wil je erdoor tot vriend en vriendin van Jezus maken. De gemeente, als de kring van mensen, die rondom Jezus staan, en die van Hem houden. Theofiloi, Theofilae, vrienden en vriendinnen van Jezus.
5. Het evangelie: de inhoud
Gemeente, nu komen we bij de inhoud van de brief. Wat schrijft Lucas eigenlijk aan Theofilus? Waar is het hem om te doen? Het antwoord vinden we aan het begin van het tweede boek. In Hand. 1:1 zegt Lucas dat hij schrijft ‘over alles wat Jezus begonnen is te doen en te onderwijzen’. Het hart van het evangelie gaat dus over Jezus. Hij is de hoofdpersoon van dit boek. Wil je Jezus beter leren kennen, dan moet je dus dit evangelie lezen. Dat gaat over zijn daden en zijn onderwijs. Maar let wel op wat Lucas erbij zegt: wat Jezus begonnen is te doen. Wat Lucas hier vertelt is nog maar het begin; in het boek Handelingen lezen we het vervolg. Maar dat niet alleen. Hier zit iets belangrijks achter. Het gaat niet over de daden en woorden van iemand uit een ver verleden; nee Jezus is nog steeds bezig in deze wereld. Jezus is niet dood, maar Hij leeft. Vers 3 zegt: Hij heeft zich levend aan hen vertoond. De hoofdpersoon van dit boek leeft; je kunt Hem nog steeds ontmoeten; je kunt ook nu een relatie met Hem hebben. Lucas bedoeld: lees dit evangelie vanuit de veronderstelling, de overtuiging, dat Jezus leeft. Het is het evangelie van de opgestane Heer. Als je begint te lezen, over zijn woorden en daden, dan kom in aanraking met de levende Heer zelf. En dat zal je leven beslissend veranderen.
Zo zien we in gedachten Theofilus lezen. Kolom na kolom. Het hele evangelie door. De aankondiging van de geboorte van Johannes de Doper en Jezus. Zijn wonderlijke geboorte in Bethlehem. God die mens wordt om ons te redden. Zie je het Theofilus: dat deed Hij voor jou! En dan de prediking van Johannes. Zijn doop en oproep tot bekering. Theofilus: bekeer je tot God, met heel je hart. Hij leest over de verzoeking van Jezus in de woestijn en de prediking van Jezus in de synagoge van Nazareth. Twee aangrijpende gebeurtenissen. Theofilus, zie je het: Jezus is echt de Zoon van God. Hij leest over de wonderen die Jezus deed als voortekenen van het koninkrijk van God dat komt. De wonderlijke visvangst, de vermenigvuldiging van de broden; en vooral de genezingen, waaraan Lukas als arts zijn hart ophaalt. Je voelt dat Lukas daar zelf door geraakt is. Theofilus zie je het, zo is God. Hij heelt gebrokenen van hart en geneest het lichaam dat pijn lijdt. Hij leest de woorden van de bergrede en van de gelijkenissen over het koninkrijk van God. En ergens elders buigt ene Lukas zijn knieën en bidt: Heere, open het hart van Theofilus voor het geheim van deze woorden. En dan leest hij over de opwekking van de jongeling van Nain. Echt Theofilus het is betrouwbaar, geloof het. Jezus is machtiger dan de dood. En dan is komt hij bij die aangrijpende gelijkenis van de verloren zoon. De jongste of de oudste. Theofilus hoe je leven ook is, op wie van de twee je lijkt, zie je de liefde van de Vader, Hij wil je graag omarmen, keer je om naar Hem! En dan leest Theofilus over de arme dwaas en de rijke jongeling. Het is alsof God tegen hem zegt: je bent misschien wel rijk, maar zorg dat je rijk bent in God. Rust niet voordat je de rijkdom van Gods genade hebt leren kennen. Dan volgen de laatste dagen uit het leven van Jezus. Jezus gaat naar Jeruzalem, om te lijden en te sterven. Hij leest over de intocht en het laatste avondmaal. En dat Jezus daarna in de nacht naar de Olijfberg gaat en daar in gebed worstelt met God. Theofilus, Jezus bid daar ook voor jou! Als later Jezus gevangen wordt en veroordeeld wordt tot het kruis, is het alsof Lucas tegen Theofilus zegt: zie je de liefde van Jezus. Ik voor jou, daar jij anders de eeuwige dood had moeten sterven. En Theofilus sla de laatste bladzijde van de rol om en lees van het wonder dat Jezus opstaat uit de doden en leeft en al de zijnen dat eeuwige leven geeft. Hij heeft al zijn werk op aarde voltooid en Hij keert naar de hemel, naar huis terug.
Gemeente, het kan niet anders dan dat Theofilus dit ademloos moet hebben gelezen. Natuurlijk had hij wel eerder flarden van die verhalen opgevangen. Hij was onderwezen. Maar zo geordend, zo geconcentreerd rondom Jezus Christus, zo had hij het nog nooit gehoord. Dat kan niet zonder vrucht blijven.
6. De vrucht
Gemeente, dan kom ik tenslotte weer bij ons uit. Wij hopen de komende tijd de verhalen uit dit evangelie te gaan lezen en ook in de prediking zal het evangelie van Lucas aan de orde komen. Laten we het Evangelie biddend en met verwachting samen lezen. Als een persoonlijke brief van Christus aan ons. Dit deed ik voor jou. Jij bent Theofilus, jij bent Theophila, door God bemind. Weet u, dat zal niet zonder vrucht zal zijn. Ik noem twee dingen.
6a. Inzicht
We zullen een dieper inzicht krijgen in Jezus. Zo is het Theofilus vergaan. Zijn leven is beslissend veranderd. Weet u hoe ik dat weet. In Lucas 1 noemt Lucas hem nog: ‘hooggeachte Theofilus’ in Hand. 1 is het gewoon ‘Theofilus’. Wanneer de bezwaren van Theofilus door het lezen van het evangelie zijn weggenomen en hij christen is geworden, is dit verklaarbaar. In de christelijke gemeente vallen rangen en standen weg. Daar is men bijeen als broeders en zusters voor het aangezicht van God. Titels doen er dan niet meer zo toe. Hij is een volgeling geworden. Zo zal God ook ons zegenen met dieper inzicht in wie Jezus is en wat Hij voor ons gedaan heeft; dat bezwaren worden weggenomen, we de stap maken om te gaan geloven of dat zullen meer zullen groeien en sterker staan in het geloof. Zo is het ook bij die sceptische vader Boyd gegaan. De gesprekken en het gebed met zijn zoon, het inzicht in wie Jezus is en wat Hij heeft gedaan, heeft ook zijn hart geraakt. En hij is uiteindelijk tot geloof komen. Het heeft even geduurd. Maar toch we hoeven de moed nooit op te geven. Gods Geest weet mensen te bereiken en Hij gaat daar tot op hoge leeftijd mee door. Die vrucht zal er zijn.
6b. Verlangen
Het verlangen groeit om evangelie te gaan delen. Lucas schrijft aan Theofilus zijn evangelie. Dat was in dit tijd een hele eer. Maar dat niet alleen. Het betekende ook een verzoek. Wilt u, die over de middelen beschikt, dit document ook vermenigvuldigen. Dat grote geschenk aan Theofilus, die gave, betekende ook een opgave: om het aan andere door te geven. Zoals Lucas missionair bezig was, zo mag ook Theofilus bezig zijn. Het evangelie van Jezus wil namelijk stromen, de wereld in gaan. Lucas schreef zijn evangelie. Theofilus las het en gaf het door. Het is verspreid in wel duizend talen. En ook bij ons terecht gekomen. Wat een wonder. Wij mogen Theofiloi zijn; vrienden en vriendinnen van God. En dat alles vanwege de Here Jezus. Zijn offer aan het kruis. Lees het evangelie, studeer erin; het is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard. En wees zelf ook voor anderen een levende brief.
Amen.