Datum: 15 januari 2023
Download PDF
/
1. Een moeilijke stap
Ze zat tegenover me. Er was even een stilte gevallen. Je zag haar worstelen. Ik had haar een vraag gesteld. Of ze de uitdaging wilde aangaan om Jezus te leren kennen. Ze aarzelde. Het leek alsof ze voor zichzelf de kosten berekende. Wat als ik ja zeg…
Ze was op mijn pad gekomen na een begrafenis van haar opa. De dienst had nogal indruk op haar gemaakt. In het bijzonder wat over haar opa werd gezegd. Hij had geen gemakkelijk leven gehad. Hij had veel meegemaakt in de oorlog. Een zwakke gezondheid. Geen man van veel woorden. Maar er was één ding wat zijn leven typeerde. Hij had een diep vertrouwen op God. ‘Wat er ook in mijn leven gebeurt’, zei hij dan, ‘God houdt mij vast. Dat geeft mij rust.’ In de rouwdienst waren die woorden naar haar toegekomen. Die rust, die kende ze niet. Ze was best succesvol in haar leven. Had een goede baan, ze was niet getrouwd, maar had lieve vrienden, eigenlijk niets om over te klagen. Toch knaagde er wat. Is dit nu alles? Leef ik hiervoor? Of is er meer? De woorden van haar opa lieten haar niet los.
Zou je de uitdaging willen aangaan om Jezus te leren kennen? Een alphacursus misschien? Ze aarzelde. Ze durfde het niet. Nog niet …
Gemeente, zo kun je gevangen zitten tussen verlangen en twijfel. Er is iets dat knaagt, dat aan je trekt. Andere andere kant huiver je voor de consequenties. Wat als ik ja zeg.
2. De worsteling van Nicodemus
Nicodemus is iemand die het waagt om de stap te zetten. De stap naar Jezus toe. ‘Meester wij weten dat u een leraar bent, die bij God vandaan komt, want niemand kan deze tekenen doen die u doet, als God niet met hem is.’ Hij had over Jezus gehoord. Misschien met eigen ogen wel een van zijn wonderen gezien. Deze man is niet zomaar iemand. Hij spreekt met gezag. Hij doet dingen die gewone mensen niet kunnen. Ze zeggen dat Hij de messias is. Maar de Romeinen zijn er nog. Zou het waar zijn wat ze zeggen? Volgens mij kan dat niet. Maar wat als het wel waar is? De wonderen die Hij doet. Het onderwijs dat Hij geeft. Zou Hij toch van God zijn?
Nicodemus. Als ik hem zou moeten typeren dan met deze twee woorden: ‘verlangen’ en ‘gevangen’.
Verlangen, dat blijkt duidelijk uit wat hij doet. Hij gaat naar Jezus toe. Met zijn vragen. Met zijn twijfels. Hij laat merken dat Jezus hem bezig houdt: wij weten dat u … In het gesprek stelt hij vragen. Hij verwondert zich over wat Jezus zegt.
Kortom we zien iemand met interesse, die nieuwsgierig is. Misschien is hij wel jaloers als rabbi, omdat Jezus zoveel mensen in beweging brengt. Er wordt over Hem gesproken. Hij is het gesprek van de dag. Je proeft in de woorden van Nicodemus ook respect. Rabbi noemt hij Hem. U bent van God afkomstig. Dat is nogal wat als iemand dat zegt. Nicodemus legt al zijn kaarten op tafel.
Maar hij is ook gevangen. Waarom komt hij in de nacht? Goed, dan is het meestal rustig. Dan is er ruimte voor een goed gesprek. Of gaat hij juist op dat late tijdstip naar Jezus toe omdat hij bang is. Bang om gezien te worden door de mensen. In het bijzonder door zijn mede-farizeeërs. Ik denk dat laatste. Want Jezus had bij hen geen goede naam. Hij had scherpe kritiek op hen uitgeoefend. Hen huichelaars en schijnheiligen genoemd. Dat werd hem niet dank afgenomen.
Terwijl ze zo’n ijver hadden voor de wet van God. Ze hadden die Wet omringd met extra voorschriften en bepalingen. Ze leefden nauwgezet. Tot in de kleine details wilden ze hun leven afstemmen op de wil van God. Maar het gevaar van intellectuele trots en hoogmoed was hun niet vreemd. Daar had Jezus de vinger bijgelegd. Ze hadden zich afgezonderd van het gewone volk. Die waren onwetend. De schare die de wet niet kent. Zo was er een geestelijke elite ontstaan. Nicodemus is een van hun leiders. Hij geeft mede leiding aan het Sanhedrin, de Joodse Hoge Raad. Als zodanig heeft hij een voorbeeldfunctie. Er wordt op je gelet. Je wilt niet buiten de groep vallen.
Wie in Jeruzalem in de Joodse orthodoxe wijk Mea Sharim geweest is, kan zich daar iets bij voorstellen. Als buitenstaander voel je je enorm bekeken. Maar er is ook intern een enorme groepsdruk, om niet buiten de boot te vallen. Een enorme sociale controle. Denk aan de roman ‘Mijn Naam is Asher Lev’ van Chaim Potok. Een sociale druk die verstikkend is. Je kunt niet zomaar doen en laten wat je wilt. Er wordt op je gelet.
En dan zijn er de intellectuele twijfels. Nicodemus heeft zo zijn vragen bij het onderwijs van Jezus. In vers 12 verwijt Jezus hem dat hij niet gelooft. Dat hij niet wil geloven. Echt open staat hij niet. ‘Wij weten’ zegt hij. Hij verschuilt zich in de mening van de groep.
Nicodemus, een mens die gevangen zit. Door zijn angst voor de mensen. De druk van de groep. Zijn intellectuele twijfels. Maar ondanks dat, zet hij toch de stap naar Jezus. Weet u, dat is echt een moedige keus.
3. De worsteling vandaag
Zo’n figuur als Nicodemus komt wel erg dichtbij vindt u niet? Misschien ben jij ook wel zo’n iemand met verlangen, met een zekere openheid voor God en Jezus, je komt af en toe of met enige regelmaat in de kerk, je luistert, soms geboeid. Tegelijk voel je ook dat er aan je getrokken wordt. Te midden van je vriendengroep ben jij een van de weinigen die naar de kerk gaat. En als je eens met ze uitgaat en het gaat over God en geloof, krijg je van die lastig vragen voorgeschoteld. Over het lijden in deze wereld. Of dat het geloof niet maar een verzinsel is. Wie zegt dat de Bijbel waar is? En ja, wat zeg je dan? Bepaalde vragen knagen aan je. De momenten dat je niet zoveel van God ervaart of dat het je allemaal niet zo veel zegt, maken het lastig om een keuze te maken. Of om je echt aan Jezus toe te wijden.
Kan ook zijn dat u denkt aan een van uw kinderen. Ze hebben allemaal dezelfde opvoeding gehad. Toch heeft niet iedereen de fakkel van het geloof overgenomen. Soms zijn ze afgeknapt op school en willen ze niet veel van de kerk meer weten. Anderen zijn op hun manier ook echt op zoek gegaan. Maar hebben het geloof en Jezus nog niet echt gevonden. Misschien lijken ze wel een beetje op deze Nicodemus. Ze zitten heel erg op de rationele tour. Ze proberen het geloof met het verstand te benaderen. Maar dat is tegelijk ook zo lastig. Want het geloof overstijgt de ratio; is van een ander, dieper niveau. Maar hoe vind je dat dan? Het zou toch voor iedereen beschikbaar moeten zijn, denk je bij jezelf.
Je komt ze ook tegen op je werk; ze zitten naast je in de college-bank. Belangstellend. Soms open en geïnteresseerd. Maar hoe je ook praat, ze naderen niet. Ze zetten de stap niet. Waarom niet? Het geloof heeft toch zo’n meerwaarde. Twijfel of onverschilligheid houdt ze gevangen. Soms is het de druk van de vriendengroep. Soms is het onwil.
Wat is er dan nodig om te geloven? Wat moet er dan in je leven gebeuren? Nou dat maakt Jezus aan Nicodemus duidelijk. Een nieuwe geboorte is nodig. Gods Geest moet in je geplant worden. Daarover gaat het gesprek.
4. De genade van Jezus
Wat mij treft in dit bijbelgedeelte, is dat Jezus alle tijd neemt voor deze man. Jezus zet alles opzij om Nicodemus verder te helpen. Deze leraar, die heen en weer geslingerd wordt tussen verlangen en vrees, tussen hunkering en twijfel, tussen onrust en onwil. Jezus ontvangt hem in huis. Een bijzonder teken, dat iedereen met zijn vragen en twijfels welkom is bij God.
Jezus offert zelfs zijn nachtrust op voor deze man. Maar in de ontmoeting neemt Hij meteen de regie. Nicodemus verschuilt zich in wat men van Jezus vindt. Wij weten dat u … Maar Jezus kijkt dwars door hem heen. Hij geeft Nicodemus niet de kans om als collega, op een afstandelijke manier met Hem te discussiëren over een academisch probleem. Maar Hij stoot door naar zijn hart. Het is maar 30 centimeter van elkaar verwijderd, leerden we bij de 4emusketier, het hoofd van het hart. Maar wat een verschil. Jezus doet een appel op het hart. Nicodemus, je moet opnieuw geboren worden. Dat is wat Jezus tegen hem zegt. Één ding ontbreekt je: een nieuwe geboorte.
Het Griekse woordje voor ‘opnieuw’ zet Nicodemus een beetje op het verkeerde been. Maar dat woordje ‘anothen’ kan naast ‘opnieuw’ ook ‘van boven’ betekenen. Dat is hier bedoeld. Het gaat om een geboorte van boven af, vanuit de hemel. Een hemelgeboorte. Een geboorte die door de hemel wordt gewerkt. Waarbij de Heilige Geest het leven van een mens binnenkomt. Daarom gaat het in dit gesprek over de Geest en de wind.
Nicodemus zit gevangen in zijn aardse manier van denken. Dat is denken van beneden. Dat rekent met wat we zien, zelf kunnen bedenken, wat logisch is. Maar dat is een denken van iemand die nog in de baarmoeder zit. Die nog niet weet hoe het leven daarbuiten is. Jezus is gekomen om daarin verandering te brengen. We lazen het al in het begin van dit evangelie. Jezus is degene die doopt met de Heilige Geest. Dat heeft Nicodemus nodig! Deze bijbelkenner bij uitstek. Deze hoogleraar in de theologie. Zonder de Geest kan niemand geloven. Pas als de Geest zijn leven is binnen gekomen, kan hij het koninkrijk van God gaan zien. Dan alleen kun je het binnengaan, zegt Jezus. Wanneer de Geest je hart heeft aangeraakt, wordt je van boven geboren. Dan gaan je ogen open voor de onvoorstelbare liefde van de Here Jezus, voor de genade en vergeving van God. Dan ontdek je dat er een plan is. Een perspectief om voor te leven. Dan kom je op de golflengte van de Here Jezus en van het Koninkrijk. Dat kun je niet zelf. Dat moet God doen. Maar Hij doet het ook! Het zit niet op het niveau van je verstand, van je eigen kunnen, maar op het niveau van het hart, dat door Gods Geest moet worden aangeraakt.
Hoe gaat dat dan in zijn werk? Hoe kan ik Gods Geest ontvangen en van boven geboren worden, vraagt Nicodemus. Een goede vraag. Jezus zegt: daarvoor moet je bij Mij zijn. Ik ben vanuit de hemel neergedaald om dat nieuwe leven te schenken. Jezus spreekt over het kruis. Daar droeg Hij de zonden. Daar boette Hij de schuld. Daar heeft Hij de wereld met God verzoend. Eeuwen geleden waren de Israëlieten in de woestijn. Er was een geweldige plaag met slangen. Één beet was dodelijk. Zo had satan de mensen in de greep. Hoe konden ze gered worden? Door naar de koperen slang te kijken, die Mozes op een houten paal hoog in de lucht hing. Zo zal Jezus aan het kruis verhoogd worden. Iedereen die omhoog kijkt, die Hem aanvaardt als Redder en Koning wordt behouden. Zo komt de nieuwe geboorte tot stand.
Jezus wijst Johannes op Zichzelf. Om in het beeld van de geboorte te blijven: een baby wordt geboren dankzij de moeder. Het nieuwe leven komt ter wereld dwars door de pijn en het lijden van de moeder heen. Jezus zegt tegen Nicodemus: Ik ben vanuit de hoge hemel neergedaald om jou dat leven te geven. Ik ben als die moeder die dat kind baart. Ja, Ik zal in dat baringsproces zelfs sterven. Maar Ik heb er alles voorover dat jij dat nieuwe leven ook ontvangt. Geloof je dat?
De ontmoeting met Jezus betekende voor Nicodemus een keerpunt. We weten niet hoe lang hij erover gedaan heeft, maar in Joh. 7 neemt hij het in de Hoge Raad voor Jezus op. In Joh. 19 begraaft hij samen met Jozef van Arimatea het lichaam van Jezus. Uit liefde voor Jezus. De leraar is een leerling geworden. Opnieuw geboren. De woorden van Jezus hebben zijn uitwerking niet gemist. Zijn denken werd vernieuwd; zijn hart ging open. Doordat in de woorden van Jezus de heilige Geest meekwam. Die moest het doen. Maar die deed het ook!
5. Genade vandaag
Gemeente, wat is er nodig om opnieuw geboren te worden? Hoe kunnen wij dat nieuwe leven ontvangen? Net als dat bij Nicodemus ging. Zij spreken ging over in luisteren. Jezus sprak en gaf hem dingen om over na te denken. Over de nieuwe geboorte. Over de Geest en over het kruis. Wat betekent het dat Ik zal sterven om jou nieuwe leven te geven, vroeg Jezus hem. Jezus zette hem aan het denken. Zo kwam de uitnodiging naar deze leraar toe: geloof in Mij. Kom en volg Mij.
Dat is vandaag niet anders. De enige manier om dat nieuwe leven te ontvangen, is om je op Jezus te richten, over Hem te lezen, Zijn woorden tot je door te laten dringen. Alleen of samen met anderen. Er is geen andere weg. Geloof is uit het gehoor. Kort gezegd: de Bijbel, het gebed, de kring, de kerk, het zijn nog steeds de middelen die God gebruikt. Ga op zoek en je zult Hem vinden.
Het klinkt zo gemakkelijk, denk je misschien. Maar dat is het natuurlijk niet. Nee, dat klopt. Tot geloof komen is het mooiste dat je kan overkomen, maar het is niet gemakkelijk.
Het veronderstelt ook een keuze. God heeft ervoor gekozen dat het niet buiten onze instemming gaat. Dat het via de kwetsbare weg gaat van het lezen van de woorden van God, via de Bijbel, prediking, op deze manier. Juist omdat het niet buiten onze instemming om gaat, kunnen wij dat proces ook vertragen. Waarom gaat de Samaritaanse vrouw uit hoofdstuk 4 na haar ontmoeting met Jezus, onmiddellijk erop uit en getuigt ze tegen iedereen wie Jezus is? Waarom duurt het bij Nicodemus allemaal veel langer? Omdat bij Nocodemus zijn verstand in de weg staat.
Kijk, om de stap te zetten naar Jezus toe, is bekering nodig. Dingen die voor jou belangrijk zijn durven los laten. De onwil of de twijfel of je angst voor controleverlies op te geven. Misschien voel je wel dat Jezus aan je trekt. Waarom zou je dan geen gehoor geven? Je zult ontdekken dat je leven er zo rijk van wordt.
Denk nog even aan de doop. Één van de beloften die wij – als we gedoopt zijn – meekregen met de doop is de belofte van de heilige Geest. Hij zal niet rusten totdat onze kinderen en wij de goede keus van het geloof zullen maken. Ons leven staat in het teken van die belofte. Daar mogen we God aan houden in het gebed.
U zit hier vanmorgen en hebt al jaren gelezen die goede keus voor Jezus mogen maken. U zocht Hem en u bent door Hem gevonden. Als het goed is leeft er in uw en jouw leven het verlangen om de Here Jezus te dienen. God schakelt u en jou graag in, om om te zien naar anderen. Naar zoekers en twijfelaars, die nog niet hebben gevonden. Als je zelf door Jezus bent gevonden, als je dat nieuwe leven hebt ontvangen, dan wordt je in dienst genomen.
Ik moet denken aan die verlamde die op zijn bed door vier anderen naar Jezus gebracht werd. Of de ongelovige Thomas die door zijn medebroeders en zusters thuis werd opgehaald. Soms kun je zo verlamd zijn, door twijfel, teleurstelling of wat dan ook, dat het er niet van komt, maar wat mooi als je christelijke vrienden hebt, die voor je bidden, die je op sleeptouw nemen. Zo mogen wij in de kring van de gemeente naar elkaar omzien. Geloven is voor velen niet gemakkelijk. Maar God wil ons gebruiken. Hij wil niets liever dan mensen in aanraking brengen met Jezus, opdat ze het nieuwe leven zullen ontvangen.
6. Slot
De vrouw van het begin van de preek durfde de stap nog niet te zetten. Maar ik vertrouw erop dat God doorgaat met Zijn werk. Dan niet via mij, maar via anderen. God zal niet rusten voordat het vaderhuis vol is. Hij wil niet dat er ook maar iemand verloren gaat. Als iemand die je lief is, Jezus nog niet gevonden heeft. Blijf moed houden. Blijf aanhouden in het gebed. God gaat door met zoeken. De Geest zal wegen vinden om hen te bereiken. Amen.