Datum: 16 februari 2020
Download PDF
/
1. Actuele vraag
De vraag van Johannes aan Jezus is een vraag die door velen is gesteld: bent u de beloofde Redder of niet? Johannes stelt deze vraag wanneer hij in de gevangenis zit. Met andere woorden: ‘als u Heere Jezus de beloofde Redder zou zijn, waarom zit ik hier dan nog steeds gevangen?
Dat is toch de vraag die vandaag veel mensen stellen. Vrienden, collega’s, iemand bij je uit de straat. Als er dan een God is, waarom is er dan zoveel lijden op deze wereld? Of persoonlijker: Als Jezus de Redder is, waarom merk ik daar niets van in mijn eigen leven?
Misschien was die vraag de afgelopen week nog wel in je gedachten. In die verdrietige situatie in je vriendenkring. In die complexe situatie bij je thuis. In de worsteling die je met je meedraagt.
‘Als u dan bent wie u zegt te zijn, hoe zit het dan met …’ nou vult u zelf maar in.
In situaties van lijden en temidden van kwaad, is dat een van de meest gestelde vragen.
Onlangs bracht Netflix een nieuwe serie uit onder de titel ‘Messiah’. Deze serie gaat over een jonge prediker Al-Masih, die op allerlei plekken in de wereld verschijnt, wonderen doet, en een boodschap brengt van liefde en vrede. Al-Masih betekent in het Arabisch ‘de Messias’. Nu wil ik vanmorgen geen reclame maken voor Netflix; eerder misschien dat we veel terughoudender moeten zijn met wat we allemaal kijken en over onze ziel uitgieten…
Maar ik noem het vanmorgen wel, omdat de vraag naar het lijden en de rol van God daarin (de theodicee), de vraag of Jezus wel het antwoord is en of het christelijke geloof wel relevant is, op allerlei manieren in de literatuur en films aan de orde is. Ook in deze serie. Heel deze serie draait om die ene vraag: is deze Al-Masih de messias of is hij een bedrieger. Zijn de wonderen echt of zijn het trucjes? Is hij Jezus of een oplichter? Zijn komst brengt mensen in grote verwarring. Mensen wijzen hem af, anderen gaan hem volgen. Al gaande weg neemt de verwarring toe, ook bij een andere hoofdpersoon, een predikant, die hem is gaan volgen. Want het blijkt dat Al-Mahsi helemaal geen plan heeft. De man weet niet meer waar hij aan toe is, en begint te twijfelen. Is hij het nu of toch niet?
Dat zijn herkenbare vragen.Ze worden ook vandaag gesteld worden, op allerlei manieren. Als je niet ziet wat het plan is, als je Gods hand in het lijden niet ervaart, dan is het best lastig om in God te geloven of de Heere Jezus te blijven volgen. Weet Hij raad met mijn leven? Kan Hij mij helpen? Is Hij de Redder?
Bent u het Jezus of niet? Dat vraagt Johannes aan Jezus. We staan eerst stil bij de vraag van Johannes, dan bij het antwoord van Jezus.
2. De twijfelende Johannes (trouble in the Bible)
Vindt u het niet bijzonder dat juist Johannes deze vraag stelt aan Jezus: bent u de beloofde Redder of niet?! In het evangelie komen we Johannes nou niet bepaald tegen als een aartstwijfelaar. Integendeel. Hij is geen kleintje in het geloof. Jezus zegt zelfs over hem: ‘onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan die groter is dan Johannes’.
Johannes was de overschrokken boeteprediker. De man voor wie zwart zwart was en wit wit. We hoeven ons maar de prediking uit Mattheus 3 in herinnering te brengen. Bekeer u want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Gods nieuwe wereld komt er aan. Ruim de rommel op in je leven. Doe afstand van wat niet goed is. Laat je dopen. Leg je oude zondige leven af. Zoals je bent kun je God niet ontmoeten. Breng vruchten voort in je leven. Zo niet, denk erom de bijl ligt al aan de wortel van de boom. Zonder vrucht zul je omgehakt worden. Nu is het de tijd voor omkeer. Johannes was een gedreven boeteprediker. Helder. Duidelijk. Super direct.
Johannes had veel bekijks. Van alle kanten kwamen er mensen naar hem toe. Velen werden in hun hart geraakt. Ze beleden hun zonden en lieten zich dopen. De doop als teken van een nieuw begin. Johannes was de eerste die wat in Jezus had gezien. Die man, dat is de door God beloofde Redder. Hij is gekomen om ons te redden van de toorn van God. Met zijn vinger wees Hij Jezus aan. Hij is het! Dat was Johannes. Hij wist het zeker. Jezus gaat ons leven veranderen. Een nieuwe tijd breekt aan.
Maar … nu weet hij zo zeker niet meer. Johannes zit vast in de gevangenis en de twijfel slaat toe. De aanvechting grijpt hem naar de keel. Bent u het die komen zou of heb ik mij vergist? Dat moet voor Johannes heel diep zijn gegaan. Want hier staat of valt heel zijn levenstaak mee. Als Jezus niet de beloofde Messias is, dat is heel zijn prediking, zijn openbare optreden, een misvatting en een illusie geweest. Als Jezus toch niet Degene zou zijn die zou komen…
Wat brengt hem zo aan het twijfelen? Twee dingen denk ik.
Allereerst, het feit dat hij in de gevangenis zit. Tussen vier dichte muren. Van zijn vrijheid beroofd. Een dikke streep door zijn missie. Niet in staat om te doen wat zijn verlangen was. Uitgeschakeld. Dat doet wat met een mens.
Hij had die gevangenis te danken aan zijn radicale prediking. De Messias zou de dorsvloer zuiveren en het kaf met vuur verbranden. Nou dat wat Herodes deed, was dat geen kaf? Zeg nou zelf?! De locale vorst, Herodes Antipas was getrouwd met Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus. Maar dat was overspel. God zou dit nooit goed keuren. Dit stond haaks op de geboden van God. Die boodschap was Johannes niet in dank afgenomen. Als je zo radicaal het kwaad veroordeelt, kom je in de problemen. En nu zit hij daar in de gevangenis. En Jezus? Hij gaat gewoon door met waar Hij mee bezig is. Hij zendt geen discipelen naar Johannes om mee te leven of hem op te beuren. Johannes ervaart God niet en voelt zich door Jezus verlaten. Zijn geloof krijgt een deuk.
Bent u Degene die komen zou of heb ik mij misschien vergist?
Er is nog iets dat bij Johannes meespeelt en dat voor hem een enorme aanvechting is. Jezus is anders dan Hij gepredikt had. Johannes zou je kunnen zeggen is de laatste profeet van het Oude Testament. Johannes staat op de grens van oud en nieuw. Als het OT spreekt over de toekomst, dan waren er twee thema’s centraal: oordeel en genade. God beloofde een nieuwe toekomst, een nieuw hart, een nieuwe Geest, maar niet voordat het oordeel was voltrokken. Eerst moest de zonde uit Israël en uit de wereld verwijderd worden. Eerst moest de zonde en het kwaad afgebroken worden, voordat God zou kunnen herbouwen en opnieuw zou kunnen planten. Eerst moest het kaf verbrand worden en alles gezuiverd worden. Dat was de diepe overtuiging van Johannes. Oordeel, en dan genade.
Maar wat doet Jezus? Hij gaat om met hoeren en zondaars en tollenaren. Hij beweegt zich onder de mensen die de wet niet kennen. Hij ontfermt zich over de verkeerde mensen. Hij schenkt genade aan wie het niet verdienen. Waar is het oordeel? Waar is de zuivering? Jazeker, Hij waarschuwt de schriftgeleerden en farizeeën. Hij reinigt de tempel. Maar feitelijk verandert er niets. De machthebbers gaan door. De farizeeën gaan hun eigen gang. En de wereld zit er op een paar uitzonderingen na nog net zo onverlost uit.
Bent u Degene die komen zou of verwachten wij een ander?
3. Onze twijfel en vragen (trouble today)
Herkenbaar toch? Of niet? Waarom doet Jezus niets? Verweg of dichtbij. Vijanden van het christelijke geloof martelen duizenden per jaar de dood in. Natuurrampen eisen zoveel slachtoffers per jaar. Via oorlog en geweld oefenen duivelse machten hun invloed uit. Maar ook heel dichtbij, zie hoe omstandigheden of mensen anderen kapot maken en levens verwoesten. Ja, Jezus en God? Er wordt gepreekt, ja. Maar ingrijpen, uitschakelen, optreden, wat zie je er van?
Misschien speelt er ook wel die gedachte door je hoofd: maar die man heeft zoveel voor Jezus gedaan. En nou laat Jezus hem aan zijn lot over. Ten minste zo lijkt het. Zo’n gedachte kan zomaar bij je opkomen: waar heeft hij dat nu aan verdiend, waar heb ik dat aan verdiend? Zij hebben het nu toch al zo moeilijk, en nu dit, waar is Jezus nu?
Bij Johannes zie je dat de twijfel toeslaat. Dat kan dus zomaar gebeuren. Als het bij Johannes kan, bij wie dan niet? Tussen geloven en twijfel zit soms maar een dunne lijn. Dat er dingen gebeuren die je over de streep trekken. Misschien herken je dat? Heb je het zelf meegemaakt en zit je nu net als Johannes aan de andere kant van de lijn…
Weet u wat ik bijzonder vind? Dat Johannes niet alleen is. Er zijn op z’n minst twee mensen bij hem. Twee discipelen. Mensen die hem goed kennen. Die leerlingen zijn van de Doper. Ze hebben zijn vragen gehoord. Ongetwijfeld er met hem over gesproken. Als vrienden. Als volgelingen. Misschien hebben ze wel tegen hem gezegd : ‘wij kunnen je niet helpen. Maar zou je je vraag niet bij Jezus neerleggen.’ Misschien hem wel aangespoord. Johannes, er is er Één die je kan helpen. Er is er Één die uitsluitsel kan geven. Dat is Jezus!
Mag ik even de lijn doortrekken. Ik hoop dat u zo’n vriend of broeder of zuster bent, voor mensen die twijfelen. Die gevangen zitten. Tussen de muren van hun denken. Die gebonden zijn en er zelf niet uitkomen. Wat een zegen als er mensen zijn, die voor jou of met jou naar Jezus gaan in gebed. Mensen die niet schrikken van de vragen of de twijfel, omdat ze weten dat de grens tussen geloof en twijfel soms maar heel dun is. En ook die weten, dat God nooit iemand zal afwijzen. Wat een zegen is dat.
To zover de vraag van Johannes. En dan nu het antwoord van Jezus.
4. Jezus’ antwoord (Grace in the Bible)
Het antwoord van Jezus is wel merkwaardig. Johannes vragen waren nu juist opgeroepen door de dingen die Jezus deed (vers 2). En nu verwijst Jezus hem opnieuw naar wat Hij doet. Dat is best bijzonder. Maar als we het antwoord van Jezus goed bestuderen, valt iets bijzonders op. Het zijn allemaal zinnetjes, citaten uit het boek Jesaja. Uit hoofdstuk 29, 35, 42 en 61. Jezus citeert aan één stuk door uit het Oude Testament. Heel de weg die Hij gaat staat uitgetekend in Jesaja. Hij gaat precies in het spoor van Zijn Vader. Al die beloften van Gods nieuwe wereld zullen vervuld worden. De dingen die Jezus hier opsomt zijn de tekenen van het Koninkrijk dat komt. Net zoals Jesaja dat mocht verkondigen aan het volk in ballingschap. Dat leefde zonder hoop en zonder toekomst. Die boodschap: God grijpt in. Hij maakt een nieuw begin. Van dit nieuwe begin zullen dit de tekenen zijn.
Met deze citaten zegt Jezus dus iets belangrijks tegen Johannes: Johannes kijk maar naar Mij. Naar wat Ik zeg en doe, naar wat je ziet gebeuren. Jesaja 61 is in Mij werkelijkheid geworden. ‘De Geest van de Heere is op Mij, om aan armen het evangelie te verkondingen’. Het Koninkrijk van God. Gods nieuwe wereld is met Mij aangebroken. Dat is in het Nieuwe Testament de kern. De hoofdboodschap is dat God met Jezus een nieuw begin heeft gemaakt. In Jezus komt God naar ons toe met Zijn open armen: Kom, en laat je door Mij Redden. Laat Mijn genade genoeg voor je zijn. Op Mij kun je bouwen. De genade van Jezus is dat Hij ons met God verzoent. Hij maakt ons van vijanden tot kinderen van God. Hij draagt het oordeel van God over onze zonden. Hij herstelt de weg naar de Vader. In Hem ontvangt je leven een nieuw begin en een vast fundament.
5. Geen aanstoot nemen (Grace today)
Geloof je dat? Gelooft u dat? Dat je met al je vragen bij Jezus moet zijn? Dat Hij raad weet met de raadsel van je leven, met je zonden en wonden, met je vragen en twijfels. Geloof je dat? Zeg niet te snel: ja natuurlijk. Natuurlijk is een vijand van de genade. Want Jezus voegt nog een zinnetje toe aan zijn antwoord: ‘zalig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt’.
Aanstoot nemen, wat is dat? Dat is niet: gelukkig ben je als je geen vragen hebt. Of: gelukkig ben je als je nooit twijfelt. Nee, zo gaat Jezus ook niet met Johannes om. Hij noemt hem nog steeds de grootste onder de mensen.
Aanstoot nemen is dat je je ergert aan Jezus. Dat je hem links laat liggen. Dat je Hem niet langer relevant vindt. Ja, als je dat doet, dan ben je klaar met Jezus. Dan heb je geen vragen meer. Geen twijfel. Dat doet er allemaal niet meer toe, als je Hem uit je leven laat verdwijnen. Dat is een ramp. Maar dat kan hé, dat is een reële optie. Dat je aanstoot neemt aan Jezus. Want het evangelie heeft iets aanstootgevends. Ik noem twee dingen.
Je kunt aanstoot nemen aan Jezus, omdat de tekenen die Jezus doet je niet genoeg zijn. Het Nieuwe Testament vertelt dat Jezus een nieuw begin heeft gemaakt. Wat Jezus doet en gedaan heeft dat kan niemand meer ongedaan maken. Je zou het kunnen vergelijken met een steen die van de berg afrolt. De steen rolt naar beneden, gaat steeds sneller, neem allerlei andere stenen mee in zijn beweging, maar hij is nog niet beneden. Hij rolt, maar is nog onderweg. Precies dat, begonnen maar nog niet volledig, dat kan zo’n aanvechting voor je zijn. Je ziet de tekenen, mensen komen tot geloof, in het voetspoor van het evangelie gebeuren er ook wonderen: blinden zien, kreupelen kunnen lopen, etc. Maar het is zo beperkt.Johannes komt niet uit de gevangenis. Hij zal later gedood worden. Er is zoveel gebrokenheid die blijft. Je hoort mooie verhalen over wat God elders doet, maar bij jou blijft alles hetzelfde. Het leven met Jezus valt je misschien wel tegen. Je vraagt je af wat het plan is, zoals die dominee aan het begin. Komt dat nieuwe begin er wel bij mij?
Je kunt ook aanstoot nemen niet aan de tekenen van Jezus maar aan Jezus zelf. Aan de weg die Hij gaat. Dat verzoening nodig is. Dat Hij de weg is. Dat je je leven aan Hem moet verliezen om gered te worden. Dat Hij de enige weg is naar God. Dat je eigen ik moet sterven. Dat niet jouw weg maar Gods weg belangrijk is. Aanstoot nemen omdat je je leven in eigen hand wilt houden.
Zalig ben je – zegt Jezus – als je aan Mij geen aanstoot neemt. Dat wil zeggen: gelukkig ben je als je bezig blijft met Mij, als je blijft zoeken, en vragen. Dat is het beste wat je kunt doen. Bij Jezus blijven. Met je vragen en twijfels. Hem niet opgeven.
6. Slot: Jezus’ handen
Weet u waarom dat het beste is? Omdat alleen bij Jezus alles in je leven op zijn plek valt. Zo was het toch in de bergrede. Gelukkig de armen van geest, zij die treuren, die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, die vervolgd worden. Gelukkig, ondanks alles. Er valt licht van God over hun leven, ook al zitten ze achter de tralies, zijn ze gevangen door twijfel, met vragen. Ze vinden hun diepe geluk bij Jezus.
Net zoals tegen Johannes zegt Jezus vanmorgen tegen ons: Kijk, luister naar Mij. Jezus geeft zichzelf als antwoord op al die vragen. Zie hier ben ik. Zo stapt Hij naar mensen toe. Ik heb mijzelf voor jou gegeven. Kijk naar mijn handen: zie je de gaten, zie je de littekens. Ik ben deze weg voor jou gegaan. Tot het bittere einde. Nu mag je weten, hier zijn mijn handen onder je leven. Ze zullen je dragen en opvangen. Ondanks alles. Handen die je troosten. Handen die je thuis brengen.
Neem aan Mij geen aanstoot, maar laat Mij je Heiland zijn. Ik hoop dat je daarop amen zegt. Amen.