Datum: 28 augustus 2022
Download PDF
/
1. Een deur van hoop
Na de les die ik in mei bijwoonde kwam hij op me af. Een stevige kerel, tatoeages op zijn arm. Elias Amos. Afkomstig uit Chili. Een bewogen leven had hij achter de rug. Hij was jarenlang lid geweest van een bende. Zijn leven cirkelde rond geweld, beroving, drugs en criminaliteit. Nu zat hij op het seminarie in Colombia en studeerde hij om voorganger te worden. Wat was er gebeurd? In de sloppenwijk was een zendingsactie geweest en een vrouw had aangesproken: zo doorgaan wordt je dood, God heeft een ander plan met je leven. Dat woord was binnengekomen, het had zijn leven op z’n kop gezet. Er ging een deur voor hem open, de deur van de hoop. Een ander leven wenkte. Wie is die God die naar hem omzag? Een zoektocht begon, een verlangen ontstond om God beter te leren kennen. Nu zat hij hier. Via allerlei omzwervingen was hij in Colombia terecht gekomen, zijn vrouw leren kennen, een kerk gevonden, en nu studeerde hij op het seminarie in Medellin. Met maar een verlangen om God met zijn leven te dienen.
Zijn getuigenis in de wandelgangen van het seminarie ontroerde me. God schrijft mensen niet af, hoe hun verleden ook geweest is. Hij roept mensen om met hun verleden te komen en Hem te dienen. Daar waar alles uitzichtloos leek, opende God een deur van hoop. Dat zie je telkens weer gebeuren. Dat herkennen we misschien ook wel uit ons eigen leven. Als God zich niet over ons had ontfermd, als er niet iemand ons leven was binnen gekomen met een woord van God, wat was er dan van ons terecht gekomen?
In de sloppenwijk was een kerk present en hebben mensen getuigd dat Jezus geen verleden tijd is. Waar alle deuren dicht zitten, door omstandigheden of door eigen schuld, opent God een deur naar de toekomst, de deur naar Zijn koninkrijk.
Dat zien we ook in het gedeelte dat we hebben gelezen. In de profetie van Jesaja. Het is een aangrijpend gedeelte. Het valt in drie stukken uiteen. De verzen 1-8 gaan over Israël en de samenleving van toen. Daar is veel mis. De verzen 9-15a gaan over de profeet die namens het volk bidt. De verzen 15b-21, waar het in de preek vooral over zal gaan, gaan over God die in beweging komt en over Zijn belofte.
2. Een profetisch drieluik
In Jesaja 59 komen veel lijnen van het boek samen. Op de achtergrond speelt de roeping van Israël om een licht voor de volkeren te zijn. Als dienaar van God is het volk geroepen om iets te laten zien van het leven zoals Hij het bedoeld heeft. Denk aan het prachtige visioen van Jesaja 2: de volken die opgaan naar Jeruzalem om onderwijs over de wegen van God te ontvangen. Waar zwaarden omgesmeed worden tot ploegscharen en speren tot snoeimessen. Waar het volk wandelt in het licht van de Heere. Of denk aan Jesaja 42: Israël als licht voor de heidenvolken om ogen van blinden te openen en mensen die gevangen zitten in het duisternis uit te leiden.
Dat is de roeping, maar het komt er niet van. Israël zit zelf in het duister. Vers 9 en 10: we zien uit naar licht, maar we wandelen in het donker. We tasten als blinden, maar zien niet; we struikelen. De roeping om te getuigen, de missie die God hen gaf, komt niet uit de verf.
3. De spiegel
Waarom niet? Dat zien we in het eerste paneel van het drieluik. Het volk verwijt dat God niet naar het omziet, maar de profeet houdt hen een spiegel voor. Dat jullie God niet ervaren, dat klopt, maar dat ligt niet aan Hem. Jullie handen zijn besmet, jullie lippen zijn niet de waarheid toegedaan.
In de verzen 4 t/m 8 tekent de profeet de cultuur van die dagen. Holle woorden. Niet de waarheid spreken. Een giftige atmosfeer. Voeten die druk zijn met wat verkeerd is. Gedachten die destructief zijn. Een tijdsbeeld tekent de profeet.
Paulus betrekt deze woorden later – in Romeinen 1 – op samenleving van toen. Het grote Romeinse rijk. Maar wat de profeet tekent heeft iets van alle tijden. Ik heb me wat meer in Colombia verdiept.
Onlangs las ik de dikke roman De Pizarro’s. Een kroniek over een bekende Colombiaanse familie. De jongste telg zit nu in het parlement. Een indrukwekkend relaas van strijd en verzet, van onrecht en geweld. Van bloedvergieten. En vrede die ver te zoeken is.
Jesaja 59 zou zomaar ook over dit land kunnen gaan. In feite zien we hier iets wat in cultuur zomaar kan gebeuren. Ook in onze dagen. De giftige atmosfeer. Holle woorden. Het recht dat verdraait wordt. Geen vrede.
In die context is Israël geroepen om een licht te zijn. Maar het kan haar roeping niet vervullen, omdat ze zich in veel opzichten heeft aangepast aan de cultuur. Dat is de reden dat God zich verborgen houdt en ze hem niet ervaren. De profeet confronteert hen daarmee. Geen fijne boodschap, maar wel nodig dat ze klinkt.
Ook wij hebben dat soms nodig. Als het verlangen naar Gods nieuwe wereld dooft. Als je jezelf hoort zeggen: ‘eigenlijk zou ik …’ en vul dat zelf maar in. Dan weet je al hoe laat het is. Dan is het nodig dat iemand je een spiegel voorhoudt. Dan helpt een tegenstem. Hier is dat de profeet. De stem van een zendelinge, zoals bij Elias Amos. Iemand bij je op de kring. Zou het niet beter zijn dat … Een vriend die zegt: waarom stop je daar niet mee. Dan is het heilzaam om in de spiegel te kijken.
4. De belijdenis
De profeet doet nog iets. Dat is het tweede paneel. Als dingen in je leven niet lopen zoals ze zouden moeten lopen, als het lastig is om God te ervaren, als je het idee hebt, dat je leven op slot zit en dat het donker is, wat je dan zeker ook moet doen is dit: open kaart spelen met God.
Jesaja doet dat in het tweede deel. Hij helpt het volk, hij gaat ze voor in het open kaart te spelen tegen God. Hij met en namens het volk. Wij tasten als blinden, want wij hebben ons afgekeerd van U, wij waren niet het recht toegedaan en de waarheid. We hebben U laten praten. Daarom is het donker en struikelen we. Daarom zien we niet een weg die begaanbaar is.
Waarom bidt de profeet zo indringend? Dat heeft met hun missie te maken. Nu kunnen de volkeren niet zien, hoe het leven met God eruit ziet. Hun wordt de deur naar de hoop onthouden. De deur naar de toekomst van God. De deur die voor Elias Amos in de sloppenwijk openging. Als Israël haar roeping niet vervult, blijft deze deur dicht. Als wij christenen het evangelie, de schat die ons is toevertrouwd, voor onszelf houden, blijft deze deur dicht en onthouden we de mensen de hoop die bij Jezus te vinden is.
In de geschiedenis van de kerk en in de geschiedenis van Israël zijn er vaak van die momenten geweest, dat alles op slot zat,d at het er niet van kwam, dat het zout in het vaatje bleef.
5. Het ingrijpen van God
Weet u wat mij zo ontroert, en dat wordt hier in Jesaja 59 opnieuw weer zo duidelijk, dat God het er niet bij laat zitten. Dat project van Zijn koninkrijk is niet ons project: het is van Hem! Van U is het koninkrijk, bidden we in het Onze Vader. Telkens weer is het God zelf die in beweging komt.
Zo heeft Israël de Heere leren kennen. Toen er geen weg was, en de machten van het kwaad zich breed maakten, baande Hij een weg, door het water en door de woestijn. Hier zien we God opstaan. Hij ziet dat er geen recht is. Geen voorbidder. Dat is wat! Hij staat er alleen voor. Maar als alles donker is, dan staat God op. Dan trekt Hij de wapenrusting aan. Dan trekt Hij ten strijde tegen de machten van het kwaad. Want Zijn koninkrijk zal zeker komen.
Zending is niet allereerst dat mensen in beweging komen, maar dat God in beweging komt. Het Koninkrijk is zijn missie! Hij staat er voor garant.
Jesaja ziet al waar het op uit zal lopen. Vers 19: het zal gebeuren dat men de naam van de Heere zal vrezen van waar de zon ondergaat tot waar zij opkomt. De kustlanden zullen de heerlijkheid van God zien. Nederland is een kustland. Chili en Colombia ook.
Vergis je niet zegt de profeet, Gods nieuwe wereld gaat komen. Het kwaad en het onrecht hebben niet het laatste woord. God heeft in deze wereld de deur van de hoop geopend. In deze wereld, met zijn holle woorden, giftige cultuur, waar de leugen alle ruimte krijgt, waar polarisatie en onrecht hand in hand gaan.
Ja maar dat gaat over de toekomst. Kunnen wij vandaag nog wat met zo’n profetisch woord van Jesaja?
6. Een dubbele belofte
Ja ik denk het wel. Want met oog op die toekomst geeft God twee beloften.
Het eerste is dit: vers 20. God zegt: ‘Er zal een Verlosser naar Sion komen.’ Paulus betrekt deze woorden later op Jezus. Hij is van Godswege gezonden. In deze gebroken wereld. In de diepte van zonde, onrecht en schuld. Daar heeft Hij heil gebracht. Verzoening. Hij heeft de machten van het kwaad en de dood verslagen aan het kruis. Hij is opgestaan. In Jezus strekt God zijn handen naar ons uit.
Jezus is geen verleden tijd. Dat is waar wij als kerk van leven. Dat is boodschap die ons is toevertrouwd. Jezus leeft! En het is de naam van Jezus die we op elke bladzijde van het boek Handelingen tegenkomen. Het is Jezus die levens van mensen binnenkomt en verandert. Zoals bij Elias Amos. In Hem gaat de deur van hoop open.
Daarom staat Jezus ook altijd centraal in de zending en evangelisatie. Alles draait om Hem. In de kerk en in de zending. En in elke cultuur.
24 jaar geleden werden we uitgezonden naar Chili. In die tijd kregen we een poster, met als titel: Christus in vele culturen. Allemaal afbeeldingen van Jezus. Jezus in Korea zag eruit als een Koreaan. De Afrikaanse Jezus was een donkere Jezus. En de boodschap was helder: In het christelijke geloof draait het om Jezus, maar we hebben elkaar nodig om iets van de rijkdom van wie Jezus is te ontdekken.
Hoe waar is dat! Jezus is zoveel groter dan ons beeld van Hem. We hebben de gelovigen van de wereldkerk nodig om de hoogte, breedte, lengte en diepte van de liefde en het heil van Christus beter te verstaan.
Zending is daarom ook altijd wederkerigheid. Samen met alle andere uitgezondenen mogen wij over en weer iets delen van wat we van Christus hebben geleerd. Zo hoop ik een link te zijn met Colombia en jullie te vertellen wat ik daar over Christus leer en met hen delen wat ik hier van Hem heb geleerd.
De eerste belofte gaat dus over de Verlosser. De weg naar de toekomst loopt via Hem! We worden allemaal aangespoord om met Hem verbonden te zijn door het geloof.
En de tweede belofte betreft de Heilige Geest. Mijn verbond, zegt God, is dat Mijn Geest van jullie niet zal wijken. God komt in beweging: Hij zendt Zijn Zoon. Maar hier wordt de missie verbreedt. Hier worden mensen ingeschakeld. Gods verbond met de profeet en met Israël, waar het hier over gaat, is met Pinksteren vervuld. Het verbond is het nieuwe verbond van de Geest. De heilige Geest is gekomen om de woorden van God te laten indalen. Hij zorgt ervoor dat de woorden van God in onze mond en in ons hart zijn. En de belofte is niet alleen voor de profeet en voor Israël, maar sinds Pinksteren, ook voor de gelovigen uit de volken, voor ons dus. Voor ons en voor onze kinderen! Wat een belofte is dat!
In Zijn missie schakelt God mensen in. De Geest doet hen delen in wat Jezus heeft gedaan. Daar mag hun mond vol van zijn. En daarover mogen ze spreken. Ik hoop dat wij dat ook doen.
De Geest zorgt ervoor dat Gods woorden niet uit onze mond zullen wijken. Dat betekent, dat we er niet los van kunnen komen, dat die woorden ons bezig zullen houden. Ook dat hoort bij onze roeping. Om de woorden van God te spellen. De geschreven woorden. De profetische woorden die de Geest in elke nieuwe situatie weer laat oplichten. Ik heb het voorrecht om dat in Colombia samen met de studenten te gaan doen. Maar ook wij mogen dat hier doen. In prediking gaan de woorden van God open, op de kring en thuis. Om zo iets van de rijkdom ervan te ervaren en de diepte van het Woord te ontdekken. Want er zitten vaak zoveel lagen in een tekst. Een tekst die je als kind meekreeg, een belijdenistekst, een trouwtekst, hoe kan die jaren later opnieuw betekenis krijgen. Misschien herken je dat wel. De Geest zorgt ervoor dat ze elke morgen weer nieuw zijn.
Mijn woorden, zegt God. Wij mogen ze ontvangen. Maar het blijven Zijn woorden. Daar zit ook iets in van: Ze gaan ons te boven. Ze zijn dieper, rijker, weerbarstiger soms. Maar er gaat zo’n kracht van uit dat ze levens veranderen. Toen en nog steeds. In Colombia en ook in Gouda. Ik ben benieuwd naar wat God gaat doen. Ook in dit nieuwe seizoen. Hier en daar. Daar en hier.
7. Tenslotte
Ik ga afronden. In een wereld waarin zoveel in beweging is, zoveel stuk ook, zendt God ons uit. Een christen is altijd op missie. Waar je ook bent, op je werk, in de trein op een verjaardag. Laten we gevoelig zijn voor wat de Geest op ons hart legt, in het luisteren, in het spreken.
Wij zijn maar kwetsbare mensen, het komt er lang niet altijd van, maar God zal aan ons blijven trekken. Zending is voor alles de missie van God zelf. Sinds Pinksteren waait er een wind over deze wereld. De Geest blaast. Hij blaast ons naar Christus toe. Telkens weer opnieuw. Maar van daaruit ook de wereld in.
Mensen moeten weten dat er een deur is die openstaat. De deur van de hoop. Jezus is die deur.
Daarom bidden we: Open overal de poort, Heer, voor uw voortvarend woord, win elk volk met stille kracht, voor uw rijk, – verdrijf de nacht! Erbarm u Heer!
Amen.