Ambassadeurs of toeristen?

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Ambassadeurs of toeristen?
Aan het laden
/
Schriftlezing: Lucas 10:1-20
Datum: 15 september 2024
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Ambassadeurs of toeristen?



Aan het laden





/

1. Ambassade van de Hemel.

Ik heb het prachtige getuigenis van Ludmilla al verschillende keren bekeken. Een filmpje op Youtube van een 82-jarige weduwe uit het atheïstische Tsjechië. Ze heeft veel dingen in haar leven meegemaakt: twee oorlogen moeten trotseren en haar man is al geruime tijd overleden. Wat heeft ze gedaan? Ze heeft haar huis opengesteld voor mensen die een luisterend oor of gebed nodig hebben. Veel christenen hebben het land verlaten en dat breekt haar hart. Daarom wil ze getuige van de liefde van God zijn.

Naast haar deur staat bordje met daarop de woorden ‘Ambassade van het koninkrijk der hemelen’. Haar huis staat open voor mensen die hemelse hulp nodig hebben. Terwijl ze koffie en thee serveert, luistert ze naar wat mensen haar vertellen. Waar ze zelf mee bezig was, legt ze opzij. Het meest ziet ze uit naar ontmoetingen met mensen die onaangekondigd bij haar langs komen, want dan is ze helemaal afhankelijk van de Heilige Geest. Na afloop bidt ze voor de mensen dat Gods Geest hen helpt en de liefde van Christus hen aanraakt. Spannend? Nee, zegt ze, want in de Bijbel staat 365 keer: ‘Vrees niet’, waarom zou ik dan bang zijn?’ Haar getuigenis raakt me. Een weduwe die aan anderen doorgeeft wat ze zelf van God heeft ontvangen. Als ambassadeur van Jezus!

Of neem nu Juan op het seminarie.We zaten aan dezelfde tafel tijdens het middageten en ik vroeg hem waarop hij theologie studeerde. Hij vertelde dat zijn vader een boot had met medische spullen waarmee ze in de zomer het oerwoud ingingen om op afgelegen dorpen aan arme mensen medische hulp te geven: tandarts, oogarts, huisarts. ‘En ik organiseer dan voetbal- of volleybaltoernooien omdat ik aan de jongeren van zo’n dorp graag over Jezus wil vertellen’. Daarom studeerde hij op het seminarie in Medellin waar ik nu werk.

Ludmilla en Juan. Twee mensen die soort van ambassadeur van Jezus zijn. Misschien ben je ook wel zo’n iemand die graag met andere mensen over Jezus spreekt?!

2. Gewone mensen worden ingeschakeld!

Eigenlijk is dat ook wat we zien gebeuren in Lucas 10. Jezus zendt mensen uit om namens Hem andere mensen op te zoeken en het goede nieuws met heb te delen. Gewone mensen als u, jij en ik worden op pad gestuurd. 70 gewone mensen gaan als ambassadeurs van op pad om – in de huizen en de dorpen – het goede nieuws van Gods liefde bekend te maken.

In het hoofdstuk ervoor lezen we dat Jezus het zelfde doet met de 12 discipelen. Zij waren door Jezus uitgekozen om zijn opvolgers te zijn en worden door Hem uitgezonden. Ze moeten op pad gaan om het Koninkrijk van God te prediken, demonen uit te werpen en zieken te genezen. Jezus zendt de 12 uit en geeft ze gezag en volmacht om dit te doen. Als we alleen hoofdstuk 9 hadden gehad, dan was deze missie alleen iets van de apostelen geweest. Als de opvolgers van Jezus, zijn ze de grondleggers van de kerk geweest. Hun missie was dan uniek en iets van toen.

Maar – en dat is het bijzondere van Lucas 10 – hier zien we dat Jezus deze missie verbreedt. Hij schakelt 70 andere mensen in, die delen in dezelfde volmacht (zie vers 19: Ik geef u (vol)macht over slangen en schorpioenen, macht over alle kracht van de vijand), ze zijn geroepen om mensen van demonen te bevrijden (vs. 19), zieken te genezen (vs. 9) en te vertellen het Koninkrijk van God is dichtbij gekomen (vs. 9 en 11). Net als de 12 apostelen, worden de 70 door Jezus met dezelfde missie uitgezonden.

Bijzonder moment. Hier zien we al iets van wat met Pinksteren gebeurt. Dat de Geest mannen en vrouwen inschakelt om het goede nieuws verder te brengen. Daar wijst ook het getal 70 naar. Voor de Joden van die tijd was 70 een bijzonder getal. Volgens Genesis 10 waren er in het begin 70 (sommigen zeggen 72) volkeren in de wereld. Dat getal is altijd gebleven als aanduiding voor alle volken op aarde. Dus de keuze van 70 is niet toevallig. Het duidt op de volkerenwereld en verwijst al naar het pinksterfeest. Er staan geen namen bij. Dat is blijkbaar niet van belang. Je mag je eigen naam invullen!

Ik wil bij drie dingen uit Lucas 10 stil staan: de uitzending, de opdracht en de motivatie. En bij elk punt probeer ik de lijn naar ons door te trekken.

3. De uitzending.

Er zit haast bij de opdracht. Ze mogen niet veel meenemen: geen beurs, geen reiszak, geen extra sandalen (vs. 4). Ze mogen niemand onderweg groeten. Dat wil zeggen: niet gaan stil staan, en bij elke bekende een praatje maken of even wat gaan drinken. Zoals dat in het Oosten gebruikelijk was. Misschien hier in Daarle ook wel.

Nee, ze hebben een missie en daar moeten ze op gericht zijn. Dat moeten ze steeds helder voor ogen houden. Ze gaan op pad als ambassadeurs van de Koning. Dat besef klink in heel dit hoofdstuk door. De naam ‘Jezus’ wordt hier niet gebruikt, maar steeds lezen we Heere (vs. 1; 2;17). Het accent ligt op Zijn macht en Majesteit.

Wat doet de Heer Jezus? Hij roept ze bij zich. Vers 1: Hij zendt ze twee aan twee (dat is belangrijk: ze gaan samen, om elkaar te steunen en te bemoedigen, voor elkaar te bidden) voor Zijn aangezicht uit. Dat betekent meer dan dat ze voor Hem uit gaan. Nee, voordat ze worden uitgezonden, komen ze persoonlijk voor Zijn aangezicht. En dat is ook het moment, dat Jezus ze volmacht geeft; zie vers 19: Ik geef jullie macht over alle kracht van de vijand. Wees niet bevreesd. Jezus laat ze in Zijn macht delen. Want er zal tegenstand zijn. Satan zit ook niet stil. Ze gaan als lammeren temidden van wolven. Geen gemakkelijk avontuur. Maar voordat ze weggaan, eerst de bemoediging, eerst de volmacht. Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde, ga dan heen …(Mat. 28). Die volmacht krijgen ze als ze voor Zijn aangezicht staan. Misschien legt Jezus ze wel de handen op? Dat is het moment dat ze als ambassadeurs in dienst worden genomen.

Wat betekent dat voor ons?

Nou voordat ze op pad gaan, hebben ze eerst een persoonlijke ontmoeting met Jezus. Iedereen die in contact komt met Jezus, wordt vervolgens op pad gestuurd. God zegent je met zijn genade, om tot zegen te zijn. Zo gaat het telkens weer. Abraham werd geroepen: Ik zal je zegenen , zei God, om tot zegen te zijn en hij werd uitgezonden. Mozes werd geroepen bij de brandende braamstruik, kom dichter bij, en uitgezonden: Ik wil dat je naar farao gaat. Jesaja, laat me je lippen reinigen, met de gloeiende kool, ga dan heen en verkondig. God roept mensen om voor Zijn aangezicht te komen, om ze daarna uit te zenden.

Zo zendt Jezus de 70 op pas. Mensen zoals wij. Met wat zij van God ontvangen hebben, gaan ze op pad. Zo worden ook wij door Jezus in dienst genomen. Straks na de dienst zendt Hij ons weer uit. Ga, zegt Hij, nu wil ik dat je niet langer voor jezelf leeft, maar voor de mensen om je heen. Ik wil dat je oog hebt voor hun nood en hun problemen. Ga, daar zijn handen, die alleen jij kunt vasthouden; oren die wachten op een woord van jou; noden waarin alleen jij kunt voorzien; demonen die alleen jij kunt uitwerpen; gebrokenen van hart die op jouw komst wachten. Daar waar je woont, werkt of studeert. God heeft ons niet op deze wereld geplaatst om als toerist rond te hangen. Nee, je bent ambassadeur! Je bent een vertegenwoordiger van Jezus. Een leesbare brief. Elke gelovige is een gezondene. Voor Jezus geldt niet de grootheid van je geloof, maar of je beschikbaar bent!

En dan het tweede: wat is de opdracht?

4. De opdracht.

Jezus zendt de 70 erop uit. Ze gaan de steden binnen (vs. 8) op zoek naar huizen (vs. 5) waar ze welkom zijn. En als er ergens een zoon van vrede is, dat wil zeggen: als er ergens iemand is die openstaat of bij wie je welkom bent, dan mag je daar naar binnengaan. En het eerste dat de 70 moeten zeggen is: vrede zij u, vrede zij dit huis. Sjaloom lecha; shaloom lebeetecha. Dat was de groet die Jezus zelf ook uitsprak, als Hij te midden van zijn discipelen was: vrede zij u. Maar in de mond van deze 70 krijgt deze groet een nieuwe klank. De vrede is het messiaanse heil dat in de komst van de Messias Jezus verschenen is. Het heil dat Jezus voor de mensen bereidt heeft, dat mogen ze doorgeven en uitdelen. Wanneer ze de huizen van mensen binnengaan, komt de vrede van God met de 70 mee. Dat is de betekenis van het zinnetje ‘Het koninkrijk van God is dicht bij u gekomen’ (vs. 9, 11). Letterlijk staat er: het koninkrijk van God is op u gekomen. Als ambassadeurs vertegenwoordigen de 70 de Koning. Met hun komst, komt ook het Koninkrijk mee. De heerschappij van God, Zijn heelmakende Shaloom komt via hen de levens van de mensen en hun huizen binnen. En dat wordt zichtbaar. Mensen die gebonden zijn, worden bevrijd. Zieken worden er genezen. Het woord voor ziekte ‘asthenes’, komt van ‘astheneia’, dat met allerlei lichamelijke zwaktes en kwalen te maken heeft. Met de komst van de 70 komt de Shaloom van God de huizen binnen en Gods heil maakt dingen heel: mensen knappen op, relaties worden hersteld, mensen komen in de vrijheid, ontvangen moed, hoop en (innerlijke) genezing.

Wat doen de 70? Niet veel. Ze zegenen de mensen met de vrede van God. Dat is het eerste. Ze beginnen met de vrede, niet met het oordeel. Daar moet je altijd mee beginnen. Genade eerst. En verder? Ze proclameren het Koninkrijk van God. Dat is: ze spreken een goed woord van Jezus. Wat de 70 niet doen, is dat ze de mensen allerlei adviezen geven. Als je christen wilt worden, dan moet je zo leven, dan moet je op deze manier bidden, dan moet je je aan deze regels houden. Nee, dat doen ze niet. Het evangelie is geen advies, maar goed nieuws! Het gaat over feiten die het leven op aarde beslissend hebben veranderd.

Het evangelie gaat namelijk over een Persoon. Jezus! God is in Hem naar deze aarde gekomen om dingen recht te zetten, om zonde te verzoenen, de dood te vernietigen, de duivel te verslaan. In Jezus opent zich een hoopvolle toekomst voor mensen. Alles hoeft niet bij het oude te blijven. De rugzak die je meedraagt mag je afleggen. God weet raad in de vragen waar je niet uitkomt. Wat gebroken is kan Hij helen. Hij helpt je verder. Hij is erbij. Met die boodschap zijn de 70 op pad gegaan.

Het evangelie is geen mooi advies, maar een persoon. De vredegroet is geen beleefdheidsformule maar een belofte van heil. En als Jezus naar je toekomt, in het getuigenis van iemand, dan moet je daar wat mee. Dat vraagt om een antwoord, een geloofsbelissing. Zo zullen de 70 het ook wel gezegd hebben. Wil je werkelijk geholpen worden, ga dan naar Jezus toe. Hij weet raad. Hij kan je helpen. Leg je zorgen, je zonden en wonden in Zijn hand. Hij zal uitkomst geven. Elke keer wanneer mensen dat deden, kwam het heil van God hun leven binnen en brak het koninkrijk door in hun huis.

Er zijn helaas ook mensen die Jezus afwijzen. Die als het erop aankomt, nee zeggen. Dat is de tragiek. Dat zien we ook hier. Dat gaat de hoopvolle toekomst aan ze voorbij. Als mensen niet willen luisteren, dan gaan de 70 weer verder. Dan kloppen ze het stof van hun voeten af. En laten het huis en de stad voor wat het is. Dat is altijd aangrijpend. De 70 doen daar verder geen uitspraak over. Ze gaan er niet over wat mensen met hun getuigenis doen. Jezus stuurt hen op pad. Ze zijn ambassadeurs. Meer niet. Minder ook niet. Dat is de opdracht.

Wat nemen we hiervan mee?

Ik denk dit: als de 70 een huis binnengaan, komt de shaloom van God dat huis binnen. En de vrede van God brengt dingen in beweging. Heling en bevrijding komen de levens van mensen binnen. Gods liefde licht op in de gebrokenheid. Wat doen de 70? Ze delen wat ze ontvangen hebben. In de ontmoeting met anderen gebeurt het. Als je mensen thuis uitnodigt om te eten. Als je bij je buren langs gaat, als je als ouderling iemand opzoekt uit je kaartenbak, als je op kraambezoek gaat, verjaardagsvisite van een vriendin of collega, of als je een vluchteling opzoekt, dan doe je dat als een mens op missie. Je bent daar als ambassadeur van Jezus. Met een diep besef in je hart, het beste wat ik die ander kan geven, komt bij Jezus vandaan. Elk bezoek doe je biddend: Heer, maak mij tot een instrument in uw hand. Werk door mij heen. Laat de geur van Christus blijven, als ik weer weg ben.

Als ambassadeur vertegenwoordig je Jezus. Zijn vrede komt met je mee, in je woorden en daden. Je hoeft niet bang te zijn. Je hoeft ook geen schroom te hebben. Want je hebt genoeg om te delen. Dat wat je van God geleerd hebt, dat wat je hier vandaag in de kerk ontvangt, mag je uitdelen, daar mag je over spreken. De liefde van Jezus. Vergeving. Een woord van hoop. Een luisterend oor. Een wandeling . Een kaartje met een bemoedigende tekst. Een Appje of telefoontje. Zo mag delen wat je hebt ontvangen.

Ja maar. Ik weet, hier ligt vaak wel een hobbel. Ze zien me al aankomen. Ik heb er gewoon niet altijd zin in. Laat zij dat maar doen, dat kan ze veel beter. Ik zit nog te veel met twijfels. Ja dat kan. Weet je, of je veel geloof hebt of weinig, veel kennis of minder, dat is niet het punt. Het gaat om niet om bekwaamheid maar om beschikbaarheid. Wat onthoudt je die ander, als jij niet in beweging komt? Die handen die alleen jij kunt vastpakken. Dat huis wat alleen jij binnenkomt. Die collega die alleen jij bereiken kunt. Jezus vraagt beschikbaarheid. Kan Hij op je rekenen. Voor de rest zorgt Hij!

Weet je wat Jezus tegen zijn discipelen zei, toen ze zich zorgen maakten over hun getuigenis, over de opdracht die ze kregen? Wees niet bevreesd wat je zeggen of doen moet, de Geest van mijn Vader zal je helpen. Hij legt de woorden in de mond. Hij helpt je te wandelen in de dingen die God heeft voorbereid. Wie Christus toebehoort, heeft de Geest ontvangen. Dat is genoeg. Het enige dat verder nodig is, is dat wij beschikbaar zijn.

En je zult merken, zodra je de eerste stap zet, zal het water wijken, en ontstaat er een weg die begaanbaar is. Zo leer je Jezus kennen, op een nieuwe manier en de mensen ook. Dat is de belofte.

5. De motivatie.

Tenslotte het laatste punt: de motivatie. Als de 70 enthousiast terugkeren en vertellen hoe zelfs demonen aan hen onderworpen zijn, corrigeert Jezus hen. Hij zegt: ‘verblijd u niet hierover, maar verblijd u erover dat uw namen opgeschreven zijn in de hemel’. Waarom zegt Jezus dat?

Wat is de les voor ons?

Ik denk hierom: in het koninkrijk van God gaat het niet om wat jij allemaal voor God doet, maar om wat God voor jou heeft gedaan! Je hoeft jezelf niet te bewijzen als discipelen. Je uiteindelijke bestemming hangt niet af van hoe goed jij je opdracht hebt uitgevoerd. Nee, dankzij het offer van Jezus, heeft God onze namen in Zijn boek geschreven.

Als je Christus toebehoort, is je eeuwige bestemming zeker. Wat er ook gebeurt in je leven, je naam staat opgeschreven in de hemel, gegraveerd in de palm van Gods hand. Zo mag je als gelovige leven, in het vertrouwen dat je leven met Christus geborgen is in God. Dat betekent ook, dat je je daarom ontspannen, maar ook vastberaden aan je opdracht kunt wijden.

6. Slot.

Ik keer even terug naar het getuigenis van Juan of de 82jarige Ludmilla. Ze is niet zo mobiel maar, maar heeft haar huis en hart opengesteld voor de nood van mensen. Haar huis is ‘Ambassade van het Koninkrijk van God’. Een ambassadeur van Jezus. Dat is ook onze roeping. Om niet als toerist door het leven te gaan maar als ambassadeurs van Jezus. Amen.