Datum: 20 november 2016
Download PDF
1. Levensvraag
Het bijbelverhaal van vanavond plaatst ons voor een van de grootste levensvragen van mensen. Hoe is het kwaad en het lijden te rijmen met de almacht van God. Als God liefde is, waarom is er dan zoveel lijden? Of meer persoonlijk: ik doe mijn best, probeer zo goed mogelijk te leven, en waarom heb ik de ene tegenslag na de andere, op mijn werk, op school, in mijn relatie? Waarom lopen de dingen in mijn leven zo moeilijk, juist nu ik meer met geloof bezig ben, of de stap naar belijdeniscatechese heb gezet. Vul zelf maar verder in.
Die vragen worden als vanzelf door het bijbelverhaal opgeroepen. Want we komen de apostel Paulus tegen op een schip, midden in een hevige orkaan; en het ziet er niet best uit. Het schip dreigt ten onder te gaan. Paulus, die door God geroepen is om apostel te zijn. Paulus, die de regie van zijn leven uit handen heeft gegeven. Die zei: Heer wat wilt u dat ik doe. Zeg het maar Heer, waarmee kan ik u dienen. Deze Paulus is gevangen genomen. Geboeid als misdadiger. Omringd door soldaten, op weg naar de keizer, om veroordeeld te worden. Hij zit met soldaten en bemanning in hetzelfde schip. Als ratten in de vak. Ze gaan er aan, want er komt een wervelstorm. Paulus wist hoe gevaarlijk dat was. Aan de Korinthiërs schrijft hij: driemaal heb ik schipbreuk geleden. Hij had de mensen nog gewaarschuwd: mensen, we krijgen problemen als we uitvaren. Maar de stuurlui en de schipper, de vakmensen, hadden een andere mening en naar hen werd geluisterd. De deskundigen geven de doorslag. En dat niet alleen: het merendeel van de opvarenden (vers 12) heeft dezelfde mening. En als deskundigen iets zeggen en de meerderheid is het er mee eens, dan gebeurt het natuurlijk. Dat is nog steeds zo.
Maar dan breekt de crisis uit: de storm valt op het eiland en op de boot (vers 14); de lucht valt dicht. Dagen lang zijn de zon en de sterren niet te zien. Alle vaste oriëntatiepunten zijn weggevallen. Het schip is stuurloos geworden. Men probeer het schip te ondergorden (met touwen om de stevigheid te vergroten), masten en zeilen worden neergehaald. Lading overboord. Scheepstuig er achteraan. Maar het mag allemaal niet baten. Het schip is een speelbal geworden op de golven. De mensen willen van de angst niet meer eten. Ze wachten enkel nog op het einde.
2. Levensboot
Varen in een schip: dat is ook een beeld van het leven. Het is opvallend dat Lucas deze geschiedenis in zijn boek Handelingen heeft opgenomen. Lucas is iemand van Griekse afkomst. De Joden hadden niet zoveel met water. In het OT en in de Joodse literatuur kom je niet veel verwijzingen tegen naar de zee, en reizen op zee en schipbreuk. Maar de Griekse literatuur is er vol van. Mensen die een zeereis maken, schipbreuk lijden etc. Voor de Grieken was de zeereis een beeld van het leven, de levensreis; en de storm was een beeld voor het kwaad en lijden dat mensen kon treffen. En de vraag was natuurlijk hoe je op de stormen van het leven reageert en hoe je je levensboot toch daar doorheen kunt laveren.
Lucas was er zelf bij, dat blijkt uit zijn verslag in de wij-vorm. Toen deden we dit. Toen deden we dat. Maar de vraag is: waarom heeft hij dit lange verslag opgenomen? Wat wil hij ons ermee leren? En de reden is eenvoudig: hij wil ons iets leren over wat je moet doen als je leven in de storm komt. Daarom vertelt hij het verhaal van Paulus. Ik wil zijn boodschap op 3 dingen toespitsen.
3. Twee visies op leven en lijden
Als het gaat over hoe God bij de moeilijke omstandigheden, bij de stormen van ons leven betrokken is, dan zijn er in feite twee visies:
a. fatalisme: in de wereld gaat alles zoals het gaat, daar kun je als mens geen invloed op uitoefenen. Alles is door God of het lof bepaald. In vroeger tijd waren dat de stoïcijnen. Wat je ook deed, je kon toch niets aan het lot veranderen. Je moest het maar nemen zoals het kwam. Vandaag zie je dat bij de Islam (insjaalla – alles wat er gebeurt is de wil van God); soms ook bij streng reformatorische christenen. In zijn voorzienigheid heeft God alles bepaald. Zelfs het getal van de uitverkorenen. Daar kun je niets aan veranderen. En als er ziekte komt of tegenslag, dan moet je dat uit de hand van God aanvaarden. In ieder geval je er niet tegen verzetten. En als je strikt doortrekt, zie je het ook bij evolutiebiologen en onderzoekers als Dick Swaab: wij zijn ons brein. Alles is voorgeprogrammeerd. En gebeurt zoals in het DNA en de hersenen is opgesloten.
Je kunt je voorstellen, dat dit tot een heel passieve levenshouding kan leiden. Gelatenheid. Pessimisme. Laat maar komen, want je kunt er toch niets aan doen.
b. Vrijheidsdenken. De geschiedenis is helemaal open. Je bent vrij om van je leven te maken wat je wilt. Jouw persoonlijke keuzes bepalen de loop van de geschiedenis. In vroeger tijd waren dat de Epicureeërs. Het lijden is fout, dat moet je elke prijs zien te vermijden. Je ziet het vandaag in het liberale denken en in partijen als VVD en D66. Volg je eigen dromen na. De toekomst is wat jij ervan kunt maken.
4. Bijbelse visie.
Maar wat zien we hier? Een visie op het lijden die anders is. Veel genuanceerder. Veel dynamischer. En ook veel hoopvoller. Want wat zegt God tegen Paulus? In vers 22: God heeft tegen mij gezegd, zegt Paulus, dat ik veilig in Rome zal komen. En dat niemand van de boot verloren zal gaan. Het schip raken we kwijt, maar niemand zal in deze storm sterven. Allemaal zullen we behouden aan land komen.
Maar wat zien we ook hier? Er komt een storm. Er gaat van alles mis. Ze zijn dagenlang de regie kwijt. Alles is donker. Ze zullen lading verliezen. Het schip zal kapot gaan. En tegelijk: niemand zal verloren gaan en Paulus zal in Rome komen. God heeft de controle. Wat Hij besloten heeft staat vast. Dat doel zal geen storm kunnen tegenwerken.
God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst.
Het ontglipt de Here God niet uit zijn hand. Maar de mensen moeten niet passief achterover gaan zitten leunen: laat maar gebeuren, als Hij het toch besloten heeft, dan gaat deze storm wel over. Nee, God schakelt hen in om tegen het kwaad te strijden.
Als Paulus in vers 30 lezen we dat, ontdekt dat de zeelieden het schip stiekem willen verlaten. Dan waarschuwt Paulus de hoofdman en de soldaten om dat te voorkomen. En dan zegt hij ‘als zij niet in het schip blijven, kunt u niet gered worden’. Als zij niet de verantwoordelijkheid voor schip houden, de kapitein en de stuurman, dan gaan we alsnog verloren. Ze moeten wel hun best doen om het schip door de storm te loodsen. Met andere woorden: hoewel Gods plan dat vaststaat, moet je zelf je er ook voor inzetten. Roeien met de riemen die je hebt. Doen wat in je vermogen ligt. God schakelt ons mensen altijd in.
Voorbeeld: profetie van Israël. Steden herbouwd. Hellingen bedekt met graan. Joden: als God gezegd heeft dat dit zal gebeuren, kunnen we ons er nu voor inzetten.
God past de stormen in zijn plannen in. Het einddoel staat vast, maar de weg er heen kan moeilijk zijn, en veel van je vragen. Maar laten de stormen je niet afhouden van het doel dat God met je voorheeft. Welke doel? Als je hart aan Jezus hebt gegeven, kan niemand je eeuwige bestemming meer afpakken. Daar staat hij garant voor. Als God je een baan, toekomst, partner, beloofd heeft, als Hij echt tot je gesproken heeft, laat je dan door de stormen niet benauwen, maar houdt vast aan zijn belofte.
5. De houding van Paulus
Het tweede dat Lucas ons wil laten zien, is de houding van Paulus. Paulus is de enige op het schip die rustig blijft en vol vertrouwen. In de storm blijft Paulus kalm. Is dat niet bijzonder. Hij geeft de mensen advies. Hij spreekt ze moed in. Hij bidt voor ze. Hij stimuleert ze om te eten. Hij weet dat het spannend wordt. De mensen moeten zich daarop voorbereiden. Paulus lijkt de enige die kalm blijft op het schip. Kalm en vol vertrouwen midden in de storm. Hoe kan dat? Wat is daarvan het geheim?
Jaren geleden, was er een legerofficier, die zich samen met zijn vrouw op een schip bevond. Er brak een hevige storm uit. Zijn vrouw raakte in paniek. De officier trachtte haar te kalmeren, maar dat lukte niet. Bij elke hevige windvlaag, klemde zijn vrouw zich aan hem vast en schreeuwde: hoe kun je toch zo rustig zijn? De man deed een paar passen terug en trok zijn zwaard en richtte met de punt van zijn zwaard naar haar hart. Schrik je hiervan, zo vroeg hij? Zij antwoordde zonder aarzeling: nee, natuurlijk niet. Waarom niet, zo vroeg hij haar? En zij antwoordde: Omdat jij hem in je hand hebt en je houdt te veel van mij om me te doden. Waarop de officier zei: weet je waarom ik zo rustig ben? Omdat ik Degene ken in wiens handen de winden en het water zijn. Onze God zal zeker voor ons zorgen.
Paulus heeft al heel wat meer moeiten meegemaakt. In 2 Kor. 11:25-28 noemt hij heel wat dingen op: gegeseld, gestenigd, drie keer schipbreuk geleden, 24 uur op zee rondgedobberd, hij heeft gevaar van rovers meegemaakt, nachten zonder slaap, vijanden, koude en honger. Met Gods hulp is hij er doorheen gekomen. In al die momenten klampte hij zich vast aan God. Elke keer, bij elke moeilijkheid, vormde het zijn karakter. Door de moeite en zorgen heen, leerde hij steeds sterker vertrouwen. Hij is standvastiger in zijn geloof geworden. De tegenslagen hebben hem sterker gemaakt.
De stormen van het leven kunnen je ontmoedigen. Je kunt helemaal in de slachtofferrol kruipen. Arme ik. Kijk hoe moeilijk ik het heb…
De stormen hebben het karakter van Paulus gesterkt.
Psalm 1. De wortels van het geloof dieper gegroeid. Geloof dat tegen een stootje kan. Probeer dat mee te nemen. Laat je niet te gauw ontmoedigen. Maar leer van Paulus dat je met Gods hulp kunt groeien en weerbaar worden. Laten we in de gemeente elkaar daarin aansporen en bemoedigen. Verlies de moed niet. God is getrouw, zijn plannen falen niet.
6. Paulus’ geheim
Als laatste wil ik nog wijzen op wat het geheim van Paulus leven was. Hij zegt het zo mooi in vers 23. God bemoedigde hem in de storm via een engel, en als Paulus daarover spreekt zegt hij: de God, van Wie ik ben en die ik ook dien. De God van wie ik ben. Dat is het geheim van Paulus leven. Ik weet, zegt Paulus, dat ik het eigendom van God ben. Jezus heeft zich over mijn leven ontfermd. Hij heeft mijn opstandigheid weggenomen, mijn zonden vergeven, en nu ben ik van Hem. Zijn geliefde kind. In het midden van de storm is dat zijn geheim.
Waar er mensen zijn die zich afvragen of God wel bestaat en andere mensen zeggen: ik dacht dat God er was, maar nu het zo hevig stormt, lijkt het of Hij me verlaten heeft, zegt Paulus: nee, nee, denk dat niet. De God van wie ik ben. Dat is het geheim: Hij weet dat Hij door God geliefd is. Hij weet dat de storm dat niet ongedaan kan maken.
Want wat is de naam van God? Yahweh. Ik ben erbij. Ik zal er zijn. God heeft aan Paulus zijn naam verbonden. In de storm is Hij erbij! En niet alleen bij Paulus, dat is nog steeds zo. Ook bij jou, u en mij. Hoe ik dat weet? Kijk naar Jezus. Er is geen religie op aarde die dat zo sterk benadrukt. Alleen het christelijk beweert dat, dat God bij je is. Alleen het christelijk geloof stelt dat God ons zo lief heeft, dat Jezus voor ons aan het kruis ging. God is niet onverschillig voor het lijden. Hij ondergaat het zelf. Wij weten de reden niet dat er stormen zijn. Er is gebrokenheid. De satan is ook bezig. Wij maken verkeerde keuzes. Dat is allemaal waar.
Maar Gods liefde hangt daar niet vanaf. Niets zegt Paulus in Romeinen 8 kan ons van de liefde van God scheiden. Vervolging, gevaar, stormen en schipbreuken. Het schip vergaat. Je kunt denken aan welvaart, geluk, je baan, vriendschap, of vul maar in, maar de trouw van God blijft. Dwars door de storm en de crisis heen blijft de belofte van God.
7. Wat blijft
Wat nemen we mee voor komende week?
Zeg het woensdag nog maar eens tegen jezelf: ik ben van God. Daar waar je bent: op school, je werk, in het ziekenhuis. Ik ben van God. Hij is bij me. En niets zal daar ooit verandering in kunnen brengen.
Als je leven in de storm komt, zegt het lied van Kees Kraayenoord dat we zo gaan zingen: houd vol, houd vol, Hij laat niet los! God is voor ons, God is naast ons, God is altijd om ons heen. Laat maar komen wat hierna komt, want Hij laat ons nooit alleen. Amen.