Eén lichaam en één Geest
Bijbel: Efeze 4:4; 1 Petrus 4:10; en 1 Korinthe 12:12-27
Wie na denkt over de kerk, kan niet om de heilige Geest heen. De Geest die met Pinksteren is uitgestort, verbindt ons als gelovigen aan elkaar, zodat wij samen één lichaam vormen. Een van de prachtige beelden waarmee het Nieuwe Testament de gemeente vergelijkt, is die van het lichaam. Samen vormen we een lichaam. Een lichaam dat uit verschillende ledematen en organen bestaat, die op elkaar betrokken zijn en elkaar nodig hebben. Mijn mond heeft mijn handen nodig om het eten en drinken tot zich te nemen. Mijn ogen hebben mijn benen en voeten nodig om te komen bij wat ze zien. Een lichaam kan groeien als alle onderdelen doen wat ze moeten doen. Met die ogen kijken Bijbelschrijvers naar de christelijke gemeente als een lichaam dat uit veel verschillende onderdelen bestaat, maar niettemin een en hetzelfde lichaam vormt. Alle onderdelen van het lichaam zijn belangrijk. Niemand kan gemist worden, want in het lichaam vervult elk onderdeel een specifieke functie. In dat lichaam heeft God aan elk gemeentelid gaven geschonken, die belangrijk zijn voor de groei en het goed functioneren van het lichaam. De oudsten (ambtsdragers) zien erop toe dat de gaven van de gemeenteleden ook daadwerkelijk benut worden.
We weten allemaal dat onze menselijke lichaam kwetsbaar is en vatbaar voor ziekten. Dit is ook bij de gemeente het geval. Paulus noemt in 1 Korinthe 12 twee gevaren: (1) dat de voet denkt dat hij niet bij het lichaam hoort omdat hij geen hand is of het oor meent er niet bij te horen omdat hij geen oog is. Daar zit het gevaar achter dat mensen denken dat de gaven van anderen belangrijker zijn dan hun eigen gaven; en (2) dat het oog zegt tegen de hand dat hij niet nodig is. Het gevaar dat bepaalde gaven belangrijker gevonden worden dan anderen. Dit kan de bedoeling van God natuurlijk niet zijn. Want zonder handen is het oog nergens. Het kan wel mooie dingen zien, maar wat kan het doen zonder dat er voeten zijn die het ergens brengen of handen die iets oppakken? Een hoofd kan alleen draaien omdat het aan een nek vastzit. Etc. Zo is het ook met de gemeente. Alle onderdelen zijn belangrijk. We hebben elkaar nodig en we vullen elkaar aan. Niemand kan gemist worden. Een gemeente is niet een en al dominee, ook niet een en al ouderling, diaken of evangelist. Nee, elk onderdeel van het lichaam, van de kleinste tot de grootste toe, is voor God even belangrijk.
God wil dat Zijn gemeente in Gouda functioneert als een lichaam, waarin iedereen met zijn of haar gaven (weet u welke gave(n) u van God heeft ontvangen?) anderen kan dienen en waar mensen gemist worden als ze ontbreken! De onderlinge betrokkenheid op elkaar wordt concreet zichtbaar in het meeleven met elkaar. ‘Als één lid lijdt, lijden alle leden mede, als één lid eer ontvangt, delen alle leden in de vreugde’ (1 Korinthe 12:26). Onderlinge verbondenheid leidt tot onderlinge betrokkenheid. In het lichaam zien de leden naar elkaar om. Ze staan elkaar bij. Ze bemoedigen elkaar. Ze verwarmen elkaar wanneer dat nodig is, zoals de ene hand de andere warmt. Wat geweldig dat er in een tijd van individualisme een christelijke gemeente is waar je gezien wordt, welkom bent en ingeschakeld wordt. Een plek waar we samen de breedte, lengte, hoogte en diepte van Gods liefde mogen ervaren en steeds meer ontdekken!
Ik hoop en bid dat we als kerk in Gouda zullen groeien in eenheid en verbondenheid met Jezus Christus die ons Hoofd is. Wat zou het mooi zijn als mensen in de kring van de gemeente Jezus vinden en met Hem het leven dat nooit meer ophoudt.