Arie Jan van de Wetering, Alleen samen: 7 sleutels tot verbondenheid, Apeldoorn 2020
Met veel interesse heb ik het boek ‘Alleen samen’ gelezen. Door onze individualistisch ingestelde cultuur die grote nadruk legt op persoonlijke ontwikkeling en autonomie, hebben we een gebrek aan sociale structuren en vallen niet weinig mensen uit de boot. Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat we steeds meer horen van mensen die zich eenzaam voelen – in deze tijd van corona een extra groot probleem – van conflicten in families, huwelijksproblemen en echtscheidingen, jongeren die geen doel in hun leven hebben en geen warm thuis hebben.
Arie Jan houdt in dit boek een warm pleidooi voor omzien naar elkaar op de plek of in de buurt waar je woont. De oplossing van veel problemen ligt immers vaker dan we denken binnen handbereik. Met vele praktische voorbeelden hoe het naar elkaar omzien en betrokken zijn op elkaar vorm kan krijgen, gebruikt hij twee sprekende beelden die mij als lezer troffen.
Allereerst het beeld van een dartpijl. Zo’n pijl bestaat uit een punt, middenstuk en de veren aan het einde. De punt staat voor de jongere generatie: kinderen, tieners, jongeren en studenten. Zij zijn creatief en scherp, hebben ideeën en vormen een spiegel voor de samenleving of zij niet te vastgeroest is. Het middenstuk staat voor de middelste generatie: ouders, gezinnen, mensen die veelal werken en midden in het arbeidzame leven staan. Zij hebben meer middelen en zorgen voor stabiliteit. De veren staan symbool voor de oudste generatie. Zij hebben levenservaring en wijsheid door schade en schande heen opgedaan. De clou is dat de punt niet zonder het middenstuk kan en ook niet zonder de veren. Ieder voor zich bereikt niks, maar alleen samen kunnen ze er wat van maken. Kort gezegd: we hebben elkaar gewoon nodig!
Deze gedachte werk hij vervolgens ook uitgebreid uit met het beeld van een voetbalelftal. Hierin komt de drieslag ook weer terug: spits en voorhoede zijn de vernieuwers (0-25 jaar), het middenveld bestaat uit de stabiliteitsbrengers (25-50 jaar) en de achterhoede zijn de cultuurbewakers (de 50 plussers).
Met allerlei concrete voorbeelden illustreert Arie Jan zijn punt: ‘alleen samen’ komen we verder in het leven. Wat de een nodig heeft, kan de ander hem of haar geven: praktische hulp, een luisterend oor, een wijs advies, aandacht en meeleven, etc.
Of je nu wel of niet gelovig bent, dit boek kan ons helpen om de buurt tot een plek te maken waar mensen elkaar zien, kennen en helpen. Uit eigen ervaring weet ik dat het zo werkt. In de buurt waar ik woon, hebben we een buurtApp waarin de noden met elkaar gedeeld worden. We ontmoeten elkaar met regelmaat om voor elkaar en voor de buurt te bidden. We leven met elkaar mee in tijden van rouw en verdriet. Als iemand jarig is denken we aan elkaar. We stellen onze huizen voor elkaar open, drinken thee of koffie met elkaar. Niet dat we de deuren bij elkaar plat lopen, maar we weten elkaar te vinden. Ik denk dat Arie Jan dit ongeveer voor ogen heeft. En eerlijk gezegd: het werkt en is mogelijk.
Veel van de ideeën in het boek kunnen we als kerk ter harte nemen. Zeker nu door corona veel activiteiten beperkt zijn en we elkaar makkelijk uit het oog kunnen verliezen, is de onderlinge verbondenheid in de kleine groep (community) heel belangrijk.
Deze korte woorden doen het boek geen recht. Lees het zelf!
Dr. Gerrit Vreugdenhil
Predikant Sint Janskerk te Gouda
Ps. zie ook mijn artikel en meer mooie initiatieven en informatie op de website: een heerlijk thuis.