Niet achterom kijken en geen reiszak meenemen
Het rapport Kerk 2025: waar een Woord is, is een weg begint met een verwijzing naar de uitzending van de discipelen door Jezus (Marcus 6:7-9; zie ook Lucas 9:57-10:9). In de instructie van Jezus aan zijn leerlingen vinden we een tweetal uitspraken die we als kerk ter harte zouden moeten nemen.
Als eerste: niet achterom kijken. Als Jezus mensen uitnodigt om Hem te volgen, klinken er allerlei bezwaren. De een wil eerst wachten tot zijn vader overleden is, de ander wil eerst uitgebreid afscheid nemen van zijn familie. Begrijpelijke redenen, maar voor Jezus ligt hier nu juist het probleem. Het koninkrijk van God gaat over de toekomst. Er is een zekere urgentie, want er zijn mensen die nog met het evangelie bereikt moeten worden. Jezus nodigt mensen uit om deel uit te maken van die beweging van het Koninkrijk. Wie uitgenodigd wordt, moet niet terugkrabbelen, maar een stap in geloof zetten. Wie steeds kijkt naar wat achter hem of haar ligt, wie steeds maar georiënteerd is op het verleden, op wat geweest is, is niet geschikt voor het koninkrijk van God. Nu we ons opmaken voor de vorming van een Protestantse Gemeente, is dat woord van Jezus niet onbelangrijk. Nostalgie brengt het koninkrijk van God geen stap verder. Continuïteit met het verleden is wel belangrijk, maar die ligt in Jezus, als Heer van de Kerk, en in het Woord dat ons geschonken is. ‘Niemand die zijn hand aan de ploeg slaat en kijkt naar wat achter (hem of haar) ligt, is geschikt voor het koninkrijk van God’.
Het tweede waar Jezus de vinger bij legt, is dat de uitzending de missie behelst om ‘shaloom’ te brengen in de huizen en levens van mensen. Die opdracht geldt nog steeds. Er zijn mensen in onze stad die het goede nieuws nog moeten horen. Er zijn huizen waar mensen wonen die eenzaam zijn, ziek en gewond. Jezus zendt ons uit om het goede nieuws in woord en daad ook daar te brengen. Vanwege de urgentie mogen de discipelen geen reiszak meenemen. Alle ballast die de missie in gevaar zou kunnen brengen, moeten ze achter zich laten. Zo is het in de kerk ook. De organisatie van de kerk moet zo ‘light’ mogelijk zijn en in dienst staan van onze roeping als kerk. De stap naar eenwording is daarin een goede zet en zal tot zegen zijn als ze ons in staat stelt om nog beter onze roeping in de stad Gouda te vervullen: de liefde en vrede van Christus in woord en daad bekend te maken.