Datum: 20 september 2015
Download PDF
1. Opvolgers gezocht
Iets loslaten waar je heel lang mee bezig bent geweest, is niet eenvoudig. Je hebt jaren gewerkt op school, de tijd van je pensionering nadert, er komt een moment dat je je werk moet loslaten. Misschien ben je er blij mee; misschien vind je het moeilijk dat een ander het van je gaat overnemen; en dingen anders gaat doen, eigen accenten gaat leggen. Het wordt helemaal spannend als je een eigen bedrijf hebt, zoals bij Bert het geval was. Hij was als jongen al vroeg begonnen met werken. Toen jaren ervaring had opgedaan, was hij voor zichzelf begonnen. Een eenmanszaak. Hij moest er hard voor werken. Ook zijn vrouw was bij het bedrijf betrokken. In de loop van de jaren was het bedrijf gegroeid. Er kwamen meer personeel. Het werk breidde uit. Maar toen kwam het moment dat Bert met pensioen zou gaan. En de vraag kwam op hem af wie de zaak zou gaan overnemen. Zijn jongste zoon had er de gaven voor. Gouden handen. Maar hij had andere interesses. Zijn oudste zoon voelde er wel voor. Maar Bert vroeg zich af of hij het aan zou kunnen. De wil was er wel. Maar kon hij het ook? Een lastig dilemma. Misschien herken je er wel iets van. En al helemaal als je geen kinderen hebt, en je zaak komt in handen van anderen terecht. Zullen ze met net zoveel toewijding werken? Zal wat je opgebouwd en bereikt hebt, in stand blijven. Hoe zal het verder gaan? Is het bij je opvolger in goede handen?
2. Jezus opvolging
En dat is nu precies het spannende punt wat in Lucas 6 aan de orde is. Het gaat hier over degenen die Jezus gaan opvolgen, die zijn werk gaan overnemen en voorzetten als Hij er niet meer is. En dat is best een gewichtig moment.
Lucas vertelt dat Jezus 12 opvolgers uitkiest. Ze worden gekozen uit de brede kring van mensen rondom Jezus. Want om Jezus heen had zich een grote groep mensen gevormd. Zo lezen we in vers 17: een menigte van Zijn discipelen en een grote menigte van het volk. Er zijn mensen uit het volk, die Jezus volgen omdat ze nieuwsgierig zijn of om van hun problemen af te komen. Er zijn ook mensen die Lucas discipelen noemt. Wat is een discipel? Dat is iemand die gehoor heeft gegeven aan het evangelie en zijn of haar leven is gaan oriënteren op Jezus. Die gegrepen is door Jezus en niet meer los van Hem kan komen. En uit die kring van discipelen kiest Jezus er twaalf uit. Zij vormen de binnenste kring. Zij worden van nu af aan Zijn naaste medewerkers in het Koninkrijk. Als Hij straks Zijn werk op aarde heeft voltooit en terugkeert naar Zijn Vader, zullen zij Zijn werk voortzetten. We lezen daarover in het boek Handelingen. Deze twaalf worden het fundament van de christelijke gemeente. Op hun getuigenis wordt de kerk gebouwd.
Daaraan herinnert ons Lucas, als hij vertelt in vers 14, dat Simon de naam Petrus krijgt. Rotsman. Op deze rots, zegt Jezus, zal Ik mijn gemeente bouwen. Ze staan er alle twaalf genoemd met hun namen. Allemaal heel verschillende mensen. Sommigen staan daar met hun Joodse naam, uit Joodse families afkomstig; anderen zoals Andreas en Filippus dragen een Griekse naam, afkomstig uit meer Hellenistische, Joods-Griekse families. We zien daar Johannes en Mattheus, de toekomstige evangelisten. Simon de zeloot; iemand die vroeger bekend stond als ijveraar, een soort vrijheidstrijder. En Judas die Jezus later zou verraden. Allemaal heel verschillende mensen, die Jezus uitkiest uit de brede kring van mensen. Verschillende mensen; verschillende namen. Maar allemaal krijgen van Jezus een nieuwe naam. Apostelen, noemt Jezus hen. Dat betekent: gezondenen, gezanten. Zij worden door Jezus de wereld in gezonden. Via hen zal Hij tot de wereld spreken.
Als je daar over nadenkt, dat Christus de toekomst van Zijn gemeente toevertrouwt aan mensen, aan deze mensen, dan wordt je stil. Hoe zal dat gaan? Hoe gaat dat aflopen? Neemt de Here God zo geen groot risico? Ja, dat doet Hij! Maar dat doet Hij al vanaf de schepping. Het risico dat de mens nee zegt tegen Zijn liefde en genade, nee tegen Zijn leiding. En dat is nog steeds het risico als de Here God in zee gaat met mensen. Petrus zal Jezus later verloochenen. Thomas twijfels staan geloof in Jezus in de weg. Judas zal Hem later verraden.
De verkiezing van de discipelen is dus een hele stap. Jezus was tot nu toe alleen aan het werk geweest. Dat was de missie die de Vader Hem had gegeven. Om Zijn volk weer terug te brengen tot God, hun zonden te verzoenen en mensen heel te maken. Maar nu komt het moment dat Jezus zijn opvolgers uit gaat kiezen. Aan hen gaat Hij straks Zijn werk overdragen. De toekomst van Gods gemeente wordt dan in hun handen gelegd. Wat een spannend moment! Hoe zal dat gaan?
3. Nachtelijke gebed met de Vader
En daarom is Jezus voorafgaande aan de verkiezing in gebed met Zijn Vader. In vers 12 vertelt Lucas dat Jezus zich terugtrekt naar de berg om te bidden. Dat deed Jezus wel vaker. Maar nu is het anders. Lucas vertelt dat Jezus de hele nacht in gebed is met God. Dat lees je niet zo vaak. Jezus heeft geen tijd om te slapen. Hij zoekt het contact met Zijn Vader. En klopt bij Hem aan om advies. Waarom doet Hij dat? Het nachtelijk gebed met Zijn Vader gaat over Zijn opvolging. Jezus is in gesprek met Zijn Vader. Vader, hoe moet het straks verder als Ik er niet meer ben? Moet ik mensen aanwijzen? En wie dan? Vader, zal het op deze manier wel lukken? Kan Ik het aan ze toevertrouwen? Moeten we het zo op deze manier doen? Met deze mensen? En de uitkomst is ja. Is er een plan B? Nee, God de Vader wil het op deze manier. Met deze mensen.
Dat is wat, gemeente! Christus die de toekomst van zijn gemeente toevertrouwt aan mensen. Daar worden we stil van. Hoe gaat dat aflopen, denk je misschien? Doopouders, jullie hebben een zoon en een dochter van God ontvangen om op te voeden. Maar sta je er ook wel eens bij stil, dat Hij daarmee eigenlijk ook de toekomst van Zijn gemeente mede in jullie handen legt? Denk je dat niet? Straks zullen jullie je ja-woord geven. Een hele verantwoordelijkheid. Besef je waarop je ja zegt? Straks zullen jullie als eerste de Here God vertegenwoordigen naar jullie kinderen. Via jullie handen en via jullie stem zullen ze in aanraking komen met de Here Jezus. Hem ontmoeten. Jullie zijn daartoe geroepen. Om in die zin ook apostelen te zijn. Gezanten van Christus naar jullie kinderen. Misschien heb je je wel afgevraagd: kunnen we dat? Zal het ons lukken? Ik denk dat Jezus die vragen ook gehad heeft in die nacht: moet het zo Vader? Zullen we het wel doen?
In die nacht van gebed, in dat gesprek van Jezus met Zijn Vader, is de beslissing gevallen over ons leven, en over dat van onze kinderen. Toen al is er voor ons gebeden.
4. Jezus bidt voor ons
Weet u, er zijn twee dingen die we van dat gebed van Jezus in de nacht kunnen leren.
4a. Van groot belang!
Het eerste is dit: hoe groot het gewicht is dat aan ons leven hangt. Niet alleen als je een kind laat dopen. Iedereen die christen is, is in feite een gezondene. Een getuige van Christus. Door ons heen wil Jezus zijn toekomst realiseren. Discipel-zijn is geen prive-onderneming, maar je bent geroepen om Jezus te vertegenwoordigen. De meeste mensen in ons land komen niet in de kerk en horen geen preek. De enige boodschap die ze horen of zien is hoe wij als christen leven. En wat voor voor preek horen ze dan? Wat zien hun ogen? Dat is een grote verantwoordelijk-heid. Hoe ga je daarmee om? Wat doe je er aan? Weet u wat het antwoord is? Kijk naar Jezus. Wat deed Hij? Jezus doet net als Jakob deed, toen hij de hele nacht worstelde met God, totdat hij gezegend werd. En dat is het teken dat we het begrepen hebben! Dat we gaan aankloppen bij de Vader, voor onze kleine kinderen, voor onze grote kinderen en voor onze eigen houding als christenen. Dan moet er wel eens iets wijken; misschien wel de slaap die we nodig hebben.
In gebed gaan. En waar bid je dan om? Als we denken aan onze kinderen: om liefde, wijsheid en geduld. En als ze groter zijn: om openheid. Een open hart voor hen. Want als ze groter zijn, dan kunnen we niet meer tegen ze zeggen wat ze wel en niet moeten doen. Maar dat je dan open voor ze bent. En dat ze daarin ook iets proeven van het open hart van de Vader.
Waar zal Jezus die nacht om gebeden hebben? Hij legt dat een paar hoofdstukken later uit, als hij het heeft over de ouders: als, jullie die slecht zijn, goede gaven weet te geven aan jullie kinderen, hoeveel te meer zal de Vader de Heilige Geest geven aan hen die Hem daarom bidden. Je kinderen opvoeden om getuige te zijn van Christus, dat kun je alleen door de Heilige Geest. En die Geest is jullie beloofd. Daarom zijn jullie kinderen niet alleen gedoopt in de naam van de Vader, die hen schiep, in de naam van de Zoon die voor hen stierf, maar ook in de naam van de Heilige Geest, die hen (via jullie en anderen) wil leren hoe ze geloven zullen en als discipelen zullen leven tot Zijn eer.
4b. Vanwege ongeloof!
Er is een tweede reden waarom Jezus zo lang bleef bidden in het donker. Hij voorziet wat er gaat gebeuren met deze twaalf. Als blijkt wat er in hun hart leeft. En dat valt niet mee. De een zal Hem verraden. De ander, die voorop staat, zal hem drie keer verloochenen. Ook dat voorziet Jezus. Nee, nu even niet. Nu even geen christen. Je kinderen zijn de eersten die dat merken. Haarfijn voelen ze dat aan. Papa was een christen maar soms even niet.
De Here God neemt veel risico door ons in te schakelen in zijn toekomstplannen. En toch gaat het langs deze weg. Niet via engelen uit de hemel, maar via mensen met zonden en gebreken, zij zijn de apostelen door wie Jezus het goede nieuws in deze wereld wil brengen. We ontvangen kinderen om hen op te voeden, opdat zij later op hun beurt het Evangelie ook zullen doorgeven. De toekomst van de kerk wordt mede in onze handen gelegd. Wat een verantwoordelijkheid!
Het is geen mooi-weer-verhaal. Het gaat soms door de diepte heen. En het kan zomaar zijn, dat je vandaag in deze doopdienst zit en je schuld en je ontzettende tekort voelt. Zal ik dan tegen je zeggen: het valt wel mee. Nee, ik kan maar een ding tegen je zeggen: let op die man die in het donker aan het bidden is! Hij weet het allemaal al. Hij weet welke donkere nachten er nog zullen komen, waarin de apostelen er vandoor zullen gaan, als de grond te heet wordt onder hun voeten. Hij voorziet al die momenten dat wij tegen God zeggen: nu even niet. Hij voorzag het allemaal al, die nacht op de berg.
5. Zeg daarom vrijmoedig ja!
Op een dag als vandaag voel je het gewicht misschien van het ja-woord dat je gaat zeggen of ooit hebt gegeven. Weet u nog wat Jezus tegen Simon zei: Ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken. Denk dus vandaag aan je verantwoordelijkheid en zeg er van harte ja op. Jullie als doopouders. Wij als gemeente eromheen. Maar denk als je ja zegt, vooral aan Hem met wie het allemaal begonnen is. Een biddende Jezus. Wie zouden we zijn, wat zouden we kunnen beginnen, als Jezus niet voor ons gebeden had?! Amen.