Ongeloof of overgave?

Schriftlezing: Lucas 1:18-20, 26-38
Datum: 6 december 2016
Download PDF


1. God komt in donkere tijd

Hoe zouden we reageren als God tot ons zou spreken? Zou Hij gehoor vinden bij ons. Zouden zijn woorden ons tot overgave brengen, zoals bij Maria? Of zouden zijn woorden op ons hart afketsen, en zouden we met scepsis en ongeloof reageren, zoals Zacharias? Mensen kunnen heel verschillend kunnen reageren op het woord van God.

Allereerst is daar de reactie van Zacharias. We zagen vorige week dat het donkere tijden waren voor Israël. We bevinden ons in de dagen van koning Herodes, zo vertelt Lucas in vers 5. Politiek en economisch een moeilijke tijd; geestelijk een donkere tijd. Het woord van de Here was schaars in die dagen. God had al eeuwen niet meer tot zijn volk gesproken. En als Hij dan opnieuw in beweging komt, en via zijn engel Gabriël gaat spreken, dan zal Hij toch wel gehoor vinden? De engel Gabriël gaat eerst op bezoek bij Zacharias.

2. Het ongeloof van Zacharias

God verschijnt allereerst aan een priester in het heilige van de tempel in Jeruzalem. Als het ergens te verwachten was dat God zou gaan spreken, Zijn beloften deed verkondigen, dan toch wel in de tempel, in de stad waar een wachtende en biddende gemeente bijeen is. Maar niets is minder waar! Lucas is er heel summier over. Hij vertelt dat de engel Gabriël de boodschap van God aan Zacharias doorgeeft. Het wonderlijke nieuws dat God op bezoek komt en dat Hij een kind schenkt aan Zacharias en Elisabeth dat de wegbereider voor dit bezoek zal zijn. Maar die boodschap stuit op verzet bij Zacharias. Lucas vertelt niet meer dan de reactie van Zacharias tegen de engel: hoe zat ik dat weten? Ik ben oud en mijn vrouw is ook op hoge leeftijd gekomen. Op zich een logische vraag. Moet hij daar nu zo voor gestraft worden, dat hij tot de geboorte van zijn zoon niet meer mag spreken? Is God dan zo onbarmhartig, dat Hij Zacharias gelijkt straft. Nee, zo is het niet gegaan. Uit de woorden van de engel blijkt dat er meer aan de hand is. Hij zegt in vers 20: omdat u mijn woorden niet geloofd hebt. De boodschap van God stuitte dus op ongeloof aan de kant van Zacharias. En uit het feit dat de mensen zich verwonderen, waarom Zacharias zo lang in de tempel blijft, mogen we afleiden, dat het gesprek wel wat langer heeft geduurd. Zacharias heeft zich niet gewonnen gegeven. Het kan gewoon niet waar zijn! De feiten spreken heel duidelijk. Wij zijn te oud. Onmogelijk. Wat u zegt kan niet. Zacharias blijft hangen in zijn ongeloof. In zijn hart is geen ruimte voor de woorden van God. Hij had om een teken gevraagd. Dat tekent ontvangt hij nu: hij moet zwijgen. Het ongeloof verhindert dat hij de zegen van God mag doorgeven. Ongeloof verhindert een mens altijd om tot zegen te zijn. Hoe reageer je op het woord van God. Zoals Zacharias, met ongeloof?

3. De overgave van Maria.

Het kan ook anders. God zendt Gabriël opnieuw, maar nu niet naar het centrum van het land, maar naar de periferie. Naar Nazareth, een klein dorpje in Galilea, waarvan Nathanael zal zeggen: ‘Kan uit Nazareth iets goeds komen?’ Galilea, dat bekend stond als het gebied van duisternis en schaduw. Het Galilea der heidenen, waar veel mensen woonden, die God niet kenden. Daar moet de engel naar toe. Naar een vrouw, een jong meisje, dat verloofd en nog niet getrouwd is. God heeft haar uitgekozen om moeder te zijn van de beloofde Messias, de zoon van de Allerhoogste God. Ze moet hem de naam Jezus geven: De Here redt, de Here maakt ruimte. En Hij zal als koning op de troon van David zitten en aan zijn Koningschap zal geen einde komen. Wat een boodschap klinkt daar in Galilea! Wie had dat ooit kunnen denken dat God zo, op deze manier, in beweging zou komen en dat hij een eenvoudig meisje zou uitkiezen om Zijn Zoon ter wereld te brengen.

Maria is ervan in verwarring, als ze de groet van de engel hoort, en de inhoud van Gods belofte ontvangt. Hoe kan dat? Waarom ik? Hoe zal dat allemaal gebeuren? Ik heb geen omgang met Jozef. Nee, zegt Gabriël, God de heilige Geest zal over je komen, de kracht van de Allerhoogste zal je overschaduwen. God zelf zal op tere en verborgen wijze dit nieuwe leven in je moederschoot tot stand brengen. We stuiten hier op het wonder van de menswording van God. Helemaal bevatten kunnen we het niet dat er nieuw leven komt, zonder tussenkomst van een mens of man. Het gaat ons verstand te boven.

Als Gabriël het heil aan Zacharias verkondigt, vindt deze boodschap bij hem ongeloof. Hoe reageert Maria op een boodschap die nog ongelofelijker is, want wat is onmogelijker dan een maagdelijke geboorte? Maria antwoordt: Zie, de dienares van de Here, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord. Zie hier ben ik. Ze geeft zich over in vertrouwen aan het woord van God. En die overgave heeft heel wat consequenties. Jozef zal, wanneer Maria zwanger zal zijn, er niets van begrijpen en haar willen verlaten. De mensen zullen er schande van spreken. Maar dat aanvaardt ze gewillig. Ze zegt met alle vragen die ze heeft: amen op het woord van God.

Wat gaf bij Maria de doorslag? Wat maakte dat zij zich overgaf? Ik denk dit woord: vers 37: geen ding zal bij God onmogelijk zijn. In het Grieks staat daar voor ‘ding’ het woord ‘rhema’, dat we beter met ‘woord’ kunnen vertalen. Maria kende dat woord. Het had eerder geklonken in de geschiedenis van Israël. Op allerlei kritiek momenten, als de situatie uitzichtloos leek. Zoals bij voorbeeld bij de kinderloze Abraham en Sara, als het volk in ballingschap is en denkt dat de toekomst over is, of na de terugkeer uit de ballingschap, klonk het woord van God: zou voor de Heere iets onmogelijk zijn? Wat bij mensen onmogelijk, is mogelijk bij God. Dat woord geeft bij Maria de doorslag. Als het op zoveel moment waar was geweest, dan zou het ook voor haar wel gelden. Zo geeft ze zich over aan de belofte van God.

4. Hoe reageren wij?

Gemeente, hoe zouden wij reageren als God tot ons spreekt? Hij doet het elke zondag, als ons het evangelie wordt verkondigd, wanneer we zelf uit de Bijbel lezen, of als we als gemeente zoals nu het avondmaal vieren. Wat God in al deze dingen tot ons zegt, is eigenlijk ook ongelooflijk. Hij nodigt ons aan zijn tafel. Hij laat ons in zijn vergeving delen. Hij zegt tegen ons: Ik ben je Heiland. Het is volbracht. Ontvang mijn genade. Hier is mijn vergeving. Wat je verleden ook was, als je tot Mij komt, laat ik je opnieuw beginnen. Aan zijn tafel laat Hij ons delen in zijn heil, bevestigt Hij ons opnieuw, dat we zijn kinderen mogen zijn. Aan tafel zegt Hij het opnieuw tegen ons: Ik zal je niet begeven en Ik zal je niet verlaten. Mijn liefde is sterker dan jouw zonden. Beloften en woorden die ongelooflijk zijn. Voor mij? Hoe kan dat Here? Wie ben ik? Ja zegt Hij ook voor jou ben aan het kruis gegaan.

Hoe reageren wij op die boodschap? Met ongeloof of overgave. Zeggen we net als Zacharias: ja maar. Altijd maar dat ja-maar. Die twijfel of het wel voor jou is. Altijd maar twijfelen of God het wel echt meent en of zijn heil wel echt voor jou bestemd is. Dat is ongeloof. Of reageren we als Maria: Here, ik snap er helemaal niks van, als u naar mijn leven kijkt kan het niet, maar als U het zegt, dan zal het waar zijn. Laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord.

Amen.