Datum: 4 juni 2023
Download PDF
/
Gemeente van Christus, broeders en zusters,
1. God is er door de Geest
Vorige week vierden we het pinksterfeest. De heilige Geest die in Jeruzalem werd uitgestort. Precies zoals beloofd was. Jezus had immers gezegd: het is beter dat ik heen ga, want dan kan de parakleet, de trooster komen. Ik zal de Geest vanuit de hemel zenden. Hij zal tot in eeuwigheid bij jullie zijn. Zo is het gebeurd. De Geest kwam om te blijven. Hij komt om ons hecht te binden aan de Heere Jezus. Hij komt om ons te helpen Jezus te gehoorzamen en van Hem te getuigen. De gaven van de Geest gaan daar dus over. Ze zijn onmisbaar om als gemeente te kunnen functioneren. Ze zijn onmisbaar voor onze roeping als gelovigen. Door de Geest is God blijvend in ons midden.
Maar wat merk je van de Geest? Hoe kunnen die gaven in de gemeente functioneren? Daarover gaat het in deze diensten. Vandaag dus over profetie.
2. Verlegenheid, maar toch …
Het is een onderwerp dat natuurlijk gelijk allerlei reactie oproept. Profetie, wat is dat? Hebben we aan de preek niet genoeg? Profetische prediking. Er zijn ook veel misstanden. Mensen die zeggen namens God te spreken, maar het bleek niet te kloppen. Mensen zijn erdoor beschadigd soms. En: de gaven waren voor de begintijd, nu hebben we veel van die gaven niet meer nodig (streeptheologie). Of: mensen zweren soms bij de gaven van de Geest, vooral de bijzondere: als profetie, tongentaal en genezing. Een gemeente waarin die gaven niet functioneren is maar een dode boel. Die blussen de Geest uit.
Hoe bijzonderder hoe beter.
Maar dat kan allemaal zo zijn. Misbruik heft het goede gebruik niet op. Zoals Bart Visser in de vorige dienst uitlegde. Het beste antwoord is nog altijd: het Woord bestuderen en serieus nemen. Onderzoek het en behoudt het goede.
Het feit dat Paulus zoveel aandacht geeft aan de gaven de Geest, is toch voor ons niet onbelangrijk. Anders had de Geest het niet in de Bijbel laten zetten.
3. Alles in liefde
Vorige keer ging het over 1 Kor. 12. In de gemeente in Korinthe was er gedoe over de gaven. Begaafde gemeenteleden keken neer op anderen; zij keken op hun beurt weer op tegen de mensen die van die bijzondere dingen konden doen. Spreken in tongen was erg populair. Bepaalde boodschappen doorgeven van God stond ook hoog in aanzien. Zij waren volwassen in het geloof, andere nog maar kinderen.
Maar dat is niet de juiste grondhouding. Alle gaven van de Geest – gewone en bijzondere – zijn een geschenk van God. Niemand is meer of minder dan een ander. In het lichaam hebben ze allemaal een plek. Wat is nodig? Boven alles liefde! Daarover gaat het hoofdstuk 13, dat tussen 12 en 14 ingeklemd staat. De liefde is de norm. Als je denkt in meer of minder; als je je op dingen laat voorstaan, dan doet dat afbreuk, dat dient de gemeente niet! Het kenmerk of je gevorderd bent in het geloof, is niet in tongen spreken, profeteren of kennis hebben, maar de liefde. Daaraan herken je wat echt van God is. Als ik niet de liefde heb en als norm hanteer, dan ben ik niets, dan baat het niet wat ik doe. Allerlei problemen in de kerk en gevoeligheden over meningen en standpunten, zouden als sneeuw voor de zon verdwijnen als we consequenter zouden leven uit de liefde waarmee Christus ons heeft liefgehad!
Het meeste van dit alles is de liefde.
Vaak wordt wel gedacht, nou dat is dus het hoogste. De climax. Maar Paulus zet geen punt. Hoe begint 14? Jaag de liefde na, én streef naar de gaven van de Geest. Allebei dus! De prachtige woorden over de liefde zijn niet bedoeld om alles in de kiem te smoren. Integendeel: we worden actief opgeroepen om naar de gaven van de Geest te streven. En zo komen we bij de gave van profetie.
4. Wat is profetie? Toen
Profetie is niet zozeer de toekomst voorspellen, maar wel een woord of boodschap van God doorgeven die bedoeld is voor een heel bepaalde situatie. (2x)
Dat is een gave van de Geest die met pinksteren is ‘vrijgekomen’. Het is de vervulling van wat God toen beloofde. De oude woorden van de profeet Joël: Ik zal mijn Geest uitgieten over alle vlees, en jullie zonen en dochters zullen profeteren’. Het is een gave voor de tijd na Pinksteren. Een gave die zowel voor mannen als vrouwen is. De Geest kan iedereen van ons gebruiken om een woord door te geven aan iemand anders of aan de gemeente.
Prachtig zien we dat bij Ananias bij Paulus. Ontvangt visioen. God spreekt tot hem en via hem tot Paulus. Het leven van Paulus verandert radicaal en ontvangt zelfs genezing van zijn blindheid. Een gewone discipel als wij.
Waarom vond Paulus deze gave zo belangrijk? Omdat deze gave, in tegenstelling tot tongentaal, voor de mensen begrijpelijk is. Ze horen het woord van God in hun eigen taal. Er is geen Spaans bij. Je wordt opgebouwd in het geloof als er tenminste woorden worden gesproken die je begrijpen kunt. Profetie bestaat dus uit woorden die bij het volle verstand gesproken worden. Zo wordt de gemeente opgebouwd. Maar ook – daar wijst Paulus ook op. Als er toevallig een niet-gelovige naar de kerk komt, en er worden woorden gesproken die verstaanbaar zijn, kunnen ze als het ware gegrepen woorden door het Woord van God dat gesproken wordt. Een woord waarvan ze moeten erkennen dat het waar is. Dit gaat over mij. Hoe kan die man of vrouw alles van mij weten?
5. Wat kan profetie vandaag betekenen?
Gemeente, komt zulk spreken van God vandaag de dag nog voor? Die vraag dringt zich natuurlijk op. En ik denk dat we moeten zeggen, ja, gelukkig wel. Maar hoe dan? Op welke manier? Nou daar waar namens God een begrijpelijke boodschap gesproken wordt.
Sommige mensen denken dat profetie vooral gaat over boodschappen die spontaan binnenvallen. Via een innerlijke stem dringen ze zich aan je op. Of via een droom of visioen. Een boodschap voor de gemeente of voor de kerk vandaag, of misschien wel voor iemand die je op weg ontmoet.
Zo kan het inderdaad gaan. Maar dat profetie alleen dat spontane is, is te beperkend. Kenmerkend is – volgens Paulus – dat er woorden met verstand gesproken worden. Geen extase, maar heldere inzichten die mensen kunnen begrijpen, verstaan. Zulke inzichten kunnen ook rijpen in je hart door overdenking van het Woord, in de weg van gebed en studie, of door middel van een preek zoals nu. Een preek kan ook profetisch zijn. Daar heeft ds. Kees van Ekris een mooi proefschrift over geschreven. Profetisch preken is niet alleen dat de Schrift goed wordt uitgelegd, maar ook dat er ineens licht valt over wat er vandaag speelt, een duiding, een woord dat de weg wijst, perspectief geeft. Zo dat je denkt, ja dat is raak. Het komt als een pijl op je af en je denkt ja dat gaat over mij, dit is wat God laat zien of van mij vraagt. Dat is profetische prediking. Dat hebben nodig vandaag. Laten we daar maar veel om bidden. Bid de voorgangers maar vol van de Geest dat ze een goed woord spreken.
Profetisch preken. Dat is belangrijk, maar dat is niet hele verhaal. Profetie is een gave van de Geest die voor elke gelovige beschikbaar is.
Denk maar aan je bijbelkring of gebedsgroep. Dat je soms vanuit het woord dingen met elkaar deelt, en je voelt dit is zo waar, die moet wel van God afkomstig zijn. We kunnen misschien zelf ook wel van die momenten terughalen die ons hebben bemoedigd en richting gewezen.
[Profetie uit Chili]
Het was misschien maar een zinnetje, maar was voor jou bedoeld. En die anders die was een soort profeet, die namens God sprak.
Nodig: dicht bij de Heere leven; heilig leven; gebed dat God je wilt gebruiken.
Hier zie je gelijk verschil met profetie in het OT. In de context van de gemeente moet dat getoetst worden. We kunnen als mensen er soms naast zitten. We kunnen er tussen zitten, eigen indrukken op de voorgrond plaatsen.
[Bijbels voorbeeld: Hand. 21, profetie Agabus, gebonden worden – mensen: Paulus, niet naar Jeruzalem gaan]
Profetie omvat dus 3 dingen: hij of zij ontvangen een woord van God – interpreteert het / legt het op een bepaalde manier uit – en geeft het door. Dat heeft iets kwetsbaars. Het kan misgaan. We moeten het daarom toetsen.
Maar als we het idee hebben dat we het zuiver ontvangen hebben, dan kunnen we het delen. Voorzichtig: niet, zo spreekt de Heere, maar ik bad voor je, heb indruk dat ik dit tegen je mag zeggen, God legt op mijn hart, bepaalde me ergens bij.
[Voorbeeld]
In het NT is profetie bedoeld om op te bouwen, te bemoedigen en te vertroosten. Niet om te somberen, anderen te veroordelen, maar op te bouwen. Dat is de kern. Opbouwen met woorden van God die God in je hart legt voor een ander. Woorden die bij Hem vandaan komen, die een deur openen voor de ander, zegen geven, bemoediging en troost.
Als iets van God is, dan doen we ons zelf te kort als we het negeren of naast ons neer leggen. Dan is het juist goed om door te geven, en ons leven ernaar te richten. Zo horen we wat de Geest tot de gemeente zegt. Een opdracht in het laatste bijbelboek die ons allen geldt.
En als we iets ontvangen dat voor de hele gemeente van belang zal zijn, dan is het goed om daarmee naar je ouderling of kerkenraad te gaan. Om te toetsen of het alleen uw of jouw privémening is of echt iets dat erkend wordt als tot opbouw voor de gemeente.
En is dan de eredienst dan niet bij uitstek de plek om deze dingen te delen.
Ik herinner me van Chili, dat er altijd in de dienst een moment was om dankbaarheid te uitten, om iets te delen met gemeente. Heeft iemand nog iets van God ontvangen? Lang niet altijd was er wat. Soms ook wel. Ontroerend. God spreekt soms zo tastbaar. Dat mogen we als een groot geschenk ontvangen.
6. en nu …
Zo ging het vanavond over profetie. Over het streven naar de gave en naar deze gave. Via de gaven laat de God van zich horen en laat de Geest merken dat Hij er is.
Paulus oproep: Blus de Geest niet uit, streef naar de gaven, vooral profetie. Hoe doe je dat? Door te bidden, dat je hart open is, dat God je inschakelt om te ontvangen en door te geven.
Ik denk dat we dit nodig hebben. We hebben in de kerk onze agenda’s. Zijn soms met onbelangrijke dingen druk. Profetische boodschappen roepen ons daarvan weg. Ze bepalen ons bij de kern. Ze laten zien waar God aan het werk is.
Dat vergt oefening. De gemeente mag een oefenplaats zijn. Laten we die ruimte geven, als kerkenraad en aan elkaar. We mogen ons naar profetie uitstrekken.
Maar dan nog is het beperkt. We kennen en profeteren ten dele. We zien in een wazige spiegel. Pas als Jezus komt, zal alles volmaakt zijn, dan zullen we Zijn wil volmaakt kennen, dan hoeven we niet meer te zoeken en te tasten, dan struikelen we niet meer en maken we geen fouten, maar mogen we Hem van aangezicht tot aangezicht zien. Dan is de profetie overbodig. Dan is er de omhelzing en de aanbidding. Wat een dag zal dat zijn! Tot die tijd, zoeken we naar de liefde en streven we naar de gaven van de Geest. En bidden we samen: spreek o Heer door uw heilig woord, geef mij een hart dat hoort. Amen.