Datum: 17 april 2022
Download PDF
/
1. Slot van the Passion
‘Jezus is gestorven. Je zou kunnen denken: einde verhaal. Maar miljoenen mensen over de hele wereld geloven dat er een wonder is gebeurd. Dat Jezus leeft. En dat het verhaal dus helemaal niet klaar is. Dat zelfs de dood overwonnen kan worden. Een hoopvolle gedachte. Deze wereld kan wel een beetje hoop gebruiken.’
Met deze woorden eindigde the Passion die deze week in Doetinchem gehouden werd. Woorden die we allemaal wel kunnen beamen. Hoop, wie verlangt daar niet naar? Hoop dat het goed komt. Met ons en met deze wereld; hoop dat die wrede oorlog stopt en dat mensen niet meer op de vlucht hoeven; hoop dat de zorgen in je leven weggaan en dat het goed komt met je kinderen. Hoop dat je een weg vindt die begaanbaar is, na die tegenslagen, nu er een lege plek is in je gezin; hoop dat de behandeling zal slagen en je nog levenstijd krijgt; hoop dat de twijfel niet de overhand neemt en je het geloof zult behouden; hoop dat het conflict wordt opgelost en je elkaar weer in de ogen kunt kijken. Hoop!
Pasen heeft alles met die hoop te maken. Het feit dat Jezus is opgestaan uit de dood, is het meest hoopvolle bericht dat we ons maar kunnen voorstellen.
Vanmorgen vertelt de evangelist Marcus wat er met Pasen is gebeurd. Het is de meest korte versie die we van de opstanding hebben, maar de kracht zit hem in de eenvoud.
2. Een herkenbare ervaring: de steen
Marcus begint zijn vertelling met drie vrouwen die op weg zijn naar het graf om Jezus te zalven. Maria Magdalena, Maria de moeder van Jakobus en Salomé. Het zijn dezelfde vrouwen die ook aan de voet van het kruis stonden toen Jezus werd gekruisigd (15:40). Ze hebben met eigen ogen gezien wat er met Jezus is gebeurd. Dat ze in de vroege morgen naar het graf gaan, laat iets zien van hun liefde voor Jezus.
Marcus had daar in het vorige hoofdstuk ook al even de vinger bijgelegd. Toen hij vertelde dat zij Jezus vanuit Galilea gevolgd waren. Ze behoorden bij de groep vrouwen die Hem gediend hadden. Dienen betekent dat ze Jezus hielpen waar en wanneer dat nodig was. In Lucas 8:3 lezen we dat deze vrouwen Hem dienden met hun bezittingen. Door hun financiële steun kon Jezus met zijn discipelen rondtrekken. Bijzonder, omdat vrouwen in die tijd in religieus opzicht nauwelijks meetelden. Bij Jezus was dat anders. Er was tussen Hem en deze vrouwen een band ontstaan. En zo gaan zij na de sabbat naar het graf om Hem te zalven uit liefde.
Maar je merkt dat ze nog behoorlijk van slag zijn. Want op weg naar het graf realiseren ze zich ineens dat ze er helemaal niet bij kunnen. Want het graf is afgesloten met een steen. Wie kan die grote zware steen voor ons wegrollen? Om grafroof te voorkomen, werden de meeste graven afgesloten met een ronde steen, die voor de opening werd gerold. Zo’n grafsteen is wel anderhalve meter hoog en weegt honderden kilo’s. Die schuif je niet zo maar even op zij. Wie rolt voor ons de steen weg?
Door zo het paasevangelie te beginnen, probeert Marcus heel dicht bij ons als hoorders te komen. Wat deze vrouwen ervaren, is voor ons misschien wel herkenbaar. Voor de vrouwen telt wat ze gezien hebben. Jezus is gestorven. Einde verhaal. De grote steen symboliseert dat. Wie rolt de steen weg? Die steen staat symbool voor dingen die in de weg zitten. Na alles wat ze hebben meegemaakt ligt er een zware steen op hun hart. Iets wat hun naar beneden drukt en klein maakt. Een mengeling van verdriet en verwarring. Van somberheid en hopeloosheid. De steen staat symbool voor het er niet bij kunnen. Wie rolt de steen weg?
Misschien herkent u iets van deze vraag? Van het gevoel dat daar in meeklinkt. Wat is zo’n steen in uw of jouw leven? Wat drukt er waar op je hart? Zijn het zorgen om onze kinderen, om je gezondheid, je huwelijk? Een worsteling met je karakter, iets wat kapot is door jouw toedoen, is het innerlijke eenzaamheid? Of angst voor de toekomst en de tijd waarin we leven? Wie weet raad met die steen? Stenen kunnen zo hard zijn, zo koud en zwaar. Ze maken dat het niet zomaar Pasen wordt in je leven. Wie rolt die steen weg?
3. Pasen: de steen is weg!
Het wonder van Pasen is dat als de vrouwen bij het graf komen de steen weggerold is! Op de eerste dag van de week verandert alles.
In het verhaal van Jezus’ kruisiging zien we mensen aan het werk. Pilatus die krampachtig zijn best doet om Jezus’ dood te voorkomen. De geestelijke leiders die besluiten dat Jezus moet sterven. De mensen die roepen ‘kruisig hem!’. De soldaten die Jezus aan het kruis nagelen. De mensen die zich over het lichaam van Jezus na zijn dood ontfermen. Ieder is op zijn of haar manier druk met een levende of met een dode Jezus.
Op de paasmorgen worden mensen volledig buitenspel gezet. Op Pasen neemt God het van mensen over. Hij wekt Jezus op uit de dood. De dood moet Jezus loslaten. De dood is de straf op de zonde. Maar Jezus heeft Zijn heilswerk volbracht. Hij heeft aan het kruis verzoening gedaan. Nu moet de dood Jezus wel loslaten.
Op de vroege paasmorgen roept de Vader Zijn Zoon om op te staan. Hij heeft zich achter Jezus gesteld. De kruisdood kan niet langer als mislukking gezien worden. Het is de overwinning op de zonde, de duivel en de dood.
Als Jezus opstaat en het graf verlaat, moet ook die grote steen wijken. Als een teken, als een zichtbaar bewijs, dat Jezus niet langer in het graf is te vinden. Hij leeft. De dood en het graf hebben Hem niet meer in hun greep. Alles is anders geworden.
De vrouwen merken dat. Marcus schrijft zo vol betekenis: ‘Toen zij opkeken, zagen zij dat de steen weggerold was’ (vers 4).
Wie opkijkt, ziet de dingen in ander licht. En dan hoeft zo’n steen waar wij op stuk lopen, waar wij ons aan vertillen geen obstakel meer te zijn. De steen is van plaats veranderd. Hij is er nog wel, maar ligt niet meer in de weg. Je kunt er langs, je kunt er door. Je ontdekt weer een weg om te gaan. Dat is de vrucht van de opstanding van Jezus.
4. Pasen: een weg om te gaan
Maar Pasen is geen toverwoord. Alsof alles in een keer anders is. Het kost tijd om het tot je door te laten dringen, dat de steen van plaats is veranderd. Misschien moeten we wel zeggen: Pasen is een weg die je gaat. Een weg waarop je het evangelie steeds weer moet horen. Het moet je verteld worden, dat de steen weg is en dat Jezus leeft! Keer op keer weer opnieuw. God gebruikt daar boodschappers voor. Zoals ik vanmorgen.
Die boodschappers zijn een stukje van Gods vaderlijke zorg. Hij wil dat de boodschap van Pasen landt in ons leven. Dat het ons leven verandert. Dat we op andere manier in het leven staan, met meer vertrouwen en hoop.
God stuurt een boodschapper naar de vrouwen om hen te helpen. Een engel. U zoekt Jezus, de Gekruisigde. Hij is opgewekt. Hij is hier niet! Het graf is leeg. De steen is weg. De engel verkondigt de opstanding. De opstanding zelf wordt hier niet beschreven. Dat blijft een geheim. Die heeft zich al voltrokken.
Maar die boodschapper is niet onbelangrijk. Wat hij zegt is bedoeld om de vrouwen te helpen. Twee dingen zijn belangrijk.
De feiten.
Hij zegt tegen ze: ‘zie de plaats waar ze Hem gelegd hebben’. Hij nodigt ze uit om te kijken. Om het lege graf binnen te gaan. Om de plek waar Jezus gelegen heeft met eigen ogen te zien. Daar zit iets van goddelijke pedagogiek in. De vrouwen worden uitgenodigd om de confrontatie aan te gaan met de feiten en met hun angst. Om de realiteit van wat gebeurd is echt onder ogen te zien.
Dat is waartoe de boodschapper hen uitnodigt. Zie de plaats waar ze Hem gelegd hebben. De vrouwen worden uitgenodigd om voorbij de steen te gaan, om de spelonk van het graf binnen te gaan en met eigen ogen te kijken naar waar daar is en naar wat er niet meer is.
Het kan pas echt Pasen in je leven worden, zo wil Marcus zeggen, als je de moed hebt om de stenen in je leven te zien. En er aan voorbij te kijken. Om de spelonken van je eigen bestaan binnen te gaan. Met je angst. Je fouten in de ogen te kijken. Je zwakheid. Je zonden.
En dan te ontdekken dat de gekruisigde is opgestaan. Hij die voor jou en mij aan het kruis is gegaan. Die bezweken is onder de stenen van mijn ongeloof en twijfel, van mijn zonden en ongehoorzaamheid. Dat Hij is opgestaan en verzoening heeft gedaan. Hij heeft alles van mij meegenomen in het graf, en door zijn dood en opstanding is het weg. Het is weggenomen door Jezus die het heeft verzoend. Dat is de betekenis van de woorden van de boodschapper. Hij is hier niet. Jezus leeft. Hij heeft overwonnen en geen steen, al is hij nog zo zwaar, kon dat verhinderen.
De boodschapper nodigt uit om de heilsfeiten onder ogen te zien. Het heil is ook voor jou. Dat is het eerste. Maar hij zegt nog iets.
De opdracht.
Hij geeft de vrouwen een opdracht. ‘Ga heen, zegen tegen zijn discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea, daar zult u Hem zien, zoals Hij u gezegd heeft.’
De weg naar binnen, de weg van de confrontatie, wordt door het woord van de engel tot een weg naar buiten. Ze moeten op pad om het goede nieuws te vertellen. Iedereen moet weten wat er gebeurd is op de vroege paasmorgen. De discipelen om te beginnen. En ook Petrus. Zijn naam wordt extra genoemd. Hij die Jezus drie keer verloochend heeft, wordt door God niet afgeschreven. God blijft naar Petrus omzien. Zo werkt dat bij God. Wij mensen pinnen elkaar vaak vast en willen maar moeilijk vergeten wat de ander ooit verkeerd deed. Maar in Gods hart werken die dingen anders. Hij pint ons niet vast op ons verleden, maar laat zichzelf vastpinnen aan een kruis. Hij hangt geen molensteen om onze nek. Maar rolt de stenen genadig weg. Hij draagt zelf die last met zich mee de wereld uit.
Het blijft opmerkelijk dat vrouwen als eerste het paasevangelie horen en dat ze dat mogen doorvertellen. In het Jodendom waren ze niet in tel. Ze waren geen volwaardige getuigen. Maar God draait dit om. Eerst zij, dan de anderen. Wonderlijk hoe alles na Pasen in een ander perspectief komt te staan.
Dat de vrouwen de opdracht krijgen om boodschappers van de opstanding te zijn, daar zit ook de zorg van God in. Want met dat je aan anderen vertelt wat je gezien of gehoord hebt, komt het ook bij jezelf meer binnen. Als je lesgeeft en iets aan anderen moet uitleggen, merk je dat. Door er meer bezig te zijn, leer je er zelf ook veel van en gaat het meer voor je leven.
De engel stuurt de vrouwen op pad. Wat is de boodschap die ze meekrijgen? Jezus gaat u voor naar Galilea. Jezus is geen verleden tijd, Hij leeft! Hij maakt een afspraak met ze, daar in Galilea. En ze moeten zorgen dat ze daar zijn. In Galilea. De plek waar mensen van zeiden: kan daar iets goed vandaan komen? Het Galilea der heidenen. Daar wil Jezus hen ontmoeten.
Dat kan niet anders betekenen, dan dat de boodschap van Pasen niet beperkt kan blijven tot Jeruzalem, en ook niet tot de kerk. Ze is bedoeld voor al die Galilea-plekken op aarde. Daar waar stenen van zonden, kwaad en ellende mensen terneerdrukken. Daar moet de boodschap gebracht worden. De boodschap dat Jezus verzoening heeft gedaan, dat Hij de dood heeft overwonnen, en dat bij Hem altijd een nieuw begin mogelijk is.
5. Pasen: de steen is weg, een nieuw begin
De vrouwen gaan op pad en keren terug naar de discipelen. Maar wat vertelt Marcus? Ze gaan met haast. Ze vluchten en zijn bevreesd. En op weg naar de discipelen vertellen ze het nog aan niemand. Het is niet zo dat de paasjubel in een keer bij hen doorklinkt. Nee, Pasen heeft tijd nodig om te landen. Ze hebben uiteindelijk het bericht van de opstanding wel doorgegeven. Anders hadden wij het evangelie niet gehad. Maar ze hebben het gedaan met vrees en beven, zegt Marcus.
Dat is eigenlijk wel bemoedigend, vindt u niet? Wij zijn net als hen geroepen om het evangelie door te geven. Maar we merken bij onszelf vaak schroom; het gaat soms met horten en stoten, met vallen en opstaan. In die zin zijn wij niet anders.
Maar … toch ze zijn op pad gegaan om te vertellen wat ze gezien en gehoord hebben. De steen is weg. Het graf is leeg. Jezus leeft.
Dat wordt ons ook verkondigd vandaag. Jezus leeft. Hij heeft het goed gemaakt tussen God en mens. Dat mogen we geloven. Dan doen we toch? Maar ook al zijn er twijfels, ga maar op pad, geef het door: Jezus leeft. En Hij zal zich steeds weer opnieuw bekend maken aan mensen die op weg zijn gegaan.
Pasen is geen toverwoord, maar een weg om te gaan. Een weg misschien met stenen, maar Jezus is ons op die weg voorgegaan.
Bange vrouwen en twijfelende mannen zijn op pad gegaan, alle eeuwen door, in het vertrouwen dat Jezus leeft. Wij zijn vandaag aan de beurt. Amen.