Datum: 27 maart 2022
Download PDF
/
1. Twee werelden die botsen
Weet u het verschil tussen religie en relatie?
In Bethanië botsen deze werelden op elkaar. Rond een maaltijd.
Bij religie staan de regels op de eerste plaats. De traditie. De norm. Wat hoort. Wat wel of niet mag. En daarbij het oordeel, als mensen daarvan afwijken. Het hart en wat er werkelijk speelt komen vaak op de tweede plaats.
Bij relatie staat het persoonlijke centraal. De relatie. De omgang. En ook de ontferming, de compassie. Hier gaat het allereerst om het hart, om de mens. De regels en de gehoorzaamheid komen daarna.
Het zijn twee werelden. Religie leidt vaak tot veroordeling en afwijzing. Relatie tot ontferming en bewogenheid.
In het huis van Simon komt het tot een botsing tussen die twee. Een heftige botsing. Er vallen scherpe woorden. De aanleiding is een vrouw. Ze zegt helemaal niets, maar haar komst en wat ze doet, zetten ineens de zaak op scherp.
Aan tafel zijn er mensen – vers 4 – die zeer verontwaardigd zijn en die scherp naar de vrouw uitvallen. Ze vallen haar – in de woorden van Jezus – zelfs lastig. Misschien gebruiken ze hun handen wel om haar weg te duwen. Hier zien we religie aan het werk.
Maar Jezus neemt het voor de vrouw op. Hij bestraft degenen die fel tekeer gaan tegen de vrouw. Jezus kijkt met ontferming naar haar. Hij ontvangt wat zij te brengen heeft. Hier zien we relatie aan het werk.
Religie of relatie. Een wereld van verschil. De een leidt tot de dood, de ander tot het leven.
Jezus heeft veel te stellen gehad met de religieuze leiders van het volk, soms ook met de hardleersheid van zijn eigen discipelen.
Jezus was bijzonder geliefd bij hoeren, tollenaars en zondaars. Hoe komt dat toch? Wat zagen zij in Hem? Wat is het geheim van Jezus? Dat ontdekken we als we inzoomen op wat in Simons huis gebeurt.
2. Simon en Judas
Jezus is in Bethanië. Een klein dorpje dat op 3 km van Jeruzalem lag. Aan de andere kant van de olijfberg. Jezus kwam daar vaker. In dit dorpje staat ook het huis van Maria en Martha en hun broer Lazarus. Over een paar dagen wordt het paasfeest gevierd. Nu is Jezus uitgenodigd bij een van de dorpsgenoten. Simon de melaatse. Simon was vroeger melaats, maar is daarvan genezen. Maar zijn bijnaam draagt hij nog altijd. Soms gebeurt het dat mensen hun etiket niet meer kwijtraken. Dat is die en die, en dan koppelen we dat aan iets dat gebeurd is. Jezus is dus bij Simon, vermoedelijk met enkele van zijn discipelen, en er zijn ook andere mensen aanwezig. Hij ligt aan tafel zoals dat gebruikelijk was. Vaak waren de mannen gescheiden van de vrouwen en zaten zij ieder in hun eigen ruimte. Dat waren de conventies van de oosterse cultuur.
De evangelist Marcus is bijzonder sober in zijn vertelling. Het gebeuren van de zalving vinden we in alle 4 de evangeliën. Marcus vertelt verder niets over Simon. Hij is gewoon gastheer en heeft Jezus uitgenodigd. Vanuit belangstelling misschien. Maar zelfs dat vertelt hij niet. Lucas is veel uitvoeriger over deze Simon. Het heeft bij de maaltijd aan alle essentiële dingen ontbroken. Bij gasten worden voor de maaltijd de voeten gewassen. Die waren altijd stoffig vanwege het lopen op de weg. Bij Jezus is dat niet gebeurd. Hij kreeg geen kus ter begroeting. En ook parfum was niet beschikbaar om zich op te frissen. Allemaal dingen die je voor je gasten deed. En dan blijkt Simon ook nog eens vol met vooroordelen tegen Jezus te zitten. ‘Als hij een profeet was, zou Hij wel weten wat voor vrouw dit is’, denkt hij in gedachten. Jezus mag dus komen in zijn huis, maar ook weer niet van harte. Misschien is er belangstelling, maar er is ook veel aarzeling. Het kan twee kanten op met Jezus. Hij weet het nog niet zo net.
Van die ambivalentie is bij Marcus geen sprake. Jezus is gewoon bij Simon in huis en ligt aan tafel. Ik denk dat Marcus dit bewust doet. Hij schrijft zijn evangelie voor mensen die meer over Jezus willen weten. Die misschien wel iets van hem gehoord hebben, maar hem ook nog niet echt kennen. Zij kunnen zich als het ware met Simon identificeren. Wij misschien ook. Je bent iemand die openstaat. Je nodigt Jezus uit in je huis, in je leven. Er is een zekere interesse, misschien ook aarzeling. Maar goed Hij is welkom. En vervolgens gebeurt er van alles. Let op!Jezus laat dingen gebeuren die grenzen doorbreken, die reactie oproepen. Hij zegt dingen die schokken en op zijn minst aan het denken zetten. Je kunt Jezus niet in een hokje plaatsen. Hij doet altijd een appel op je.
Er zijn mensen die dat niet willen. Ze ergeren zich aan Jezus. Het komt te dichtbij. Het doorbreekt hun kaders. Hun ideeën over wat goed en betamelijk is. Jezus schuurt hen te veel. Jezus maakt hen te onrustig. Daarom wijzen ze Jezus af. Dat gebeurt bij Judas. Hoe Jezus met de vrouw omgaat is voor Judas aanleiding om Jezus aan te geven bij de overpriesters. De allergie is bij hem zo groot, dat hij Jezus radicaal afwijst. Dat kan gebeuren. Ook met ons. Dat je het appel van Jezus van je afhoudt. Dat is natuurlijk heel jammer, erg ook, als je je aan Jezus zo stoort dat Hij geen deel van je leven mag uitmaken.
Maakt Judas een heel duidelijke keus, bij Simon is dat nog open. Hoe zal hij op Jezus reageren? Als hij ziet wat de vrouw doet voor Jezus, wat doet dat met hem? Wat is Jezus hem eigenlijk waard? Zou hij alles voor Jezus over hebben, net als deze vrouw?
Gemeente, laat die vraag met u en met jou meegaan, vanmorgen. Wie is Jezus voor u en voor jou? Wat is hij je waard?
3. De vrouw
Nu de vrouw. Wat doet ze? Ze heeft gehoord dat Jezus bij Simon is en gaat naar Jezus toe. Er is een bepaalde vastberadenheid bij haar. Ze heeft een heel duidelijke focus. Dit is wat ze wil doen. Het gaat haar om Jezus. Ze laat zich door niemand ervan weerhouden. De afkeurende blikken, de kritiek, het kan haar niet deren. Ze gaat Jezus zalven!
De vrouw heeft een klein en fragiel kruikje bij zich, dat gevuld is met parfum. In het flesje zit nardusmirre, een hele kostbare parfum zelfs. Afkomstig uit de bergen van de Himalaya. Daar groeide het nardusplantje op grote hoogte. De olie werd met stoom uit de wortels gehaald. Een kostbaar gebeuren, want na de bereiding moest het een lange reis afleggen per kameel naar Israël. Het flesje parfum blijkt meer dan driehonderd penningen waard te zijn. Een penning is het dagloon van een arbeider in die tijd. Bijna een heel jaarsalaris dus. De vrouw breekt de hals van het flesje en giet het in een keer over Jezus uit. Over zijn hoofd, maar van daaruit ook over de rest van zijn lichaam. In een keer is Jezus helemaal gebaad in de geur van deze dure parfum.
Uitleggers wijzen erop dat het niet ongebruikelijk is om dergelijk dure parfum in huis te hebben. Met een lijkkleed. Ze werd in de onderste lade van een kast bewaard, niet voor een bruiloft maar voor iemands begrafenis. Wie zich dat destijds kon veroorloven, kocht een hoeveelheid zeer kostbare olie en borg dat op voor zijn of haar begrafenis, om daarmee het lichaam van een overledene te balsemen. Dat was de enige rechtvaardiging om zo iets duurs aan te schaffen. Net als bij een huwelijk, werd er ook bij een begrafenis niet op de kosten gekeken. In de kast van de vrouw bevond zich deze kruik met kostbare nardusparfum, opgeborgen voor haar eigen begrafenis, of misschien wel voor die van haar moeder of broer. Nu komt ze met dat flesje en giet ze dat over Jezus uit. Een ontroerend gebaar.
Waarom doet ze dat? Marcus vertelt dat niet. Hij laat ons er naar gissen. Elders lezen we dat ze een zondares is. Uitleggers denken wel aan een prostituee. Maar geen van de evangeliën zeggen dat expliciet. Elders lezen we dat ze huilt. Huilende mensen kom je in de kerk in Nederland niet zoveel tegen. In andere landen vaker. In Zuid-Amerika regelmatig. In de vroege morgen of tijdens de dienst, komen ze naar voren, knielen voor neer. Snikkende vrouwen, voorovergebogen in de kerkbank, terwijl de zon nog amper boven de horizon is. Ze komen met de nood en zorgen van hun leven, met hun pijn en verdriet. Zo ook hier. Geen woord zegt ze, maar haar daden spreken een duidelijk taal. Ze zalft Jezus met parfum. Overvloedig!
Wat beweegt haar? Waarom zoekt ze Jezus op? Ze had vermoedelijk eerst van Johannes de Doper gehoord: bekeer je – had hij gezegd – en ontvang vergeving van wie na mij komt. Toen had ze naar Jezus zelf geluisterd. Ze hing aan zijn lippen. Hij sprak dat Hij gekomen was om mensen te redden en te behouden. Zo had ze van God gehoord, als Iemand die haar door en door kende en toch van haar hield. Iemand die haar niet afschrijft. Zo was er verlangen gekomen naar een nieuw begin. Ze had de balans opgemaakt. Is dit het nu? Die gebrokenheid. De eenzaamheid. De afwijzing. Geen geluk. Geen diepe vrede. Onrustig was haar hart. Maar toen Jezus sprak over verzoening, over vergeving en over een nieuw begin, toen was haar hart open gegaan. Dat was waar ze naar verlangde. Een nieuwe start. Een schone lei. God in het centrum. Er gloorde hoop aan de horizon.
Er waren mensen die deze boodschap vele malen hadden gehoord. Ze knikten instemmend. Maar lieten het erbij. Ze vroegen Jezus nog een keer aan tafel. Maar de vrouw komt in beweging. Ze zoekt Jezus op met alles wat ze heeft en is. En dan ontdekt ze het geheim. In de nabijheid van Jezus verandert alles. Met dat ze Jezus nadert, voelt ze de kracht die van Hem uitgaat. Zijn heiligheid roept haar onreinheid aan het licht. Als in een film passeren de dingen in haar leven. Haar zonden en wonden. Haar verdriet en pijn. Ze huilt. Ze heeft berouw en spijt. Tegelijk ontdekt ze in de houding van Jezus zoveel liefde, zoveel geduld, zoveel genade, zoveel acceptatie (niet van de zonde, maar van de zondaar), dat zij hem zalft en eert als Koning en Redder. In die weg ontvangt ze vergeving, zo vertelt Lucas.
Als een magneet wordt ze naar Jezus getrokken. Ze ziet in Hem de liefde van God. Een liefde zo mooi, zo zuiver, dat kende ze niet. En ze wil Jezus eren met het mooiste en zuiverste dat ze in huis heeft. Jezus alles geef ik u, wat ik ben en wat ik heb. Het is voor u, en het is door u en tot u.
4. De reactie
Wat ze doet roept bij een aantal mensen diepe verontwaardiging op. Eerst was er al het feit dat zij zomaar een maaltijd in het vertrek van de mannen durfde te verstoren. Vervolgens eiste zij de persoon van Jezus helemaal voor haar alleen op. En als klap op de vuurpijl zalft ze Hem zo overdadig dat het hun volslagen dwaas lijkt. Aan tafel groeit de ergernis.
Zo werkt religie.
Maar wat doet Jezus? Hoe reageert Hij? Vier dingen zegt Jezus over wat ze doet:
a. ze heeft een goed werk gedaan. Jezus prijst haar voor de daad, voor de stap die ze heeft gezet. Goed werk, in het Griekse woord kalos zit iets van ‘mooi’. Jezus is blij met haar daad; je hebt iets moois gedaan, zegt hij tegen haar.
b. ze heeft ook iets heel passends gedaan. Ze heeft de kans gegrepen. Het was een kwestie van nu of nooit. Ze zag haar kans om iets te doen wat uniek was. Iets wat je maar een keer in je leven kunt doen. Het enige flesje dat ze had. Wij hebben ook soms van die kansen gekregen de we hebben laten liggen en waarvan we later denken: had ik maar. Een gemiste kans. Wanneer iemand overlijdt, zijn er soms familieleden die spijt hebben dat ze niet tijdens het leven de kans benut hebben om vergeving te vragen, zich met iemand te verzoenen, iets voor hem of haar te doen of te zeggen hoeveel ze om iemand gaven. Nu de persoon er niet meer is, is het te laat. Deze vrouw grijpt de gelegenheid aan om iets te doen wat zij noch iemand anders later nog zou kunnen doen.
c. haar handeling geeft getuigenis van een diep inzicht. Van alle aanwezigen in het huis was deze vrouw die voorvoelde dat Jezus spoedig zou sterven. Ze besefte dat er na zijn dood misschien geen gelegenheid meer zou zijn om zijn lichaam te balsemen. Ik weet niet hoe ze dit wist, maar ze wist het.
Normaal gesproken wanneer een misdadiger aan het kruis werd gehangen en stierf, kregen familieleden geen toestemming om het lichaam te begraven. Het werd in het dal van Gehenna aan de zuidkant van Jeruzalem op de vuilnishoop gegooid. Ondanks dat dit de bedoeling was, lukte het Jozef van Arimathea om het lichaam van Jezus toch te begraven. Maar deze vrouw besefte dat Jezus als een misdadiger zou sterven. Zo zalfde ze hem met het ook op zijn begrafenis.
d. ze heeft een gedenkwaardige daad verricht. Jezus voorspelt dat overal waar het evangelie gepreekt wordt, ook over deze vrouw gesproken zal worden. Jezus eert haar daad, als een daad van geloof en toewijding. Ze heeft begrepen wie Hij is. De Heiland die gekomen is om voor haar zonden te sterven en haar nieuw leven te schenken.
Jezus eert de vrouw om haar daad. Zo werkt relatie.
5. En wij?
Een ontroerende geschiedenis, daar in Bethanië, aan tafel.
Gemeente wat zegt dit voor ons? Mag ik twee toepassingen maken:
a. wat die vrouw heeft gevonden, is ook voor ons van het allergrootste belang. Dat Jezus het fundament is van ons leven en de liefde van ons hart. Dat zijn verzoenend lijden en sterven het rustpunt is van ons hart. Dat is mijn gebed voor ons allemaal. Dat we door het geloof met Hem verbonden zijn. Het gaat God om de relatie met Jezus. Al het andere – ook in de kerk waar we zo druk mee zijn – is bijzaak.
b. verbonden met Jezus verandert er veel. Wie veel vergeven is, heeft veel lief. Zo leren we door de Geest kijken met de ogen van Jezus naar mensen. Religie leidt tot veroordeling. Relatie tot ontferming. Verbonden met de Heere Jezus zal de liefde van God ons hart en leven meer en meer vervullen. En dat is merkbaar. In de gemeente en in de stad. In het omzien naar elkaar en naar hen die Jezus niet kennen.
‘Wat ruik ik’ zegt iemand. Ruik je die geur in de stad. Wat een heerlijke parfum. Ja die parfum kennen we wel, die heet ‘the love of God’. De liefde van Christus verspreidt zich als een heerlijke geur. Amen.