Blijven bidden!

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Blijven bidden!
Aan het laden
/
Schriftlezing: Daniël 6:1-29
Datum: 9 maart 2022
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Blijven bidden!



Aan het laden





/

1. Inleiding: jaloers zijn is vervelend

Heb je wel eens meegemaakt dat iemand heel jaloers op je was? Dat je een prachtige fiets kreeg, of een auto van lego of een mooi horloge of een nieuw spelletje? Dat die persoon dat eigenlijk ook wil hebben? Als mensen jaloers zijn op wat je hebt, dan gunnen ze eigenlijk niet dat je blij bent, dat je blij bent met wat je hebt gekregen. Jaloers zijn is een heel nare eigenschap van mensen. Weet je wat vaak gebeurt als iemand jaloers is? Dat ze gaan afkraken wat je hebt, wat zij hebben is veel mooier. Of dat ze het soms kapot willen maken.

[Horloge gehad bij Sinterklaas, maar kinderen vonden het maar stom. Ze waren jaloers. Dat was niet fijn, want ik had het van mijn papa en mama gehad]

Soms gebeurd het ook op het werk van grote mensen. Dat mensen jaloers zijn als iemand iets veel beter kan, schrijven, of iets vertellen voor de groep. Jaloerse mensen gunnen je dat niet. Ze gaan je bijvoorbeeld pesten of belachelijk maken. Of je kleineren, dat het allemaal niets voorstelt. Dat wat jij kan of hebt maar stom is.

2. Mensen zijn jaloers op Daniël

Weet je, dat overkwam Daniël. Hij werkt aan het hof van de koning. Hij doet zijn werk zo goed, dat de koning hem bijna tot onderkoning wil maken. Hij is heel wijs en slim, kan goed leiding geven aan mensen, weet raad als er problemen zijn. Daniël weet voor alles wel een oplossing. Nu zijn er mensen in het hof van de koning die jaloers zijn op Daniël en niet willen dat hij een soort onderkoning wordt. Ze praten met elkaar: hoe kunnen we Daniël pakken? Wat kunnen we doen om te zorgen dat hij deze baan niet krijgt?

Dan ineens krijgen ze een idee. Ze hebben gemerkt dat Daniël gelovig is. Dat Hij veel van God houdt en elke dag tot God bidt. Zelfs 3 keer op een dag. In de morgen, als hij wakker wordt en opstaat. Dank u Heer voor deze nieuwe dag. In de middag bij het middageten. Heer, dank u voor dit eten. En in de avond voor het slapengaan. Heer, ik ga slapen, ik ben moe, geef me een goede nacht.

Bidden is voor Daniël heel belangrijk. Waarom? Natuurlijk omdat Hij God wil danken voor alle goede gaven. Voor dagelijks brood, kracht en gezondheid. Dat doe jij hopelijk ook, elke dag!

Voor Daniël was bidden ook belangrijk, omdat hij elke dag wijsheid van God nodig had. Al die moeilijke beslissingen die hij moest nemen om het land te kunnen besturen. Daar heb je heel veel wijsheid voor nodig. En ook geduld, als het soms langer duurt dan je wilt of als mensen niet meewerken. Voor Daniël is bidden onmisbaar. Elke dag wil hij met God verbonden zijn. Net als wij hopelijk.

Maar nu komt. De mensen die jaloers zijn, hebben wel gemerkt dat bidden voor Daniël belangrijk is. En ze denken, als we nou er voor zorgen dat hij dat niet meer kan doen, dan pakken we hem. Dan kan hij niet meer de wijsheid van God ontvangen. En dan wordt hij geen onderkoning of minister, maar dan kunnen wij dat worden.

Gemeen is dat he! Dat ze proberen te verbieden wat voor Daniël belangrijk is.

Zoiets gebeurt vandaag trouwens nog steeds. Dat weet je misschien wel. Er zijn landen waar christenen niet mogen bidden. Waar ze niet in Jezus mogen geloven. Noord-Korea, of in moslimlanden. Als mensen samenkomen om te zingen, te bidden en bijbel te lezen, kunnen ze opgepakt worden en in de gevangenis gezet worden.

3. De jaloerse mensen maken een plan

Nou dat gaan ze ook bij Daniël proberen. Ze praten met koning Darius. Koning luister eens, is het niet goed dat alle mensen in het rijk ontzag hebben voor u? Is het niet goed dat alle mensen u eren en tot u bidden? De koning voelt zich vereerd met deze woorden. Ja, dat is een goed idee. Zullen we dan een wet maken die gebiedt dat mensen alleen tot u en niet tot God mogen bidden? Ja, dat is goed. Zo komt er een wet. Een wet van meden en perzen die niet veranderd kan worden. Als iemand toch betrapt wordt dat hij bidt tot God, dan moet hij direct in de leeuwenkuil geworpen worden.

De koning ondertekent de wet. De jaloerse mensen zijn blij, want nu kunnen ze Daniël gaan pakken. Als hij nog een keer bidt, dat wordt hij opgepakt en in de kuil van de leeuwen gegooid. Nou, daar komt niemand levend vandaan.

4. Daniël gaat toch door met bidden!

En wat doet Daniël als hij hoort, dat er een wet is die verbiedt dat hij kan bidden. Hij doet het toch! Hij gaat toch bidden tot God. Ondanks dat het van de koning niet mag. Voor Daniël is het contact met God veel te belangrijk. En in vers 11 lezen we, dat hij op zolder een kamer heeft, waar het raam open kan, en waar hij in de richting van de stad Jeruzalem kan bidden.

Jeruzalem was voor de Joden belangrijk. Daar lag de tempel. Dat was de plek waar God toen aanwezig was. Waar Hij woonde. Daniël zoekt toch het contact met God. Hij blijft het gewoon 3 keer per dag doen. 3 keer per dag gaat hij op zijn knieën, in de morgen, in de middag en in de avond. Hij dankt God en bidt tot God. Precies zoals hij dat altijd deed. Hij trekt zich dus niets van de wet aan. Dat is moedig he van Daniël.

5. Wat doen wij?

Zou jij dat doen, als je in een land woont waar je niet in Jezus mag geloven? Dat is moeilijk he. Misschien zou je het stiekem doen. Dat is veiliger. Misschien zouden we ook wel een beetje bang zijn. Voor Daniël is het gebed met God te belangrijk om niet te doen.

Bij ons is er geen wet die verbiedt om te bidden. Maar zou jij bidden voor je eten als je op een verjaardagsfeestje bent waar niemand gelooft? Of op voetbal of ballet, in de kantine, als je samen gaat eten, neem je dan gelijk een hap, of bidt je eerst even?

Soms schamen we ons ervoor als we met papa en mama gaan eten in een restaurant. Het eten staat op tafel en je vader of moeder zegt: nu gaan we bidden. Je kijkt om je heen of iemand het ziet en je bidt snel je gebed.

6. Wat leren we van Daniël?

Wij kunnen dus best wel iets leren van Daniël. Wat dan?

Nou (1) dat hij ondanks de moeilijkheden toch blijft bidden, ook al is hij de enige die dat doet. Hij vindt het contact met God veel te belangrijk.

En (2) als hij bidt, dan knielt hij. Doe jij dat ook wel eens. [Steek je hand eens op] Voordat je slapen gaat, misschien. Knielen laat zien dat je zelf klein bent en dat je de hulp van God nodig hebt. Is een vorm van eerbied voor God.

En (3) Daniël bidt 3 keer op een dag. Dat is mooi om te doen. Doen jullie thuis misschien ook wel. In de morgen, middag en avond. Zo ben je eigenlijk de hele dag in gesprek met God. Mooi is dat! Dat vindt God fijn.

Nee, we hoeven niet naar Jeruzalem te kijken. Voor ons is God in de hemel. Wij kijken naar de blauwe lucht. Daar ergens is God. En tot Hem mogen wij bidden. Dat heeft de Heere Jezus ons geleerd. Als we bidden, mogen we tegen God zeggen: Onze Vader in de hemel. Omdat Jezus voor ons aan het kruis gestorven is, kan God onze Vader zijn. En net als met je vader en moeder, mag je elke dag met God spreken. Hij vindt het fijn als je dingen met hem deelt.

7. Gaat je leven dan altijd gemakkelijk?

Gaat je leven dan altijd gemakkelijk? Nee, dat niet. Als Daniël betrapt wordt, wordt hij in de gevangenis gegooid. Dat is verschrikkelijk. Dat gebeurt vandaag met christen in sommige landen ook. Alleen maar omdat je van de Heere Jezus houdt. Dat is erg. Daniël komt in de leeuwenkuil terecht. Zulke dingen kunnen gebeuren als je toch in Jezus blijft geloven. Als je toch blijft bidden als dat niet mag.

Maar wat er ook gebeurt. God zal je altijd helpen. Hij geeft je moed en kracht om het vol te houden. Dat merkt Daniël ook. God stuurt een engel om hem te helpen en te beschermen. Nu is Daniël niet alleen. De engel is bij hem en beschermt hem. De volgende morgen wordt Daniël weer uit de leeuwengevangenis gehaald. Niet altijd gebeurt dat, dat mensen uit de gevangenis komen. Soms blijven ze veel langer zitten. Dat is erg verdrietig en moeilijk.

Als je gelooft kunnen moeilijke dingen ook met jou gebeuren. Misschien wel geen leeuwenkuil. Maar zijn mensen jaloers op je, of pesten ze je omdat je naar de kerk gaat of bidt. Omdat je van Jezus houdt. Dan kan gebeuren. Maar wat er ook gebeurt, God zal je helpen. De Heere Jezus laat ons niet los.

Weet je God kan zelfs de kwade dingen gebruiken om iets goeds te doen. Het feit dat Daniël ook in de leeuwenkuil op God blijft vertrouwen, raakt de koning heel diep. Koning Darius is zo onder de indruk dat hij ook in God gaat geloven. En Darius wil dat alle mensen in zijn rijk ook in de God van de Bijbel gaan geloven. Kijk, dat is het allerbelangrijkste. Soms haalt God de moeilijkheden niet van ons weg, maar gebruikt hij ze zodat ander mensen de Heere Jezus leren kennen.

Daarom is het gebed zo belangrijk. God geeft ons moed en kracht om van Jezus te getuigen en voor mensen die ons misschien wel kwaad doen te blijven bidden. Ook als we in de gevangenis zitten. En dan doet God wonderen. Hij kan zomaar hun hart veranderen. Amen.