Met Jezus aan boord is geen golf te hoog!

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Met Jezus aan boord is geen golf te hoog!
Aan het laden
/
Schriftlezing: Mattheus 14:22-36
Datum: 31 oktober 2021
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Met Jezus aan boord is geen golf te hoog!



Aan het laden





/

1. New

Wat maakt dit zo belangrijk?

Punch: Met Jezus aan boord kun je verder!

Bange Discipelen. Je kunt je eigenlijk niet voorstellen dat de discipelen op het meer zo bang zijn. Ze zijn in de boot gegaan op weg naar de overkant. Hoe vaak hadden ze dat al niet gedaan? De meesten van hen waren ervaren vissers. Ze kenden het meer van Galilea als hun broekzak. Hoe vaak waren ze niet uitgevaren. In weer en wind. Vaak in de nacht; in de regen en de kou, soms met harde wind. Dat hoorde bij het leven van een visser.

Nu komen we hen tegen midden op het meer. En Mattheus vertelt dat het schip in nood is. Nou als een schip in nood is, dan betekent het dat er iets aan de hand is. Soms is de motor kapot. Of is er een probleem met het roer. Dan is een schip stuurloos. En dat is gevaarlijk. Want dan kan het kapseizen, omvallen. Hier hebben de discipelen te maken met golven en tegenwind.

Vermoedelijk zijn ze door een storm overvallen. Dat kan ook gebeuren he. Dat er ineens onweer komt, en harde windvlagen. Dan wordt het ineens spannend.

Ik heb zelf zoiets meegemaakt toen ik aan het surfen was. Er was een stevige wind en je kon heerlijk over het water surfen. Maar er kwamen dreigende wolken. Ineens begon het te regenen, de wind begon opeens nog heviger te waaien. Windkracht 8. Door een windvlaag viel ik het water. Meestal lukt het wel om met je zeil uit het water te komen. Maar nu lukte me dat niet. De golven verder groter. Ik kreeg het zeil niet omhoog. Door de wind begon ik af te drijven. Wat ik ook probeerde, het lukte gewoon niet. Nou dan zakt de moed je wel in de schoenen. Help hoe kom ik hier weer vandaan.

Zoiets gebeurt hier bij de discipelen. Opeens zette er een grote storm op. Dat gebeurt trouwens wel vaker op het meer van Galilea. Het weer kan soms – zeker in de middag – ineens omslaan. Hoe dat kan? Nou, dat komt doordat warme lucht botst met koude lucht. En dan gaat de wind draaien, en krijg je een soort windhoos. Pas hebben we er nog een gehad in Nederland, bij Barendrecht. Heel wat tuinen en huizen zijn hierdoor beschadigd.

De koude lucht komt van een berg in het Noorden. De berg Hermon. En die wind zakt door het dal af naar het meer van Galilea. Daar is het meestal erg warm. Soms wel meer dan 40 graden. En boven op het meer botst het dan. Vaak in de vroege ochtend of later op de middag.

In zo’n situatie zitten de discipelen ineens. En weet je als het zo hard waait, dan kun je met een boot van 8 bij 2 meter, met 12 discipelen erin, niet veel doen. Helemaal niets eigenlijk.

Door Jezus gedwongen. Weet je wat deze geschiedenis bijzonder maakt, dat is niet dat de discipelen tegenwind hadden en bang zijn. Het bijzondere is, dat Jezus ze het water had opgestuurd. Dat lezen we in vers 22. Jezus gaf onderwijs. Hij moet nog afscheid van de mensen nemen. En dan lezen we: ‘meteen dwong Jezus Zijn leerlingen in het schip te gaan en voor Hem uit naar de overkant te varen’. Jezus dwong ze. Als iemand je dwingt om iets te doen. Je vader of moeder dwingen je om je bord leeg te eten, dan moet je dat doen. Dan heb je eigenlijk geen keus. Of: je moet nu weg, anders ga je de trein missen. Dat is ook een vorm van dwingen. Zo ook hier. Jezus laat zijn discipelen niet kiezen, Hij stuurt ze op pad. Jullie moeten nu gaan. Hij stuurt ze in de boot het meer op. Misschien was het al hevig aan het waaien, dan weten we niet. Maar al vrij snel steekt de wind op en komen de golven.

Jezus laat ze ploeteren. En dan is er nog iets. Hoe lang lopen ze op het meer te tobben met de golven en de wind? Mattheus zegt tot de vierde nachtwake (vers 25). Dat is ergens tussen 3 en 6 uur in de morgen. Ze waren de hele nacht bijna op het water. En het lukte niet. Pas dan komt Jezus naar ze toe om ze te helpen. Dat is toch wel bijzonder, vind je niet. Je zou toch verwachten dat Jezus ze gelijk komt helpen. Ze zijn toch Hem gehoorzaam geweest. Laat Hij ze nu maar gewoon dobberen?

Nou gemeente, jongelui, hier zijn we bij een kernvraag aanbeland. Wat wil Gods Geest ons nu door deze geschiedenis heen vertellen? Het staat wel in de Bijbel, maar wat hebben wij eraan? Ja, dat is een goede vraag.

Dit bijbelverhaal wil ons iets heel belangrijks vertellen over Jezus, en ook iets over onszelf. En daarom mogen we heel blij zijn dat het in de Bijbel staat. En dat we het gewoon in het Nederlands hebben kunnen lezen.

2. Intermezzo: bijbelverhaal in eigen taal

Vandaag is het hervormingsdag. We denken aan Maarten Luther die zijn 95 stellingen op de deur van de katholieke kerk heeft geplaatst. Er waren veel menselijke tradities en vormen die het zicht op de Heere God belemmerden. Mensen moesten aan allerlei voorwaarden voldoen om genade van God te ontvangen. Luther heeft toen aan de kerk van zijn tijd duidelijk gemaakt, dat niet traditie en meningen van mensen belangrijk zijn, maar het Woord van God. In die tijd is onze protestantse kerk geboren.

Jongens en meisjes, weet je wat Luther altijd in zijn tas bij zich had? De Bijbel. Maar die was in het latijn geschreven. Niemand snapte dat. De priester stond in de kerk en las uit de Bijbel voor, maar het was geheimtaal voor de mensen. Ze begrepen er niets van.

Zal ik eens in het latijn lezen?

Lezen Joh. 3:16 – latijn (Vulgaat):

sic enim dilexit Deus mundum ut Filium suum unigenitum daret ut omnis qui credit in eum non pereat sed habeat vitam aeternam

Lezen Joh. 3:16 – NBV21:

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

Kijk dat verstaan we gelukkig wel.

[Hocus pocus, pilatus pas.]

Wat heeft Luther toen gedaan? Hij heeft de Bijbel vertaald in de taal van de mensen. In het Duits. Hij vond het zo belangrijk dat iedereen over God en Jezus zou horen. In een taal die ze zouden begrijpen. Zo belangrijk dat elke generatie in hun eigen taal hoort over de grote daden van God en over Jezus. Dat is een van de dingen van De Reformatie: dat iedereen het Woord van God heeft, en leest en kent. Door het Woord leren we God en Jezus kennen. Sola Scriptura.

Daar mogen we heel dankbaar voor zijn. Ook voor al die mensen die de Bijbel vertalen in de dialecten en talen van de mensen op aarde. Dat Boek dat wij nu in onze eigen taal hebben, vertelt ons zoveel over de Heere God. Elk verhaal, elke geschiedenis, laat ons iets belangrijks zien over God en over de Heere Jezus. De Bijbel is gegeven om ons te onderwijs, met de bedoeling dat in in de Heere Jezus geloven, dat we Hem gaan gehoorzamen en elke dag met Hem leven.

3. You

Waar raakt dit ons leven? Welke weerstanden of gevoelens leven er?

Ook de geschiedenis van de storm op het meer wil ons iets belangrijk zeggen. Mensen die geloven zijn net als deze discipelen. Ze zijn onderweg. Jezus heeft ze op pad gestuurd. Als wij in de Heere Jezus geloven, mogen we dit op onszelf betrekken. We zijn op pad gegaan. Jezus heeft ons opgedragen om Zijn liefde te ontvangen en door te geven. Andere mensen over Hem te vertellen. Maar in de praktijk blijkt dat behoorlijk lastig. Mensen zitten er vaak niet op te wachten. Ze kunnen prima leven zonder Jezus, denken ze. We kunnen ons verhaal soms helemaal niet kwijt. We ervaren dat het helemaal niet zo gemakkelijk gaat. Er is tegenwind. Het gaat moeizaam.

En weet je, de storm kan ook in je eigen hart zitten. De kerkvader Augustinus zegt dat de discipelen geestelijk in gevaar waren; de woeste golven zaten in hun hart. Ze waren onzeker en vol twijfels. Ze hadden net ervoor een wonder meegemaakt. Jezus had met 5 broden en 2 vissen meer dan 5000 mensen te eten gegeven. Heel bijzonder. Maar even eerder hadden ze gehoord dat Johannes de Doper door Herodes onthoofd was. Een heel heftig bericht. Als je zulke dingen meemaakt, kun je zomaar gaan twijfelen. Zou het waar zijn allemaal wat Jezus zegt? Als de storm in je leven losbreekt, op school, in je werk of in je gezin, dan komen de vragen: waar bent u nu God? En als het even duurt, dan ga je je afvagen wat je nu aan je geloof in Jezus hebt. We deden belijdenis. Jezus was welkom in ons huwelijk. Vol goede moed gingen we op pad. Maar het was niet makkelijk. Er kwam storm. Nu zit je er midden in en je hoort niets van Hem. Mooi geloof is dat. Als er problemen komen, kan het gaan stormen in je hart.

We kunnen de lijn zo nog verder kunnen trekken. Over de mensen in de wereld. Wij zijn zo slim dat we mensen op de maan kunnen zetten, maar het lukt ons niet om alle mensen die honger hebben te eten te geven. We maken machines waarmee oorlog wordt gemaakt, maar niemand heeft een machine uitgevonden die vrede zal brengen. We kunnen luisteren naar de geluiden van de dieren in ze zee, maar de huilende harten van mensen horen we niet. Dat is best verdrietig.

Het lukt de discipelen gewoon niet om vooruit te komen. Dat is geen fijne ervaring.

Kijk, je krijgt een puzzel, ga maar maken, maar je ontdekt, dit is veel te moeilijk voor mij; of iets van technisch lego, maar zo ingewikkeld, daar kom je zelf niet uit … Een opdracht die leuk leek, maar wat valt het tegen. Dat gevoel, dat je denkt: help hoe moet ik dit doen, ik kan dit helemaal niet …

Nu dat leren de discipelen hier. En in het bijzonder Petrus. Als Jezus naar hen toekomt over het water, dan wil Petrus dat ook. Zeg me dat ik naar u toekom. Jezus nodigt Petrus uit, maar hij zet maar een paar stappen, kijkt naar de golven, en de moed zakt hem in de schoenen. Help Heer, roept hij. Ik kan dit niet.

Gemeente, het is die ervaring, die in dit bijbelverhaal met kracht naar ons toekomt. De opdracht is te groot. Geloven op eigen kracht te moeilijk. Jezus vraagt iets van ons, en wij kunnen het niet. De tegenwind is te sterk. Er is er maar een die ons kan helpen.

En het is die ervaring in de boot, dat het niet lukt, die de discipelen doen beseffen: Wij kunnen dit niet zonder Jezus.

Alleen met Jezus aan boord kunnen we verder!

Waarom was dat zo belangrijk? Nou, straks als Jezus terugkeert naar de hemel, worden zij erop uit gezonden. De discipelen worden apostelen. En ze zullen merken hoe lastig die taak is. Er zal tegenwind zijn van conflicten in de gemeente, hypocrisie, dwaalleer en kleingeloof is. Zonden en wonden van mensen zullen problemen veroorzaken. Dat zijn de stormen waar ze doorheen moeten. En dan zal blijken dat ze in eigen kracht niets kunnen doen. Ze zijn helemaal aangewezen op Jezus. Dat is de grote les van deze geschiedenis.

Alleen met Jezus aan boord kunnen we verder!

4. Call

Welke rol speelt God/Jezus? Welk goed nieuws klinkt hierin door?

Wat onthult deze geschiedenis over Jezus? Drie dingen vertelt Mattheus ons.

a. Dat Jezus voor hen bidt.

De discipelen hebben het niet eens door. Terwijl zij worstelen met de tegenwind en de golven, zit Jezus op de berg te bidden. Hij ziet ze wel en bidt voor hen. Net als voor Petrus, dat hun geloof niet zal bezwijken. Hij bidt voor mensen die in zwaar weer zijn. Is dat niet bemoedigend? Jezus is in de hemel in gebed voor ons en voor zijn kerk. Ons leven wordt gedragen door zijn voortdurende gebed.

En ja, ook als ons bootje wordt geteisterd door de golven. En als wij moeite hebben om onszelf drijvend te houden. En als we soms behoorlijk uit koers raken. Jezus laat ons niet alleen. Hij draagt ons in zijn gebed. Hij is dichterbij dan wij vaak vermoeden of durven hopen.

En bedenk ook. Jezus zal straks ook op een berg zijn, een heuvel. Daar wordt Hij gekruisigd. Voor onze zonden doet Hij verzoening. Zo sterk is zijn liefde voor mensen die zo vaak de dingen in eigen kracht doen. Die het zelf wel denken te redden. Maar Hij doet het toch, voor ons, opdat niets ons meer zal kunnen scheiden van de liefde van God. Geen tegenwind. Geen storm kan die liefde ongedaan maken.

b. Jezus komt naar hen toe.

Over het water. Voor Jezus is geen storm te groot, geen water te diep, Hij komt naar zijn discipelen toe. Hij zoekt ze op in hun geploeter. Als ze ten einde raad zijn, als ze de pijnlijk les aan het leren zijn, dat ze niet in eigen kracht kunnen geloven en Jezus kunnen dienen. Over het water. Op een wonderlijke manier, die wij soms totaal niet verwachten, handelt Jezus. Soms door de gewone omstandigheden heen. Soms op een bovennatuurlijke manier.

Zo dat je soms haast niet kunt geloven dat het Jezus is. De discipelen denken aan een spook, ze zien een geest, ze houden geen rekening met Jezus die hen wel eens op zou kunnen zoeken. Maar Jezus is de Heiland. Hij zoekt ons op, midden in onze soms moeilijke omstandigheden.

En wat doet Hij als eerste? Hij spreekt. Zo krachtig. Zo genadig. Woorden om in je hart te koesteren: Houd moed. Ik ben het. Wees niet bang. Dat zijn de woorden die Jezus toen sprak. En dat zijn de woorden die Gods Geest nog steeds spreekt. Als wij de weg van Christus gaan, en met golven en tegenslag te maken hebben dan is het de Geest die ons herinnert aan Jezus. Aan wat Hij sprak: houd moed. Ik ben het. Wees niet bang. Hoor deze woorden vanmorgen. Als je in de storm zit. Als het niet lekker loopt in je leven. Als je vol vragen en twijfels zit. Hou vol. God laat je niet los.

c. Jezus komt aan boord.

En dan komt Jezus aan boord. En alles wordt anders. Als Hij erbij is, komt er perspectief. ‘Al staat de zee ook hol en hoog, en zweept de storm ons voort, Wij hebben ‘s Vaders Zoon aan boord.’

Met Jezus aan boord kun je verder!

Dat is het geheim van deze geschiedenis. Dat is de les die wij allemaal moeten leren. Steeds weer opnieuw. Petrus denkt de dingen zelf wel te kunnen, in al zijn impulsiviteit. Maar Jezus verwijt hem kleingeloof. Hoe meer we zelf doen, hoe kleiner ons geloof wordt. Maar als wij vertrouwen op Jezus, dan gaat ons geloof groeien.

Zo wil deze geschiedenis ons aansporen. Kijk naar Jezus. Wie je ook bent en wat je ook meemaakt. Hij bidt voor je. Hij komt in de storm naar je toe. Hij spreekt woorden van leven. Hij komt naast te zitten in je levensboot. Zodat je niet langer stuurloos ronddobbert.

Is Hij niet onze aanbidding waard? Zullen we Hem dan niet vertrouwen?

Nee, geen kalme reis, maar wel een behouden aankomst. Omdat Vaders zoon aan boord is. Dat geeft moed voor ons leven. Dat geeft hoop voor het schip van de kerk.

Jezus is al ons vertrouwen waard!

En als de golven overslaan, dan blijf ik hopen op uw naam. Amen.

[In deze preek heb ik gebruik gemaakt van het boek ‘Klink: spreken met impact’ van Henk Stoorvogel en Mark van Vuuren]