Datum: 18 juli 2021
Download PDF
/
1. Een vertrek dat een nachtmerrie wordt
Misschien kent u het televisieprogramma ‘Ik vertrek’. Dat gaat over mensen die een droom hebben. Een bed & breakfast runnen in Frankrijk. Een camping beginnen in Italië. Een restaurantje starten in Spanje. Voor die droom laten ze alles achter. Vol goede moed gaan ze op pad. Maar als ze eenmaal op de plek van bestemming zijn, loopt alles vaak heel anders. Heel vaak hebben ze zichzelf niet erg goed voorbereid. De taal blijkt een probleem te zijn. Ze snappen de cultuur vaak niet. Een contract blijkt niet te deugen. Afspraken worden niet nagekomen. Het huis blijkt allerlei verborgen gebreken te hebben. De spaarcenten raken op. Kinderen kunnen niet echt wennen op school. De mooie droom wordt meer en meer een nachtmerrie. Waar zijn we aan begonnen?
Naomi weet precies hoe dat voelt. Vol goede moed waren ze vertrokken uit Bethlehem. Zij, haar man Elimelech, en hun beide zonen. Er was hongersnood in Bethlehem. Ze besluiten naar het naburige Moab te gaan. Daar is eten in overvloed. Ze hebben er wel even over gedubd, maar dan toch maar het besluit genomen. Blijven in Bethlehem is ook geen optie. De omstandigheden zijn zwaar. Het werk levert weinig op. We moeten toch aan onze toekomst en de toekomst van onze kinderen denken. De keus wordt gemaakt.
Vol goede moed vertrekken ze naar Moab. Maar het zit daar bepaald niet mee. Het optimisme van een nieuwe start wordt gelijk de grond in geboord. Als ze zich daar net gevestigd hebben, sterft Elimelech. Ineens slaat het noodlot toe. De man van Naomi, de vader van het gezin, overlijdt. Elimelech: mijn God is koning. De steun en toeverlaat van Naomi valt weg. En ze blijft alleen achter met haar twee zonen, lezen we in vers 3.
2. Eenzaam en als vreemdeling
Naomi staat er alleen voor. De zorg voor de kinderen, de opvoeding het ligt allemaal nu in haar handen. Dat is niet eenvoudig. Als vrouw kun je je man niet vervangen. Belangrijke keuzes moet je nu alleen maken. Verjaardagen en andere gebeurtenissen, Elimelech is er niet meer bij. Hij ziet zijn kinderen niet opgroeien. Nu Naomi in Moab is, kan ze niet kan terugvallen op haar netwerk. In Bethlehem kende iedereen haar. Daar woonde haar familie, daar waren vrienden en bekenden. Hier is ze alleen.
In vers 1 lezen we dat ze als vreemdeling in de vlakten van Moab verblijven. Vreemdeling. Dat is iemand die zich niet helemaal thuis voelt op de plek waar hij woont. Ze zijn Joden. Ze horen bij het uitverkoren volk van God. Dat maakt ze anders. Ze wonen weliswaar in Moab, maar ze proberen zich niet aan Moab aan te passen. Ze houden vast aan de Joodse tradities, de geboden en woorden van God. Ze hebben daar geen blijvende stad. Ooit zullen we terugkeren. Israël is immers hun thuisland.
Juist omdat ze als vreemdelingen daar verblijven, is er ook iets van eenzaamheid. Helemaal thuisvoelen is er niet bij. Zal Naomi haar verhaal kwijt gekund hebben? Zullen er mensen in haar omgeving zijn geweest bij wie ze haar hart kon uitstorten? Zouden er mensen geweest zijn die met haar gingen wandelen. Die aandacht voor haar hadden. We weten het niet. Maar het is zo belangrijk. Dat als een dergelijk verdriet je treft, dat er mensen zijn met wie je kunt optrekken, met wie je kunt delen, wat er leeft in je hart.
Gemeente dat is ook voor ons zo belangrijk. Er zijn de afgelopen tijd best veel verdrietige dingen gebeurd; jonge mensen die zijn overleden. Er zijn lege plekken onder ons. Maar we zijn als gemeente aan elkaar geschonken, om naar elkaar omte zien. Niet om antwoorden te hebben, die zijn er vaak niet, maar gewoon om op te trekken, te luisteren. Doen we dat ook? Zijn we daartoe bereid? Naomi heeft dat nodig, want de nachtmerrie is nog niet voorbij.
Haar twee zoons groeien op. Ze krijgen verkering met meisjes uit Moab. Hun relatie loopt uit op een huwelijk. Dat moet voor een Joodse familie best ingewikkeld zijn. Hoezeer je je best doet als ouder, hoe vaak je misschien wel hebt gezegd, trouw niet met iemand die niet gelooft, maar als al je vrienden Moabitisch zijn, dan moet je sterk in je schoenen staan. Machlon en Chiljon trouwen met Orpa en Ruth uit Moab. Opvallend is dat hun beide huwelijken kinderloos blijven. Ook dat is een verdrietig element in deze geschiedenis. Als je verlangt naar kinderen, maar de kinderwens wordt niet vervuld. Uit de band die Naomi met Orpa en Ruth blijkt te hebben, kun je vermoeden, dat ze er samen vaak over hebben gesproken. Ook dit stille verdriet rust op de schouders van Naomi. En dan als ellende nog niet groot genoeg is, sterven na tien jaar haar beide zoons. De reden weten het niet. Hun namen duiden wel iets aan: Machlon betekent zoiets als ziek, Chiljon betekent zwak. Het zijn jongens met een zwakke gezondheid. Een virus. Een voedselvergiftiging. De schrijver vertelt het niet.
In slechts 5 zinnen wordt de volle tragiek onder woorden gebracht. Naomi blijft alleen achter in een vreemd land. Haar dromen zijn vervlogen, haar idealen zijn stukgeslagen. Geen kinderen die in de toekomst voor haar kunnen zorgen. Vol ging ze heen; met lege handen staat ze nu.
Hoe heeft dit zo ver kunnen komen? Ja, dat is een vraag die je kunt hebben. Waar is God in dit alles?
3. De nachtmerrie als straf van God?
Meestal wordt deze geschiedenis zo gelezen, tenminste dat herinner ik me van vroeger, dat God boos is op dit gezin, omdat het zomaar op eigen houtje in het heidense Moab is gaan wonen. Het is de tijd van de richters dat er een hongersnood komt. Het slot van Richteren eindigt dat in die tijd iedereen doet wat goed is in zijn eigen oog. Men houdt met God geen rekening. De hongersnood is vermoedelijk een oordeel van God. Elimelech had daarom moeten blijven in Bethlehem, totdat het oordeel voorbij was. Nu straft God het gezin, door zowel de vader als de beide zoons weg te nemen.God die in de dood van Elimelech en zijn zoons de hand heeft. Het is de straf op de ongehoorzaamheid. Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen.
Het zou zomaar kunnen dat dit donkere beeld van God in ons hoofd en hart rondspookt. En soms in tijden van groot verdriet en rouw hoor je mensen mompelen: ‘het zijn geen mensen die het je aandoen’, ‘het heeft zo moeten zijn’, ‘het is de hand van God’, ‘het heeft de Heer behaagd op Zijn tijd van ons weg te nemen’, en ‘moge deze roepstem geheiligd worden aan ons hart’. Woorden die wel vroom en stichtelijk klinken, maar tegelijk hebben ze ook iets onheilspellends. Is God echt zo, dat Hij op deze manier met ons mensen omgaat?
Gemeente, ik wil daar vanmorgen heel duidelijk zijn: zo is God niet! Dat al dit lijden een straf van God is, dat mogen we op grond van dit boekje niet zeggen. Nergens in deze verzen wordt gezegd dat al het leed dat dit gezin overkomt, uit de hand van God hand afkomstig is. Nergens wordt gezegd dat God dit gezin heeft gestraft. En als de Bijbel dat niet doet, moeten wij dat ook niet doen.
Kijk er zijn wel dingen, die het gevolg kunnen zijn van verkeerd handelen. Als we roken, dan lopen we het risico van longkanker. Als we roekeloos rijden, lopen we gevaar van een ongeluk. Bepaalde keuzes kunnen consequenties hebben. Maar in de meeste gevallen weten we het niet. Nare dingen kunnen gebeuren, leed en intens verdriet kunnen ons overkomen, zonder dat er een reden is.
Wat Ruth 1 ons vertelt, gaat dus over al die situaties van moeite, verdriet en zorgen, die ons in het leven op aarde kunnen overkomen. Sinds de zondeval is deze wereld geen paradijs meer. En lijden we, worden we ziek, verliezen we geliefden, en zijn we verdrietig. En het gebeurt, zonder dat er een God achter zit die daarin de hand heeft.
Let op: God heeft niet de hand in het lijden van Naomi, maar Hij heeft haar leven wel in Zijn hand. Dat is nu juist de kern van dit boek. Heel dit boekje gaat over hoe God betrokken is bij het leven van mensen. Nergens in dit boek neemt Goddirect het woord. Het is stil van Zijn kant. Daarin komt het wel heel dichtbij. Want is dat ook niet tegelijk de ervaring die wij kunnen hebben? Dat verdriet ons leven binnenkomt, tegenslagen, ziekte of rouw, we worden erdoor overvallen, verbijsterd, aangeslagen, de hemel lijkt soms wel van koper, God heel ver weg.
Maar is Hij dan afwezig. Nee, dat niet. Hij heeft niet de hand in het kwaad, maar heeft het kwaad wel in Zijn hand. In de stilte is Hij aan het werk. Paulus zegt: dat God het kwade ten goede keert. Het verdriet en het lijden hebben voor God niet het laatste woord! Hij is erbij!Dat zien we vaak niet op het moment zelf, maar pas achteraf. In deze donkere geschiedenis, laat God sporen zien van Zijn aanwezigheid. Hij is aan het werk. Gods leiding is er, al zie je dat zelf vaak nog niet.
4. De klacht overheerst nog
Kijk maar naar Naomi. Bij Naomi overheerst de klacht. Het is best opvallend, dat het boek Ruth zoveel ruimte geeft aan de gevoelens van Naomi. Door alles wat ze mee gemaakt heeft, is ze verbitterd geworden. Hoor maar wat ze zegt:
13: de hand van de Heere is tegen mij uitgestrekt;
20: de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan;
21: de Almachtige heeft mij kwaad gedaan.
In deze woorden zit veel bitterheid. Naomi is door alles boos geworden op God. Ze kan uit de feiten niets anders concluderen dan dat God zich zich tegen haar heeft gekeerd.
Gemeente, nogmaals, het boek Ruth zegt dat zelf niet, dat God zich tegen Naomi heeft gekeerd. Het haar is eigenbeleving. De omstandigheden van haar leven hebben haar bitter gemaakt. Noem mij niet langer Naomi, de liefelijke, maar Mara, bitterheid.
Er wordt weleens gezegd, als moeilijke dingen je overkomen: ‘niet klagen, maar dragen, en bidden om kracht’. Dat klinkt mooi, maar is niet zo bijbels. We komen in de Psalmen juist heel veel mensen tegen die klagen. Ook hier uit Naomi allerlei verwijten richting God.
Ik weet niet hoe dat bij u of jou is, maar je eerste reactie is toch: Naomi, pas op, dat mag je niet zeggen over God! Wie ben jij om dit zo te zeggen tegen God? Houd je mond. Maar nee, in de Bijbel is ruimte voor de klacht, voor de boosheid. Het feit dat hier in Ruth zoveel ruimte wordt gegeven aan de gevoelens van Naomi, mag ons iets leren. Dat we ons hart niet gesloten houden voor God. Maar dat we alles zeggen wat daarin leeft. Pas als het naar buiten komt, dan kan Gods Geest er wat mee doen. Het moet aan het licht komen. Hoe terecht of onterecht de klacht ook is. De Heere God schrikt er niet van. Hij valt niet van zijn troon als wij klagen. Je kunt maar beter met God worstelen, dan Hem buiten je problemen laten. Onverschilligheid is veel erger. Naomi worstelt met God, hoe kan het ook anders. Er is immers zoveel in haar leven gebeurd.
5. De genade van God: licht in het donker
En weet u, God is zo genadig, dat Hij haar met haar klacht niet laat vallen, maar dat hij het lijden en het kwaad in Zijn handen neemt. God is aan het werk, dwars door alles heen. Door de klacht heen. Door de zonde heen die er kan zijn. Hij laat Zijn licht schijnen in het donker van haar leven. Hoe dan?
Ik noem een paar lichtpuntjes.
a. Naomi is niet van God los.
Vers 6: Naomi hoort dat de Heere naar zijn volk heeft omgezien. De hongersnood is voorbij: Bethlehem is weer een broodhuis geworden. Dat raakt haar zo dat ze besluit terug te keren. God is niet verdwenen uit haar bestaan. Ze is niet los van Hem. Dat blijkt ook als ze haar schoondochters wil terugsturen, dan geeft ze hen, ondanks alles, de zegen van God mee. Moge de Heere jullie goedertierenheid bewijzen (vs. 8). In alle bitterheid is Naomi niet los van God. God houdt haar vast en voedt het vlammetje van het geloof. Hij laat echt niet los wat Zijn hand begon.
b. God heeft naar Naomi omgezien via Orpa en Ruth.
Vers 8: jullie hebben mij goedertierenheid bewezen. Het Hebreeuwse woord chesed betekent zoiets als trouwe liefde. De trouw die hoort bij het verbond. De twee vrouwen hebben naar Naomi omgezien. Ze waren de twee handen van God die voor Naomi zorgden. Zo werkt God heel vaak. Via mensen ziet Hij naar ons om. In het luisterende oor. In een wandeling. Een bemoedigend woord.
c. God betrekt Ruth bij Zijn plan.
Als Naomi Orpa en Ruth voor de keus stelt om terug te keren en in Moab blijven. Dan is daar opeens de keuze van Ruth: ‘waar u gaat, wil ik ook gaan; waar u overnacht, wil ik ook overnachten. Uw volk is mijn volk, uw God is mijn God’. Is dat niet bijzonder? Ondanks de bitterheid in de woorden van Naomi, is in het hart van Ruth toch ook verlangen gewekt. Ze heeft door de klachten heen, bij Naomi iets geproefd van wie God is. De God van Israël die ze van huis uit niet kende. Voldoende om de keus voor Hem te maken. Wonderlijk is dat. Hoe God dingen ten goede keert. Wij zouden zeggen: Gods Geest is aan het werk. In de stilte, door de klacht heen, heeft God Ruth getrokken. Orpa stond ook voor de keus. Maar zij ging een andere weg. Ze is teruggekeerd naar haar land en tot haar goden. God dwingt mensen niet. Dat is het spannende, ook hier. Maar Zijn hart gaat wel naar ieder mens uit. Ik hoop en bid dat jij de goede keus maakt of gemaakt hebt. Door je aan God en Jezus te verbinden.
God blijkt een bijzonder plan met Ruth te hebben. Uit haar zal de voorloper van de Messias geboren worden. Wie had dat ooit kunnen denken. Zo donker als de nacht in het begin was, God heeft Zijn licht laten stralen.
6. God regeert vanaf het kruis
De focus in dit boek is dus niet op een God die dreigt en die straft. Die met harde hand mensen slaat of tot de orde roept. Nee, we komen Hem tussen de regels tegen als iemand die in diepte van het lijden en de gebrokenheid erbij is, als een God die de klacht verdraagt, en bezig is Zijn plan uit te werken.
Gemeente, is dat ook niet de manier waarop God in de persoon van de Heere Jezus deze aarde is binnen gekomen? God die kwam in de gestalte van de gekruisigde. Jezus heeft de zonde en het lijden op zich genomen. In de stilte heeft Hij Zijn verlossingswerk gedaan. Hij werd uitgescholden, maar schold niet terug. Hij werd vervloekt, maar schonk de zegen. Hij werd weggeduwd uit deze wereld, om met zijn vrede en genade te voorschijn te komen. Hij stierf aan het kruis, om ons het leven te geven.
Iets van Hem zien we in Ruth terug. Ruth die alles opgaf, om bij Naomi te kunnen blijven. Wat een trouw zien we daarin. Wat een liefde is daarin zichtbaar. Ruth is iemand in wie Gods hart oplicht. We kunnen in deze wereld niet zonder mensen als Ruth. Ieder gezin, iedere klas, iedere straat, ieder bedrijf, ieder team, iedere vriendengroep, kan niet zonder mensen als Ruth. Mensen in wie iets van Jezus zichtbaar wordt.
Misschien is vanmorgen wel het moment voor u of voor jou, om voor het eerst of opnieuw te zeggen: in die lijn wil ik staan. Uw volk, is mijn volk. Uw God is mijn God. Iemand als Ruth zo standvastig en trouw. Zo wil ik worden, zo wil ik zijn.
Here Jezus laat uw hart in mijn hart zijn. Laat uw genade mijn leven vervullen. Van uw wil ik zijn, voor u wil ik leven. Amen.
Gespreksvragen
1: Heb je in je eigen leven ook momenten meegemaakt waarop dromen in duigen vielen of alles anders ging? Wat deed dat met je? Wat deed dat met je geloof?
2: Geloven en vertrouwen in God, zonder dat je pasklare antwoorden hebt, is niet eenvoudig.
Wat kunnen we van Naomi op dit punt leren? Welke ruimte mag er zijn voor de klacht?
Hoe blijven we open staan voor vensters van hoop die God kan openen?
3. In de zorg van Orpa en Ruth zien we iets van de zorg van God voor Naomi. Op welke manier zouden wij – persoonlijk en als gemeente – mensen goedertierenheid kunnen laten zien? Wat is daarvoor nodig? Wat moeten we hiervoor doen of laten?