Nooit meer alleen …?!

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Nooit meer alleen …?!
Aan het laden
/
Schriftlezing: Johannes 14:15-26
Datum: 16 mei 2021
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Nooit meer alleen …?!



Aan het laden





/

1. Om te kunnen geloven

Wat hebben wij nodig om te kunnen geloven? Wie zorgt ervoor dat het geloof in ons leven gaat ontkiemen? Hoe houden we het vol om te geloven als er moeilijk dingen in ons leven gebeuren? Wie zorgt ervoor dat we van de Heere Jezus houden en Hem gehoorzamen? Het antwoord op al die vragen is: daar zorgt de heilige Geest voor!

De dichter Gerrit Achterberg zeg ergens: ‘wij mensen zijn een duister fenomeen, zolang niet in ons leven rijst het licht van de Heilige Geest.’ De apostel Paulus zegt het zo: ‘Niemand kan zeggen: ‘Jezus is Heer’ dan door de heilige Geest.’

Met andere woorden: dat de boodschap van het evangelie over de Heere Jezus landt, dat het voor ons gaat leven, dat we het ook gaan geloven, daar zorgt de heilige Geest voor.

Jezus gaat weg om plaats te maken voor de heilige Geest. ‘Het is nuttig voor u dat Ik wegga – zegt Jezus – want als ik niet wegga, zal de Trooster (de heilige Geest) niet naar u toekomen; maar als Ik heenga, zal Ik Hem naar u toe zenden’ (16:7).

Het heengaan van Jezus (met hemelvaart) en de komst van de Geest (met Pinksteren) zijn dus nuttig voor ons. Waarom? Omdat de Geest komt om ons te helpen: op Jezus gericht te zijn en in Hem te geloven!

2. De heilige Geest is belangrijk

Dat de heilige Geest belangrijk is, blijkt wel uit het laatste gesprek van Jezus met zijn leerlingen. Vlak voordat Hij gaat sterven, spreekt Jezus veel over de Geest. Johannes heeft deze gesprekken in de hoofdstukken 14-17 weergegeven. Zeker twee hoofdstukken gaan over de heilige Geest. Hoofdstuk 14 om te beginnen. Dan hoofdstuk 15 over de wijnstok en de ranken: dat gaat over de hechte band die er is tussen Jezus en degenen die in Hem geloven. En dan weer opnieuw in hoofdstuk 16. De Geest vormt de verbinding, de schakel tussen Jezus en de gelovige.

Nu was dat onderwijs over de Geest voor de discipelen ook wel moeilijk. Want het betekende dat Jezus zelf van hen zou weggaan. Hij zou plaats maken voor iemand anders. Je proeft in deze hoofdstukken ook iets van ontreddering. Ze waren al zolang met Jezus op getrokken. Zoveel geleerd en samen meegemaakt. En hoe beter je iemand kent, hoe moeilijker het is om iemand los te laten.

Jezus heeft daar ook oog voor, als hij tegen ze zegt: ‘Ik zal jullie niet als wezen achterlaten’ (14:18). De zondag van vandaag is naar dit bijbelwoord genoemd: wezenzondag. De zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren. Jezus is weg en de Geest is nog niet gekomen.

Het gevoel van ontheemd zijn, verweesd, er alleen voor staan. Dat ziet Jezus bij hen. En ook de vragen: hoe moet het dan verder? Waarom gaat u juist nu weg? Wat is de bedoeling? Kunnen we dat wel alleen?

Dat gevoel, als iemand weggaat van wie je veel houdt, die belangrijk voor je is geweest, met wie je jaren samen bent opgetrokken of hebt gewerkt. Hoe moet het nu verder? Zal dat hele project niet als een kaartenhuis instorten. Hoe moet het verder nu je er alleen voorstaat?

3. Er komt een andere trooster!

Nee, zegt Jezus, Ik laat jullie niet alleen. Jullie staan er niet alleen voor als ik weg ben. Want ik zal iemand anders sturen. ‘Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster.’ Hij zal jullie helpen. Iemand anders komt.

Maar wacht even: die ander is toch iemand anders. Tenminste, zo is dat bij ons. Je hebt een juf op school die zwanger is, en met verlof gaat. De directeur vertelt op een morgen dat er een vervanger komt. Een andere juf. Dat is fijn, denk je, maar dat is toch echt iemand anders. Kan ik net zo’n band met haar krijgen als met mijn vorige juf? Een docent is ziek, en er komt tijdelijk een vervanger. Dat is dan toch een andere persoon?

Wat bedoelt Jezus precies met een andere Trooster? In het Grieks zijn er twee woorden voor ‘ander’: hetero (iemand die anders, verschillend is) en allos (iemand die net zo is als de ander). Dat laatste woord gebruikt Jezus hier. De Geest die komt is dus niet totaal Iemand anders, maar Iemand die net als Jezus is. Met andere woorden: iemand die in de geest van Jezus werkt. De Geest denkt hetzelfde als Jezus. De Geest heeft hetzelfde verlangen als Jezus. Hij werkt aan hetzelfde plan als Jezus. De Geest komt niet ineens heel nieuwe dingen brengen. Alsof Jezus werk nog aangevuld moet worden.

Volgens de Islam is dat wel het geval. Islamitische theologen stellen dat de andere Trooster niemand anders is dan Mohammed, de boodschapper van Allah. Dat er nog iemand na Jezus moet komen, bewijst volgens hen dat zijn onderwijs nog aanvulling behoeft. Er moet nog iemand komen die de openbaring compleet maakt. Die persoon is niet Paulus, ook niet de heilige Geest zoals christenen geloven, maar Mohammed, de enige ware profeet die na Jezus kwam.

Maar dat is niet waar. Dat is in strijd met wat Jezus zelf zegt. In dit hoofdstuk, om precies te zijn in 14:26 zegt Jezus: ‘De Geest zal jullie in alles onderwijzen – dat heeft Jezus ook steeds gedaan, onderwijs over het Koninkrijk van God – en zal u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.’ De Geest brengt geen nieuwe openbaring, maar brengt in herinnering wat Jezus gezegd en gedaan heeft. De heilige Geest richt de schijnwerper dus op Jezus.

Aan het onderwijs van Jezus heeft de Geest niets meer toe te voegen. Wel helpt Hij de discipelen van Jezus. Hij geeftbijles. Hij repeteert de lesstof. Als een docent die alle lesstof nog eens met zijn leerlingen doorneemt. Hij helpt hen met begrijpend leren. Hij werkt aan meer begrip in de zaak van Jezus en het Koninkrijk. De Geest zorgt ervoor dat de woorden van Jezus niet verloren zullen gaan. Hij zal het uit Mij nemen en u verkondigen, zegt Jezus hier ook. De Geest zorgt er dus voor dat de gelovigen het woord van Jezus bewaren en zich steeds meer eigen maken.

4. De Trooster is de erbij geroepene

Het helpt om even bij het woordje ‘trooster’ stil te staan. Ik ben niet gelukkig met deze vertaling. Het Griekse woord‘parakletos’ wordt meestal vertaald als ‘trooster’ (HSV). Maar het gaat hier niet over troosten in de zin van troosten bijverdriet. Dat doet de Geest wel, maar dat is hier niet het punt. Soms vertaalt men de de term met ‘advocaat’ of ‘pleitbezorger’. De Geest die als een advocaat ons verdedigt tegenover God. Wij mensen staan door onze zonden schuldig voor God. De Geest treedt dan op als onze advocaat, degene die ons verdedigt. Maar dat beeld past ook niet goed. Als het gaat over onze relatie met God, moet dan de advocaat pleiten voor verzachtende omstandigheden, dat we het zo allemaal niet bedoelden, dat het zo erg niet is. Nee, dat past ook niet. We ontvangen vergeving door wat Jezus deed aan het kruis, en door in Hem te geloven.

Even terug naar de term. Het Griekse woord ‘parakletos’ is samengesteld en bevat het voorzetsel ‘para’, dat ‘erbij’ of ernaast’ betekent, en ‘kletos’ komt van ‘kaleo’, dat roepen betekent. Letterlijk dus: iemand die erbij geroepen wordt om te helpen. Dat doet de Geest. Hij wordt opgeroepen om iemand die hulp nodig heeft – in dit geval de discipelen en ook wij als gelovigen – te komen helpen, en met raad en daad terzijde te staan. De Geest is de grote Helper die erbij komt. Jezus gaat weg, zodat de Helper kan komen.

5. Wat de parakleet doet

En wat doet de parakleet die komt? Ik onderstreep vanmorgen drie dingen.

a. Geloven.

Hij helpt ons om te geloven. De Geest is als de wind. Hij opent onze ogen. Hij fluistert in ons hart. Hij blaast ons net als de wind steeds weer de kant van Jezus op. Want bij Hem alleen, vinden we werkelijk rust. Ons hart is onrustig totdat het rust vindt in Jezus. Je kunt die fluisterstem negeren, van je af duwen, onderdrukken, maar de Geest zal niet rusten totdat we ons gewonnen geven. Hij werkt in ons hart en in ons hoofd. Hij ruimt blokkades op en brengt steeds weer bij de Heere Jezus.

Dat heeft ook alles met de doop te maken. Vanmorgen dopen we kinderen. We doen dat in de kring van de gemeente. Als gemeente vormen we samen het lichaam van Christus, om het met bijbelse woorden te zeggen. De gemeente is een tempel van de Geest. In het lichaam van de gemeente is de heilige Geest aan het werk. Wanneer je gedoopt wordt, komt je in de invloedssfeer van de Geest. De Geest schakelt ons als ouders in om onze kinderen over Jezus te vertellen. En als het geloof in hun leven doorbreekt, dan heeft de Geest een belangrijk doel bereikt. Ons bij Christus brengen.

En het bijzondere van Jezus is, dat iedereen bij Hem welkom is. Wie je bent en wat je hebt meegemaakt. Zijn liefde gaat naar ons uit. Hij weet raad met alle dingen in ons leven. Ook met de donkere kanten. Met onze wonden maar ook met onze zonden. De Geest brengt ons in herinnering aan wat Jezus voor ons heeft gedaan. Hij is gestorven aan het kruis. Daar heeft Hij het nee van God gedragen. Het nee over wat niet goed is in ons leven. Dat waarover God verdrietig is en wat zijn toorn oproept. Jezus heeft die zondelast willen dragen voor ons. Het enige wat wij hoeven doen is: amen zeggen. Het offer van Jezus aanvaarden. Heeft u, heb jij je aan de Heere Jezus gewonnen gegeven? Dat is het verlangen van de Geest en van de Vader.

b. Verrassend.

De Geest werkt ook verrassend. Hij weet wegen te vinden om mensen te bereiken. Twee voorbeelden.

25 april vertelde de uit Syrië gevluchte Daniël Veurink in Hour of Power zijn levensverhaal. Hoe hij als kind de Koran uit zijn hoofd moest leren. Wanneer hij op 11-jarige leeftijd gaat twijfelen aan zijn geloof, staat hem de doodstraf te wachten. Hij vlucht weg, vindt ergens onderdak, gaat werken, maar uiteindelijk besluit hij naar Europa te gaan. Net als vele andere vluchtelingen gaat hij op een bootje op zoek naar vrijheid. Hij bereikt uiteindelijk Nederland en komt hier in aanraking met een christelijk gezin. Hij vertelt hoe de Geest hem een droom geeft waarin Jezus hem opzoekt en zich aan hembekend maakt. En ook hoe Jezus hem laat zien dat Hij op al die moeilijke momenten in zijn leven er al bij was. Zo’n ontroerend getuigenis.

28 april stond er in het dagblad Trouw een interview met zanger Rob de Nijs. Het gaat over zijn veelbewogen leven, maar dan zegt hij aan het slot iets opvallends: namelijk, dat hij elke dag met gebed afsluit. ‘ik heb veel steun gehad aan Christus. Ik ben al vanaf mijn vroegste jeugd een bewonderaar van hem. Ik bid elke dag voor het slapen gaan, als een soort dagafsluiting Als ik bid, heb ik ook echt het gevoel: nu sta ik eventjes niet alleen. Dat vertrouwen is één van de belangrijkste dingen in mijn leven geweest. Ik heb me nooit in de steek gelaten gevoeld. Het zou heel vervelend zijn als Christus uit me weg zou gaan, want dan moet ik het alleen doen. Noem het een zwakte. Sommige mensen zien het zo: je moet het maar zelf opknappen. Terwijl ik het heerlijk vind om in gebed mijn eigen manier van doen onder een vergrootglas te leggen. Zo van: doe ik het wel goed? Daarbij gaat het vaak om vergeving, ook van je eigen zonden, want niemand is natuurlijk brandschoon. Daar kan ik het úren met Christus over hebben.’

Wat je er ook van vindt, verrassend om dit uit zijn mond te horen. De Heilige Geest werkt op zoveel fronten, op zoveel manieren, maar steeds weer met dit doel: om mensen bij Jezus te brengen. Laten wij daarom niet ophouden te bidden voor iedereen die Jezus nog niet kent. We gunnen iedereen een leven met Christus. Dat is ook bedoeling van Thy Kingdom come!

c. Niet zelf doen.

Als derde wil ik wijzen op wat Jezus over de Geest zegt in vers 16 en 17. Hij zegt daar dat de trooster, de parakleet, die Hij zendt bij de discipelen zal zijn, ja zelfs in hen zal zijn. In hen. Daar wil ik een streep bij zetten. Gods Geest komt ons leven binnen en van binnenuit helpt Hij ons. Dat is een heel actueel woord.

Ik las deze week een artikel over allerlei vormen van spiritualiteit die online aangeboden wordt. Via internet, Youtube en Instagram. De titel van het artikel spreekt boekdelen: ‘Spiritualiteit is online populair, maar het is vooral hard werken’. Mensen zijn in deze hectische tijd en onrustige wereld op zoek naar innerlijk rust. Maar om dat te vinden moeten ze vooral heel hard werken. Dat was de strekking van dit artikel. Ook in de kerk kunnen we heel druk en activistisch zijn.

Maar de belofte van de parakleet is nu juist, dat wij het niet in eigen kracht hoeven te geloven. De Geest zal in ons hart komen en ons van binnen uit helpen. Dat betekent: het gaat er niet om dat wij heel hard werken, maar dat wij rusten in het werk van Jezus, in wat Hij voor ons volbracht heeft. De Geest laat ons proeven wat genade is. De vergeving van Jezus, Zijn hulp, Zijn nabijheid, daar hoeven we niets voor te doen. Alleen onze handen ervoor openen om het te ontvangen. Ik zeg niet dat er niets gedaan moet worden in het geloof. We hebben een roeping, zeker. Om het evangelie door te geven. We hebben verantwoordelijkheden waarin we geplaatst zijn, zeker. Opvoeden van kinderen is ook een hele klus.

Maar toch. De grondtoon is genade. Het is volbracht. De Geest wil ons helpen daaruit te leven. Met vallen en opstaan. Maar Hij komt om ons daarin te helpen. Elke dag, totdat Jezus komt. Tot die tijd is de helper er.

Nooit meer alleen. Niet in eigen kracht. Dat is het geheim van het geloof. Amen.