Soms is er niet veel nodig …
Ik was op een middag aan het wandelen over de winterdijk in de polder van Gouda. Er was weinig wind en de zon scheen die middag helder. Er waren meer wandelaars die hun toevlucht tot de groene weiden zochten. Op de terugweg stond naast mijn geparkeerde fiets een scootmobiel. Een dame die op leeftijd was, zat te genieten van de zon en het uitzicht over de polder. Ik was op weg naar mijn fiets, maar iets trof me in haar uiterlijk. Ze genoot, maar had ogen hadden een trieste blik. Ik knoopte een gesprekje met haar aan. Over het weer, wie ze was en waar ze vandaan kwam. Ze had weinig familie en had niet veel contacten. Deze tijd van corona was voor haar niet gemakkelijk. Het weinige contact dat ze had was nu nog minder geworden. Ik vroeg haar of er iets was waar ze hoop uit putte. Ze vertelde dat ze christelijk was opgevoed, maar daar niet veel mee had gedaan. Af en toe keek ze naar ‘Nederland zingt op zondag’ van de EO. Ze vond de diensten wel mooi en inspirerend, maar daar bleef het verder bij. ‘Zou u het fijn vinden om ook iets van die hoop te hebben die mensen bij Jezus vinden?’, vroeg ik haar. Dat wilde ze wel. ‘Zal ik nu voor u bidden dat als u kijkt, u ook iets van de hoop en liefde van Jezus ervaart?’. Dat vond ze een goed idee. Ik bad voor haar tot Jezus, die de Levende is, om Zich aan haar bekend te maken. En dat elke keer als ze thuis zat te kijken, ze iets van Zijn liefde zou ervaren en dat het verlangen om Jezus beter te leren kennen, zou groeien. Het was een kort en eenvoudig gebed. Ik nam afscheid. Toen ik naar mijn fiets liep, zei ze tegen me: ‘ik zal deze ontmoeting nooit meer vergeten!’ Op weg naar huis was ik verwonderd. Nooit meer vergeten … Wat heb ik eigenlijk gedaan? Ik heb alleen maar voor haar gebeden…