Datum: 10 januari 2021
Download PDF
/
1. Wie heeft er niet mee te maken?
Waar denkt u of waar denk jij aan bij het woord ‘verleiding’? Aan die reep chocola waar je niet aan mag komen nu je aan het lijnen bent? Aan reclames die je op televisie ziet? Aan een collega die je een beetje te leuk vindt? Aan je favoriete Netflix-serie, die je eindeloos zou willen kijken? Of misschien denk je wel aan iets heel anders?
Verleiding is alles wat je bij God vandaan houdt? Dat kan dus heel veel zijn. In de Bijbel wordt daar het woord ‘verzoeking’ voor gebruikt. Dat woord komt terug in het Onze Vader. ‘Leidt ons niet in verzoeking’. Dat betekent: ‘bescherm ons voor verleiding, voor iets dat zich tussen U en mij inschuift.’
Wat zijn eigenlijk onze grootste verleidingen? Vaak wordt gezegd dat deze liggen op het terrein van seks, geld en macht. Dat is zeker het geval. Het begeren van spullen, een oogje hebben op de partner van een ander, het ambiëren van een geweldige carrière, de verleiding van kwaadspreken over iemand, oneerlijk zijn, roddelen of oordelen. We zien het om ons heen en hoeveel hierdoor stuk gaat en welke schade dit allemaal kan aanrichten. Het zou zomaar kunnen dat we op dit punt geen schone handen hebben.
Er zitten veel kanten aan verleiding. Is verleiding ook vaak niet, dat we ons zo in iets kunnen verliezen (Facebook, Whatsapp, gamen, onlinespelletjes, nieuws lezen, films, werk, hobby), dat er ongemerkt heel veel tijd verloren gaat, enwe niet toekomen aan dingen die er echt toe doen? En ook: dat we daardoor allerlei gedachten krijgen die we niet willen hebben. Dat we onszelf met anderen gaan vergelijken. Dat we dingen gaan verlangen die niet goed voor ons zijn. Dat we geen rust meer hebben in ons hoofd.
Wat zijn verleidingen? Kort gezegd: dat is de strategie van de boze om ons af te houden van God en van wat goed is voor ons. We hebben er allemaal mee te maken.
Zelfs de Heere Jezus had er mee te maken!
We gaan vanmorgen zien hoe de boze Hem probeert te verleiden, op welke terreinen, en ook hoe Jezus de boze wist te weerstaan. Dat helpt ons geweldig in de strijd die wij ook hebben te voeren.
2. De tweede Adam weerstaat de boze
Jezus wordt – zo vertelt Lucas – na zijn doop in de woestijn door de duivel verleid. En om de betekenis hiervan goed te kunnen begrijpen, zijn twee dingen belangrijk om te weten.
a. Zoon van Adam. Lucas heeft tussen de doop en de verzoeking, het geslachtsregister van Jezus geplaatst, in vers 23-38. Heel apart eigenlijk. `Maar dat doet Lucas natuurlijk niet zomaar. Het register begint bij Jezus in vers 23 gaat hij helemaal terug tot Adam in vers 38. Hiermee maakt Lucas een punt. Bij wie is het namelijk misgegaan in het allereerste begin, met de verleiding door de boze? Ja, precies, bij Adam en Eva. Lucas wil zeggen: kijk hier komt iemand, een tweede Adam, gaat herstellen wat bij de eerste Adam is stugegaan. Adam en Eva zijn gevallen voor de verleiding van de duivel. Maar Jezus zal staande blijven.
b. Om de boze te verslaan. En het tweede is, dat Jezus na zijn doop, door de Geest de woestijn in wordt geleid. Dat is natuurlijk niet voor niets. De woestijn is in de Bijbel de plek van demonen en van de duivel. Nu Jezus gedoopt en vol van de Geest is, gaat hij het hol van de leeuw binnen. [Denk even aan Narnia, Aslan, die de tent binnengaat met de witte heks. Daar wordt het pleit beslecht]. Jezus gaat de woestijn in om de duivel op zijn eigen terrein te verslaan.
Als Jezus daar komt, valt de duivel Hem aan. Hij probeert Jezus te verleiden. Hem af te leiden van Zijn missie. WantJezus is gekomen om de werken van satan te verbreken. Daarom zet hij alles op alles om Jezus van dat doel af te houden. De boze weet wat de zwakke plekken bij ons mensen, en hij probeert Jezus ook op die punten aan te vallen.
Wat zijn die zwakke plekken dan? Het zijn er drie.
3. Eerste verleiding
Als Jezus moe is en honger heeft, komt de boze naar Hem toe. ‘Als u Gods zoon bent, zeg dan tegen deze steen dat hij brood wordt.’ Je hebt nu honger, toch? Gebruik dan je macht om je eigen honger te stillen. Spreek maar tot die steen, en hij wordt vanzelf tot brood zodat je kunt eten. De boze probeert Jezus er toe te bewegen om zijn macht voor zichzelf te gebruiken. Om wonderen te doen ten behoeve van zichzelf alleen.
Is dat een verleiding voor Jezus? In zijn mens-zijn zeker. Niet eten, vasten, dat maakt je lichamelijk zwak. Vermoeidheid kan je kwetsbaar maken. Het wakker verlangens aan. Satan probeert Jezus te verleiden om een wonder te doen voor zichzelf.
Maar daarvoor is Jezus niet gekomen. Zijn leven draait niet om Zichzelf. Hij is juist gekomen om voor anderen te zorgen en naar mensen om te zien. Hij is gekomen om verzoening te doen voor de zonden van anderen en daarvoor te sterven aan het kruis. Hij is gekomen om de werken van satan te verbreken. Heel zijn leven staat in het teken van het dienen van God en van anderen.
Satan probeert Jezus te verleiden dit doel op te geven en valt Hem op dit punt aan.
En wij? Deze eerste verleiding is dus om je leven te laten draaien om jezelf. Je eigen behoeften en verlangens, als die maar bevredigd worden. En het liefst gelijk. Wat zit er achter? De angst om tekort te komen. De angst om niet gezien te worden. Verlangens kunnen hevig zijn. De honger naar aandacht en geborgenheid kan zo sterk zijn, dat we er alles aan doen om dat te krijgen. Mensen pleasen, over grenzen gaan van wat goed is, alles opzij zetten voor dat ene. Als ik dat maar heb. Als ik maar genoeg heb. Dat maakt je krampachtig. Verlangens zijn onverzadigbaar. Er komt nooit een einde aan. En het gevaar: dat ons leven draait om onszelf. Of je jong bent of oud, we kunnen er allemaal last van hebben.
Lucas nodigt ons uit om in de spiegel te kijken: draait je leven om jezelf? Ben je bang dat je tekort komt, niet mee telt? Of is er ruimte voor de ander. En nog belangrijker : is er ruimte voor God in je leven en voor wat Hij belangrijk vindt. Durf je ook te vragen: Heer, wat wilt u dat ik doe?
4. Tweede verleiding
Dan neemt de boze Jezus mee op een berg en laat Hem alle koninkrijken van de wereld zien. Jezus kan al die schitterende dingen in een keer krijgen. Er zit maar een klein addertje onder het gras. Hij hoeft slechts een knieval te maken voor de boze. Als je mij aanbidt, zul je dit allemaal krijgen. Macht, aanzien en eer. Jezus kan het zo krijgen, Hij hoeft er helemaal niet voor naar het kruis. De duivel wil zijn heerschappij van de wereld opgeven, als Jezus maar niet naar het kruis gaat. Je snapt, dat als Jezus ja gezegd zou hebben, alles verloren was. Dan had hij de macht en heerlijkheid over de aarde gekregen, maar de hemel verloren. Dan was er geen verzoening en was de toegang tot God voor ons gesloten gebleven. Geen hoop, geen eeuwig leven. Jezus gaat niet op het aanbod van de boze in. Gelukkig maar.
En wij? Welke verleiding herkennen we hier? De verleiding van macht en aanzien, van meetellen. Je wilt meedoen, hoger op komen. Meer werk, meer salaris, meer aanzien, meer gewaardeerd zijn, beter kantoor, grotere auto, ander huis, meer vakanties. Er is zoveel wat ons bekoren kan. De reclame wakkert onze ontevredenheid aan.
John Piper zegt: ‘het verlangen naar meer is een macht die je steeds ervan overtuigt, dat je meer gelukkig wordt als je het navolgt.’ Dat is de kracht van de verleiding. Doe dit en je zult gelukkiger zijn. En als het niet lukt, voel je je waardeloos, uitgerangeerd. Ik doe niet meer mee. Ik sta aan de zijlijn. Wat hebben mensen nog aan mij?
Deze verleiding is niet zonder gevaar. Jezus zegt: wat baat het een mens als hij de hele wereld wint, maar schade leidt aan zijn ziel? Dat is het gevaar: je gaat steeds grotere offers brengen, je legt je ziel en zaligheid in wat je wil bereiken, maar ondertussen raak je vervreemd van jezelf, van hen die je lief zijn, van God. Het prijskaartje is hoog. Daarom zegt Jezus: U zult de Heere aanbidden en Hem alleen dienen. Met andere woorden: Houd je focus gericht op God. Blijf het contact met Hem zoeken. Zo bestrijd je de verleiding.
5. Derde verleiding
De duivel geeft niet op, en vuurt nog een pijl op Jezus af. Hij neem hem mee naar de tempel in Jeruzalem. Als Jezus nu naar beneden springt, dan zal God Hem vast op wonderlijke wijze redden. Dat is de belofte van Psalm 91. Engelen zullen immers de gelovigen redden en beschermen. Dan zal voor iedereen in Jeruzalem duidelijk zijn dat Jezus de Messias is. In een keer zal alle kritiek verstommen en is het duidelijk voor iedereen dat Jezus de beloofde redder is. Satan daagt Jezus uit om God op de proef te stellen. Dat venijnige stemmetje: God kan wel gezegd hebben dat Hij er voor je is, maar bewijs het maar. Laat maar zien dan dat het waar is.
Jezus gaat God niet verzoeken. Hij weerstaat de verleiding. Hij blijft gehoorzaam aan Zijn Vader. Niet mijn wil, maar uw wil geschiedde.
En wij? Wat is hier de verleiding? Dat is God voor blok zetten. Als God dit voor mij doet, dan zal Ik hem dienen. Ik wil wel geloven in God, maar dan moet hij me eerst een baan geven, of me genezen van mijn ziekte, of laten zien dat Hij er is, dan zal ik in Hem geloven. Misschien is het herkenbaar, onbewust soms, dat we in gedachten onderhandelen met God: als Hij dit doet, dan zal ik dat doen. Of in een periode van crisis, dat we beloven meer tijd aan Hem te besteden, of meer zullen bidden.
Maar deze manier van omgaan met God, is natuurlijk wel heel beperkt. Een relatie kan niet opbloeien als het iets is van voor wat hoort wat. Als ik dit doe dan jij dat en omgekeerd. Dit past helemaal niet bij een relatie met God. Hij is de grote en heilige God, onze Schepper. Het past ons om eerbied voor Hem te hebben, en Hem te vertrouwen en te gehoorzamen. Maar satan wil dat het een werkrelatie wordt, een functionele relatie. Maar daarmee verliezen we de vertrouwelijke omgang met God.
Zo probeert hij opnieuw een wig te drijven tussen Jezus en God. Maar Jezus blijft staande.
6. Wat nemen wij van deze geschiedenis mee?
Één ding is duidelijk: verleidingen van de boze zullen er altijd zijn, maar de vraag is: hoe bieden wij weerstand? Drie dingen zijn belangrijk.
a. Jezus is overwinnaar!
Vergeet één ding niet: Jezus heeft alle verleidingen van de boze weerstaan. Dat mag ons tot troost zijn. Wij struikelen, wij gaan soms voor de bijl, maar Jezus is staande gebleven. Hij is niet gestruikeld. Dat betekent: Jezus heeft de boze op zijn eigen terrein verslagen. Hier zien we daar al iets van, maar straks aan het kruis zal de overwinning volledig zijn. De boze is door Jezus overwonnen. Wij hebben een Heiland die veel sterker is dan de boze en dan wie ook in deze wereld. Bij Hem zijn we veilig. Wij hoeven niet bang te zijn om te struikelen, Jezus zal ons weer oprichten. Een ding is wel belangrijk: dat we dichtbij Jezus blijven, op Hem gericht zijn, naar Zijn stem luisteren, dat is de beste bescherming tegen verleidingen.
b. Voed je met het Woord van God.
Bij elke verleiding, dient Jezus de boze van repliek en verwijst Jezus steeds naar de woorden van God. Tot drie keer toe: er staat geschreven! Dat is dus heel belangrijk: Jezus kende het Woord van God en leefde eruit. De woorden van God zaten niet alleen in Zijn hoofd, maar ook in Zijn hart. Hij wist wie God was. Hij wist wie Hijzelf was. In de doop was dat tegen Hem gezegd: Jij bent mijn geliefde Zoon. Dat was zijn identiteit. Mijn voedsel is de wil van mijn Vader doen. Dat was zijn missie. Jezus had dit glashelder voor ogen.
Dat is voor ons dus ook belangrijk. De strijd vindt in onze gedachten plaats. Verleidingen zijn stemmetje in je hoofd, die van alles beloven en van ons vragen, die ons aan het twijfelen brengen of doen wanhopen: ik tel niet mee, voor mij is het niet, het gaat mij niet lukken. Maar God zegt in zijn Woord, dat voor wie gelooft, alle dingen mogelijk zijn. Dat we in Christus geliefd zijn. Dat Hij ons leven tot zegen laat zijn. Dat Hij ons belooft niet in de steek te laten. Dat niets ons van zijn liefde kan scheiden. Dat God ons ondanks onze zonde, toch genadig is en wil gebruiken. Dat is de waarheid van Gods woord. En het is belangrijk dat we dit kennen en dat het in ons hart zit. Niet de stemmetjes, maar de stem van God, die telt. Daarom het appel: voed jezelf met de woorden van God. Bestudeer het Woord met je hart. Daar gaat zoveel kracht van uit.
c. Wees vol van de Geest!
Het derde, Jezus was vol van de Geest, lezen we in vers 1. Hij streed niet in eigen kracht. Jezus wist dat Hij de kracht van de Geest nodig had. Als dat voor Hem belangrijk was, dan zeker ook voor ons. Zonder de kracht van God lukt het niet. Dan struikelen we steeds weer, dan geven we te gemakkelijk toe aan verleidingen.
We gaan zo luisteren naar een prachtig lied over het Woord van God. Maar ik sluit af met een gebed van de kerkvader Augustinus over de heilige Geest. De omgang met God moet heilig voor ons zijn. Hij bidt:
Adem in mij, heilige Geest,
Zodat ik het heilige denk.
Drijf mij voort, heilige Geest,
Zodat ik het heilige doe.
Verleid mij, heilige Geest,
Zodat ik het heilige liefheb.
Geef mij kracht, heilige Geest,
Zodat ik het heilige bescherm.
Bescherm mij, heilige Geest,
Zodat ik het heilige nooit verlies.
Amen. Dat betekent: zo zal het zijn. Amen.