Het evangelie als de kracht van God!

Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Het evangelie als de kracht van God!
Aan het laden
/
Schriftlezing: Romeinen 1:1-17
Datum: 3 november 2019
Download PDF


Met betoon van Geest en kracht
Met betoon van Geest en kracht
Het evangelie als de kracht van God!



Aan het laden





/

1. Woorden die je diep raken

Heeft u die ervaring wel eens gehad, dat een woord uit de Schrift u diep raakte? Tijdens een dienst of een preek, toen u thuis de Bijbel las of doordat iemand een kaartje stuurde met een bijbeltekst. Het juiste woord op het juiste moment. Een belijdenistekst, je trouwtekst of dooptekst misschien. Ineens drong de betekenis ervan met kracht tot je door. Dat ik dat nog nooit gezien had. Woorden die je misschien veel vaker had gelezen. Een lied dat je vertrouwd is. Maar vanaf dat moment is alles anders. Alsof God heel direct tot u of tot jou sprak.

Weet u, zo’n ervaring is niet zo vreemd, want een van de mooiste dingen van de Bijbel is, dat het een levend boek is. Er zit power in. Het zijn geen dode letters. God spreekt erdoor. En dat kan je leven veranderen. Het kan het oude en vertrouwde behoorlijk op zijn kop zetten.

2. De ontdekking van Luther

Zo verging het Luther. Afgelopen week herdachten we de Reformatie, waarin Maarten Luther zo’n belangrijke rol speelde. Hij worstelde met God. De antwoorden uit de traditie van de kerk waren niet langer toereikend. De vragen die opkwamen vanuit de studie van de Schrift brachten hem in vertwijfeling en grote verwarring. In het jaar 1545, een jaar voor zijn dood, schreef Luther een voorwoord, in het eerste deel van het verzamelde werk van al zijn geschriften. Daarin schrijft over de tekst die vanmiddag centraal staat: ‘Ik wilde werkelijk Paulus brief aan de Romeinen begrijpen. Maar wat mij daarvan afhield was die ene uitdrukking in het eerste hoofdstuk: ‘want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard’ (Rom. 1:17). Ik had een hekel aan die uitdrukking, omdat ik geleerd had dat dat de gerechtigheid van God is waarmee hij zondaar straft. Hoewel ik als monnik een vlekkeloos leven leidde, voelde ik dat ik een zondaar was, met een slecht geweten voor God. Ik kon niet geloven dat ik Hem met mijn werken behaagd had. In plaats van Hem lief te hebben, haatte ik Hem eigenlijk’.

Luther worstelde hoe hij als zondaar rechtvaardig kon worden voor God. Hij deed wat hij geleerd was. Door boete te doen en goede werken probeerde hij God te behagen. Maar dat lukt zelfs deze monnik niet. Maar toen ging het licht op. Niet hij, maar God heeft in Christus volkomen genoegdoening gedaan. Toen ging er een wereld voor hem open. Hij schrijft: ’toen ik ontdekte dat God zelf die gerechtigheid schenkt door het geloof in Christus, gaf mij dat het gevoel alsof ik opnieuw was geboren, en alsof ik door een open poort het paradijs was binnengegaan. Vanaf dat moment zag ik de hele Schrift in een nieuwe licht. Waar ik eerst een hekel aan had, begon ik nu lief te hebben en te prijzen, zodat dit gedeelte van Paulus voor mij werkelijk een toegangspoort tot het paradijs werd’.

Zulke dingen gebeuren, omdat de Bijbel een levend boek is. Als Gods Geest je ogen opent, ga je dingen zien die nog nooit echt tot je doorgedrongen zijn. Het evangelie is een krcht van God. Zoiets is heel vaak met de Romeinenbrief gebeurd. God heeft deze brief gebruikt om levens van mensen, van kerken, ja zelfs om de geschiedenis van Europa te veranderen. Denk aan de kerkvader Augustinus in de 4e eeuw. Aan Luther in de 16e eeuw. John Wesley in de 18e eeuw. Aan Kohlbrugge in de 19e eeuw. Aan de Duitse theoloog Karl Barth in de 20e eeuw.

Er zit een geweldige kracht in het evangelie. Zo verwoordt Paulus het in vers 16: ‘Het evangelie van Christus is een kracht van God tot behoud.’ Anders dan alle andere boeken, stroomt door de woorden van de Schrift de Geest van Christus. En iedereen die het Woord opent, komt in aanraking met de kracht van Gods Geest. Soms gaat het door grote en diepe dalen heen. Soms ligt er een grote existentiële worsteling aan ten grondslag. Maar ook in die situatie kan God met kracht tot iemand spreken en zijn of haar leven veranderen.

3. Paulus’ verlangen en zijn brief

De twee verzen die centraal staan vormen de kernboodschap van de brief. Maar let u even op het begin van de tekst. Want ik schaam mij niet voor het evangelie van Christus. Dat is opvallend. Paulus die zich voor Christus zou schamen? Dat komen we nergens in het NT tegen. Paulus is door Jezus gered op weg naar Damascus. Zijn leven heeft een geweldige wending gemaakt. Hij is als vervolger door de Heer in dienst genomen. Hoezo schamen?

Nou dat had met het volgende te maken. Paulus schrijft deze brief aan de gemeente in Rome omdat ze hem niet echt kennen. Er was daar in die grote stad een christelijke gemeente ontstaan. We weten niet door wie deze gesticht is. Maar een ding is duidelijk: Paulus was het niet. Er waren anderen geweest die daar het evangelie hadden verkondigd. In die grote wereldstad, de hoofdstad van het Romeinse rijk, was een gemeente ontstaan, en Paulus was daar de grote afwezige. Hij als apostel der heidenen was er nog nooit geweest. Paulus laat aan het begin blijken dat hij heel blij is dat de gemeente er is. In vers 8 dankt hij God voor de gemeente. In de hele wereld is immers hun geloof bekend geworden. Iedereen in het Romeinse rijk weet dat er ook in Rome christenen zijn. Tegelijk voelt hij dat zijn lezers misschien ook wel een beetje sceptisch zijn. Dankbaar? Maar waarom ben je dan nog nooit bij ons op bezoek geweest, Paulus? Het zijn mooie woorden die je schrijft, maar waarom ben je dan niet eerder in Rome geweest? Durfde je misschien niet? Zag je er tegen op? Had je misschien schroom? Schaamde hij zich er misschien voor? Paulus was een gezant van Jezus Christus. Zijn zender was iemand die door het Romeinse recht ter dood was gebracht. Zie je het voor je? Het evangelie van een gekruisigde timmerman in de straten van het keizerlijke Rome. Jezus was iemand waarvoor je je zou moeten schamen. Schaamde Paulus zich ervoor om in Rome te komen?

Nee, dat niet, zegt Paulus, ik schaam mij niet. Ik had graag naar jullie toe willen komen, maar ik was verhinderd (vers 14). God heeft mijn weg anders geleid. Paulus wilde graag naar Rome komen om daar steun te vinden voor zijn zendingsplannen. Hij wil met het evangelie naar Spanje gaan. Rome is dan een goede uitvalsbasis. Vanuit Rome kan hij de hele toenmalige wereld bereiken. Paulus hoopt in deze stad een thuisbasis te vinden. Een gemeente die hem ondersteunt, die voor hem bidt en hem praktische hulp geeft.

Maar telkens kwam er een kink in de kabel. Dan weer wordt hij door de Geest verhinderd wordt om naar Asia (west-Turkije) te gaan. Dan komt hij in Macedonië, en als hij van daaruit naar Rome wil gaan, komt hij in Athene terecht, en even later in Korinthe. Telkens weer loopt zijn weg anders. Hij zit zelfs twee jaar in Cesarea gevangen. En als hij tenslotte besluit om via Jeruzalem naar Rome te gaan, wordt hij daar gevangen. Paulus komt in Rome, maar als een geboeide en gevangene van Rome. Het leven van Paulus wordt getekend door het naar Rome willen gaan, maar er niet kunnen komen.

Het verlangen was er. Maar de mogelijkheid nog niet. En om vast op de zaken vooruit te lopen schrijft Paulus deze brief. Men zal natuurlijk niet iemand als zendeling uitzenden die men alleen van naam kent? De gemeente van Rome zal zeker niet iemand uit hun midden laten gaan, die een dwaalleer zou verkondigen. Daarom vertelt hij wat voor evangelie hij brengt. Zodat ze alvast weten waarvoor hij staat. De Romeinenbrief is Paulus’ visitekaartje. En voor kaartje is dat. Een theologisch meesterwerk.

4. De boodschap van het evangelie

Het thema van de Romeinenbrief is God. De hele brief is een verhandeling over de genade God. Over wat God gedaan heeft om in deze wereld redding te brengen. Door Israël voor de wereld. In het evangelie is Gods kracht aan het werk. Gods gerechtigheid wordt daarin onthult. Dat is niet door de apostel zelf bedacht. Het heeft oude wortels. Het vormt onderdeel van een plan. Habakuk sprak er al over. Het is voorzegd door de profeten.

Wat is de kern van het evangelie? In de verzen 16-17 vat Paulus het samen. Twee woorden springen er in deze verzen uit:

a. De kracht van God.

Het evangelie is een kracht van God. Paulus ziet in de boodschap over Christus de kracht van God aan het werk. Het evangelie is geen advies dat mensen krijgen, waarmee ze zelf aan de slag moeten gaan, waarmee ze zichzelf moeten optrekken. Het is een kracht. Het richt hen op. Wanneer het evangelie iemands leven binnenkomt, is het alsof het vuur van God binnenkomt. Er komt een geweldige warmte en licht het leven binnen. Dingen worden veranderd. Er vindt een schoonmaak plaats. Jezus wordt de hoofdbewoner van het huis.

En de kracht van God heeft een doel. Het is gericht op zaligheid, behoud. Het Griekse woord soteria omvat veel aspecten. Het is iets positiefs. Het brengt de zegen van God naar je leven toe: vergeving, nieuw leven, je mag een kind van de Vader zijn. Al die dingen. Het heeft ook een negatieve kant. Je wordt ook gered: van slavernij van de zonde, van vijandschap tegen God, van de toorn van God. Ook dat hoor erbij. Redding is pijnlijk, maar altijd heilzaam.

En die redding heeft een wereldwijde strekking. Het is beschikbaar voor iedereen die gelooft. Jood en heiden. Beiden staan ze voor de hele mensenwereld. Het evangelie is voor iedereen en kent geen beperking van geslacht, leeftijd of ras. Niemand hoeft te denken dat het niet voor hem of haar is. Er is slechts een beperking: het is voor wie gelooft. Voor iedereen geldt: je maakt het je eigen door te geloven. God schenkt het van Zijn kant en het geloof zegt ‘dank u wel’. Een medicijn zal de patiënt niet genezen als hij het niet aanneemt. Zo mogen wij het aannemen. Met open handen. We hoeven er niet voor te werken, alleen het te ontvangen. Wie gelooft, geeft zich over aan God. Geloven is niet klimmen, opklimmen, maar klemmen. Je vastklemmen aan Christus, die aan het kruis alles heeft volbracht. Geloof is vrucht van het horen, van de kracht die van de woorden van God uitgaat. Wij zijn geroepen om te horen, voor al het andere zorgt God. Ik hoop dat je dat ook doet. Dat je je vastklemt aan Christus. In Hem is het leven. Het is bij Israël begonnen, eerst de Jood, maar het is ook voor de Griek, de blinden heiden in de lage landen, heeft God ook op het oog. Wij zoals we hier zitten. Verkiezing van God. Glorie aan God! Dan het tweede.

b. De gerechtigheid van God.

Paulus voegt daar een tweede sleutelbegrip aan toe. In het evangelie wordt de gerechtigheid van God geopenbaard. Nu klinkt ons dat wat abstract in de oren en ons hart zal niet gelijk sneller kloppen, maar dat mag wel. God openbaart namelijk iets aan ons. Hij onthult iets dat we nog niet wisten. Als je het hoort, gaat je leven helemaal veranderen. En dat dus belangrijk voor ons is. Wat betekent die gerechtigheid? Twee dingen.

Het kan betekenen de gerechtigheid die God geeft. Zo heeft Luther het gezien. God verklaart je rechtvaardig. Om niet. Omwille van Jezus. Door het geloof. Hij maakt dat je rechtvaardig zodat je in de rechte verhouding met Hem kan staan. Hij vergeeft je zonden. Hij ziet je aan in Christus. Dat is zo geweldig. Hij ziet niet wat je bent of hebt, maar wat je niet hebt. Hij ziet Christus in je. In jezelf ben je niet rechtvaardig, want je zondigt. Maar dankzij Christus ziet God je met genade aan. Zo heeft Luther het gezien. Hoe kan ik rechtvaardig zijn voor God? Doordat God mij rechtvaardig verklaart en mijn zonden vergeeft. Geen vrees meer. Geen angst. Dankzij Christus. Door het geloof alleen. Elke keer ook weer een vraag: hoe is dat bij ons? Waar sta ik ten opzichte van de Here God. Alleen verbonden met Christus ben ik veilig. Heb ik het leven.

Maar ik maak wel een kanttekening. Luther zag gerechtigheid als iets dat God schenkt. Maar hier is dat niet het punt van Paulus hier. Gerechtigheid van God als eigenschap. Hart van evangelie is niet dat zondaar vergeving ontvangt. Wel belangrijk. Maar het hart van het evangelie is niet de oplossing van een zondeprobleem. Dan maken we het evangelie veel te mensgericht. Dan staat de zondige mens in het centrum. Nee, het is het evangelie van God (vers 1), beloofd door de profeten (vers 2), ten aanzien van Zijn Zoon (vers 3). Het evangelie is de onthulling van Gods Zoon, als de Messias van Israël en de Redder van de wereld. Met de komst van de Here Jezus vervult God beloften die Hij aan Israël had gegeven. Israël was Gods proeftuin. Bedoeld als een Hof van Eden. Waar God te midden van de mensen zou wonen. Maar door de zondeval is dat verloren gegaan. Er was een tabernakel. Een tempel. Maar Israël beantwoordde niet aan Gods bedoeling. De rode draad in de Bijbel gaat van Schepping naar Voleinding. Van Genesis tot Openbaring. De Hof van Eden aan het begin wordt een stad van God aan het einde. Allebei komen ze vanuit de hemel. God wil deze aarde vervullen met Zijn heerlijkheid. Maar de zonde staat dat in de weg. Gods glorie kan harten van mensen niet vervullen. Het evangelie is dat God zelf in Zijn Zoon komt om de zonde te verzoenen en de vijandschap te breken. Gods gerechtigheid is – zoals veel uitleggers benadrukken – zijn verbondstrouw. Zijn trouw aan wat Hij heeft beloofd.

Paulus is geen monnik uit de Middeleeuwen die worstelt met goede werken, maar een Jood uit de eerste eeuw, aan wie God zijn gerechtigheid, zijn verbondstrouw heeft onthuld. God doet wat Hij beloofd heeft. De komst van de Here Jezus staat in dat kader. Jezus komt om het oorspronkelijke plan van God te herstellen, dat de wereld weer wordt zoals de hof van Eden. Zijn gerechtigheid staat in kader van de verlossing van de wereld en de vestiging van zijn koninkrijk.

Je zou met een woord van prof. Van Ruler kunnen zeggen: in het evangelie draait alles om het kruis van Christus, om de vergeving van zonden, om rechtvaardig worden voor God, maar gaat het om Gods nieuwe wereld, het gaat om leven voor Gods aangezicht als nieuwe mensen. Jezus is de deur. De poort naar het paradijs, die toegang geeft tot Gods nieuwe wereld.

5. Twee pijlers: missionaire strategie

Kracht van God en de gerechtigheid van God. Het zijn de twee pijlers van de boodschap die Paulus mag verkondigen. Waarom benadrukt Paulus juist deze twee termen? De apostel doet dat bewust. In het Romeinse rijk draait alles om twee dingen: de macht van de keizer en het recht van vrouwe Justitia. Recht en macht waren de twee pijlers waarop het Romeinse rijk rustte. Het recht van Rome werd overal met macht en geweld aan de volken opgelegd.

Overal wilden de Romeinen het recht met macht en geweld doorvoeren. Zo zou de wereld vrede hebben: de beroemde Pax Romana, de romeinse vrede.

Maar de apostel kiest voor een andere benadering. De gerechtigheid van God komt niet op soldatenlaarzen. Het recht wordt niet met geweld geïmplementeerd. Het komt tot ons als goed nieuws, in de vorm van een boodschap. Als een evangeliewoord. Niet door menselijke kracht noch door geweld zal het geschieden, maar door de Geest. Daarom nadert Paulus de stad Rome met een uitnodiging, met een oproep tot geloof. Gods gerechtigheid verplettert mensen niet, maar is een kracht tot behoud.

6. Een krachtig evangeliewoord

Het evangelie komt naar ons toe als een uitnodiging. Als een oproep. Laat je met God verzoenen. Geloof het evangelie en je zult leven! Want hoe kan ik door de deur naar binnen gaan? Hoe kan ik delen in het volle leven van de Geest. Door te geloven. Sola fide. De rechtvaardige zal uit het geloof leven. Zo zei Habakuk het al. Het geloof is uit het gehoor. En het gehoor is vrucht van het luisteren naar het Woord. Sola Scriptura.

Dat heeft reformatie weer opnieuw ontdekt. Dat woord heeft levens verandert. Ook wij weten er van als het goed is. Zo kan het dus nog steeds gebeuren. Dat God met kracht tot je spreekt. Dat woorden van de schrift voor je tot leven komen. Dat door een enkel woord van God je leven totaal veranderd. Dat is niet vreemd. Want het woord van God is krachtig.

Door het Woord trekt de Geest aan ons. Steeds weer trekt Hij ons naar Christus. Door de Heilige Geest leer ik het zeggen: Mijn Jezus, Mijn Redder. Heer er is niemand zoals U. Om Hem in geloof te omhelzen en zo in Gods nieuwe wereld binnen te gaan.

Gods Woord is levend. Zo zei Jesaja het al: Geen woord van God keert leeg terug. Halleluja. Amen.