Datum: 17 april 2016
Download PDF
1. Wie ben ik?
Als ik u nu eens zo op de man af zou vragen: wie bent u? Wat zou u dan antwoorden? Erg waarschijnlijk, dat u uw naam noemt. Ik ben die en die. Maar, dat is uw naam. Wie bent u? Ik ben timmerman; ik ben docent en geef les op een school; ik ben… Nee, dat is uw beroep. Of: Ik ben een Nederlander. Dat is waar u vandaan komt. Ik ben hervormd (PKN). Dat is uw kerkelijke achtergrond. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Wij hebben vaak de neiging om de vraag naar wie we zijn, te beantwoorden met wat we doen. Als je met mensen over het geloof praat, dan gaat het vaak over de kerk. Naar welke kerk ze gaan; wat ze in de kerk allemaal wel niet doen. Haast ongemerkt gaan we er dan vanuit dat de dingen die we doen, bepalend zijn voor wie we zijn en wat we over onszelf geloven. Toch is het goed die twee dingen uit elkaar te halen. Wie je bent, dat is je identiteit. Wat je doet, dat is de praktijk. (Vroeger zeiden ze je staat en je (toe)stand). Wat bepaalt nu je identiteit? Wat stempelt nu de praktijk? Een christen is iemand die het eigendom van Christus is geworden, dat is zijn identiteit, en hij of zij is geroepen om daarna te handelen, daar uit te leven, dat is de praktijk.
2. Paulus roeping
In de brief die Paulus schrijft aan de gemeente van Kolosse, speelt dit onderscheid (tussen staat en stand, identiteit en praktijk) een hele belangrijke rol. In hoofdstuk 3 zal de apostel daar nog uitgebreider op ingaan: Als je door het geloof met Christus verbonden bent, ben je in Christus, dan ben je als een rank in de wijnstok geplant. Dan is het leven van God in je. Je zou kunnen zeggen, dan ben je met Christus opgewekt. Je leven is gestempeld door het hemelse leven en daarom moet je de dingen zoeken die bij dat hemelse leven passen. Zoek dan de dingen van boven, horen we hem in 3:1 zeggen. Leef vanuit je hemelse identiteit. Laat het zichtbaar worden in het heden, dat je bij Christus hoort en je niet langer leeft volgens het schema van deze wereld. In veel brieven is Paulus trouwens met deze dingen bezig. Je zou het doel van heel Paulus bediening in twee punten kunnen samen vatten: (a) hij wil mensen in Christus brengen en (b) ze in Christus houden! Dat is wat hij ook met deze brief beoogt. Want er is altijd het gevaar om bij Christus vandaan te raken.
Om de gelovigen te helpen hun identiteit te versterken, te beseffen wie ze zijn in Christus, staat Paulus in 2:6-7 stil bij drie dingen: (a) hoe mensen in Christus kunnen komen (vers 6), (b) hoe ze in Hem kunnen groeien (vers 7) en (c) wat het leven in Christus bedreigt (vers 8-10). We zullen de tekst op de voet volgen.
3. In Christus komen
In vers 6 vinden we een belangrijke sleutel voor het christelijke leven. De manier waarop en de mate waarin wij tot geloof zijn gekomen, bepaalt in grote mate ons leven als christen. Als onze bekering oppervlakkig is, zal ons leven als christen vermoedelijk ook oppervlakkig zijn. Als we een diepgaande ontmoeting met Christus gehad hebben, zal dat ons leven als christen ook diepgaand stempelen. Zo was het in Kolosse gegaan. De mensen daar hadden een diepgaande ontmoeting gehad met de Here Jezus. Want ze hadden niet alleen Jezus aanvaard; ze waren ook niet alleen in Jezus als de Christus gaan geloven, maar ze hadden Jezus Christus aanvaardt als Heer. Niet Jezus. Niet Christus. Maar Jezus Christus als Heer. Dat laatste maakt alle verschil van de wereld.
Jezus. Vandaag zijn er genoeg mensen, die interesse hebben voor de persoon van Jezus. Ze vinden Hem een goed mens; een voorbeeld om na te volgen; een inspirerende persoon. Er worden boeken over Hem geschreven; films gemaakt. Maar als je bekering alleen om Jezus gaat, als mens, als voorbeeld, zal dat je leven niet heel diepgaand beïnvloeden. Het zal op termijn of als het moeilijk wordt in je leven geen stand houden. Interesse in Jezus is niet hetzelfde als het in Christus zijn, waar Paulus het zoveel overheeft. Het is een eerste stap op weg naar. Maar andere stappen zijn ook nodig.
Christus. Als je Jezus aanvaardt of in Hem gelooft als Christus, dan geloof je in Hem als je Redder, je Heiland. Dan is Hij voor jou Degene die je helpt als je het moeilijk hebt; Degene die je van je zonden en schuld verlost. Dan is Hij je Helper in nood. Dat is geweldig als je Hem zo hebt leren kennen. Maar Paulus wil meer. Dat je nog een stap zet.
Heer. Als je Jezus Christus aanvaardt als je Heer, dan gaat je leven pas echt radicaal veranderen! Dan pas kun je echt groeien in de kennis van God en in de genade. Als Jezus Heer is in je leven. Paulus gebruikt hier de titel Kurios. Deze titel werd in die tijd gebruikt voor de Romeinse keizer. Hij was degene die absoluut gezag had over zijn onderdanen. Toen het Oude Testament in het Grieks werd vertaald (Septuaginta) kozen de Joden de titel Kurios om de Godsnaam Jahwe weer te geven. Hij is de ultieme Heerser. Degene die het grootste gezag heeft in hemel en aarde. En de eerste christenen hebben allemaal deze titel ook toegepast op Jezus. Ze beleden Jezus Christus als Heer. De titel ‘heer’ heeft voor ons niet die betekenis die het toen voor de mensen had. Als je naar woorden zou zoeken als baas, soeverein, heerser, dan is dat het niet helemaal; misschien komt de term ‘opperbevelhebber’ (commander in chief) er nog wel het dichts bij. Dat is degene die in het leger absoluut gezag heeft en van de soldaten gehoorzaamheid en loyaliteit vraagt. Met die belijdenis ‘Jezus is Heer’ gaven de gelovigen dus de rechten van hun leven over aan Jezus. Here Jezus U hebt recht op mijn leven, ik leef mijn leven voor u. Ik geef mij volledig aan U over! Als je Jezus aanvaard hebt als Heer, leef je je leven – met de woorden van Paulus – in Hem! Op zondag en op de andere dagen van de week. Op je werk en thuis. Dan heb je Jezus toegang gegeven tot alle terreinen van je leven. Elk deel van je leven ligt open voor Hem. Daar mag Hij iets over zeggen. Die belijdenis is dus een heel verstrekkende belijdenis. Maar dat is wel waar het in het geloof omgaat. If Jezus is not Lord of all, He is not Lord at all. Als Jezus niet Heer is van alles in je leven, dan is Hij de Heer van je leven niet.
Daarom de vraag: hoe heb je Jezus leren kennen? Ken je Hem als mens, als je Heiland of als je Heer? Ik hoop dat als je interesse voor Jezus hebt gekregen, dat je ook de tweede stap zet; dat Hij ook jouw Heiland mag zijn! Als je Hem kent als degene die je van je schuld heeft verlost, als je Helper in nood, dan hoop ik dat je ook de derde stap zet, dat Hij ook je Heer mag zijn. Dat je Hem de sleutel van je leven geeft en Hem de regie in je leven laat hebben.
Paulus gaat vervolgens verder. Als je in Hem bent, wandel dan in Hem. Wandel dan met Hem. Zorg dat je je dagelijkse leven leeft, in verbondenheid met Hem. Als je Jezus als Heer aanvaard heb, is er een cirkel rond je leven, een invloedssfeer van Jezus, waar je binnen blijft. Waar je niet uitstapt. Misschien kan een voorbeeld dit duidelijk maken.
Cirkel. Als je in Israël bent, in Jeruzalem, maar ik zag het ook in een kibboets aan het meer van Galilea, kun je op sommige plekken, waar orthodoxe Joden wonen, van die draden zien om het gebied waar ze wonen. Die draden of dunne kabels, soms met vlaggetjes eraan, zijn in een boom of aan een paal opgehangen. Zo’n draad heet een ‘eroev‘. Deze draad of lijn geeft de afstand aan die een Jood op sabbat mag lopen. Daar binnen mag hij zich vrij bewegen, maar gaat hij buiten het gebied, dan is hij in overtreding; dan overtreedt hij de Wet van God. Er zijn dus plekken waar een Jood op sabbat niet komt. Want er is een cirkel rond zijn leven. Zo is het ook met de gelovige. Als Jezus je Heer, is er een cirkel rond je leven. En in Jezus wandelen is, dus leven binnen die cirkel, dat is dingen doen die bij Jezus passen, die de omgang met Hem niet schaden.
Er was een man die voor het eerst naar een concert ging. Hij kwam wat laat binnen. De zaal was al een beetje donker en iedereen was stil. De man gaat zitten, buigt zijn hoofd en spreekt een gebed uit, zoals hij dat op zondag in de kerk gewend was. Zijn vrouw ziet dat, en stoot hem aan: je zit hier in de concertzaal en niet in de kerk. De man antwoord haar: als ik hier niet voor kan bidden, dan horen we hier niet.
Dat is dus het idee van Paulus: als iets niet in de cirkel kan zijn, niet in Christus kan zijn, als je er niet met Hem in kunt wandelen, dan ben je dus in overtreding! Bij alles wat je doet als christen, is dat dus de vraag: kun je het in de cirkel brengen, kun je er met Jezus naar kijken, met Hem naar luisteren, kun je er met Jezus zijn? Past het in de cirkel: vriendschap, films, games, muziek, vakantie, etc. Als je Jezus als Heer hebt aanvaard, dan moet alles wat je doet in de cirkel, bij Hem, geplaatst kunnen worden; dan moet Jezus met je mee kunnen gaan, naar al die plekken waar je komt, onder al die mensen die je ontmoet. En als dat niet kan, moet je er een groot vraagteken bij zetten.
Ja maar. Ja zeg, je, is dat niet een heel eng en beperkt leven? Er staat natuurlijk wel wat op het spel, je kunt buiten de cirkel gaan, bewust, je kunt dingen opzoeken, waar je niet met Jezus kunt zijn, dan loop je gevaar, dat je Jezus kwijt raakt, dat je schade oploopt aan je ziel. Maar het is niet een heel eng en bekropen leven. Nee, binnen de cirkel is er nog zoveel te groeien en te ontdekken. Dat is het volgende punt.
4. In Christus opgroeien
Er zijn drie dimensies om in de cirkel te wandelen. Paulus verbindt dat met groei. Je kunt naar beneden groeien, naar boven en in de breedte groeien.
4a. Naar beneden
Dat is het beeld van een plant. Een plant die steeds diepere wortels krijgt. Die wortels zijn nodig voor de groei. Via de wortels krijgt de plant water en voeding. De wortels zorgen voor stabiliteit. Hoe dieper de wortels, hoe steviger de plant. Dat doet denken aan het beeld van Psalm 1. Die psalm gaat over iemand, die zich niet buiten de cirkel begeeft, maar bezig is met het Woord van God. Dat geeft aan zijn leven vitaliteit en groei. Dat is precies wat God verlangt van ons leven; dat we meer geworteld zijn in het Woord. Dat de sappen van de Geest meer en meer in onze levens stromen. Het Woord van God brengt ons altijd bij de God van het Woord. Via het woord leren we Zijn plannen en gedachten kennen. Als er moeilijke dingen gebeuren, dan weten we dat God ons niet verlaat en bij ons is, want dat zegt het Woord. Het is vol beloften waarop we kunnen bouwen.
4b. Naar boven
Je kunt ook naar boven groeien. Dat is dat je kennis van Christus toeneemt. Dat je meer op de hoogte komt van zijn Koninkrijk. Want de Here Jezus is als een diamant. Daar zitten zoveel schitterende kanten aan, zoveel nieuwe dingen die je kunt leren en ontdekken, daar ben je een heel leven mee bezig. Want Jezus is niet alleen een Joodse man die hier op aarde geleefd heeft, maar Hij is ook de hemelse Heer, aan wie dit hele universum gehoorzaamt. Hij is Heer over alle machten en krachten in dit hele universum. Hij is in allerlei talen en culturen met Zijn Geest aan het werk. Achter de schermen heeft Hij heel het aards gebeuren in Zijn handen. Groeien dus. Gelijkvorming worden aan Zijn Beeld. O Vader, dat uw liefde ons blijk, o Zoon maak ons uw beeld gelijk. En als derde, groeien in de breedte.
4c. Naar buiten
Het doel van een plant of een boom is dat hij door te groeien sterker wordt, zijn taken meer naar buiten uitslaat, dat hij van tijd tot tijd vrucht geeft. Want dat verlangt God van ons leven als christen. Dat Hij over ons kan beschikken. Dat Hij door ons heen kan werken. Dat ons leven voor anderen tot zegen zal zijn. Groeien in de diepte, naar boven en in de breedte.
Met dankzegging. Paulus voegt er nog een ding aan toe: vergeet niet te danken. Waarom? Omdat er altijd geestelijke strijd is! Satan probeert je altijd te verleiden, buiten de cirkel te stappen. Als er een beperking is, als er dingen zijn die je beter niet kunt doen, richt hij je blik altijd over de grens. Wees daar alert op. Als God zegt tot hier toe en niet verder, doet Satan ons verder kijken naar wat we missen, waar we niet aan mee kunnen doen. Zo ging het al in het paradijs. Adam en Eva mochten van alle bomen eten en genieten, satan zegt: zie je die ene boom, is dat niet wat voor je? Pas dus op. We moeten niet met afgunst en jaloezie naar buiten de cirkel kijken. Dat is soms knap lastig, ik weet het. Zeker als je nog jong bent. Als je veel vrienden hebt die niet geloven. Doe je in alles met ze mee, of heb je grenzen in wat je luistert, ziet, drinkt, of hoever je met seks in vriendschappen gaat. Hoe meer en hoe vaker je je buiten de cirkel begeeft, hoe meer gevaar je loopt om te verliezen wat je binnen de cirkel hebt. Als je bij Jezus hoort en horen wil, wees dankbaar voor alles wat je binnen de cirkel hebt ontvangen! De Here Jezus. Het Woord. Gods Geest. De Kerk. De doop. Etc. Etc.
Naast de positieve aansporing om te wandelen en te groeien, komt Paulus ten slotte met een waarschuwing. Het derde punt.
5. Grootste obstakel
Wat is grootste obstakel voor groei, voor het wandelen in Christus? Paulus noemt twee dingen: filosofie en inhoudsloze verleiding. Filosofie staat hier voor logisch denken en redeneren. Daar is op zich niet zoveel mis mee, maar wel als de menselijke wijsheid belangrijker gewicht krijgt dan het Woord van Christus of van God. Als tweede noemt Paulus inhoudsloze verleiding: opvattingen en meningen zonder inhoud, zonder diepgang. Oppervlakkig dus. Wat hebben deze twee gemeen? Het zijn overleveringen van mensen. Het gaat om wijsheid en opvattingen van mensen en niet van God. En die meningen, opvattingen, kunnen je gevangen houden. Ze maken de cirkel van vrijheid waarin je staat nog smaller en kleiner. Ze slepen je mee bij Christus vandaan. Paulus waarschuwt hiervoor.
Wat is hier dus het gevaar: dat we meer aandacht geven en waarde hechten aan wat mensen vinden dan aan wat God vindt. Dat het woord, de mening of de traditie van mensen meer gewicht krijgt dan het woord van God. Dat risico lopen we in de kerk, als we meer krediet geven aan wat wij voor mogelijk kunnen houden. Je ziet het in de macht van de sociologie. Studies tonen aan dat kerk kleiner wordt, de trend van kerkverlating zet zich door. Dus moeten we daarop anticiperen. We stoten kerkgebouwen en predikantsplaatsen af, omdat we dat op termijn niet meer kunnen betalen. Wijs belijd is altijd nodig, maar mag God ook nog wat zeggen. Geloven we dat Hij als antwoord op gebed kan ingrijpen en dingen ten goede kan veranderen? Of verwachten we dat al niet eens meer. Sommige dominees staan ergens erg lang, dus komt er nieuw beleid en moeten kerkenraad en predikanten na een paar jaar verplicht spreken of ze nog wel verder willen en krijgen predikanten een mobiliteitsplicht. Er zijn moeilijk situaties, waar het misschien beter is dan een predikant gaat, maar geloven we nog in roeping? Mag de Here God ook nog iets zeggen. Hebben we Hem ook om raad gevraagd? Of wat het geloof en het gebed betreft: we zien een moeilijke situatie en we leggen ons er bij neer. Zo is het nu eenmaal. Of dat karakter, dat verandert niet, zo is hij of zij nu eenmaal. Maar geloven we nog dat God machtig is en Hij dingen ten goede kan keren? Steeds weer de spanning: leven we bij wat wij mensen zien en voor mogelijk houden of houden we ook nog rekening met God en zijn onbegrensde mogelijkheden? Denken we als christen vanuit de hemel, vanuit God, of zijn we zo aards geworden, dat het enige waarin we geloven is wat we zien en in onze handen houden?
Paulus maakt zich daarover zorgen. Dat we uit beeld verliezen wie Christus is. Dat Hij machtig is. Want in Hem woont heel de volheid van God. Waarom zou je voor minder gaan? Wat alle religies van de wereld je niet kunnen geven, is in Christus te vinden: de wijsheid, de liefde, de genade, de majesteit, de vrede, de ontferming, en de kracht van God. Geen enkele godsdienst, geen enkele filosofie, haalt het bij Hem! In Hem hebben we met de majesteit en macht van God zelf te maken. Laten we ons daarom niet verleiden om buiten de cirkel te stappen en meer waarde te hechten aan meningen en tradities van mensen. Maar laten we al onze energie en al onze tijd besteden aan het kennen van Christus. Zoals Paulus zo treffend zegt: opdat ik Hem kennen en de kracht van Zijn opstanding. Hij die alle macht heeft in hemel en op aarde, is mijn Heer en Heiland. Zegt u en jij het mee? Alles wat ik nodig heb om te leven en te sterven is in Hem te vinden. Wandel daarom in Hem. Leef in Hem. Laat Hem de liefde van je hart zijn.
Amen.