Door genade opgericht en …?

Schriftlezing: Johannes 5:1-18
Datum: 3 maart 2019
Download PDF


0. Introduction (Dankbaar zijn?)

Ze was nogal moe de laatste tijd. Futloos. De dingen kosten haar veel energie. Haar studie, de college’s vielen haar zwaar. Ze was altijd enorm actief geweest. Erg sportief ingesteld. Maar dat ging nu even niet. Ze kwam bij de huisarts terecht. Verder onderzoek was nodig. Ze bleek een vorm van lymfeklier kanker te hebben. Een grote schok. Haar wereld stond stil. Na een reeks onderzoeken volgde een medisch traject van behandelingen. We leefden als gemeente sterk mee met haar en haar gezin. We baden tot God om ontferming en genezing. Een spannende tijd brak. Gelukkig bleek na verloop van tijd dat de kuur effect had. We waren er dankbaar voor. Lang niet bij iedereen gaat het immers goed. Beetje bij beetje werd de kanker teruggedrongen en krabbelde ze weer op. Na verloop van een jaar kon ze haar oude leven weer oppakken. In het begin zag ik haar regelmatig in de kerk. Ze had zelfs een keer een getuigenis gegeven. Maar na verloop van tijd zag ik haar minder. De band met de gemeente werd losser. Nog steeds begrijp ik niet goed hoe het kon, maar God raakte steeds meer op de achtergrond in haar leven. Het was alsof er niets in haar leven was gebeurd.

Het zal de verlamde uit Bethesda, die door Jezus wordt genezen, toch niet gebeuren, dat het hem aan dankbaarheid ontbreekt? Of wel?

1. De verlamde in Bethesda (page 1)

(De verlamde heeft meer nodig dan hij denkt)

Bethesda. Het is niet een plaats waar gezonde mensen graag willen zijn, denk ik. Vlak bij de schaapspoort ligt het badwater. Twee diepe basins met water, omgeven door zuilengangen. En van elkaar gescheiden door een brede dam van 6-7 meter breed, waarop de vijfde zuilengang gebouwd is. De vijf zuilengangen dienen als reusachtige ziekenzalen. In de schaduw ervan hebben talloze ernstige patiënten zich verzameld. Het verpleeghuis is overvol.

Van heinde en ver worden er mensen naar toegebracht. Elke morgen staan ze daar: zieke mensen, blinden, kreupelen en verlamden. Te wachten tot de poorten weer opengaan. Een bonte verzameling staat daar bij de poorten van Bethesda. Want als de deuren opengaan, probeert iedereen zo snel als het kan, een plekje te bemachtigen, dicht bij het water. Wie het snelst is, heeft een plaats dicht bij de waterkant. Want daar moet je zijn. Als het water gaat bewegen, kun je, zo gaat het verhaal, daar genezen worden van je kwalen. Het is een drukte van jewelste. Sommige mensen worden gebracht, anderen schuifelen voetje voor voetje het terrein op. Het is een gedrang van mensen, zoals dat gaat als een menigte voor een deur staat te wachten, en de deur op een vastgestelde tijd opengaat.

Het is een plek die je liever zou mijden. De geur van ziekte en van ongewassen lichamen komt je tegemoet als je naar het badwater loopt. De aanblik van al die onverzorgde en gebroken lichamen; de kleren niet vaak meer dan lompen, onder het stof en vuil, doet je maag omdraaien. Het is dat ze zeggen dat je genezen kunt worden van je kwalen, anders was je allang weggelopen. Je ziet de doffe blik in de ogen van de mensen. Hun leven is getekend. Ze hebben zoveel beperkingen. Veel van het dagelijkse leven gaat aan ze voorbij. Heel hun bestaan draait om die ene vraag: als ik maar gezond kan worden. Als ik maar op tijd bij het water kan komen, dan zal mijn leven veranderen, dan zal alles anders worden.

Tussen al die mensen is een man. We weten niet hoe hij heet, alleen dat hij al 38 jaar ziek is. 38 jaar, dat is een groot deel van je leven. Heel zijn leven staat in het teken van zijn ziek zijn. Door zijn handicap kan hij niet goed functioneren. Bedelen, langs de kant van de weg. Zijn hand ophouden, dat is wat hij nog kan. Maar ook dat kost hem moeite. Elke dag sleept hij zich weer naar het badwater. Elke dag probeert hij een plekje bij het water te bemachtigen. Maar zo snel als anderen dat kunnen, zo snel kan hij zijn lichaam niet in beweging zetten. Hij is kreupel aan zijn beide benen of halfzijdig verlamd. Met veel moeite kan hij het het water wel bereiken, maar is zo traag, dat anderen hem al weer voor zijn. Zo gaat het steeds weer. Dag in dag uit. Om moedeloos van te worden. Maar wat is het alternatief? Wie kan hem helpen? Als ik maar gezond kan worden, dan zou alles anders zijn.

De man blijkt een eenzame figuur te zijn. ‘Ik heb geen mens om mij in het water te werpen’, zegt hij tegen Jezus. Zou hij echt helemaal niemand hebben? Geen familieleden om te helpen? Geen vrienden die af en toe bij hem zijn? Het kan natuurlijk zijn, dat mensen het niet volgehouden hebben naar deze man om te zien. 38 jaar is een hele tijd. Wie kan dat dragen? In het begin gaat dat nog wel, maar als weken maanden worden en maanden jaren, wordt dat steeds zwaarder! Als je mantelzorger bent en voor je partner of een van je ouders zorgt, dan legt dat soms een zware last op je schouders. Elke dag weer. Je voelt je geroepen; de ander heeft het nodig, maar makkelijk is het niet altijd. Volhouden is vaak zwaar. Daar heb je dagelijks de genade en kracht van God voor nodig.

Dat de man alleen is, kan ook met iets anders te maken hebben. Misschien had het te maken met de 38 jaar dat hij ziek is. De een reageert heel anders op zoiets dan de ander. Je kunt je ziekte of beperkingen moedig dragen en dankbaar zijn met de hulp die je krijgt, en dat ook uiten naar de ander en naar God. Maar ziekte kan je ook negatief maken en passief. Je kunt over de kleinste dingen gaan zeuren en klagen over wat je niet meer kunt. Deze man is vermoedelijk een voorbeeld van het laatste. Hij is zielig en niemand helpt hem. Al die anderen hebben wel iemand, maar hij niet. Hij is het slachtoffer en de anderen hebben de schuld. Want hij wordt twee keer geciteerd en twee keer wijst hij van zich af naar anderen: ‘ik heb geen mens’ en ‘anderen dalen eerder dan ik in het water’. ‘Al die mensen zijn zo egoïstisch, ze denken alleen aan zichzelf’. Maar ondertussen draait zijn eigen leven ook om zichzelf. Want als Jezus aan hem vraagt: wil je gezond worden?, Zegt hij niet: graag, Heer! Maar: ‘ik heb niemand. Ik kom niet op tijd bij het water.’ En als de Joodse leiders later aan hem vragen hoe het komt dat hij met zijn matje op de sabbat rondloopt, geeft hij de schuld aan Jezus. ‘Hij heeft gezegd dat ik dat moest doen’. En zodra hij ontdekt, dat het Jezus is die hem genezen heeft, gaat hij gelijk naar de joden toe om hem aan te geven (vers 15).

Er is dus in het leven van deze man, meer aan de hand dan zijn ziekte alleen. Hij is ook ziek in zijn hart. De verlamde heeft meer nodig dan genezing van zijn lichaam alleen. Hij heeft meer nodig dan hij denkt. Dat wordt helemaal duidelijk als Jezus hem later tegenkomt in de buurt van de tempel. Vers 14. Jezus zegt tegen hem: ‘Zie, u bent nu gezond geworden, zondig niet meer opdat u niet iets ergers overkomt.’ Dat is opvallend! Je bent nu gezond; zondig daarom niet meer, houd op met zondigen. Is er dan toch een link tussen zijn ziekte en zonde? Bij de blindgeborene uit Johannes 9 wordt dat verband ontkend. Maar hier lijkt Jezus dat wel te suggereren. Let op: niet als algemene waarheid, maar heel specifiek in dit geval. Jezus zegt het tegen de man onder vier ogen. Alleen de man weet waarop het betrekking heeft. Johannes heeft het niet de moeite waard gevonden om het ons te vertellen. Dat blijft voor ons dus gissen. Er zijn twee opties.

Er zijn uitleggers die suggereren dat de man een seksueel losbandige levensstijl heeft gehad en daardoor een verlamming heeft opgelopen. Misschien heeft hij een alcoholverslaving, waardoor hij een dronken bui gevochten heeft, en als gevolg van de verwondingen verlamd is geraakt. Misschien heeft hij tegen alle adviezen in zoveel gewerkt, dat hij roofbouw pleegde op zijn lichaam en dat hij door oververmoeidheid een val heeft gemaakt. Misschien hield hij van uitdagingen en is zijn verlamming gevolg van roekeloosheid. Er kan een directe link liggen tussen zijn beperking en een zondige levensstijl. Zondig niet meer, zegt Jezus, opdat je niet iets ergers overkomt.

Het kan ook dat Jezus doelt op de gesteldheid van zijn hart. Dat niet zijn ziekte het grote probleem was, maar wat er leefde in zijn hart. Bitterheid. Opstandigheid. Als ik maar … Ik… Ik kom er zo nog op terug, maar de verlamde reageert heel anders op wat Jezus voor hem doet, dan de Samaritaanse vrouw, dan de blindgeborene. De verlamde heeft meer nodig dan hij denkt.

2. De nood vandaag (page 2)

(Mensen hebben meer nodig dan ze denken)

In feite heeft deze man iets herkenbaars. Hij zit op zijn ligmat. Hij wacht. Hij kijkt. Hij hoopt dat dingen zullen veranderen. Heel zijn leven staat in het teken van ‘als’. Als het water borrelt, dan kom ik van mijn mat af. Als ik bij het water kom, dan zal mijn leven beter worden. Als ik in het water kom, dan zullen al mijn problemen worden opgelost. Als anderen mij maar helpen. Als de omstandigheden maar veranderen. Als dit maar gebeurt, dan zal alles beter worden. Dan zal ik gelukkig zijn. Dan zullen mijn problemen over zijn. Dan …

Zo kun je in het leven staan. Als ik mijn diploma heb, zal ik een betere baan krijgen. Als ik maar getrouwd ben, dan … Als ik meer tijd zou hebben, dan … Als hij verandert, dan zal onze relatie beter worden. Als zij haar excuses maakt, dan ga ik haar weer groeten. Als ik hier bij deze werkgever weg ben, dan kan ik me gaan ontplooien. Als ik me beter voel, zal ik trouwer zijn in het bidden en Bijbellezen. Als ik eerst iets van God ervaar, dan wil ik wel in Hem geloven. Als Hij dit probleem voor mij oplost, dan neem ik de stap om belijdenis te gaan doen.

Maar wat als al die dingen niet gaan veranderen? Dan zijn we diep ongelukkig. Dan hebben we het recht om verongelijkt te zijn. Dan mogen we klagen. Dan is er geen reden tot dankbaarheid. Dan zetten we God in de wacht. Het geloof in de pauzestand. Eerder komen we niet in beweging. Nu moet God maar de stap zetten; ik heb mijn best gedaan.

Zo kun je gevangen zitten in je gedachten, in je twijfel, in je ongeloof. Je zit net als deze man op je ligmat van je ‘als-dan’ geloof. Maar zou het echt zo zijn dat als de omstandigheden in ons leven veranderen, als het water gaat borrelen en we zijn er als eerste bij, dat dan alles anders en goed is? Kunnen we zo met God omgaan? Ik heb mijn best gedaan, als Hij echt om me geeft, dan … Nee, toch, zo niet. En wat als God ons geeft wat we vragen, zou ons leven er echt door veranderen?

3. De genade van Jezus (page 3)

(Jezus schenkt de man meer dan hij denkt nodig te hebben)

Wat doet Jezus met deze man? Deze verlamde man, die door verkeerde keuzes in zijn leven verland is geraakt, de man die niemand heeft, omdat hij ondanks zijn ziekte diep egoïstisch is (als ik maar …). Jezus is hem genadig! Jezus geneest hem gewoon! Johannes legt daar de vinger bij. Want als Jezus aankomt in Jeruzalem, vanwege het feest van de Joden (vermoedelijk he wekenfeest of pinksterfeest), dan gaat hij niet eerst naar de tempel, maar loopt Hij linea recta naar het badwater van Bethesda toe. Recht op zijn doel af. Jezus loopt door de schaapspoort heen. De poort waardoor alle offerdieren de stad binnen werden gebracht. Jezus, als het Lam van God dat de zonde van de wereld draagt, gaat naar het badwater van Bethesda toe en Hij kiest de mens die er het meest belabberd aan toe is. De man die al 38 jaar verlamd is. Die geen mens heeft. De man wiens hele leven draait om de vraag: als ik maar gezond kan worden. Jezus gaat naar hem toe. Ook al vraagt de man er niet om. Ook al roept hij Jezus niet om hulp. Ook al is er bij hem geen sprake van geloof. Ook al heeft hij nog niets in zijn leven veranderd. Jezus geneest hem gewoon. ‘Sta op, neem je ligmaat op en ga lopen.’ En de man wordt gezond, zijn benen sterk en hij staat op. Jezus geneest hem gewoon. Ook al is het sabbat. Ook al mocht je op deze dag niet werken. Jezus ontfermt zich over deze man. Waarom hij? Waarom zo? Waarom op sabbat?

Weet u gemeente, in het Johannesevangelie staan niet veel wonderen van Jezus vermeld. Maar die er staan, zijn heel bewust door Johannes opgetekend. Johannes noemt de wonderen tekenen. Wat Jezus doet is een teken. Het laat ons ten diepste zien wie God is en wat Hij wil. Deze man die niet naar Jezus vraagt, die gekluisterd is aan zijn ligmaat, verstrikt in zonde, wordt door het woord van Jezus op zijn voeten gezet. Hij ontvangt genezing en vergeving. Zijn eenzaamheid wordt doorbroken. Hij ontvangt de ontferming van God. God heeft naar hem omgezien.

Zo is Jezus bezig mensen te redden. Nicodemus. De Samaritaanse vrouw. De overspelige vrouw. De blindgeborene. Lazarus. Allemaal heel verschillende mensen. Maar in al die situaties licht de genade van God op. Niemand, maar dan ook niemand hoeft te denken dat het niet voor hem of haar kan. Ja maar. Ik heb te veel verkeerde keuzes in mijn leven gemaakt. Voor mij kan het niet meer. Ik ben nu al te oud. Ik heb te veel meegemaakt. Mijn teleurstelling is te groot. De verbittering zit bij mij te diep. Mijn zonden staan in de weg. Als ik verander, ja dan wil God misschien wat met mij. Nee, gemeente, dat is niet waar. Dat zijn leugens van satan.

Jezus is in Bethesda als de Heiland. Die gekomen is om mensen te redden. Hij heeft die ene uitgekozen. Die er al 38 jaar lang. Hoe oud zou de man geweest zijn? Een vijftiger, een zestiger? Of nog ouder. Voor God maakt dat niet uit. Door de genade van God wordt deze man genezen. De Joodse leiders moeten er niets van weten. De man verdient het niet. Het is ook nog eens sabbat. Dat kan niet. Dat mag niet. Oh nee, is het dan geen sabbatsontering, dat al die zieken, blinden, kreupelen en verlamden daar liggen met hun nood? Is dat dan niet God geklaagd? De leiders worden woedend en proberen Jezus te doden, lezen we in vers 16. Jezus gaat met de verkeerde mensen om en verleend de verkeerde mensen genade. Maar Jezus doet niets anders dan de wil van zijn hemelse Vader. En dat doet Hij nog steeds. Want God is niet veranderd!

4. De genade vandaag (page 4)

(Jezus schenkt ons meer dan we denken nodig te hebben)

Gemeente, ons leven is misschien heel anders verlopen dan van deze verlamde, die 38 jaar ziek was. Maar ik kom nog even terug op de vraag van het begin: over dankbaarheid gesproken. Als u kijkt naar uw leven, herkent u dan iets van de genade van God? Doordat u van de Here genezing mocht ontvangen van uw kwaal. Of dat u heel sterk ervoer dat Hij uw zonden vergaf. Hij liet u aan een nieuwe fase in uw leven beginnen. Hij gaf herstel in het huwelijk. Hij hielp u in uw eenzaamheid. Hij hielp je door een moeilijke periode in je leven, je studie of je werk. Die genade was er. Maar mag ik u vragen: heeft dat ook effect op uw leven gehad? Heeft dat nieuwe toewijding op de Here Jezus gegeven? Of bent u weer over gegaan tot de orde van de dag?

Bij de genezen man uit Bethesda blijkt helemaal niets van dankbaarheid en geloof. Hij accepteert zijn gezondheid als de gewoonste zaak van de wereld. Eigenlijk is hij nog steeds patiënt gebleven, want hij lijdt aan een ernstig tekort aan dankbaarheid. Hij pakt zijn mat op en wandelt bij Jezus vandaan. En zijn leven eindigt even triest als in het begin. Zonder Jezus heeft je leven geen toekomst.

Dat hoeft niet. Jezus schenkt ons de heilige Geest. Daar mogen wij om vragen. Zoals de Samaritaanse vrouw: geef mij van dat levende water! Jezus doopt mensen met zijn Geest. Hij zorgt ervoor dat mijn leven niet langer cirkelt om mijzelf: mijn positie, mijn eer, mijn dromen en verlangens. Hij zorgt dat mijn leven steeds meer gaat cirkelen rond de Here Jezus. Rond Hem die zijn leven voor mij gaf. Hij die mijn verleden, mijn zonden en mijn wonden, de ligmat van mijn twijfel en ongeloof, voor Zijn rekening wilde nemen. Zo mag ik tot mijn bestemming komen. Sta op, zegt Jezus vanmorgen tegen ons, sta op, neem je ligmat op (dat wat je gebonden houdt) en ga lopen. En wij – door de Geest gedreven – uit dankbaarheid zeggen tegen Hem: neem mijn leven Heer, laat het toegewijd zijn tot uw eer. Over dankbaarheid gesproken. Amen.

Naar ‘preekmethode’ van Paul Scott Wilson:

Tekst: Johannes 5:1-18
Thema: Jezus geneest de verlamde om niet
Doctrine: zonde, egoïsme
Need: Wat verlamt mij? Hoe doorbreek ik mijn ik-gerichtheid?
Image: ligmat
Mission: Dankbaarheid uiten door God te dienen

Page 1: De verlamde heeft meer nodig dann hij denkt
Page 2: Mensen hebben meer nodig dan ze denken
Page 3: Jezus schenkt de man dan hij denkt nodig te hebben
Page 4: Jezus schenkt ons meer dan we nodig denken te hebben