Ik zie jou …

Schriftlezing: Lucas 1:26-38 - Lucas 1:46-56 - Lucas 2:1-10
Datum: 24 december 2018
Download PDF


1. Eenzaamheid

Soms zijn er dingen die je raken. Zinnetjes die met je meegaan. De man zei het uit de grond van zijn hart: ‘sterf niet voor je dood gaat’ (zomaar in een programma van Geer en Goor). Sterf niet voor je dood gaat. Kan dat dan? Ja, zei hij erbij, want als je zegt: ‘ik ben oud, ik ben eenzaam of ik kan dit niet’, dan sterf je voor je dood gaat. Dat zinnetje bleef bij mij haken. Blijkbaar kan dat. Dat je leeft, vrienden hebt, een partner, een baan, en dat je toch niet echt leeft. Omdat op de bodem van je hart dat diepe gevoel van eenzaamheid is. Dat verlangen om gezien te worden, om van betekenis te zijn. Dat je leven ertoe doet. Voor jezelf en voor anderen.

Kijk, je kunt er soms voor kiezen om even op jezelf te zijn, om een klooster te bezoeken, een paar dagen er tussen uit te gaan, om rust te vinden, waar je normaal zo weinig (te weinig eigenlijk) aan toekomt. Maar wat als alleen-zijn geen keuze meer is. Als je niet weg hoeft te gaan om even alleen te zijn. Voor heel veel mensen is dat het geval op dit moment. Ze voelen zich eenzaam. Misschien geldt dat voor u of jou ook wel.

Eenzaamheid kent veel gezichten. Het kan namelijk iedereen overkomen. Dat werd onlangs nog weer eens heel duidelijk, toen Prinses Laurentien van Oranje een programma maakte over eenzaamheid. Ze wilde dat programma focussen op ouderen. Een logische gedachte. Immers, zij staan niet meer actief in het leven. Velen zien tegen feestdagen als deze op. Je bent immers alleen, want je kinderen zijn druk, ze gaan op wintersport en de contacten die je in de buurt hebt, ja die vieren Kerst met hun eigen familie. Natuurlijk. Dat snap je wel. Je gunt het ze ook, maar dat maakt de eenzaamheid in deze dagen natuurlijk nog sterker.

Maar gaandeweg het programma ontdekte Laurentien dat het probleem van eenzaamheid veel breder is. Ze benoemde dat ook: ‘In onze jachtige maatschappij, waarin we vooral bezig zijn met ons werk, onze carrière en uiteindelijk vooral met onszelf, dreigen we blind te worden voor anderen om ons heen – leven we langs elkaar heen. We spreken elkaar niet echt.’

Om het visueel te maken werd er in het programma een bankje gebruikt. Het bankje als de uitnodiging om even naast iemand te gaan zitten. ‘Vertel eens, neem even de tijd te vertellen wat je bezighoudt’. Zo kan het beginnen. Laat nu eens even los ‘dat je nog zoveel moet’ vandaag en kijk eens om je heen.

Wie zit er naast je, wie is je buurman of buurvrouw, wat beweegt die collega waarmee je samenwerkt?

Kijken we elkaar nog wel genoeg aan? Zijn de vragen die we stellen aan vrienden, familie en passanten in ons leven wel oprecht? ‘We moeten elkaar weer echte vragen gaan stellen, elkaar in de ogen aankijken’, zegt een van de deelnemers die in het programma geïnterviewd werd.

Eenzaamheid is dus niet voorbehouden aan ouderen alleen. Je bent misschien hoogopgeleid, succesvol in je bedrijf, mensen kijken tegen je op, en toch ervaar je bij vlagen eenzaamheid. Wie weet wat er in je hart leeft? Of je bent zo druk met je carrière of het bedrijf waar je als zzp’er mee gestart bent, dat er weinig tijd overblijft voor reflectie, een goed gesprek of het onderhouden van je vriendschappen. Weinig tijd om stil te staan bij de vraag waarvoor je leeft. Weinig tijd misschien voor God.

Sterf niet voor je dood gaat.

Iemand noemde eenzaamheid de ziekte van onze tijd. Op eerste kerstdag zendt de EO een special uit, als vervolg op de serie: ‘wie kent mij nog’? Het programma volgde mensen die weinig contacten hebben. Wat zullen mensen straks van je zeggen als je er niet meer bent? Zul je dan gemist worden?

Nee, je hoeft niet oud te zijn om de pijn van eenzaamheid te voelen. ‘Eenzaamheid is ook voor onze samenleving een probleem, omdat het betekent dat we uiteindelijk niet in verbinding staan met elkaar. En een samenleving vraagt om verbinding, cohesie.’ Het woord samen-leven zegt het natuurlijk al: je hebt elkaar nodig om je leven zinvol en van betekenis te laten zijn.

Iemand in de reportage van Laurentien zei: ‘Ik worstel met eenzaamheid. Ik voel me daar schuldig over want niemand ziet aan mij dat ik me niet gezien voel door anderen. Ik doe best veel, ik zit naast mijn werk op verschillende clubs. Maar ik heb niet het gevoel dat ik echt nodig ben. Eigenlijk heb ik het met niemand over wat mij echt bezighoudt of perspectief biedt. Je hebt een punt op de horizon nodig, een doel waar je samen met anderen voor kunt gaan. Dat je deel uitmaakt van een groter geheel.’

2. Jezus doorbreekt de eenzaamheid!

Weet je, dat punt op de horizon, dat doel waarvoor je kunt gaan, dat is er! Dat vieren wij namelijk vandaag met het kerstfeest. Kerst gaat over God die mens wordt en ons leven deelt. Het kind in de kribbe draagt de naam Immanuël. Dat betekent: God is met ons. Wij vieren vandaag dat God de eenzaamheid doorbroken heeft.

Kerst gaat over dat onvoorstelbare verhaal, dat de God die onze Schepper is, in de persoon van Jezus ons leven binnenkomt. Jezus komst naar deze wereld, zijn geboorte in Bethlehem, is een teken van hoop. God wordt mens, zegt de Bijbel. Dat betekent: God wordt een van ons. Hij komt ons aardse bestaan delen. Deze wereld. Mijn wereld, komt Hij binnen.

Jezus komt om ons te verbinden. Te verbinden met God en met de mensen om ons heen. Waarom? Omdat wij het zicht daarop zijn kwijt geraakt. Als wij al zoveel moeite hebben om elkaar echt te zien, dan doen we dat ook niet met God. Zelfs als we iets van Hem weten, kan dat zomaar gebeuren. En als we geen zicht hebben op God, zien we ook het doel van ons leven niet helder. En hebben we geen deel aan het geweldige toekomstperspectief dat God voor ons heeft.

Jezus komt om ons bewust te maken waar we aan voorbij kijken.

Jezus verbindt ons met de God Die ons gemaakt heeft. Jezus leerde de mensen God kennen als een Vader. Zo doorbrak Hij de eenzaamheid. Hij zei tegen ze: Je bent niet alleen, je hebt een Abba in de hemel. Hij is op je betrokken. Hij kent je hart. Hij ziet je echt!

Jezus bracht mensen ook in verbinding met elkaar. Mensen van heel verschillende komaf werden door Hem uitgenodigd om Hem te volgen. Hij gaf ze een perspectief om voor te leven; een doel om gericht op te zijn. Hij sprak namelijk over Gods nieuwe wereld die zou komen. Waar voor iedereen plek is. Waar het leven goed is en niemand meer eenzaam is.

Een land waar volop bankjes staan, waar tijd is om met elkaar te praten, van hart tot hart. Een plek waarin iedereen zich gekend weet.

Hoe je er binnenkomt? Heel eenvoudig: door Jezus te volgen. Door je op Hem en zijn woorden te oriënteren.

Het kerstverhaal begint met God, die een jonge en onbekende vrouw bezoekt, ergens in een klein dorpje in Israël. Zij mag de moeder worden van Jezus, van de God die mens wordt. Als gelovige joodse vrouw had ze haar dagelijkse gebeden opgezegd. Gebeden of ze voor God beschikbaar mocht zijn. Dat gebed werd verhoord. God zoekt haar op door middel van een engel, een van zijn boodschappers. Ze ontvangt een bemoediging: de Heer is met je. Dat wil zeggen: God heeft je gezien. Je mag een rol spelen in Mijn plan.

Ze zal moeder zijn van een kind dat hoop geeft. Hij zal de naam Jezus dragen, dat betekent: God redt. Dat is wat Jezus komt doen. Redden: dat is mensen uit het isolement halen, waarin ze terecht zijn gekomen, door eogen schuld of door anderen. Hij geeft hoop door in levens van mensen een deur of een venster te openen, zodat het licht van God kan binnenvallen. Jezus brengt mensen in verbinding met God en Hij verbindt ook mensen met elkaar.

Het Kind heeft een geweldige missie.

Maria is helemaal verwonderd en sprakeloos. Hoe kan dit? Wie ben ik? Maar dan klinken de woorden: voor God is niets onmogelijk. Dat is kerst. Dat is wat we vandaag vieren. Voor God is niets onmogelijk!

Weet je, die woorden hebben eerder geklonken in de geschiedenis van Israël. Op allerlei kritieke momenten, toen de situatie uitzichtloos leek. Zoals bijvoorbeeld bij de kinderloze Abraham en Sara, als het volk in ballingschap is en denkt dat de toekomst over is, of na de terugkeer uit de ballingschap, toen het land in puin lag. Steeds klonk het woord: zou voor God iets onmogelijk zijn? Wat bij mensen onmogelijk, is mogelijk bij God. Dat woord geeft bij Maria de doorslag.

Een paar maanden later, als de belofte van God werkelijkheid is geworden en Maria zwanger is, schrijft ze een lied. Soms zeggen liederen meer dan 1000 woorden.

Wat zegt ze dan? God heeft naar mij omgezien! Naar mij! Niemand kende mij, in dat grote Romeinse rijk, maar God liet zijn oog op mij vallen. Wat een wonder. Wat een vreugde.

En dan gaat Maria profeteren. Ze gaat woorden uitspreken die zulke diepe dingen over God zeggen, dat je ervan onder de indruk komt als je ze leest. De God die naar mij omzag, die in Jezus een teken van hoop aan deze wereld geeft, is de God die altijd naar mensen omziet.

Ze zegt:

Nederigen richt Hij op. Hongerigen voedt Hij.

Als geen ander heeft God oog voor mensen die in deze grote wereld niet gezien worden, niet meetellen. Hij ziet ze. Hij zet ze weer op hun voeten. Zo doet Hij dat nog steeds. Dat is wat Maria wil zeggen: God ziet jou! Je mag er zijn. Leef. Je hoeft niet te sterven voor je dood bent!

Ze zegt ook:

Machtigen stoot Hij van de troon. Rijken zendt Hij met lege handen weg.

Dat is de wereld up-side-down. Het is niet zo dat als je rijk bent en machtig, geslaagd en succesvol, je niet welkom bent bij God. Nee. De God van Jezus is in elk mensenleven geïnteresseerd. Maar wil Hij iets voor je kunnen doen, dan moet je je hand openen. Als je alles krampachtig in je leven vasthoudt, kan God niet veel met je beginnen. Ook dat is kerst. Het feest voor harten en handen die open zijn.

Kerst is het feest van God die mens wordt in Jezus. Die ons in verbinding brengt met God en met elkaar. Dat is echt een hoopvol bericht. Want het is niet bij woorden alleen gebleven. Wat God beloofd heeft, is gebeurd. Jezus is geboren! Gods woorden werden daden.

Daar kun je dus op aan. Gods woorden vormen een fundament. Een sterke bodem waar je niet doorheen kunt zakken. Neem dat mee vandaag.

Als Jezus geboren wordt, beginnen zelfs engelen te spreken. Ze prijzen God. Lucas vertelt dat er blijdschap is voor heel het volk.

Blijdschap. Omdat de God-die-ons-ziet, mens is geworden. Omdat Jezus onze eenzaamheid doorbreekt. Omdat Jezus laat zien dat je door God gezien en gekend bent.

Als je dat ontdekt, dan verandert je leven. Want als ik gezien en gekend ben door God, dan mag ik er zijn! Ook al zijn er zoveel stemmen om mijn heen, die iets anders zeggen. Stemmen die zeggen dat ik pas meetel of van waarde ben, als ik iets doe, presteer of bereik.

Nee, zegt Jezus, niet dat houd je staande, maar waag het met Mij. Ik geef je dat fundament. Je mag staan op de vaste bodem van Gods liefde. Die liefde was er al voordat je geboren bent. Die liefde hangt niet af van wat je doet of presteert. Je maakt fouten, je struikelt, je hebt deuren in je leven misschien dichtgegooid, je hebt het vergald, maar dat is niet het laatste woord.

Kerst zegt ons: een nieuw begin is mogelijk! Vandaag nog. Want Jezus is de God die die hoop brengt. Leg je sores in Zijn hand, dan geeft Hij je zijn vrede.

Zoals Maria een ontmoeting had met God in haar huis, zo zoekt God mensen nog steeds op. Je hoeft hem er alleen maar om te vragen: Heer, kom en help mij. Dan komt Hij. Dan doorbreekt Hij de stilte en verbreekt Hij je eenzaamheid.

3. En nu verder…

Ik ga afronden. Weet je, kerst is ook een praktisch feest. Als je Jezus een beetje kent, dan weet je dat Hij je graag inschakelt. Misschien mag ik deze vraag bij je neerleggen: voor wie ga jij de eenzaamheid deze dagen doorbreken?

‘Ga een keer naar iemand toe; geeft niet of je ze kent; mensen worden er ongelooflijk blij van’ (Gerard Joling, bij Geer en Goor)

Kerst is een uitnodiging. Kerst is niet alleen dat God in beweging komt; het is ook een uitnodiging aan ons om in beweging te komen. Om iets van de warmte, de liefde en vrede die je ontvangt van Jezus, hier in de kerk, door te geven aan iemand uit je vriendenkring, iemand op je werk of in je familie.

Ik wens je Gods vrede toe.