Datum: 2 december 2018
Download PDF
1. Vreemd maar diep
Het zou zomaar kunnen dat de bijbellezing vanmorgen een hoop vragen oproept. Misschien dacht je wel bij jezelf: wat is dit voor bijzonder verhaal; wat moet ik hier mee? Een tuin waar mensen leven, met bomen, waarvan ze mogen eten, behalve die ene: de boom van kennis van goed en kwaad. Wat is dat voor boom trouwens? Die ben ik in een bos nog nooit tegen gekomen. En dan de slang. Nota bene een slang die spreekt. Ook erg opmerkelijk. Mensen die een vrucht eten en opeens ontdekken dat ze naakt zijn en zich daarvoor beginnen te schamen. God de Schepper die in de hof wandelt. Een slang die veroordeelt wordt en dan pas op de grond gaat kruipen. Waar gaat dit over? Wat kan hier de bedoeling van zijn? Het bijbelverhaal lijkt wel uit een heel andere wereld dan de onze afkomstig.
Ja gemeente, als je wat we gelezen hebben op je laat inwerken, dan is het inderdaad nogal een vreemde geschiedenis. We zullen vanmorgen dan ook onze best moeten doen om de boodschap ervan te verstaan. Want het is natuurlijk wel geschreven met een bepaalde bedoeling. Weet u, misschien helpt het als ik u zeg dat Genesis 3 ons wil laten zien wat er nu precies met ons mensen mis is. Meer nog dan te vertellen hoe het in het begin fout is gegaan, wil dit hoofdstuk ons vertellen wat er aan ons mensen mankeert. En waarom er dus zoveel leed in deze wereld is. Dat lees je niet in de kranten. Dat zie je niet op het journaal. Daar zien we de gevolgen van wat er mis is gegaan, maar niet de oorzaak. Waar gaat Genesis 3 over? Over iets heel kostbaars wat verloren is gegaan. Paradise lost. Verloren paradijs.
2. Paradise lost
Paradise lost is trouwens de titel van een boek van de Engelse dichter John Milton. Geschreven in 1667. Het boek is heel bekend geworden en zelfs vele malen in het Nederlands vertaald is. Het verloren paradijs. In dit boek vertelt Milton de geschiedenis van de zondeval. De verleiding van Adam en Eva door de duivel. De ongehoorzaamheid. En de verdrijving van hen uit het paradijs.
Waarom schrijft Milton dit boek? Achter zijn boek zit een existentiële worsteling. Milton heeft een geweldig moeilijk leven. Zijn vrouw is bij de geboorte van hun dochter overleden. Later overlijdt zijn zoon. Hij heeft in de gevangenis gezeten en op moment dat hij het boek schrijft, is hij blind. Als zulke dingen in je leven gebeuren, dan komt alles onder druk te staan. Alles roept om de vraag: God, waar bent u? Waarom zijn de dingen zoals ze zijn? Die vragen zitten achter zijn boek Paradise lost. Er is iets, zegt Milton, dat wij verloren hebben. Iets dat we kwijt zijn geraakt, maar waar we tegelijk wanhopig naar op zoek zijn. En wat is dat? Dat is: de levende omgang met God. Daarover gaat Genesis 3.
3. Het ene doel van de slang
We komen de betekenis van Genesis 3 op het spoor als we allereerst letten op de slang. Dat is niet zomaar een dier. Dieren spreken niet uit zichzelf. Nee, de slang is hier een aanduiding voor satan, de duivel. In het oude oosten gold de slang als een dier van de onderwereld, was hij oorzaak van zonde en dood. Een anti-goddelijke macht. Maar in de Bijbel wordt de slang verbonden met de grote tegenstander van God. De Here Jezus noemt hem in Joh. 8:44 een mensenmoordenaar van het eerste begin af en de vader van alle leugen. In het laatste bijbelboek lezen we in hoofdstuk 12 over de strijd die er in de hemel is geweest tussen Michaël en de draak. De draak moest het onderspit delven en werd uit de hemel gegooid. En dan lezen we: ‘de grote draak werd neergeworpen, de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt’ (12:9).
Genesis 3 vertelt dat allemaal niet, maar de strijd die er was en de aanwezigheid van de duivel op aarde wordt stilzwijgend verondersteld. In de gedaante van een slang probeert satan het meest kostbare van de schepping kapot te maken. Hij probeert op een slinkse wijze de hof binnen te dringen met maar één doel. Één ding is er wat hem bijzonder stoort. Één ding is er wat hij niet kan uitstaan. Dat is: dat God en mens op vertrouwelijke wijze met elkaar omgaan. De slang richt al zijn pijlen op de intimiteit van God met de mens.
Die levende omgang was het mooiste van de nieuwe wereld die God had geschapen. Genesis vertelt hoe God een hof maakt. De hof van Eden. Hoe Hij uit het stof van de aarde de mens maakt en hem de levensadem inblaast. Adam krijgt de opdracht de hof te bewerken en te onderhouden. En later wordt aan Adam Eva toegevoegd als zijn vrouw. En samen mogen ze de dieren een naam geven. Maar het meest bijzondere van de hof was toch wel wat we in Genesis 3:8 lezen: ze hoorden de stem van de Here, die in de hof wandelde, bij de wind van de namiddag, in de koelte van de avond.
Heel de beschrijving van de schepping loopt hierop uit. Dat God zelf aanwezig is en dat Hij met de mens wandelt en met hem spreekt. Dat maakte de hof van Eden tot een paradijs.
Weet u, wanneer we het in de kerk hebben over de zondeval, dan hebben we vooral over de gevolgen: de duisternis die er is in ons hart. De neiging tot zondigen. Opstandigheid. Ongehoorzaamheid. Egoïsme. Daar spreken de kranten over en de media. We merken het ook bij ons zelf. In de verkeerde verlangens die we hebben. Ons verlangen naar autonomie, om zelf de touwtjes van ons leven in handen te hebben. Maar dat zijn de gevolgen. Wat de mens in het paradijs door zijn zonde kwijtraakt is: de levende omgang met God.
Dat zie je ook in het slot van Genesis 3. De Here God verdrijft de mens uit het paradijs. Hij plaatst cherubs, die met vlammende zwaarden, de hof van Eden, moeten bewaken. Paradise lost. De levende omgang met God is verloren. Na de zondeval bloeien de bloemen nog wel, de vogels fluiten, maar het paradijs is verloren. God is voor de mens een bedreiging geworden; iemand die je liever mijdt.
Verwijdering. Soms weten we daarvan. Als een relatie goed is, is er geen wolkje aan de lucht. Maar als de relatie verstoord is, als je ruzie maakt, elkaar verwijten toeslingert, dan raakt die natuurlijke omgang verstoort. Je wilt die persoon niet meer zien. Als je hem of haar tegenkomt, in de winkel of op het station, dan loop je liever een rondje om. Het elkaar onder ogen komen is te confronterend.
Dat is wat satan hier voor elkaar krijgt. Dit is waar hij nog steeds op uit is: een wig drijven tussen de Here God en ons.
4. De strategie van de slang
Hoe doet hij dat? (1) Hij begint met sarcasme. Door cynische opmerkingen te maken. Is het echt zo dat God gezegd heeft. Satan geeft een sneer. Dat is toch niet waar he? Hij brengt geen argumenten in tegen het bestaan van God, maar creëert een negatieve sfeer. Zo gaat het vaak ook in de media. Christenen worden vooral weggezet vanwege hun ouderwetse opmerkingen. Geloof jij dat echt? Je hebt gestudeerd, en houd je nog aan die oude verhalen vast? De frons in het gelaat van mensen spreekt boekdelen. Dat cynisme doet vaak wel wat met ons. Zijn we echt zo wereldvreemd? En ja, ik heb ook wel moeite met bepaalde dingen uit de Bijbel, denk je dan.
(2) vervolgens probeert satan het vertrouwen in God aan te tasten. Met leugens en halve waarheden. Je mag niet van de boom eten, want dat zul je als God zijn. Daarom heeft God zeker dat gebod gegeven. Hij wil jullie klein houden. Hij wil niet dat je vrij bent. Hij heeft niet het goede met je voor. Ook dat doet wat met je. Want inderdaad zijn er altijd dingen in je leven die moeilijk zijn, op je werk, in je relatie, met je gezondheid. Die doen je vragen: maar Heer, hoe zit dat, waar bent u? Vragen waar we allemaal mee kunnen worstelen. Jo, kijk eens naar je leven, je denkt toch niet dat God goed is en het beste met je voor heeft. Anders zou dit allemaal toch niet gebeuren. Die stemmen en gedachten haken in op vragen die je hebt. Satan maakt daar handig gebruik van.
(3) uiteindelijk krijgt hij je zover, dat je gaat eten van de boom van goed en kwaad. Dat wil zeggen: dat je niet langer naar God luistert. Je gaat zelf je keuzes maken. Zelf bepalen wat goed en kwaad voelt. Je kiest ervoor om je verlangens en dromen na te volgen. Kortom: je neemt zelf de regie. Daar komt dat verlangen uit voort om in de bestuurdersstoel te zitten. Om de controle in handen te hebben van je leven. Bang dat het anders niet goed gaat.
Zo bereikt de slang zijn doel. Je losweken van God, van de intimiteit, van Zijn stem. Dat is wat satan hier en steeds weer voor elkaar krijgt. Dat is de tragiek van ons mens-zijn. De vatbaarheid om onze eigen god te zijn. Om onze eigen gang te gaan. Dat is ten diepste wat zonde is: onafhankelijk van God willen zijn. Maar weet je, dan heb je wel een probleem met God. Als je niet wilt dat Hij je vasthoudt, dan geeft Hij je over aan jezelf. Dat loopt op termijn niet goed af. Als jezelf de regie neemt, sta je er alleen voor. Dan moet je de gevolgen van je gedrag en keuzes zelf dragen. Alleen, naakt, in dit grote universum, zonder doel en zin. Paradise lost.
5. Het tegenantwoord van God
Maar wat doet God? Hij laat het er niet bij zitten! De ongehoorzaamheid heeft niet het laatste woord. God geeft een belofte. De moederbelofte. De moeder van alle beloften. Het evangelie in een notendop. ‘Ik zal vijandschap zetten’. Een vreemde belofte misschien. Maar toch heel belangrijk.
Twee dingen zegt God: (1) er zal vijandschap zijn tussen de slang en de vrouw en tussen hun nakomelingen. Vijandschap betekent strijd. Het zal nooit boteren tussen satan en de mens. Diep van binnen in de mens is er een besef van God. Een besef dat we alleen in verbondenheid met onze Schepper gelukkig zijn, tot onze bestemming komen, vrede hebben. ‘Inquietum cor nostrum, quia fecerit nos ad eum’, zegt Augustinus ergens (lijfspreuk Sola Scriptura, CSFR). Onrustig is ons hart omdat God ons gericht op Hem geschapen heeft. Dat besef kunnen we wegdrukken. Door de regie te nemen. Door alles te geven aan onze carrière. Door ons helemaal uit te leven aan onze verlangens en lusten. Maar het zal blijven knagen. Vroeg of laat. Dit is het niet. Is er niet meer tussen hemel en aarde? Al win je de hele wereld, al heb je alles wat je maar bezitten kunt, de onrust blijft in je ziel. De schade aan je ziel kan God alleen genezen. Je kunt het wegdrinken. Je kunt met GHB helemaal los gaan. Toch komt de vraag als een boemerang op je terug. Is dit het nu? Is er niet meer?
Vijandschap. En (2). Uit het nageslacht van de vrouw komt iemand die de slang zal vermorzelen. Daarom staat het woord ‘Nageslacht’ met een hoofdletter. Het woord nageslacht staat in het enkelvoud. De kop van de slang zal vermorzeld worden door iemand uit het nageslacht van de vrouw. God belooft dat de vijand van God en mensen zal worden verslagen. Hier is dat nog onduidelijk, maar vanuit het NT is helder. De overwinnaar is de Here Jezus Christus. Hij is geboren uit een vrouw en Hij is gekomen om de werken van satan te verbreken.
Met deze belofte staat heel het OT in het teken van verwachting. Ooit komt er een dag dat satan wordt verslagen. Ooit komt er een dag dat deze Nakomeling de intieme omgang met God gaat herstellen.
Je ziet het verlangen daarnaar heel sterk in de psalmen. Denk aan de vele Psalmen. 22: mijn God, waarom hebt u mij verlaten. 42: zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen, zo schreeuwt mijn ziel tot U. 63: U zoek ik in de morgen, mijn ziel verlangt naar u. 73: worsteling om voorspoed van de niet-gelovigen en het niet ervaren van de nabijheid van God.
God was wel aanwezig, maar na het paradijs is er afstand. God was aanwezig in de tabernakel en later in de tempel. En in het hart van de tabernakel en tempel stond de ark van het verbond. En op die ark staan twee cherubs. Dezelfde wezens als in het paradijs. Die met hun vlammende zwaarden het paradijs bewaakten. En de twee cherubs zijn naar elkaar toe gebogen en ze kijken naar het verzoendeksel. Naar het bloed van de offers dat daar vergoten wordt. God is aanwezig, daar waar offers worden gebracht. Dat wil zeggen: daar waar mensen zich verootmoedigen, hun zonden blootleggen en belijden: Here God, ik kan u niet missen. Mijn leven is leeg zonder u. Daar is God aanwezig.
Heel het OT ziet vooruit naar de komst van Hem die de omgang met God gaat herstellen en de zonde komt verzoenen. De cherubs buigen al hun hoofd, uit eerbied voor Hem die gaat komen. In deze dagen van Advent denken wij aan de komst van Jezus naar deze aarde. Hij is het antwoord op deze oude belofte. Degene uit het nageslacht van Eva die de strijd met satan zou aangaan en Hem zou overwinnen.
Als Jezus komt, komt God zelf opnieuw de aarde bezoeken. In Jezus komt God naar ons toe. Immanuël. God is met ons. Hij verbindt de hemel met de aarde, de heilige God met de mens. Toen Jezus kwam, kreeg God voeten om ons achterna te lopen. Armen om naar ons uit te steken. Een stem, om ons te roepen. Een hart, om voor ons te laten breken aan het kruis. God zoekt de mens op. Adam, vul je naam maar in, waar ben je?
In de hof van Eden zei de mens: Niet Uw wil, maar mijn wil moet gedaan worden.
In de hof van Getsémané zei de Mens: Niet Mijn wil, maar Uw wil moet gedaan worden.
Toen Jezus aan het kruis zijn leven gaf ter verzoening, waren er niet twee cherubs, die hun hoofd bogen. Nee, toen knielden in de hemel alle engelen en cherubs zich neer in aanbidding en verwondering. Omdat Jezus door zijn dood de kloof tussen God en ons overbrugde.
6. Paradise regained
Ik keer nog even terug naar John Milton. Een paar jaar later (1671) schreef hij een vervolg op zijn boek Paradise Lost, en hij gaf het als titel mee: Paradise Regained. Het herwonnen paradijs. En in dat kleine boekje, gaat Hij in op de overwinning die Jezus behaalt over de duivel, zonde en dood. Jezus is overwinnaar. Door Hem wordt het geheim van het paradijs hersteld. Dankzij Jezus offer en door het geloof in Hem wordt de omgang met God hersteld. Doordat Hij zijn leven gaf, in onze plaats, kunnen wij weer leven in de nabijheid van God.
Wat is er nodig? Wat vraagt God van ons? Één ding: focus je op Jezus. Sta niet toe, dat satan een wig drijft tussen jou en Hem. En als je bij Hem vandaan bent geraakt, bekeer je dan. Keer je om. Maak een u-bocht. Belijd je zonden en zoek Hem in gebed. Focus op Jezus. Heb je oog gekregen voor de prijs die Hij betaalde? Is Hij de liefde van je hart? Dat laat het avondmaal zien. In het brood en de wijn strekt God zijn handen naar je uit. Kom, laat Mijn liefde je hart vervullen. Ik heb alles volbracht. Je hoeft niets mee te nemen. Jezus is overwinnaar.
Nee, je krijgt geen antwoord op al je vragen, maar één ding mag je weten: Hij staat altijd voor je in. Hij wacht, tot je komt. En als je je in Zijn armen werpt, dan zal de Geest je doen zeggen: Abba, Vader.
Jezus is overwinnaar. Dat is het evangelie. Geloof het en leef eruit. Amen.