Datum: 5 juni 2016
Download PDF
1. Vergeefse opdracht?
In een van zijn boeken vertelt de Joodse schrijver en holocaust-overlevende Elie Wiesel de volgende legende over de stad Sodom (in Het Testament): Eén van de Rechtvaardigen, de tsaddiqim, kwam naar Sodom, vastbesloten om de inwoners van zonde en straf te redden. Dag en nacht liep hij door de straten en op de pleinen en protesteerde tegen hebzucht en diefstal, leugen en apathie. In het begin luisterden de mensen en glimlachten ironisch. Na verloop van tijd luisterden ze niet meer; ze vonden hem zelfs niet grappig meer. De moordenaars bleven moorden, de wijzen zwegen alsof er geen Rechtvaardige in hun midden was. Op een dag kwam er een kind naar de ongelukkige leraar toe. Ze had medelijden met hem en zei: ‘Arme vreemdeling, je roept, je schreeuwt, zie je dan niet dat het hopeloos is?’ ‘Ja, ik zie het’, antwoordde de Rechtvaardige. ‘Waarom ga je dan door?’ ‘Dat zal ik je zeggen. In het begin dacht ik, dat ik de mensen kon veranderen. Vandaag weet ik, dat ik het niet kan. Ik roep vandaag nog en ik schreeuw, omdat ik de mensen wil verhinderen, dat zij tenslotte míj zullen veranderen’.
Je zou kunnen zeggen, dat dit het verhaal is van Jeremia. Ruim 40 jaar heeft hij tot het volk gesproken. 40 jaar heeft hij geroepen en geschreeuwd. 40 jaar heeft hij het volk opgeroepen zich tot God te wenden. Maar al die jaren bleef hij als een roepende in de woestijn. Dat maakt het boek Jeremia tot een aangrijpend boek.
We beginnen met een serie preken over dit boek. We vonden het belangrijk om meer over het OT te preken. Maar ook omdat we denken dat het heel relevant is voor de tijd waarin wij leven. Daar kom ik zo op terug.
2. Niet gemakkelijk, wel relevant
Geen gemakkelijk boek. Vergt wel wat van ons om te luisteren. Veel mensen slaan dit boek vaak over. Vaak omdat ze het
Ontmoedigend: 52 hoofdstukken. Taai om door heen te komen. Veel poëzie en beeldspraak. Kennis nodig van wat er toen speelde. Situatie en politiek.
Moeilijk: geen chronologie (Jeremia 22 en 25 komen historisch voor Jeremia 7); niet op onderwerp gerangschikt. Geen lijn te ontdekken. Willekeurig geheel. Wisselen van mening van Jeremia. Ene keer voor iets, andere keer tegen iets.
Deprimerend: lijkt alleen maar slecht nieuws te bevatten. Jeremia laat ook zijn eigen verdriet horen over wat hij ziet en over wat er in Israël gebeurt. Hij worstelt enorm met God. Bezwijkt soms haast onder zijn roeping.
Naam iets van zeurpiet: jeremiëren, klagen, zeuren. Jeremiades: telkens herhaalde, vervelende en veelal overbodige klachten. Het komt uit het bijbelboek de ‘Klaagliederen van Jeremia’, waarin deze profeet klaagt over het lot van Jeruzalem.
Is niet waar. Kijk maar vers 10. Afbraak en opbouw. Maar afbraak heeft wel overhand.
Toch relevant – ik noem vier dingen
Gaat over mensen, met hun vragen en peinzen, willen en wensen, lijden en strijden. Grondvragen: waar leef ik voor? Wat is zin van ons leven? Wie is God? Waarom zou ik naar Hem luisteren? Waarom geloof relevant?
Profeet zegt ook veel over God. Als geen ander leren we door dit boek God kennen. God in zijn bewogenheid en betrokkenheid op zijn volk en op de mensen en de wereld. Zit veel hartstocht in dit boek. We kijken niet alleen profeet, maar ook God in het hart. Hij is zo gepassioneerd betrokken op zijn volk!
We leren veel over de tijd van toen en wat er speelde. En hoe Jeremia daarop betrokken is. Wat hij ziet gebeuren. Heel spannende tijd.
40 jaar bediening: zit in tussen twee ballingschappen. In jaar 722 10 stammen weggevoerd door Assyriërs. In het jaar 587 worden de laatste 2 stammen weggevoerd (Juda en Benjamin) door Babyloniërs. Jeremia zit net voor die tweede ballingschap. Aan de vooravond van de tweede wegvoering.
Hij ziet allerlei dingen gebeuren.
Profeet is seismograaf. Apparaat dat de trillingen van de aarde meet en tekent. Naaldje dat bij trillingen uitslaat. Beeld uitleggen.
Jeremia voelt aan wat gaat komen. Tijd van turbulentie en chaos. Oorlog en geweld. Volksverhuizingen en massadeportaties. Steden verwoest. Land en volk op grondvesten geschud. Onzekere toekomst.
En: God steeds meer uit beeld. 1:16 Mij verlaten, andere goden en neerbuigen voor werk van eigen handen. God geen levende realiteit. Hij zwijgt. Leven wordt steeds meer seculier. God minder ervaren. Weg uit het leven. Andere dingen voor in de plaats: werk, voorspoed, geluk, andere religies. Etc. Etc.
Lijkt op onze tijd. Veel parallellen. Geweldige worsteling om leven met God te verbinden met leven in seculiere cultuur. Moeite om God te ervaren. Niet drinken uit de Bron. Geestelijk in de woestijn. Geloof droogt op. Risico dat er van alles schuift tussen God en ons. Tijd van secularisatie (gebrek aan ervaring van God) en geloofsafval. Jongere generatie neemt fakkel niet over. Kloof zondag en maandag. Bij ons ook veel aan de hand. In de wereld. Oorlog en vluchtelingen. Kerk veel in beweging. Kerk 2025. Priesterkerk.
Zo ziet Jeremia ook veel gebeuren. Registreert alles. Voorvoelt wat toekomst gaat worden. Hij is zijn tijd vooruit. Daar kunnen we van leren. Ons aan spiegelen. Aanscherpen. Kijken met Gods ogen naar onze eigen tijd. Dieper kijken.
Dat kan ons helpen. Jeremia’s boodschap was relevant voor de koning van Juda, maar is het ook ook voor de taxichauffeur die op het station staat de wachten op klanten, de manager wiens agenda gevuld is met vergaderingen en conferenties, of je nu single bent of getrouwd, gepensioneerd of student, man of vrouw, er zit iets in deze profetie dat relevant is voor ons allemaal. Weet u waarom? Vierde reden.
We kijken Jeremia in het hart. Enige profeet, van wie veel gebeden zijn overgeleverd. Zijn worsteling met God. Hij was de enige die er nog in geloofde. Meesten: zal wel loslopen. Nu even moeilijk. Komt vast allemaal goed. Doe niet zo moeilijk. Nee, zegt Jeremia. Je hebt God nodig. Anders gaat het niet goed.
Alleen komen staan. Diepe eenzaamheid. Mocht van God niet trouwen (16). Moeilijk. Blijf maar single. Niet omdat je dat zou willen, maar omdat God dat tegen je zegt. Maar: geheim van zijn leven is de verborgen omgang met God. 40 jaar aangewezen op niemand anders dan God. Daarom dus. We kunnen van Jeremia leren, hoe je het uithoudt met God in een god-loze wereld, als enige.
3. God roept Jeremia
Toen kwam het Woord van de Heere tot Jeremia. In die ingewikkelde tijd begint God te spreken. Blijft tot uiterste met volk bewogen Kan Zijn volk niet loslaten.
God richt zijn woord tot Jeremia. Hij begint hem te roepen tot profeet. Best bijzonder. Want Jeremia komt niet uit een profetenfamilie. Die roeping is compleet nieuw voor hem. Zijn vader Hilkia behoorde tot een familie van priesters. Ze wonen in Anathoth. Dat is veelzeggend. Om twee redenen.
1. Anathoth is een priesterdorp. Paar kilometer bij Jeruzalem vandaan. Daar woonden al eeuwen lang priesterfamilies. Jeremia stamt af van Abjatar. Abjatar was een priester in de tijd van Salomo, die partij koos voor zijn zoon Adonia toen deze in conflict was met zijn vader. Als straf moest Abjatar het priesterambt neerleggen en werd hij naar Anathoth verbannen. Geroepen om God als priester te dienen en toch dat niet te kunnen. De vader van Jeremia heet Hilkia. God is mijn portie beteken die naam. God is alles wat ik heb. En toch Hem niet kunnen dienen. Nu ontfermt God zich opnieuw over deze familie. Ze waren trouw geweest aan Hem al die tijd. God is ze niet vergeten. Het woord van de Heere kwam tot Jeremia. Moet grote vreugde geweest zijn voor Hilkia en voor de familie. Als God naar je omziet. Verhoring van het gebed. Misschien herken je dat wel, als je ziet hoe iemand uit je gezin of vriendenkring gaat voor God.
2. Anathoth lag ook op een grensgebied. Noord-Zuid: groene heuvels en droge woestijnen; vruchtbaar land en onvruchtbare gebieden. Oost-West: grensgebied tussen 10 stammen en 2 stammen. Noorden: geestelijk verval, afgoderij, ballingschap. Zuiden: aanvankelijk anders bij Juda en Benjamin; nu ook steeds meer mis.
Zal veel vragen hebben opgeroepen. Waarom 10 stammen weggevoerd? Wat is er van het land over? Waar is God? Waarom is land zo kaal?
Toen kwam het woord van de Heere tot Jeremia. Wat maakt deze roeping van Jeremia zo bijzonder? Jeremia moet niet alleen het woord van God doorgeven, maar die boodschap is ook helemaal met zijn persoon verweven. Boodschapper en boodschap vallen samen. Hij leeft de boodschap. Hij is voor de mensen een levende brief. De tekenen die hij doet. De gebaren. Heel zijn persoon is een levend getuigenis. Dat noem je incarnational ministry. Hij leeft de boodschap.
Daarom is deze roeping voor ons ook zo belangrijk. Want wij als christenen hebben van God dezelfde roeping gekregen. Vroeger: wij hebben een woord voor de wereld. Maar dat is niet zo bijbels. Beter: wij zijn een woord voor de wereld. Wij zijn het licht. Wij zijn het zout, zegt de Here Jezus in de bergrede.
Dank aan Paulus: wij zijn een leesbare brief van Christus. Als mensen naar ons kijken, wat horen ze dan, wat zien ze dan, wat doen we dan? Of denk aan Paulus in de Galatenbrief: niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij. Dat is grote geheim van een christen. Dat God door zijn Geest in ons woont. Zo zendt Hij ons uit. Morgen als het maandag is, op het kantoor, op school, in de collegebanken, dan is Christus in jou op die plek aanwezig. Het Woord, de Geest wordt – als het goed is- door je heen zichtbaar. Niet alleen in wat je zegt, dat ook, maar in veel meer dingen. Dat maakt die roeping van Jeremia zo fascinerend. Incarnational ministry. Dat maakt hem zo spannend. Want het roept tegenstand op. Mensen begrijpen er niets van. Willen er niet aan. Zien je als van een andere planeet. Zeker als er veel mensen om je heen zijn die niet geloven, is de boodschap leven, echt niet eenvoudig. Jeremia heeft er mee geworsteld. Als het goed is worstelen wij er net zo mee.
Ik las een recensie van een boek over iemand die worstelt met ziekte en lijden, en dat eindigde zo: ‘Ik kan ’s ochtends uit bed stappen als een christen en ’s avonds naar bed gaan als een atheïst’. Omdat het zo lastig kan zijn om de boodschap te leven.
God roept, Hij zendt mensen uit, in een moeilijke situatie, helemaal alleen, maar nooit zonder bemoediging! Als God iets van je vraagt, geeft Hij je ook echt wat je nodig hebt. Als hij je roept om als christen te leven, taak in de kerk, in het ambt, of met jongeren, God laat je nooit zwemmen. Hij zal je sterken. Hij geeft Jeremia drie bemoedigingen. Die moeten we onthouden. Als je donderdag nog wil weten waar de preek over ging, hier zijn drie punten.
4. Bemoediging van God
4a. Ik heb je gekend
Voordat Jeremia uit de baarmoeder kwam, kende God hem al. Helemaal in lijn met Psalm 139. Grote wonder dat God ons kent, voordat we iets doen of zeggen, weet Hij al wat er speelt. Hij zijn oog op Jeremia laten vallen. Op die vergeten priesterstam. Afgeschreven. Maar God laat niet los wat zijn hand begon. Zijn geboorte was dus niet toevallig. God had er de hand in. Hij is de eerste. Dat gold Jeremia. Geldt ons ook. Ons leven is niet toevallig. Onderdeel van Gods plan. Hij heeft ons bestemd om in die grote wereld ons plekje in te nemen. Op die plek mogen wij weten, dat God ons kent.
Bemoediging. Kennen is intiem. Hij kent onze diepste gevoelens. Als je in deze wereld je plek als christen inneemt. In je bedrijf, als je voor lastige keuzes staat, wat het personeel betreft. God kent je in die worsteling. Als je bijdrage moet leveren aan de strategie van de zaak. Keuzes moet maken voor de toekomst. Hoe doe je dat als christen? God kent je. Als je voor de klas staat, en je vindt het ingewikkeld. God kent je. Als je alleen christen bent in je vriendengroep. Als je worstelt met je identiteit. Je eenzaamheid. God kent je. Hij weet dat je van hem houdt. Hij ziet je in je worsteling om geloof handen en voeten te geven. Hij weet wat er leeft in je hart. Je verlangens. Alles is Hem bekend. Ook wat niet goed is. Ook als je Hem zo makkelijk vergeet.
Jeremia heeft heel wat af geworsteld met God. Hij mocht zelfs niet trouwen. Om zijn vrouw en eventuele kinderen alle ellende te besparen. Maar dan viel Hij terug dat God hem kende.
En dat niet alleen. Tweede belofte.
4b. Ik ben bij je
Ook dat is zo’n wonderlijke belofte. Als God iets van je vraagt, sta je er nooit alleen voor. Hij is bij. Staat naast je.
Jeremia geeft als tegenwerping: ik ben nog maar een jongen. Ik ben een jongen. Na’ar heeft hele reeks van betekenis: ongeboren kind, kind aan de borst, drie jarige, 17 jarige en zelfs 30 jarige. Na’ar is jongen die niet getrouwd is. Misschien dus een jaar of 18 of 19. Ga er maar aan staan. Zo jong en dan zo’n taak.
Ik snap Jeremia wel. Dat wat God vraagt is gewoon te groot. De missie te zwaar, wie ben ik, kan ik dit wel? Overvraagt God me niet. Ja, dat doet Hij. Wie is tot deze dingen bekwaam? Niemand eigenlijk. Daarom is dominee zijn ook zo spannend. Zoveel mensen: de een wil dit, de ander dat; de een spreekt dit aan, de ander dat. Kan je soms verlammen. Dan val je terug op je roeping. Heer, het is uw Woord. U hebt mij geroepen.
Niet eenvoudig om van Christus te getuigen. Zijn woorden uit te leven. Vaak stukwerk. Wat brengen we ervan terecht. Leven weerbarstig. Mensen zitten er niet op te wachten. Maar onze bekwaamheid is uit God.
God zegt Ik ben met je. Twee keer sputtert Jeremia tegen: ik ben jong, ik kan niet spreken. Daar tegenover staat het ik van God. 4 keer klinkt: Ik, Ik heb, Ik zal, Ik zendt. Ook dat is een les: God is altijd in de meerderheid. Als Hij iets van je vraagt, dan zal Hij met je zijn. Waar je ook bent. Wat je ook doet.
Weet u: Er is in mensenleven maar ruimte voor één ‘ik’. Mijn eigen, kleine ‘ik’ of het ‘Ik’ van God. Maar met het Ik van God kun je het wagen. Ik zal, zegt God, Ik zal met je zijn.
Daar kun je op bouwen! Dan derde belofte.
4c. Ik leg je de woorden in de mond
Ik kan niet spreken zegt Jeremia. Hij komt uit een priesterfamilie. Geen enkele ervaring. Geen training om te spreken. Nee.
Wat zegt God? Spreek. Ja maar hoe? Dat kan ik niet? Logische reactie als God iets van ons vraagt. Wees mijn getuige. Bid voor iemand. Zegen iemand in mijn naam. Wees een leesbare brief. Ja maar hoe dan?
Ik geef Mijn Woorden in je mond. Op het moment dat het nodig is komen de woorden van zelf. Als je dan moet spreken, legt God het in je mond. Zegt Hij het voor. Je hoeft alleen maar na te spreken.
Ik geef. Dat is een belofte. Maar wel een spannende. Je weet het dus niet van te voren. Je krijgt het nooit in de vingers. God moet het je geven. En dat doet Hij! Het houdt je afhankelijk. Morgen Heer, op die vergadering, wat moet ik zeggen? Dat gesprek. Die opening. Dat gebed. Die wandeling. Ik Geef zegt God. Je hoeft alleen maar te vragen. Heer, wat moet ik zeggen. God zegt: Ik geef het je.
Gemeente, neem die belofte mee. Voor morgen, als u en jij de boodschap van Gods genade mag voorleven, belichamen, Gods Geest woont in u. Je bent een brief.
Als je Jezus niet kent, of daar niet zeker van ben. Vraag of God of Hij je hart voor Jezus opent, dat je iets proeft van de liefde van Christus. God wil ons allemaal gebruiken. Straks is de dienst ten einde, en begint onze roeping in de wereld. Te midden van collega’s. Vrienden. Medestudenten. Kinderen of ouderen. Gelovig of niet gelovig.
Vergeet dan niet dat God je kent, je terzijde staat en je de woorden in de mond legt. Als je struikelt, faalt, jezelf tegen voelt vallen. Wees dan niet ontmoedigd. Want er is er Een die wel staande bleef. Toen iedereen Hem afwees, bleef Hij van de Vader getuigen. Tot het bittere einde van het kruis bleef Hij trouw. Omwille van het offer van Jezus, zal God ons vergeven, als wij Hem niet trouw waren, of als we de hele dag niet aan Hem dachten. Dankzij de Here Jezus is God ons genadig. Blijft Hij ons roepen: kan ik op je rekenen? Ook dinsdag om 11.00 uur? Denk er nog eens aan terug. Als het zo ver is.
5. Slot
Jongens en meisjes. Het is tijd. Nog een ding. God zegt tegen Jeremia dat hij niet bang hoeft te zijn. Wees niet bevreesd. Weet je hoeveel dagen een jaar kent? 365 dagen. Weet je hoeveel keer er in de Bijbel staat: vrees niet, wees niet bang? 366 keer. Voor elke dag een keer. En dan blijft er nog een over. Dat is voor een schrikkeljaar van 366 dagen.
Elke dag roept God ons allemaal, om met Hem te leven en Hem niet te vergeten. Gemakkelijk. Nee lang niet altijd. Maar elke dag mogen we beginnen, met die belofte. Wat de dag ook zal brengen, wees niet bevreesd. Wie dat zegt? Dat zegt God de Heere. Met Hem ben je altijd in de meerderheid. Amen.