Datum: 15 oktober 2017
Download PDF
1. Vuilnisbelt of boomgaard?
Tussen een vuilnisbelt en een boomgaard zit een wereld van verschil. Dat weten we allemaal.
Vuilnisbelt: een smerige plek. Plek waar spullen worden gedumpt. Dingen waar iedereen van af wil. Het stinkt er. Een grote hoop van troep. Allemaal afgeschreven. Resten van de welvaartsmaatschappij. Puinhoop. Tragisch als kinderen op zoek zijn naar eten of waardevolle spullen.
Hoe anders een boomgaard in de Betuwe. Langs de Linge: rustig, onderhouden, je ziet fruitbomen, seizoenen, vruchten, beregening, genot om door heen te lopen. Gaat rust van uit. Natuur floreert. Bloemen en bijen. Fruit dat rijpt. Een lust om te zien.
Een grote verschil is er niet denkbaar. Wat hebben die twee met elkaar te maken. Niets toch? Of toch wel? Volgens Paulus wel.
2. Vlees of Geest?
Paulus stelt in het bijbelgedeelte twee dingen heel sterk tegenover elkaar. In vers 19: de werken van het vlees. Dat wat uit je zelf voorkomt (je natuur, ouder mens) En in vers 22: de vrucht van de Geest. Dat wat God in je werkt, door Zijn Geest.
Het verschil tussen die twee is even groot als het verschil tussen een vuilnisbelt en een boomgaard. Maar dat niet alleen. De werken van het vlees zou je met een vuilnisbelt kunnen vergelijken, de vrucht van de Geest met een boomgaard. Het vlees brengt afval voort dat stinkt en ziek maakt, de Geest een vrucht die lekker smaakt en mensen beter maakt. Laten we bij allebei even stil staan.
De werken van het vlees
Het is nogal wat, wat Paulus in de verzen 19-21 beschrijft. Je wordt er niet vrolijker van als je deze verzen doorleest. Het is een enorme berg vuil die Paulus in deze verzen opsomt. Vier soorten troep noemt de apostel: alles wat met misbruik van seks en seksualiteit te maken heeft, met afgoderij, problemen met je karakter, en grenzeloosheid.
Seks. Het is een triest teken wat wij met Gods goede schepping hebben gedaan, dat het woord seks zo besmet is geraakt, terwijl het zo’n kostbaar geschenk is. God heeft ons juist mannelijk en vrouwelijk geschapen, met aantrekkingskracht, liefde en seks, kostbaar, prachtig. Maar juist op het terrein van seks en seksualiteit is zoveel kapot gegaan. Het kostbare geheim van lichamelijke liefde is door het oude ik (het ‘vlees’) kapot gemaakt, en overspel, hoererij, onreinheid en losbandigheid zijn hiervan het gevolg.
Afgoderij. De apostel noemt vervolgens afgoderij, waarbij we aan occulte dingen kunnen denken. De hang in onze samenleving naar spiritisme, horoscopen, magie en bijgeloof. Het woord voor toverij in het Grieks is pharmakeia, waar ons woord farmaceutisch vandaan komt. We moeten hierbij denken aan drugs. Ze gaan vaak samen op. Dat was al in de oudheid zo. Dat mensen gingen trippen via drugs om met de onzichtbare wereld van geesten en overleden mensen in contact te komen. Erg actueel als je tv kijkt.
Karakter. Paulus noemt ook afgunst, woede, egoïsme, jaloezie, en als gevolg daarvan ruzie, onenigheid, en als de gemoederen zo verhit zijn of mensen zo ziek, dat moord eruit voortvloeit. Ik moet denken aan Ana Faber. Verbijsterend waartoe een mens in staat blijk te zijn.
Grenzeloosheid. De apostel ziet mensen die helemaal los gaan en geen enkele remming meer ervaren: dronkenschap en zwelgpartijen.
Met andere woorden, de werken van het vlees, zeg maar onze oude mens, zijn voor Paulus uitermate destructief. Ze maken relaties kapot, mensen gaan er zelf aan onderdoor, de hele sfeer is een sfeer van gebondenheid en negativiteit. Met andere woorden: een vuilnisbelt van troep.
Paulus noemt ze de werken van het vlees. Dat woordje ‘werken’ gebruikt hij niet voor niets. Je kunt ze namelijk van de ene op de andere dag voortbrengen. Een slechte avond en je krijgt de hele handel. Vroeger – in mijn tijd – zei men dan: het begon met een grapje, het grapje werd ernst en Ernst kan nu lopen.
Paulus is over de werken van het vlees heel stellig. Als je ze doet, als je er in meegaat en erin volhard, zul je geen deel kunnen hebben aan het Koninkrijk van God. Heel radicaal: doe het niet. Stop ermee. Het heeft geen toekomst. Je gaat eraan ten onder. Paulus spreekt hier nota bene tot christenen. Het zijn waarschuwende woorden. Als je blijft investeren in je vlees, en deze dingen voorbrengt, ga je verloren en verspeel je je toekomst in Christus. Oppassen dus.
Vrucht van de Geest
Maar nu het mooie. Vers 22 is als een wandeling van de vuilnisbelt naar een boomgaard met allerlei vruchtbomen. Vruchten groeien niet van de ene op de andere dag. De vrucht van de Geest groeit in je leven als je wandelt met Jezus, als je wandelt door de Geest. Een kenmerk van iemand die wandelt in de Geest is dat de vrucht zich langzaam maar zeker gaat vertonen: in het begin alleen een knop, misschien alleen een bloem en daarna het begin van de vrucht. Daarna zie je de vrucht groeien, groter worden en rijpen.
Als we goed kijken naar de vrucht van de Geest, dan zien we dat dit een beeld is van het karakter van iemand. Daarom staat het ook in het enkelvoud. Één vrucht, met negen smaken. Net zoals bij een mandarijn: één vrucht, maar als je de schil eraf haalt zitten er negen partjes. In elke vrucht tref je negen prachtige dingen aan. We kunnen ze verdelen in drie groepen. De eerste drie ‘liefde, blijdschap en vrede’ hebben te maken met onze relatie met God. Het zijn eigenschappen die helemaal bij God horen, en die door de Geest ook in het leven van de gelovige worden binnengebracht. De Geest laat ze groeien. Hoe meer je je in God verheugt, hoe meer je hart vol raakt van liefde, blijdschap en vrede.
De volgende drie ‘geduld, vriendelijkheid en goedheid’ houden verband met mijn relatie met anderen. Geduld is dat de Geest je leert moeilijke en irritante mensen te verdragen. Vriendelijkheid is dat je moeite doet voor mensen die niet aardig zijn. Het betreft ook het betonen van liefde aan mensen in nood. Dat kost tijd en inspanning. Zelfopoffering ook. Goedheid heeft te maken met ruimhartig zijn, vrijgevig naar de ander toe.
De laatste drie ‘geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing’ hebben te maken met de relatie tot jezelf. Geloof heeft hier de betekenis van standvastig zijn, trouw. Dat je op je post blijft in de kerk. Dat je trouwe blijft in de omgang met God. Zachtmoedigheid is dat je jezelf niet op de voorgrond plaatst en mild bent. En ook dat je jezelf in de hand weet te houden, als mensen iets tegen je zeggen wat niet leuk is of wat je pijn doet. Mensen die nee kunnen zeggen tegen zichzelf.
3. Keuze maken!
De vrucht van de Geest is dus heel anders dan de werken van het vlees. Een wereld van verschil. Net zo groot als het verschil tussen een vuilnisbelt en een boomgaard. Paulus plaatst ze tegenover elkaar en daarmee doet hij een indringend appél op zijn hoorders: leef niet op de vuilnisbelt, maar in de boomgaard. Laat de vrucht van de Geest in je leven floreren. Dat is wat God met jouw en uw leven voorheeft.
Doop. God stelt je voor de keus: volg je vlees of de Geest? Ik moet het nog preciezer zeggen: God heeft ons voorbestemd voor een leven door de Geest. Weet je wanneer Hij dat gedaan heeft? Al bij onze doop. Toen we gedoopt werden – en vandaag in de doop van zes kleine baby’s worden we aan onze eigen doop herinnerd – toen legde God Zijn hand op ons jonge leven. En Hij zei tegen ons: ik heb je niet voor de dood bestemd, maar voor het leven. Niet voor de vuilnisbelt, maar voor de boomgaard. De boomgaard dat is de hof van mijn Geest, waar je de stem van de Here Jezus hoort. Dat is het leven wat God voor ons bedoeld heeft. Door de doop zijn we voorgesorteerd. God heeft toen gezegd dat Hij onze Vader wil zijn, en dat Hij ons zal helpen om niet naar het vlees maar naar de Geest te leven. Daarom zijn we gedoopt in de naam van de Vader die ons liefheeft. In de naam van de Zoon die Zijn leven voor ons gaf, ter verzoening van onze zonden. En ook: in de naam van de Geest, die in ons wil wonen en werken.
Daarin ligt het geheim van de boomgaard. Het is alleen door de Geest dat we die vrucht kunnen voortbrengen die we in vers 22 zo mooi vinden uitgetekend. Als je vers 22 op je laat inwerken, dan zie je daarin een foto van de Here Jezus. Als geen ander was hij vol van liefde, blijdschap en vrede. In relatie naar anderen was hij vol geduld, vriendelijkheid en goedheid. Zijn leven was vol van geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Vers 22 is een foto van de Here Jezus. En God wil dat wij daarop gaan lijken. Dat Hij naar ons leven kijkt en zeggen kan: ik zie daarin de contouren van mijn eigen Zoon terug. Dat geeft Mij vreugde.
Kan dat dan? Dat God zo naar mijn leven kijkt en daarin vreugde vindt? Dat Hij met mij wandelt door de boomgaard en vreugde vindt in de omgang met mij? Kan dat, terwijl er in mijn leven van alles niet op orde is, en dat nieuwe leven nog maar zo ten dele doorbreekt?
Ja, gemeente, dat kan. Weet u wat het geheim daarvan is? Er is maar één antwoord. Paulus noemt het twee keer. Vers 16: ‘wandel door de Geest’. En vers 24: ‘laten wij dan ook door de Geest wandelen’. Het geheim is door de Geest wandelen.
4. Door de Geest wandelen
Wat is dat en hoe doe je dat? Nou belangrijk is om te beseffen dat er op de troon van ons hart geen plaats is voor twee personen. Er kan er maar een de regie hebben in ons leven. Er zijn twee opties: ‘ons eigen ik’ of ‘de Geest’. Bij elke belangrijke beslissing waarvoor ik sta is dit vraag: leidt de Geest mij of volg ik mijn eigen ik. Elke dag staan we als christen voor een keuze. Wie volg ik? Dat begint al ‘s ochtends als je uit je bed stapt. Er liggen twee matjes naast je bed, die van mijn eigen ik en die van de Geest. Op welke daarvan ga ik die morgen staan? Of later op de dag bij een belangrijke beslissing: is dit een verlangen van mijn vlees of van de Geest. Als je het niet zeker weet, is het mistig, dan kun je beter maar niet uitvaren. Of als je op iemand reageert: is dit nu mijn vlees die spreekt, of laat ik mij door Gods Geest leiden?
Een christen leeft dus in een voortdurende spanning. Ik kan niet zomaar doen wat ik wil, maar God wil dat Ik hem raadpleeg. Dat ik kijk naar hoe de foto van de Here Jezus eruit ziet, en mij afvraag, als ik dit nu doe of zeg of wil, past dit dan bij de Here Jezus of niet?
Nu kun je dat belachelijk maken en zeggen, wil God nu dat ik voor alles zijn toestemming vraag: de kleding die ik aan doe, wat ik eet, of ik op de fiets naar de kerk, lopend of met de auto. Nee, er is vrijheid. Er zijn dingen die voor God niet uitmaken. Als je dat wel wilt doen, prima, maar het gaat om belangrijke beslissingen, morele beslissingen. Dat die beslissingen beheerst worden door één vraag. Zoals die vrouw die rookte, eens een dominee benaderde met de vraag: ‘mag ik als christen wel of niet roken?’ De voorganger was verstandig en zei geen nee. Maar stelde een wedervraag: ‘is het een verlangen van het vlees of een verlangen van de Geest voor jou’. Die vraag was voor haar genoeg.
Een christen is iemand die bereid is om die vraag te stellen. Dat is wandelen door de Geest. Here, wat wilt u dat ik doe?
5. Niet populair, wel nodig!
Dat gaat op het eerste gezicht natuurlijk wel tegen wat vandaag ook vaak tegen ons gezegd wordt. Veel populaire liederen en tijdschriften zeggen ons dat je je hart moet na volgen, dat je pas echt vrij bent als je doet wat je verlangt, als je je droom najaagt. Je leeft tenslotte maar een keer.
Tegelijk weten we dat niet helemaal waar is. We weten allemaal dat als je dingen in je leven wilt bereiken, dat je er andere voor moet ontzeggen. Turner Epke Zonderland heeft een strak geleid leven. Discipline. Ontzeggen van allerlei genot. Om aan de rekstok maximaal te presteren. Iemand die een marathon wil lopen, traint meerdere keren per week, let op zijn voedsel etc. Als je opleiding doet en studie wilt afronden, dan ontzeg je je van alles. Doe je niet mee met elk feestje of borrel op de studentenvereniging, want je weet eerst presteren, dan genieten.
Zo gaan de dingen in het leven. We hebben allemaal primaire verlangens en behoeften, die we gelijk zouden willen vervullen, tegelijk weten we dat alles wat we willen, misschien helemaal niet goed is, en dat wat we echt graag willen zijn of bereiken, in de weg kan staan.
Zo is het ook met de vrucht van de Geest. Het vereist discipline. Je dingen ontzeggen. Investeren in wat God belangrijk vindt. Een andere weg is er niet. Want als we niets doen, dan komen de werken van ons vlees naar buiten. Die kosten geen moeite. Die zijn gratis. Dat is onze oude mens. Maar de nieuwe, daar moet je je voor inzetten en inspannen.
Daarom het appel van Paulus: wandel door de Geest. Laat je leven beheersen door die ene vraag: wat wilt u dat ik doe? Is wat ik wil een verlangen van mijn vlees of van mijn Geest.
De Griekse filosoof Plato gebruikt in een van zijn geschriften het beeld van een wagenmenner. Iemand die op een karretje zit en door twee paarden getrokken wordt. Het ene paard heeft drift, het andere begeerte. En de wagenmenner moet beide paarden in toom houden met zijn rede (verstand). Maar dat is niet eenvoudig. In feite is haast onmogelijk. We zien dat om ons heen. Mensen ontsporen. De samenleving wordt ontwricht. Wij mensen zijn vaak niet zo redelijk of voor rede vatbaar.
6. Door de Geest!
Wat hebben we nodig? Dat God het zelf doet. Ik wijs u op de belofte van vers 16: wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. Dat is bijzonder. Dat is een geweldige belofte. U zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. Hoe kan dat?
Het is zo eenvoudig. Het enige dat ik hoef te doen is mijn leven in Gods hand leggen, mijzelf steeds weer de vraag: stellen Heer, wat wilt u dat ik doe? En als ik mij naar God uitstrek, komt Hij met de heilige Geest en geeft mij wijsheid en kracht. Dan zorgt Hij ervoor dat ik een mens, een man of vrouw, jongen of meisje, wordt die op de Here Jezus lijkt, dat die negenvoudige vrucht in mijn leven gaat groeien.
Vandaag dopen wij zes kinderen. Door de doop met water ben ik voorgesorteerd. God heeft Zijn hand op mijn leven gelegd. Kijk dit is waarvoor ik jou bedoeld heb. Door de doop met de Geest wordt ik met de Here Jezus verbonden en gaat de vrucht van liefde, blijdschap en vrede, van geduld, vriendelijkheid en goedheid, van geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing, in mijn leven groeien.
Dat doet de Geest. Hij zorgt ervoor dat mijn leven niet op een vuilnisbelt lijkt, maar op een boomgaard. Vergeet daarom niet dagelijks te bidden: vervul mijn leven met uw Geest en laat mij steeds meer lijken op de Here Jezus en worden zoals u mij heeft bedoeld. Amen.